Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de invoering van een coronabarometer voor het onderwijs
Vraag om uitleg over de coronabarometer in het onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, collega’s, mijn vraag gaat heel specifiek over luchtreinigers en de coronabarometer. De coronabarometer voor onderwijs werd goedgekeurd. Hij werkt met vier kleuren: groen, geel, oranje en rood. Bij de basismaatregelen wordt ingezet op ventilatie, samen met continue CO2-monitoring in elk lokaal, ook bij code groen. Dat juichen we toe, dat is een goede zaak, maar in sommige gevallen is ventilatie op deze wijze niet mogelijk, of toch niet op korte termijn, en zou het gebruik van luchtreinigers met directe ingang een heel goede optie zijn. Nochtans wordt in de barometer voor het onderwijs met geen woord gerept over die luchtreinigers.
Minister, waarom krijgen luchtreinigers geen plaats in de barometer? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek en de projecten dienaangaande? Welk budget wordt specifiek voor luchtreiniging uitgetrokken?
De heer Laeremans heeft het woord.
Collega’s, u hebt de inleiding kunnen lezen, ik zal meteen met de vragen beginnen, het zijn er genoeg.
Minister, waarom wordt deze coronabarometer op dit moment ingevoerd, terwijl het coronavirus al een kleine twee jaar ons onderwijs teistert? In de eerste drie golven klonk er vaak ongenoegen van directies over de toenmalige draaiboeken die niet altijd afdoende waren. Verder was er ook frustratie over het gebrek aan communicatie bij de opmars van de vierde golf. In die periodes was volgens ons het invoeren van een coronabarometer wellicht meer opportuun geweest. Maar nu zitten we met de omikronvariant toch wel in een andere realiteit.
In een aantal landen zoals Engeland, Denemarken en Ierland gaan de coronamaatregelen op de schop en in Spanje beschouwt men het voortaan als een gewone griep. Is een dergelijke barometer op dit moment invoeren dan niet een beetje ‘too little, too late’?
Wat als we volgens de parameters van de barometer die worden gebruikt als cesuren tussen de verschillende kleuren, eigenlijk in twee codes tegelijk zitten? Op dit moment is dat al het geval met rood en oranje. Wie heeft daar dan het primaat van beslissing? Gebeurt dit door u, al dan niet in samenspraak met de onderwijspartners, of moet dit ook langs het Overlegcomité passeren?
De coronabarometer heeft dus verschillende cesuren om over te gaan van de ene kleur naar de andere. In hoeverre is dit een statisch gegeven, of kunnen de cesuren op zich ook naargelang de evolutie van het virus worden aangepast?
De overgang tussen groen en geel is voor ons niet zo duidelijk. Wat is daar virologisch gezien dan het verschil?
Komt er een decretale basis voor deze barometer of berust die op informele afspraken tussen de overheid en de vertegenwoordigers van de grootste inrichtende machten? Als dat tweede het geval is, kunnen scholen die niet tot een school uit de onderwijsclub behoren, zich hieraan onttrekken wanneer zij verder in orde zijn met alle wettelijke coronabepalingen?
De federale coronabarometer duurt tot 30 juni. Is dat ook de duurtijd van deze barometer of is er geen einddatum?
Over de mondmaskerplicht hebben we het gisteren ook in de plenaire vergadering gehad. We zien dat die wegvalt in de kleurencodes geel en groen, maar in code oranje en rood staat te lezen dat die “afhankelijk is van de regels in de samenleving”, zonder verdere precisering of uitleg. Betekent dat eigenlijk dat jullie de facto, als Vlaams onderwijs, de regels over de mondmaskerdracht volledig afhankelijk maken van wat er op federaal vlak wordt beslist, terwijl voordien het eerste initiatief inzake mondmaskerregels in het overleg tussen u en de onderwijspartners lag, vooraleer men richting het Overlegcomité stapte? Wij hebben de indruk dat u daardoor een groot stuk autonomie afgeeft inzake die mondmaskerplicht.
Bovendien houdt deze regeling onvoldoende rekening met concrete situaties van scholen die mondmaskerdracht minder opportuun maken. Ik denk dan aan scholen met een optimaal werkende ventilatie en luchtzuivering in hun lokalen, zeker wat de code oranje betreft.
