Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, wie in Vlaanderen een nieuwe of een tweedehands personenwagen of motor in het verkeer wil brengen, betaalt de belasting op de inverkeerstelling, de zogenaamde BIV. We hebben het daar nog al over gehad vorig jaar. Voor de berekening van de BIV van een benzinepersonenwagen wordt rekening gehouden met de volgende milieukenmerken: de leeftijd, het brandstoftype, de CO2-uitstoot, de euronorm en de fiscale paardenkracht (pk). Voor de berekening van de BIV van een benzinemotorfiets wordt echter slechts rekening gehouden met volgende milieukenmerken: de leeftijd, de brandstof, de kilowatt (kW) en cilinderinhoud (cc). Deze verschillende benadering en berekeningswijze voor personenwagens in vergelijking met motoren leidt voor de eigenaars van deze voertuigen tot aanzienlijke verschillen qua BIV-aanslag.
Een vereenvoudigd voorbeeld maakt dit duidelijk. Voor het in het verkeer brengen van een met benzine aangedreven motor van slechts 121 kW is men 2478 euro BIV verschuldigd, voor dergelijk type motor van 155 kW of meer moet men maar liefst 4957 euro BIV betalen. Voor het in het verkeer brengen van een met benzine aangedreven personenwagen van meer dan 200 kW en met een CO2-uitstoot van 148 gram per kilometer of 160 gram per kilometer wordt er respectievelijk slechts 788,82 euro of 1036,57 euro aangerekend.
Ik heb voor u hierover twee vragen.
Minister, waarom hanteert u op dit ogenblik dergelijke ongelijke fiscale behandeling op het vlak van de BIV tussen enerzijds eigenaars die een benzinepersonenwagen in het verkeer willen brengen en eigenaars die hetzelfde willen doen met een met benzine aangedreven motor, inzonderheid nu de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen van de in het voorbeeld weergegeven motoren in regel geenszins hoger en soms zelfs beduidend lager ligt dan deze van het in het voorbeeld weergegeven personenwagens?
Ten tweede, minister, bent u bereid om, voor het in het verkeer brengen van benzine-aangedreven motoren in Vlaanderen, de berekening van de BIV in die zin aan te passen dat de eigenaars van deze voertuigen naar analogie met de eigenaars van benzine-aangedreven personenwagens een gunstigere BIV-regeling zouden kunnen genieten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, in welke zin en op welke termijn zal die aanpassing dan gebeuren?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, de BIV dateert van 1992 en had in de eerste plaats louter een budgettaire doelstelling. Voor wegvoertuigen werd het bedrag van de belasting vastgesteld op basis van het vermogen van de motor, uitgedrukt in fiscale paardenkracht of in kilowatt. Concreet betekent dat dus dat voor een personenwagen en een motorfiets met eenzelfde vermogen hetzelfde bedrag aan BIV diende te worden betaald.
In 2012 veranderde de BIV van karakter: het werd meer een sturende belasting, bedoeld om de aankoop van milieu- en klimaatvriendelijke voertuigen te stimuleren. Door rekening te houden met de euronorm en CO2-uitstoot werd de BIV lager voor schone wagens en hoger voor meer vervuilende wagens. Dat is ook de hervorming die we in 2019 hebben doorgevoerd, waarbij 70 procent van het wagenpark goedkoper zou worden en 30 procent iets duurder omdat het onderscheid tussen propere en vuile wagens wordt vergroot.
Bij de invoering van de BIV op basis van milieukenmerken voor personenwagens werd de toepassing beperkt tot personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen. De motorfietsen werden niet betrokken bij deze hervorming. Voor deze voertuigen zijn immers geen Europees gehomologeerde data inzake milieuprestaties beschikbaar. Daar zit de crux van het hele verhaal. Bij de hervorming van 2019 waren er nog andere mogelijke maatstaven om de hervorming op te baseren, maar dan moet je wel iets hebben dat rechtszeker is en niet ter discussie staat. Dat hebben we nu wel voor wagens, maar niet voor motorfietsen.
