Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over het inschrijvingsgeld voor NT2-cursussen
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, het is bekend dat deze Vlaamse Regering wil ingrijpen in het inburgeringsbeleid voor nieuwkomers. De hamvraag blijft hierbij steeds of met de nieuwe voorstellen sociale participatie wordt versterkt. Wij vrezen evenwel dat er bijkomende drempels worden opgeworpen. We hebben dat al vaker gezegd in dat kader. Ondertussen bijna een jaar geleden lag het wijzigingsdecreet Nederlands als tweede taal (NT2) voor. Dat decreet stipuleert dat er inschrijvingsgeld wordt ingevoerd, alsook voorziet het decreet in een gestandaardiseerde test.
Wij hebben ons steeds tegen beide maatregelen verzet omdat de wetenschappelijke onderbouwing in functie van de doelstelling, namelijk sociale participatie ontbreekt en de verwachte ongewenste neveneffecten groot kunnen zijn.
Bij het voorleggen van het decreet maakten heel wat actoren bezwaar ertegen. Onder andere door te stellen dat er onvoldoende tijd is voor een transparante en participatieve ontwikkeling ervan. Wat is op dit vlak vandaag de stand van zaken? Welke vervolgstappen dienen er nog genomen te worden?
Op welke manier worden de universitaire talencentra gevat door de gestandaardiseerde NT2-test?
De procedure bij het Grondwettelijk Hof is hangende. Hebt u zicht op de timing van de uitspraak? Wat als die er niet komt voor de start van de eerste afname van de testen? Welke problemen geeft dat mogelijk?
Voorziet u in extra middelen bij de centra in functie van het afnemen van deze test?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, het nieuwe Inburgeringsdecreet is ondertussen al enige tijd goedgekeurd. Aan de bestaande pijlers zoals lessen Nederlands en maatschappelijke oriëntatie (MO), werd ook wat gesleuteld. Voortaan worden deze lessen en testen betalend voor de cursist.
Tijdens de bespreking van dit wijzigingsdecreet in de Commissie voor Onderwijs kwamen ook de opmerkingen van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) naar voren over de invoering van het inschrijvingsgeld. “Die maatregel gaat in tegen de decretale doelstellingen om de participatie van kwetsbare groepen en werkzoekenden aan het volwassenenonderwijs en de dienstverlening van VDAB te stimuleren door het inschrijvingsgeld te verlagen of te schrappen”, aldus de Vlor.
Op basis van de gegevens uit Antwerpen maakte Ligo ondertussen een berekening en een globale inschatting van de financiële situatie van de zogenaamde verplichte inburgeraars die binnenkort dus inschrijvingsgeld zullen moeten betalen voor hun NT2-cursus. Bijna de helft van deze cursisten zijn bekend bij het OCMW en ontvangen een leefloon of aanvullende steun. Het is aan het lokaal bestuur om te beslissen in hoeverre de facturen voor inburgeringscursussen ten laste kunnen worden genomen. Maar ook tussen de andere helft van het publiek bevinden zich ook kwetsbare mensen die zelf geen eigen inkomen hebben en dus niet kunnen instaan voor het betalen van hun inschrijvingsgeld.
In die zin, minister, dreigen de centra in een financieel heel onzekere situatie terecht te komen. Betaalalternatieven zoals het uitstel van betaling of het werken met een afbetalingsplan is volgens Ligo niet haalbaar: het inschrijvingsgeld moet namelijk betaald worden voordat een cursist ingeschreven kan worden. En wat een afbetalingsplan betreft, gelden de afspraken dat een cursist die vooraf een derde betaald heeft, rechtsgeldig is ingeschreven voor de overheid. Als de cursist daarna niet meer betaalt, hebben de centra geen juridische grond meer om het geld toch te recupereren bij de cursist en moeten ze het geld uit eigen middelen overmaken aan de overheid. Bovendien betekent de nieuwe regeling ook bijkomende planlast voor de centra.
Minister, hebt u al eerder contact gehad met de sector of met uw collega-minister Somers omtrent het gegeven rond de inschrijvingsgelden voor NT2-cursussen?
Hoe zult u ervoor zorgen dat de centra voor basiseducatie (CBE's) geen financiële risico’s dienen te nemen als ze cursussen NT2 inrichten?
Hoe zult u de bijkomende administratieve last voor de centra voor basiseducatie, maar ook het volwassenenonderwijs tout court, die deze maatregel met zich meebrengt, tot een minimum beperken?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben sinds de goedkeuring van het decreet al stappen ondernomen. In oktober van het afgelopen jaar hebben we een besluit goedgekeurd dat de regels vastlegt voor de ontwikkeling en afname van de NT2-test. Sinds september van vorig jaar is de ontwikkelingscommissie ook met tien experten uit NT2-centra gestart met het ontwikkelen van gestandaardiseerde vragen. We hebben ook gezorgd voor wetenschappelijke ondersteuning in de vorm van het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO).