Wat goede verluchting als preventiemaatregel betreft, wordt bij iedere kleurencode gesteld: “Ventileer en verlucht maximaal op basis van CO2-metingen in elk klaslokaal, eet- en vergaderzaal en de leraarskamer.”, dit terwijl de ventilatie in veel klasgebouwen nog altijd te wensen overlaat. Ventileren betekent de facto in veel scholen gewoonweg het raam openzetten en leerlingen, zeker in deze tijd van het jaar, in de kou zetten. Er wordt niets gezegd over luchtzuivering en filtering.
Volgens expert Bert Blocken negeert deze barometer compleet de bewezen inzichten inzake luchtzuivering als belangrijke oplossing voor het onderwijs, terwijl in de federale coronabarometer het element luchtzuivering wel degelijk is opgenomen. Hoe komt dat? Waarom is dat hier niet meegenomen, terwijl dat toch wel belangrijk is voor onze scholen?
In elke fase wordt nog altijd de nadruk gelegd op handhygiëne, terwijl steeds meer experten stellen dat handen wassen, zeker in deze omikrongolf, eigenlijk veel minder helpt omdat de grote meerderheid van de gevallen door middel van aerosolen gebeurt. In de federale coronameter wordt niet meer ingezet op die handhygiëne als grote remedie. Hoe reageert u daarop?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik heb een gelijkaardige vraag. Ik zal mijn inleiding wat inkorten. In het onderwijs is een specifieke barometer ingevoerd na overleg met alle onderwijspartners, en naar ik heb begrepen ook met virologen en deskundigen ter zake. Klopt het dat virologen en deskundigen mee aan tafel zaten bij het bepalen van de coronabarometer in het onderwijs? Zoals de heer Keulen gisteren in de plenaire vergadering zei: twee experten, drie meningen. Was dat in dezen ook zo?
Net zoals de federale coronabarometer zal deze barometer bepalen welke maatregelen gelden in het onderwijs. Collega’s, er is ook een code groen toegevoegd, en ik vind dat een heel goede zaak, niet zozeer voor de kleur, al dan niet gelinkt aan een partij, maar wel omdat we vanuit Onderwijs aangeven dat we wel degelijk kiezen om terug naar normaal te gaan. Dat lijkt me geen onbelangrijk gegeven.
De coronabarometer geldt zowel voor het basis- als voor het secundair onderwijs, en u trekt de lijn door. We kunnen in deze commissie alleen blij zijn om in alle omstandigheden de scholen open te houden en zoveel mogelijk contactonderwijs te organiseren. Het is namelijk de bedoeling dat in elke kleurfase zoveel mogelijk lessen op school kunnen worden georganiseerd. Uiteraard kan de school zelf nog altijd beslissen om over te schakelen naar afstandsonderwijs indien nodig.
Daarnaast zien we dat CO2-meters, ventilatie en afstandsonderwijs als standaardmaatregelen worden opgenomen in de barometer. Ook bij code groen, bij een genormaliseerde situatie, wordt verwacht dat er CO2-meters en ventilatie worden ingezet. Als voormalig leerkracht kan ik enkel beamen dat dit vroeger ook al gebeurde. Hier zitten nog een aantal oud-leerkrachten in de zaal. Wanneer men in een klas binnenkwam en men had het gevoel dat de klas vol hing met tweedehandslucht, zoals ik dat noem – de leerlingen zelf roken dat niet meer, maar wie met een frisse neus binnenkwam, vond dat het daar stonk, waarop sommigen hun Axe Marine bovenhaalden – moest men aangeven dat dit niet was wat men bedoelde maar dat het raam moest worden geopend. Die ramen waren dan vanbinnen helemaal beslagen. Ik zie dat de collega’s Vandromme, Laeremans en Yalçin dit herkennen. Men opende dan gedurende vijftien minuten het raam zodat men een iets aangenamer gevoel kreeg in de klas, zowel op het vlak van geur als van luchtkwaliteit. Met een CO2-meter is dat beter vast te stellen dan via geur en beslagen ramen, maar ik denk dat leerkrachten dat nu doen en ook al voor corona deden.