Ook bij de bijsturing van de BIV in 2016 was dat het geval. Intussen is er voor motorfietsen weliswaar een euronorm beschikbaar op het inschrijvingsbewijs, maar voor de CO2-uitstoot zijn er nog steeds geen uniforme Europese normen voor tweewielers voor deze categorie van voertuigen.
Hiermee denk ik te hebben verduidelijkt waarom er voor een gelijkaardig vermogen toch een verschil in belasting is tussen een personenwagen en een motorfiets. De lagere BIV voor een gemiddelde personenwagen op benzine is eerder een gevolg van het succes van de vergroening van de belasting voor personenwagens.
We hebben uw voorbeelden niet kunnen herrekenen of bekijken aangezien we niet weten over welke motorfietsen het precies gaat. Ik ben zelf absoluut geen kenner. U lijkt er misschien wat meer op. Er zijn verschillende soorten motorrijders. Een soort is de ‘midlife’-motorrijder. Ik heb er geen ervaring mee.
Maar we zijn wel eens gaan bekijken, om toch een referentie of aanknopingspunt te hebben, hoeveel kilowatt de BMW-motoren hebben waarmee de controleurs-motards van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL), maar evengoed de motards van de politie, dagelijks rijden. Dat zijn toch al flink uit de kluiten gewassen motorfietsen, dat zijn geen mobylettetjes of zo’n Camino waarmee je vroeger je lief ging afhalen. Gisteren stond ik nog bij de motorfietsen van VLABEL. Dat is een stevige machine, een BMW RT1200, met 79,3 kilowatt vermogen. Ik weet niet over welke absolute uitzondering u spreekt, collega Verheyden, wanneer u het hier hebt over motoren van 121 of zelfs 155 kilowatt. Dat moeten al heel zware machines zijn. Die van VLABEL en van de ‘zwaantjes’ hebben een vermogen van rond de 80 kilowatt. Daarom zal ik mij beperken tot enkele relevante cijfers die mijns inziens dit debat in zijn juiste context plaatsen.
De gemiddelde BIV voor een motorfiets bedraagt 87 euro. Voor een gemiddelde motorfiets van 10.000 tot 15.000 euro is dat toch relatief aanvaardbaar. Slechts 1 procent van alle ingeschreven motoren betaalt meer dan 500 euro. Voor meer dan 90 procent van alle motoren is de BIV lager dan 100 euro.
Maar je moet uiteraard naar het volledige plaatje kijken, dus ook naar de jaarlijkse verkeersbelasting, waarbij motorfietsen met een cilinderinhoud tot 250 cc zelfs een volledige vrijstelling genieten en die boven 250 cc slechts 60 euro per jaar betalen.
Voor mij is de conclusie dan ook heel duidelijk: motorfietsen ondergaan vandaag een zeer redelijke fiscaliteit en er lijkt me geen maatschappelijk verantwoorde argumentatie om decretaal in te grijpen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik ben ook geen echte motorkenner. Op basis van mijn rijbewijs heb ik wel de toelating om met een motor te rijden, maar ik heb er geen. Misschien zal ik er met een rijden wanneer mijn midlifecrisis helemaal door het plafond rijst, wie weet.
Ik heb deze vraag gekregen van een aantal motorrijders die inderdaad met redelijk zware machines rijden. Los daarvan zijn er inderdaad veel motorrijders die met veel minder BIV worden geconfronteerd.
Minister, ik onthoud dat er nog geen regelgeving voor die motorfietsen is omdat er op Europees niveau geen gehomologeerde afspraken zijn met betrekking tot de CO2. Het is misschien wel nuttig om daaraan te werken en om dat mee te nemen naar uw overleg, eventueel met uw Europese collega’s en in eerste instantie met uw federale collega. We moeten de vergroening zo veel mogelijk doortrekken. We hebben de fiscale vergroening voor het autowagenpark. We mogen niet ontkennen dat heel wat motoren of motorfietsen vandaag veel milieuvriendelijker zijn en ook veel minder verbruiken. Je kunt zelfs elektrische motoren aankopen. We moeten de vergroening stimuleren door iets te doen aan de fiscaliteit. Dat kan wellicht het best op Europees vlak worden geregeld. Ik hoop dat u bereid bent om dat bij uw collega’s op tafel te leggen.
