Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Onder leiding van Bond Beter Leefmilieu (BBL) hebben verschillende actiegroepen uit de Vlaamse Rand samen de campagne 'Wij liggen er wakker van' opgezet. Met die campagne roepen BBL en de actiegroepen de Vlaamse Regering op om zelf het heft in handen te nemen bij het aanpakken van de lawaaihinder en milieuverontreiniging veroorzaakt door het vliegverkeer op Brussels Airport. De huidige milieuvergunning van de luchthaven loopt immers af in juli 2024 en knopen over de voorwaarden voor een nieuwe vergunning moeten volgend jaar worden doorgehakt. BBL en de actiegroepen vragen dat de nieuwe vergunning niet alleen de gezondheid en leefkwaliteit van de omwonenden beschermt, maar Brussels Airport ook bindende doelstellingen en maatregelen oplegt om het vliegverkeer CO2-neutraal te maken.
Meer en meer komen we te weten wat de impact is van vliegtuiglawaai op de gezondheid van de omwonenden. Zo rapporteert de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) een toename van slapeloosheid, stress, depressie, bloeddrukproblemen, hartinfarcten en hersentromboses bij omwonenden. Bij Brussels Airport gaat het op basis van de geluidskaarten om 215.000 omwonenden die bijvoorbeeld 25 procent meer risico lopen op hart- en vaatziekten. Ook op het vlak van CO2-uitstoot en van de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) scoort Brussels Airport slecht. Zo staat het vliegverkeer op Brussels Airport op jaarbasis in voor ongeveer 2,9 miljoen ton CO2-uitstoot. Dat is evenveel als de volledige stad Antwerpen. Verder is er een grote uitstoot van NOx, 15.700 ton. Het is dus logisch dat BBL en de omwonenden voorstellen doen om de impact op hun gezondheid en het leefmilieu te beperken.
In de campagne focust men op vier concrete voorstellen om Brussels Airport om te vormen naar een luchthaven van de toekomst. Het gaat om een verbod op nachtvluchten, het plafonneren van het totale aantal vliegbewegingen, het invoeren van een lage-emissiezone (LEZ) in de lucht en het invoeren van geluids- en overvluchtfrequentienormen. De LEZ moet ervoor zorgen dat er op termijn enkel nog geluidsarme en CO2-neutrale vliegtuigen kunnen landen op de luchthaven. De geluids- en overvluchtfrequentienormen moeten voor minder geluidshinder op de grond zorgen. Daarbij wordt ook gevraagd om een vergunning met een looptijd van maximaal tien jaar toe te kennen, met een duidelijke en ambitieuze tijdslijn voor het terugdringen van de milieu-impact. Zo kan de overheid in 2034 de tegen dan nieuwe beleidsinzichten en beleidsdoelstellingen vertalen in nieuwe vergunningsvoorwaarden.
De campagneleiders benadrukken dat die voorstellen niet hoeven te leiden tot minder werkgelegenheid of een slechtere bereikbaarheid van België. Brussels Airport moet zich klaarmaken om een luchthaven van de toekomst te worden, waar het niet enkel gaat om groei in het aantal vluchten of passagiers, maar waar per vliegbeweging een hogere toegevoegde waarde wordt gezocht. Dat is de inhoud van de campagne en daar mikken de campagnevoerders op.
Het is voor de eerste keer dat de verschillende lokale actiegroepen zich verenigen en samen een campagne opzetten en beleidsvoorstellen formuleren. Gelet op de gevoeligheid van dat dossier, dat al jarenlang bezig is, en de soms tegengestelde belangen van de actiegroepen is het een belangrijk signaal dat ze elkaar nu hebben gevonden. In plaats van te pleiten voor het verleggen van de hinder komen ze nu gezamenlijk op vanuit een streven om de totale hinder te verminderen. Mijn vragen aan u gaan daarover, minister.
Hoever staat u met de uitwerking van de nieuwe voorwaarden van Brussels Airport?