Heel wat mensen zijn tevreden met de komst van de barometer, maar vanuit de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD) komt kritiek op de beslissing om digitaal onderwijs vast te leggen. Zij vrezen dat u het digitaal onderwijs als hulpmiddel ziet om het lerarentekort aan te pakken.
Waarom werd beslist om een extra categorie, code groen, toe te voegen aan de barometer ten opzicht van de federale coronabarometer? Bijkomend: vanaf welk punt is de situatie genormaliseerd zoals gesteld in code groen?
Afstandsonderwijs wordt als standaardmaatregel opgenomen in de barometer voor het onderwijs. Is dat ook van toepassing in andere omstandigheden dan enkel in het kader van een pandemie?
Op welke manier zal de coronabarometer worden gecommuniceerd, ook wanneer de coronapandemie stopt, en worden scholen, directies, leerkrachten, leerlingen en hun ouders daar rechtstreeks van op de hoogte gebracht? Is daar een centraal gegeven, zijn dat de scholen zelf?
Hoelang zal de coronabarometer worden gebruikt? Wanneer wordt die geëvalueerd en worden daarvoor gebruikte criteria eventueel bijgesteld? Waren bij dat overleg ook virologen en experten betrokken?
Minister Weyts heeft het woord.
Een coronabarometer is voor het onderwijsveld absoluut niet nieuw. Integendeel, wij hadden al in juni 2020, dus bijna twee jaar geleden, zo’n coronabarometer opgesteld, mét kleurcodes. Die was echter ook zeer gedetailleerd. Die wierp op aanzienlijke wijze een blik vooruit, met als gevolg dat door gewijzigde omstandigheden, en ook door gewijzigde wetenschappelijke inzichten, we bij het bereiken van een nieuwe kleurcode plots vaststelden dat wat we in detail hadden vastgelegd eigenlijk niet meer zo bruikbaar was voor de toestand, omstandigheden en wetenschappelijke inzichten van dat moment. Herinner u dat anderhalf jaar geleden de discussie vooral ging over welke dragers gevaarlijk waren. Zo was bijvoorbeeld een klink een gevaarlijk wapen. Vandaag zijn de inzichten ter zake volledig anders. Er is ook heel de discussie omtrent de ‘droplets’ en de aerogene virusverplaatsing. Ook hebben er nieuwe varianten hun intrede gedaan, met alle consequenties van dien.
Mijnheer Laeremans, u zei daarstraks in uw geliefde taal dat het ‘too little, too late’ was. Wel, toen was het eigenlijk ‘too much too soon’. Dat was de algemene appreciatie. Het was namelijk veel te gedetailleerd. Dat maakte dat we onszelf in een soort keurslijf dwongen, waardoor we niet genoeg konden inspelen op actuele omstandigheden. We hebben daar dus uit geleerd. We hebben de barometer een beetje eenvoudiger gemaakt. Voor alle duidelijkheid, die is tot stand gekomen in samenwerking met de experten. Hoe ga ik meestal te werk? Eerst werk ik iets uit, dat ik vervolgens in eerste instantie met de collega’s van de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap bespreek. Die wilden daar eigenlijk niet aan meedoen. Ze vonden dat niet zinvol voor hen. Het is dus zelfs een confederale barometer. Vervolgens heb ik die ook besproken met de experten: Erika Vlieghe, Marc Van Ranst en Geert Molenberghs. Ik denk dat het enkel die drie waren. Vervolgens heb ik dat dan ook met het Vlaamse onderwijsveld besproken, in twee discussierondes. Ik heb hun een eerste ontwerp bezorgd. Vervolgens heb ik opmerkingen en suggesties daaromtrent gevraagd. Dan heb ik die barometer finaal wat bijgewerkt, op basis van de suggesties die werden gedaan.
