Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Minister, collega’s, de laatste tijd bereiken ons heel wat signalen over de nakende komst van de goudjakhals naar Vlaanderen. Dat is een predator die zich ergens situeert tussen de vos en de wolf, als ik het een beetje mag simplificeren. Dat zou voor Vlaanderen een nieuwe predator zijn, in tegenstelling tot de wolf; van de wolf weten we dat hij heel lang in onze regio voorkwam, en dan historisch gezien even niet, en nu opnieuw. Commotie is een voorzichtige uitdrukking als het gaat over wat er rond de terugkeer van de wolf is ontstaan. Daarom vind ik het zinvol om nu al even bij u te peilen, minister, hoe u en uw diensten omgaan met de heel waarschijnlijke komst van de goudjakhals naar Vlaanderen.
De redenen zijn evident. Een nieuwe predator kan leiden tot ongerustheid bij houders van kleinvee en pluimvee, bij hobbyisten maar ook bij mensen die daar beroepsmatig mee bezig zijn. Het kan ook opnieuw leiden tot communicatie die op zijn minst tendentieus is en die er niet op gericht is om onze biodiversiteit te handhaven of te vergroten, maar die vertrekt vanuit een verkeerd beeld en die alles op alles zet om nieuwe predatoren geen kansen te geven. Het zouden jammerlijke ontwikkelingen zijn, maar zover is het gelukkig nog niet. Eigenlijk zou ik u willen vragen naar de informatie waarover u beschikt.
In welke mate, minister, acht u de komst van de goudjakhals waarschijnlijk? Houdt u proactief rekening in uw beleid met het in stand houden van onze biodiversiteit? Zijn er lessen te leren uit eerdere communicatieacties en -plannen die rond de terugkeer van de wolf zijn opgesteld? Een gerichte informatiecampagne kan alvast een goed idee zijn.
Minister Demir heeft het woord.
De goudjakhals heeft zich nog niet in Vlaanderen gevestigd. Het gaat om een nieuwe soort en het is afwachten of, waar en hoe deze soort zich in Vlaanderen zal vestigen. Ik heb wel aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) gevraagd om de opmars richting Vlaanderen en de prooikeuze van de soort in onze buurlanden te bekijken.
In de Habitatrichtlijn is de goudjakhals opgenomen in bijlage V. De bijlage V-status houdt in dat de Europese lidstaten ervoor moeten zorgen dat de soort in een gunstige staat van instandhouding moet worden gehouden wanneer die aan de natuur onttrokken zou worden. Hiervoor moet eerst vanuit Europa worden bepaald wanneer er precies sprake is van een gunstige staat van instandhouding. Hiervoor ben ikzelf niet bevoegd.
Aangezien de soort nog niet is opgenomen in bijlage 1 van het Soortenbesluit, heeft deze conform artikel 9 van het Soortenbesluit in Vlaanderen momenteel niet de status van beschermde soort. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) heeft van mij wel de opdracht gekregen dit te bekijken.
Goudjakhalzen zijn iets groter dan de vos. Ze verkiezen voornamelijk kleine tot middelgrote zoogdieren als prooi, onder andere muizen, haas en muskusrat. Het schadebeeld dat we verwachten, ligt eerder in de lijn van wat we nu zien bij de vos. Het ANB geeft op zijn vernieuwde website een duidelijk overzicht van soortenschade; zodra de goudjakhals zich hier zou vestigen, wordt dat aangevuld.
Samen met het ANB zijn we aan het bekijken om een algemene campagne rond samenleven met wilde dieren op te starten. Ook de goudjakhals zal daar deel van zijn.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Het is inderdaad ook belangrijk, minister, om te bekijken wat de beschermingsstatus van de goudjakhals is. Ik had dat in mijn schriftelijke voorbereiding geschreven, maar was vergeten om die vraag te stellen. Dank om daar toch even op te antwoorden. Ik onthoud eruit dat u maatregelen zult nemen om de juiste bescherming conform Europese regelgeving voor de goudjakhals ook in Vlaanderen te regelen.
Het is daarbij ook belangrijk – maar ook dat hebt u aangegeven – dat eventuele schade die geleden wordt, mee wordt opgenomen bij het overzicht van de soortenschade waar u naar verwijst.
Op dit ogenblik ben ik door uw antwoord voldoende gerustgesteld. De komst van deze, voor Vlaanderen, nieuwe predator wordt opgevolgd en ernstig genomen. Want daar heb ik bij de komst van de wolf in een vorige legislatuur op gewezen, en ik meen nog altijd dat daar te traag gepast gereageerd is. Dat leidde tot een heel stuk van de problemen die we vandaag zien. Ik ben tevreden te horen dat hier in elk geval geen tijd verloren wordt en dat er nu al wordt bekeken hoe we de komst van de goudjakhals kunnen voorbereiden in Vlaanderen.
Ik heb geen bijkomende vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.