Hoe staat u tegenover de vier concrete voorstellen? Die zijn niet zo nieuw, want ook de vorige rapporten en de ombudsman hebben gevraagd om op die vlakken ingrepen te doen.
Hoe staat u tegenover het plafonneren van het aantal vliegbewegingen?
Hoe ziet u de evolutie van de luchthaven rekening houdende met de gezondheidsrisico’s en de leefkwaliteitsproblemen voor de omwonenden?
Hoe zult u de verduurzaming van de luchthaven op het vlak van het klimaat opnemen in de vergunning voor de luchthaven?
Bent u het ermee eens dat voor een grote vervuiler als Brussels Airport en voor een sector die nog moet starten met de omslag naar CO2-neutraliteit, enkel een vergunning met een looptijd van tien jaar te verantwoorden is?
Minister Demir heeft het woord.
In het kader van de aanvraag tot hernieuwing van de omgevingsvergunning van de luchthaven Brussel wordt momenteel een project-MER (milieueffectrapport) voorbereid. Hierin wordt een beoordeling uitgevoerd van de globale milieu-impact van de luchthaven. Op basis van de resultaten van dit project-MER zal worden bekeken welke concrete milderende maatregelen of voorwaarden in de nieuwe omgevingsvergunning verankerd moeten worden. Ik kan hier niet op vooruitlopen, te meer omdat er in deze fase nog geen concrete vergunningsaanvraag werd ingediend en het project-MER nog in opmaak is. De huidige vergunning loopt immers nog tot juli 2024.
Bij het reeds vernoemde project-MER worden alle milieueffecten van de luchthaven onderzocht. Indien uit de resultaten van dit project-MER blijkt dat milderende maatregelen nodig zijn, kunnen deze worden opgenomen in de omgevingsvergunning. Nu hier al concrete uitspraken over doen zou echter een voorafname zijn op de milieubeoordeling. Zoals ik gezegd heb, is het project-MER nog in opmaak. De voorstellen uit de campagne van BBL zijn bedoeld voor de omgevingsvergunning. Zoals gezegd, vooruitlopen heeft geen zin zolang er nog niets is ingediend en zolang er nog geen procedure loopt.
De invoering van nieuwe exploitatiebeperkingen voor de luchthaven moet gebeuren met de verplichte toepassing van de regels en procedures van de geldende EU-verordening, binnen een evenwichtige aanpak van lawaaibeheersing en met de algemene toepassing van het evenredigheidsbeginsel. Immers, ook het federale niveau heeft een ruime bevoegdheid op het vlak van exploitatiebeperkingen voor de luchthaven Brussel-Nationaal.
Indien blijkt uit het project-MER dat milderende maatregelen genomen moeten worden, kan dit dus meegenomen worden, zoals ik eerder gezegd heb.
Wat betreft de evolutie van de luchthaven, verwijs ik naar mijn antwoord tijdens de behandeling van uw vraag om uitleg in mei 2022.
In antwoord op de bijkomende vraag van de commissievoorzitter naar een langetermijnvisie voor de ontwikkeling van de luchthaven heb ik ook verwezen naar het Vlaams regeerakkoord, waarin staat dat we de leefbaarheid van de regio moeten verzoenen met nieuwe groeikansen voor een duurzame nationale luchthaven.
Er is mijns inziens dus wel degelijk nog een toekomst voor de luchthaven weggelegd. Dat neemt niet weg dat we in het kader van de vergunningsprocedure zullen onderzoeken welke verantwoorde maatregelen en voorwaarden nodig zijn om de leefkwaliteit van de omwonenden in de Vlaamse Rand ook te verzekeren.
Als blijkt uit het milieuonderzoek dat er bijkomende maatregelen genomen moeten worden om de verduurzaming verder te zetten of te versterken, zal dit duidelijk worden uit het project-MER. In de omgevingsvergunning kunnen dan ook eventueel bijkomende voorwaarden of specifieke milderende maatregelen opgenomen worden.