Ik heb lang voor mijn midlifecrisis met de motorfiets gereden. Niet dat ik ooit een midlifecrisis gekend heb, maar goed.
Mijnheer Verheyden, ik begrijp uw pleidooi. Ik begrijp ook dat u hier en daar wel eens iets in het nieuws wilt brengen. Maar voor mij neigt het heel sterk naar een onvermijdelijke verhoging van die belastingen. Er zijn allerlei soorten mensen die met een motorfiets rijden. Als we de vergroening, zoals ze in het wagenpark gebeurt, willen doorzetten bij de motorfietsen, moet u zich toch goed realiseren dat een motorfiets gemiddeld veel langer meegaat dan een wagen. Door het lage verbruik wordt er sowieso al minder uitstoot gegenereerd. Er wordt ook minder in de file gereden. Er zijn dus een aantal voordelen verbonden aan het gebruik van motorfietsen.
Het verbaast mij een beetje om van iemand van het Vlaams Belang te horen dat er het best een Europees afgesproken taks zou komen. Dat kan ik politiek niet zo heel goed volgen.
Minister, ik sta u bij wanneer u zegt dat we er voorlopig niets aan zullen doen. De mensen die met een motorfiets rijden, zijn gelukkig. Ik denk dat er weinig zijn die een toestel hebben van meer dan 120 kilowatt.
Voorzitter, ik had in alle eerlijkheid in u geen motorrijder herkend. We hebben blijkbaar allemaal een verborgen leven. Ik niet, hoor!
Mijnheer Verheyden, ik ben blij te horen dat ook bij het Vlaams Belang de bezorgdheid leeft voor de vergroening. Maar hier zou ik ervan afblijven. 90 procent betaalt minder dan 100 euro en 10 procent meer dan 100 euro. 1 procent betaalt meer dan 500 euro. Dat moeten dan wel van die heel uitzonderlijke, zeer zware machines zijn. Laat dat maar zo. Ik zal niet te hard aandringen bij mijn Europese collega’s. Als je dat doet, zal die belasting onvermijdelijk moeten stijgen. Ik ben nooit voorstander van een stijging van de belasting. Laat het maar rustig zoals het op dit moment is.
Motorrijders rijden vaak vooral recreatief. Ik ken persoonlijk iemand heel goed die daar dagelijks mee naar het werk rijdt. Dat vind ik fantastisch. Zij hebben daar trouwens heel mooie fiscale voordelen op. Als je er woon-werkverkeer mee doet, kun je dat helemaal inbrengen, zelfs de aankoop van de motor. Dat vind ik allemaal goed. Maar het gebruik is vooral recreatief. Laat ons dat maar niet te duur maken.
Ik begrijp de bezorgdheid van het Vlaams Belang richting de vergroening, maar in dit geval zou ik daar niet te zwaar op wegen. Ik zal niet onmiddellijk een initiatief nemen om daar iets aan te wijzigen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik begrijp u uiteraard. Ik zit op dezelfde golflengte: we moeten er inderdaad voor zorgen dat het geen belastingverhoging wordt. We moeten de motorrijders niet afschrikken want er zijn inderdaad voordelen. U hebt er een aantal genoemd. Maar ik stel wel vast dat we ons vaak onderwerpen aan de Europese regelgeving rond CO2 en dergelijke meer. Misschien kunnen er op dat vlak afspraken worden gemaakt en kunnen we eventueel tot een verlaging komen voor de hogere categorieën van bepaalde motoren. Het feit dat zij in bepaalde gevallen veel meer BIV moeten betalen is blijkbaar een punt dat bij een aantal van die motorrijders leeft. Minister, we moeten eens bekijken hoe we dat kunnen oplossen. Ook bij de zwaardere segmenten komen er milieuvriendelijkere motoren op de markt. We moeten eens bekijken hoe we de vergroening van het motorenpark kunnen stimuleren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.