In februari 2023 hebben we infosessies met betrekking tot de inschrijvingsgelden georganiseerd om de CBE's en CVO's een gedetailleerde uitleg te geven en hun vragen te beantwoorden. We hebben ook een implementatiewerkgroep met betrekking tot de NT2-test, met vertegenwoordigers van de koepels, de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD's) en de centra. In april van dit jaar hebben we een netwerkdag georganiseerd voor leerkrachten of coördinatoren van NT2. Ondertussen heeft men het nodig geacht om naar het Grondwettelijk Hof en de Raad van State te stappen. De zaak bij de Raad van State is intussen van de baan, die bij het Grondwettelijk Hof is lopende.
We hebben in maart en april ook een eerste pilootafname gedaan bij zo’n 160 cursisten. Die resultaten zijn we nu volop aan het analyseren en verwerken om zo de toets te verbeteren.
Samen met de vertegenwoordigers van de centra zullen de modaliteiten voor de toetsafname tijdens het schooljaar 2023-2024 bepaald worden. Voor mij zijn daarin twee zaken heel erg belangrijk: als eerste de ondersteuning van de centra. Dat gaan we ook doen. Zo wil ik ervoor zorgen dat de centra tijdens de toetsafname kunnen rekenen op technische ondersteuning vanuit Brussel. Het tweede punt is een sterke en zo valide mogelijke toets. Daarom laten we ons adviseren door het CTO. Zij hebben duidelijk gemaakt dat er wel een aantal randvoorwaarden zijn om een kwalitatieve toets mogelijk te maken. Ik geef het voorbeeld van fraudegevoeligheid.
Die twee redenen, namelijk de ondersteuning en de kwaliteit van de toets, zorgen ervoor dat we de komende weken wel keuzes gaan moeten maken over enkele modaliteiten.
De technische voorbereidingen voor het inschrijvings- en resultatenplatform voor de NT2-test moeten nu gekoppeld worden met het toetsplatform en de examensoftware. Ook moet de klankbordgroep met softwareleveranciers ingelicht worden in functie van die technische modaliteiten.
De handleiding voor de correctoren van schrijfopdrachten en toetsafnemers maken we op en zal vóór de eerste toetsafname ter beschikking gesteld worden. We zorgen voor een opleiding voor toetsafnemers en voor een opleiding en trainingsessies voor correctoren van de schrijfopdrachten.
Er was nog de vraag naar de universitaire talencentra en het kleine aantal cursisten dat daar een opleiding NT2 volgt. Ik kan u bevestigen dat het wel degelijk de bedoeling is dat zij eveneens de bijdrage van 180 euro betalen voor de NT2-cursus met inbegrip van de test. Ik zal daarover met hen de nodige afspraken maken.
Wat het innen van het inschrijvingsgeld van 180 euro betreft, ben ik me ervan bewust dat dit voor centra niet altijd evident is. Hoewel ik de bezorgdheid over het niet kunnen betalen van het inschrijvingsgeld door kwetsbare mensen zonder eigen inkomen begrijp, wil ik erop wijzen dat het betalend maken van het inburgeringstraject een weloverwogen beleidskeuze is. Door een beperkte financiële vergoeding te vragen, willen we de waarde van het inburgeringstraject voor zowel inburgeraars als de samenleving versterken. De financiële vergoeding voor het hele inburgeringstraject is trouwens relatief laag.
Om de administratieve last voor de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs tot een minimum te beperken, is behalve de overzichtelijke beslissingsboom en de uitgebreide informatie op de website ook de aangepaste tariefsuggestie in de databank DAVINCI van belang. Die controleert in DAVINCI en externe databronnen of de cursist op het moment van inschrijven recht heeft op een vrijstelling. De tariefsuggestie is aangepast aan de nieuwe inschrijvingsgelden NT2 die ingaan op 1 september 2023 en houdt rekening met de status van inburgering, de datum van ondertekening van het inburgeringscontract, de domicilie van de cursist en de inschrijvingsdatum.
Per NT2-opleiding toont de tariefsuggestie de som van de al betaalde inschrijvingsgelden. Dit helpt het centrum om het plafond van 180 euro voor NT2-opleidingen van richtgraad 1 te bepalen. Als de tariefsuggestie wordt gevolgd, dan moet de cursist zelf geen attest meer voorleggen inzake vrijstelling.
De heer Danen heeft het woord.