De beoordeling van de luchtkwaliteit en de emissie van broeikasgassen zal ook in het MER onderzocht worden binnen de disciplines ‘lucht’ en ‘klimaat’. Uit de resultaten van het MER moet in elk geval nog blijken of eventueel bijkomende milieuvoorwaarden of specifieke maatregelen opgenomen moeten worden.
Wat betreft de vergunningstermijn kan ik meedelen dat sinds de inwerkingtreding van het Omgevingsvergunningsdecreet een hernieuwing van een omgevingsvergunning, zoals u weet, in principe steeds wordt verleend voor onbepaalde duur. In een aantal gevallen is het mogelijk om de omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk voor bepaalde duur te verlenen. Dat is ook voorzien in het Omgevingsvergunningsdecreet.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Dat was een beetje een te verwachten antwoord. U verschuilt zich achter de procedure. Ik vind dit toch wel een dossier van een beetje een andere omvang dan eender welk bedrijf. Het gaat niet alleen over wat we nu specifiek met Brussels Airport doen. Het gaat echt over wat nu de visie van deze Vlaamse Regering is rond de toekomst van luchtvaart in Vlaanderen. Ik denk dat het wel een ruimer debat waard is en dat dat ook ruimer gaat dan puur het verlenen van een milieuvergunning. De milieuvergunning die we gaan verlenen, moet een beetje een antwoord zijn op waar we nu naartoe willen met die luchthaven en welke visie we daarvoor hebben.
U legt er nogal de nadruk op dat in het project-MER alle hinder meegenomen zal worden, alle vormen van milieuhinder. Minister, ook daar hebben we het in het verleden al over gehad. Mijn bijkomende vraag is dus: is het zo dat in het project-MER niet alleen de hinder op de grond zal worden meegenomen, namelijk de bevoegdheid van Vlaanderen? Of gaat men een project-MER maken waar de totale hinder meegenomen wordt, namelijk ook de hinder die het gevolg is van het luchtverkeer? Ik wijs er ook op dat er in deze commissie op basis van een vraag die ik stelde rond stikstofoxide-uitstoot, ook geen duidelijkheid was boven de 1500 meter bijvoorbeeld. Als u dus zegt dat alle hinder meegenomen wordt, bedoelt u dan ook de hinder die het gevolg is van het vliegverkeer in de lucht, en niet alleen op de grond? Dat is immers ook een uitdrukkelijke vraag van die actiegroepen.
Ik wil zelf even aansluiten bij de vraag van de collega omdat ik nogal verontrust ben, minister, door de algemeenheid van uw antwoord, vooral in het punt waar u zegt dat de Vlaamse Regering probeert toekomstkansen en groeikansen te geven. Ik ken de problematiek al lang, ik ben zelf ook – niet rechtstreeks – omwonende, maar als Leuvenaar meer dan genoeg mee geïmpacteerd. Toekomstkansen voor de luchthaven staat niet noodzakelijk gelijk aan groeikansen. Een van de grote problemen en een van de grote oorzaken van ongenoegen bij heel veel omwonenden is precies dat de luchthaven en de eigenaars en bestuurders van de luchthaven eigenlijk alleen maar toekomst zien in verdere groei, zonder veel duidelijkheid en zonder limieten, waardoor er permanente onzekerheid is over welke overlast er zal zijn, hoe lang die gaat duren, waar die naartoe zal gaan, waar die vandaan zal komen en welke impact en omvang die zal hebben.
Er wordt bovendien de hele tijd geprobeerd om alsmaar verdere groei in te passen in alsmaar moeilijkere bestuurlijke omstandigheden, waarbij Brussel heel duidelijk zegt wat ze wel en niet willen en anderen daar veel minder duidelijk in zijn. Eerlijk gezegd denk ik dat we op een punt gekomen zijn, minister, dat, als de luchthaven echt een toekomst wil hebben, er duidelijkheid moet zijn over de grenzen aan de groei en de omstandigheden en voorwaarden waarin er eventueel groei of voortbestaan mogelijk is. Als we echt op termijn de werkgelegenheid willen garanderen, is die zekerheid en duidelijkheid absoluut noodzakelijk. Dan is het inderdaad nuttig dat Vlaanderen, in plaats van te wachten op wat men zal vragen, misschien eens nadenkt over en duidelijk maakt wat het kan bieden.