Die barometer werkt inderdaad met vier kleurcodes. Elke kleur is gekoppeld aan een basispakket van maatregelen, bijvoorbeeld inzake ventilatie, mondmaskers en afstand. Die maatregelen vormen het uitgangspunt bij het overschakelen naar een andere kleurcode, maar kunnen ook nog altijd worden bijgestuurd, naargelang de actuele omstandigheden. Dat heb ik ook altijd gezegd. Er is vanzelfsprekend ook ruimte voor specifieke maatregelen op basis van de concrete situatie en op advies van experten. Er kunnen dus extra maatregelen worden ingevoerd, maar er kan ook worden bijgestuurd.
Vanuit Onderwijs baseren we ons op de kleurcode die wordt bepaald door de beslissingen van het Overlegcomité. We proberen dus toch te verhinderen dat het onderwijs in code rood en de rest van de samenleving in code oranje zou zitten. Zulke situaties willen we absoluut vermijden. Dat zou enkel maar verwarrend werken. De logica die men hanteert in de brede samenleving, wordt dus zo veel mogelijk doorgetrokken in het onderwijs. Dat is echter geen automatisme. Ik behoud de autonomie van ons onderwijsveld. Dat wil dus ook zeggen dat we steeds zullen zorgen voor afstemming met het onderwijsveld.
Het uitgangspunt blijft dat leerlingen zo veel mogelijk contactonderwijs krijgen op school, maar het blijft natuurlijk altijd een zoektocht naar een optimaal evenwicht tussen veiligheid enerzijds en pedagogische en organisatorische belangen en het welbevinden van leerlingen en leerkrachten anderzijds.
Het is ook altijd mogelijk dat er lokaal, op grond van een lokale risicoanalyse extra maatregelen worden genomen. Die zijn mogelijk in samenspraak met de preventieadviseur, zowel in bepaalde lokalen als in hele scholen. Een lokale uitbraak in een specifieke gemeente is ook altijd mogelijk. Dat zou dan aanleiding kunnen geven tot bijvoorbeeld het desnoods sluiten van klassen of van de school. Ook daarvoor zijn er procedures. Dat blijft dus een mogelijkheid.
De geldigheidsduur is in beginsel tot 30 juni, omdat we ook wat dat betreft de ratio volgen van de barometerbeslissing in de schoot van het Overlegcomité, maar vanzelfsprekend geldt ook in dezen dat die termijn kan worden ingekort afhankelijk van de epidemiologische evolutie. Wij hebben wel specifiek gekozen voor de toevoeging van de code groen. Dat is niet de terugkeer naar het oude normaal, maar eigenlijk de start van het nieuwe normaal. Wat bedoel ik daarmee? Er zijn natuurlijk ook zaken die we hebben geleerd uit de coronacrisis en die we ook in dat nieuwe normaal willen meenemen. Ventilatie en verluchting zijn daar enkele elementen van.
Ook wat ventilatie en luchtreiniging betreft, heb ik mij steeds laten adviseren door de experten. We hebben een aparte werkgroep ventilatie, met daarin de experten. Daar werd steeds gesteld dat luchtreiniging een aanvullende maatregel kan zijn op ventilatie, maar niet als alleenstaande maatregel kan worden ingevoerd. In bepaalde vraagstellingen zie ik onmiddellijk weer de verwarring die opduikt, alsof luchtreiniging een alternatief zou zijn voor ventilatie. Dat is niet zo. De jongste vergadering van de werkgroep ventilatie heeft men specifiek aan luchtreiniging ging besteed. Men heeft unaniem beslist om verdere acties en adviezen ook te baseren op het onderzoek van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), om dus evidencebased te werken. De bedoeling van dat onderzoek is nagaan wat werkt: welke technieken en toestellen werken, tegen welke kostprijs, met welke onderhoudskosten, met welke duurzaamheid, met welk gebruiksgemak? Wat zijn de pedagogische consequenties? Quid met de geluidsproductie? Dat zijn dus de elementen die men absoluut wil meenemen.