Overmorgen is het al 1 september, natuurlijk. We zijn aan het einde van het schooljaar 2022-2023. Als ik uw antwoord beluister, zegt u eigenlijk dat jullie wat testen hebben gedaan bij een aantal centra, maar ik moet u meegeven dat de centra zich zorgen maken. Als we echt willen dat het op 1 september definitief wordt ingevoerd op grote schaal, vraag ik mij af of dat nog wel kan, voor die datum. Denkt u dat dat mogelijk is, minister? Wellicht zult u ‘ja’ zeggen, maar ik geef u mee dat de centra zich daar zorgen over maken.
Een bijkomende vraag is of u of uw kabinet daar met de centra recent nog over heeft overlegd. Het is niet evident om dat op die korte tijd op een goede manier georganiseerd te krijgen. En twee: we mogen ook niet vergeten – en dat weet u natuurlijk ook wel – dat die testen bijzonder impactvol zijn voor de cursisten. Het is voor hen voor een stukje een inrijpoort voor de samenleving. We moeten daar inderdaad niet minnetjes over doen, wat u voor alle duidelijkheid ook niet doet, maar we moeten wel zorgen dat dat op een goede manier kan georganiseerd worden.
En dan bijkomend is de vraag of u van plan bent om snel te evolueren en feedback te vragen, om mogelijk bij te sturen. Voor zo’n impactvolle test voor een grote groep mensen moet dat toch de bedoeling zijn, want we kunnen het ons niet permitteren om die testen op los zand te baseren. Nogmaals, ik heb vandaag niet die indruk bij wat er aan het gebeuren is, maar het zou wel kunnen dat er ongewenste neveneffecten volgen. Die moeten we wel snel kunnen bijsturen.
Ik heb dus twee vragen. Eén, bent u klaar voor 1 september? En twee, is er feedback en evaluatie voorzien?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik waardeer het begrip dat u uitspreekt voor de situatie. U weet dat ik de centra voor basiseducatie een zeer warm hart toedraag. Dat zijn onderwijsinstellingen die echt focussen op de kortgeschoolden en dat zijn jammer genoeg ook heel vaak de meest kwetsbaren in onze samenleving. Als expert doen zijn hun uiterste best om die mensen in dit geval Nederlands te leren.
Het is dan ook bijzonder jammer dat zij extra zouden worden getroffen, mits de inspanningen die ze doen om echt wel de middelen of het inschrijvingsgeld te vragen en daarachter te zitten. De vrees is echt dat zij het gelag zullen betalen. Ik hoor dat er toch wel bereidheid is om op gesprek te gaan met de verschillende instellingen. Ook het volwassenenonderwijs zou u uitnodigen om aan tafel te gaan zitten, om dat te bespreken. Ik hoop dat dat ook effectief verder wordt opgevolgd.
Wat betreft de vraag van de collega rond de test, pleit ik ervoor om dat te standaardiseren, zoals afgesproken in het decreet, waarbij er een databank of een set aan toetsitems ter beschikking wordt gesteld. Daaruit kan men als lesgever dan kiezen om de test af te nemen. Ik hoop dat we daar conform het decreet de verdere uitwerkingen doen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, het is natuurlijk nu de zoveelste keer dat een partij uit de meerderheid eerst iets goedkeurt, om daarna tot de constatatie te komen dat dat eigenlijk slecht en contraproductief beleid is. Ook sectoren die u een warm hart toedraagt, dreigen daar een prijs voor te betalen. Ik zal mij verduidelijken: Vooruit heeft natuurlijk altijd gezegd dat wij betalende inburgering een bijzonder slecht idee vinden. Ten eerste principieel, omdat we ervan overtuigd zijn dat dat het net moeilijker gaat maken om Nederlands te leren. We zijn het erover eens dat dat laatste bijzonder belangrijk is voor nieuwkomers. Verplicht maken van inburgering? Ja, absoluut, maar in een traject van kansen geven, niet van drempels opwerpen. De realiteit is gewoon dat je het moeilijker maakt.
Ten tweede, een van de dingen waarvoor ik ook altijd gewaarschuwd heb, is dat men op die manier uw groep nieuwkomers gewoon recht in de armen van het OCMW gaat drijven. Dat is iets wat absoluut moet worden voorkomen. Het is iets wat nu ook bevestigd lijkt te worden door die steekproef van Ligo.