In alle eerlijkheid, stelselmatig toenemende nachtvluchten en cargo in een zeer dichtbevolkt gebied op een luchthaven die door gigantisch veel bewoning omringd is, is eigenlijk geen verstandige toekomstvisie, denk ik. Maar dat is wel de realiteit van wat er vandaag aan de gang is. Als daar geen duidelijkheid over komt, zal het ongenoegen alleen maar toenemen en dat komt niemand ten goede, ook de luchthaven niet.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil meegeven aan collega Steenwegen dat ik mij niet verschuil of wat dan ook. Maar u vraagt mij een uitspraak te doen over een vergunning die nog niet is ingediend. Dat maakt het wel moeilijk om daar een oordeel over te vellen. Ik heb wel verwezen naar het Vlaams regeerakkoord, waar we toch gesteld hebben hoe wij de luchthaven zien in de toekomst.
Zoals gezegd ga ik nog niets zeggen over het project-MER, dat we ook nog niet gezien hebben. Dan wordt het wel heel moeilijk om daar nu al iets over te zeggen.
Ik weet dat minister Peeters ook bezig is met de visienota rond weliswaar de regionale luchthavens. Dat zit er ook aan te komen.
Voor het overige is het afwachten wat de luchthaven gaat indienen, maar voor mij is het wel op zoek gaan naar een goed evenwicht. Ik denk dat de heer Tobback ook gelijk heeft, dat we zeker ook moeten kijken naar de hinder die de omgeving vandaag ondervindt van de luchthaven. Anderzijds zie ik ook in sommige gemeenten die pal aan de luchthaven liggen, dat die nog uitbreidingen met woningen willen. Dan denk ik ook bij mezelf: het is het een of het ander. Daar moet men vanuit lokale besturen toch ook goed over nadenken, of men daar nog torens en appartementen en ik weet niet wat gaat zetten.
We moeten dit dossier dan ook goed onderzoeken. Maar zoals gezegd hebben we ook een concrete vergunningsaanvraag en een project nodig om daarmee aan de slag te gaan.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, u zegt dat u geen zicht hebt op het project-MER, dat u dat nog niet gezien hebt, dat u niet weet wat daarin staat. Maar u zegt in uw eerste antwoord dat in dat project-MER alle vormen van milieuhinder meegenomen zullen worden. Maar u hebt het niet gezien. Ik stel u de vraag of ook de hinder meegenomen zal worden, niet alleen van wat op de grond gebeurt – Vlaamse bevoegdheid – maar ook van wat in de lucht gebeurt. Mijn conclusie uit uw antwoord is dat het project-MER alleen zal gaan over de Vlaamse bevoegdheid. Maar ik ga er dan ook van uit dat u daar niet mee akkoord zult gaan en dat u, wanneer u dat project-MER te zien zult krijgen, erop zult aandringen dat dat project-MER wel degelijk alle hinder zal meenemen, ook de hinder in de lucht. Je kunt dat natuurlijk niet van elkaar scheiden. Dat is een uitdrukkelijke vraag van de omwonenden.
We zullen verder in de procedure zien, we zullen dit dossier op de voet opvolgen en er telkens op wijzen wat het belang is voor de omwonenden van deze constant durende hinder, zoals collega Tobback ook gezegd heeft. Zaventem is vandaag op een aantal vlakken de vuilbak van Europa aan het worden wat betreft het soort vliegtuigen en het soort transporten die daar gebeuren. We moeten eigenlijk echt een nieuwe en toekomstgerichte visie voor de luchthaven ontwikkelen. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.