We laten ons daarbij natuurlijk ook leiden door de resultaten van het onderzoek van Bert Blocken en Marc Van Ranst. Ik denk dat die de meesten welbekend zijn van iedereen die in die adviesraad zit, de kabinetten van minister Crevits en het mijne incluis. We hebben met professor Blocken en professor Van Ranst trouwens ook al twee keer constructief overlegd. Het lijkt me evident dat we ter zake een evidencebased beleid zullen voeren. Bij de stand van zaken met betrekking tot die onderzoeken moet ik u geen duiding geven, want als geachte leden van de betrokken adviesraad kent u die natuurlijk zelf. Onder de bevoegdheid van minister Crevits is ook VITO dus bezig met onderzoeken, trouwens niet alleen in een schoolcontext, maar ook in het kader van kinderverblijven en gebouwen van openbare besturen. Wat geldt voor het onderwijs, geldt immers natuurlijk voor alle locaties waar veel mensen samenkomen en een lange tijd samen zijn. Ik kan me inbeelden dat ook overheidsgebouwen van zowel de Vlaamse overheid als lokale overheden evidente locaties zijn waar men desgevallend ook luchtzuivering zou moeten toepassen. Als men dat doet in het onderwijs, geldt vanzelfsprekend hetzelfde voor andere gebouwen waar veel mensen samenkomen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik denk dat de meesten onder ons ondertussen wel het verschil kennen tussen ventilatie en luchtreiniging. Ik vind het een beetje neerbuigend om te doen alsof we niet zouden weten dat er wel degelijk een verschil is en dat beiden belangrijk zijn.
Er zijn al een aantal proefprojecten aan de gang. Er zijn ook al reacties te sprokkelen, omdat sommige er al een tijdje staan. Dan blijkt inderdaad dat, als je een luchtreiniger hebt, je de gewone, klassieke ventilatie kunt toepassen. Dat betekent dat men wel op regelmatige tijdstippen, zoals men dat altijd doet en had moeten doen, de ramen openzet of mechanisch ventileert, maar dat men er niet meer constant met de ramen open en met een winterjas aan, en nog met een mondmasker op, moet zitten, zoals dat nu het geval is. De scholen getuigen dat dat het comfort toch wel enorm verhoogt, de luchtkwaliteit enorm verhoogt en ook de energiefactuur gigantisch doet dalen. Dat is dus uiteindelijk echt wel een win-winsituatie, voor het comfort van kinderen en leerkrachten, maar ook misschien financieel, als men dat zou uitrekenen. Dan blijft nog steeds mijn vraag waarom er geen enkele melding is van die luchtreiniging in de coronabarometer.
De scholen die nu deelnemen, kunnen zo’n luchtreiniger of meerdere luchtreinigers zes maanden op proef gebruiken, maar een goede luchtreiniger kost toch wel zo’n 3400 euro, las ik in bepaalde artikelen. Dat kan misschien wat meer of wat minder zijn, maar goed, dat blijft wel een aanzienlijke kostprijs. Minister, is daarvoor dan ook in subsidies voorzien? Hoe gaat u dat aanpakken? Bent u daarover al aan het nadenken? Als de projecten zijn afgerond en VITO zijn resultaten klaar heeft, dan zou ik immers wel zeer graag hebben dat er middelen beschikbaar zijn om dat project verder uit te rollen als blijkt dat dat goed is, en volgens mij ziet dat er goed uit. Ik denk dat er nog weinigen twijfelen aan het nut daarvan. Op die vragen heb ik nog niet echt een antwoord gekregen.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoorden, maar helemaal tevreden zijn we daar niet mee. Ik sluit me zeker aan bij wat de vorige spreker al heeft gezegd. Wij hebben de indruk dat men bij VITO heel terughoudend is over die luchtreiniging, dat men daar vooral niet te veel centen aan wil spenderen, dat men denkt dat het storend gaat zijn. Bij de coronabarometer die federaal is opgelegd, zit men echter toch met dezelfde problematiek. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de luchtkwaliteit in de horeca. De streefwaarde is 900 parts per million. Daar staat dan te lezen dat luchtzuivering verplicht is vanaf 1200 parts per million. De limietwaarde is 1500 parts per million. Als die elementen daar worden meegenomen, dan vind ik dat dat toch op zijn minst al mag worden vermeld in onze coronabarometer, opdat scholen de kans zouden krijgen om dat ten minste al te proberen, en vind ik dat er daarvoor zeker middelen moeten worden vrijgemaakt. Vooral ook: wanneer ziet u VITO dan met een rapport komen waarop u zich kunt baseren? Als dat immers gaat duren tot na de paasvakantie, dan zal het natuurlijk niet meer nodig zijn. Ik bedoel: we zouden toch moeten vermijden dat men ons voor zulke voldongen feiten zou stellen en dat er dan eigenlijk niks meer van zou komen.