Het resultaat daarvan is dat je de gemeentes in de problemen gaat brengen, want iemand moet in die rekening van dat OCMW bijpassen. Je brengt de werking van de centra voor volwassenenonderwijs en de comités voor bijzondere jeugdzorg (CBJ's) zelf in de problemen, omdat die voor een groep van de personen die zich vandaag verplicht moeten aanmelden geen zekerheid hebben dat die uiteindelijk hun inschrijvingsgeld zullen kunnen betalen. Wij vinden het bijzonder jammer dat dat op die manier loopt voor iets wat wij zo belangrijk vinden, namelijk nieuwkomers Nederlands aanleren. Minister, ik kan u ook alleen maar oproepen om, wanneer blijkt dat er echt een financiële put ontstaat bij de CBJ’s en CVO’s, op z’n minst het fatsoen te hebben om daarin bij te passen.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Wij blijven het betreuren dat de sector naar het Grondwettelijk Hof is gestapt tegen de hervorming, te meer omdat er aan een aantal fundamentele bezwaren vanuit het veld en de Raad van State tegemoet is gekomen. Zo blijven de autonomie van het onderwijsveld en de onderwijsvrijheid overeind. De sector is ook nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling en implementatie van de NT2-test. Naast deze test blijft de eigen evaluatie van het opleidingscentrum voor 40 procent doorwegen in de beoordeling. Sinds de goedkeuring van het decreet, ongeveer een jaar geleden, is duidelijk dat er al heel wat stappen zijn genomen in de ontwikkeling van die NT2-test. Ik verneem dat de sector daar heel nauw bij betrokken is geweest tijdens heel wat infomomenten. We kunnen dat alleen maar toejuichen.
Waarom vinden wij die gestandaardiseerde tests zo belangrijk? Het komt eigenlijk neer op een kwaliteitsverhoging. We zorgen ervoor dat de nieuwkomers overal hetzelfde taalniveau zullen kunnen halen, en dat de lat voor het Nederlands overal even hoog zal komen. Op die manier kunnen zij een attest voorleggen waarvan men op de arbeidsmarkt de waarde zal erkennen, ongeacht aan welk centrum ze deze test hebben afgelegd.
Wij vragen inderdaad iets in ruil voor de kansen die nieuwkomers krijgen. Dat is geen groot bedrag, dat is een bedrag van 180 euro. Dat is een kleine, beperkte financiële bijdrage in ruil voor een betere mooiere toekomst, en veel meer kansen in onze samenleving. Dat lijkt mij meer dan billijk. Voor wat hoort wat, en niets is gratis in deze samenleving.
Het valt nu af te wachten wat het Grondwettelijk Hof zal oordelen. Wat onze fractie betreft, blijft het een positief verhaal in functie van de nieuwkomer.
Minister Weyts heeft het woord.
In september moeten we inderdaad starten. Dat is de decretale timing die we voor ogen hebben, en die we gaan respecteren. Dat gebeurt natuurlijk ‘with a little help from my friends’, want ik ben in constant overleg met de sector. Afgelopen donderdag en de afgelopen weken was er nog enig overleg. We blijven openstaan voor suggesties, vragen en noden met betrekking tot de inschrijvingen. Dat is natuurlijk op voorwaarde van een loyale, enthousiaste medewerking.
Au fond ben ik het niet eens met sommige tussenkomsten. Ik denk dat een gestandaardiseerde, opgewaardeerde test goed is voor de cursist, en goed voor ons inburgeringsbeleid.
De heer Danen heeft het woord.
Zoals u weet, zijn wij niet echt gewonnen voor de testen en ook niet voor het inschrijvingsgeld, maar die discussie hebben we al gevoerd. We gaan ervan uit dat ze er inderdaad komen, helaas. Maar als ze er komen, moeten we er wel het beste van maken en moeten we ervoor zorgen dat onze instellingen er klaar voor zijn.
Ik ben blij te horen dat u in constant overleg bent. Maar ik hoop ook dat u rekening houdt met hun bezorgdheden en beperkingen om het op tijd rond te krijgen. Want, voor alle duidelijkheid, het ligt niet aan hen als het niet helemaal zou lukken. Die ontwikkeling duurt natuurlijk even. En het is niet zo dat de zaak voor het Grondwettelijk Hof de zaken heeft vertraagd. Dat heeft er op zich niets mee te maken. Dat zou wel ultiem kunnen zijn als de uitspraak er is, maar vandaag is die er nog niet. Ik roep u op om met hen in gesprek te gaan en echt rekening te houden met hun bezorgdheden.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Voor alle duidelijkheid: ik moedig u aan om verder in overleg te gaan met de CBE’s en het volwassenenonderwijs en zo tot een goede oplossing te komen. Want we hebben dit decreet met de meerderheid goedgekeurd en ik denk niet dat het de bedoeling was om als pervers effect te hebben dat het volwassenenonderwijs of de centra voor basiseducatie, die expert zijn in het geven van opleidingen Nederlands, ook voor mensen die het niet gewoon zijn om naar school te gaan, te verarmen, maar net om hen te versterken en zo het decreet mogelijk te maken. Ik hoop dat u daar verder begrip voor hebt en verder in overleg wilt gaan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.