Ik heb ook gevraagd of er een decretale basis voor deze barometer zou komen, dan wel of dat puur informeel is. Daar zou ik dus graag nog een antwoord op krijgen.
Een laatste zaak is de handhygiëne. Federaal wordt dat helemaal niet mee meegenomen. De vraag is: moeten we dat nog altijd blijven opleggen? Dan denk ik aan onze kleutertjes, die soms tot tien keer per dag die alcoholgel in hun handen moesten wrijven. Dat was toch knettergek. Het is ook bijzonder slecht voor de huid. De vraag is dus ...
Mijnheer Laeremans, nog snel de vraag, want u hebt uw tijdslimiet bereikt.
Voorzitter, ik zal het hierbij laten.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Collega’s, wij hebben zelf toch altijd gepleit voor duidelijkheid en voorspelbaarheid voor de scholen en de leerkrachten. Dat is wat mij betreft die barometer, waarover is overlegd, ook met experten.
Collega Meuleman, er wordt nog eens gezegd om uit te kijken, omdat luchtzuivering niet gelijk is aan ventilatie, misschien niet in deze commissie, maar ik zie wel persberichten van lokale scholen waarin staat dat ze een luchtreiniger hebben en de ramen dus niet meer moeten worden geopend en de mondmaskers af kunnen. Ik heb die vraag gesteld aan professor Blocken, en hij zei dat dit niet juist is, omdat luchtzuivering geen nieuwe lucht aanbrengt. Ik denk dat ook dat het goed is dat we dat hier nog eens herhalen. Het kan zijn dat wij dat weten, maar ik stel vast dat dit niet zo is bij de bredere bevolking en in de klassen.
Ik wacht de resultaten van dat onderzoek graag af. Ik hoor nu twee zaken: het is toch al in orde en onderzoek heeft het aangetoond, maar die proefprojecten lopen nog. VITO volgt die ook op, alsook het rapport van professor Blocken. Ik zit ook in die stuurgroep, ik heb daar nog geen vergadering van meegemaakt en nog geen teksten of resultaten gezien. Ofwel zijn er al resultaten waar sommigen over beschikken maar heeft niet iedereen die, wat toch wel wat jammer zou zijn. Ofwel zijn die resultaten er nog niet. Maar ik stel wel voor dat we de resultaten van die proefprojecten en van de controlegroep afwachten. Het is belangrijk dat we dat goed zien. Ik denk dat dit een belangrijke zaak is, waarbij het niet het ene of het andere is, want dat is een beetje het verhaal dat daarvan worden gemaakt.
Minister, hebt u zicht op wanneer die resultaten van VITO er zullen zijn? U had het daarnet nog over de kinderopvang, ik kijk ook naar de voor- en naschoolse opvang. Die kinderen op school zitten ook in voor- en naschoolse opvang. Zijn die daar ook bij betrokken? En verder is er het openbaar vervoer. Wanneer leerlingen uit het secundair onderwijs een halfuur, drie kwartier of een uur opeengepakt op de bus zitten – waarbij we nog altijd hopen dat de mensen Axe spuiten en de ramen aan de binnenkant zijn beslagen – dan gebeurt het daar en niet op school. Weet u of dat ook is meegenomen?
Wat dat afstandsonderwijs betreft, gaf u aan dat dat moet worden overwogen om dat mee te nemen. Ik wil daarvoor pleiten, maar misschien bent u daarmee bezig, om de uitrol van afstandsonderwijs ook in andere situaties in een kader op te nemen.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister, ik zal proberen te vertalen wat u hebt gezegd, als ik u goed heb begrepen. Als ik u goed hoor, dan zegt u dat wanneer de resultaten van VITO er zijn, de luchtreiniging echt wordt meegenomen in de aanpak voor de scholen. Het is natuurlijk het ene of het andere. U weet dat dit kamerbreed door het parlement is gevraagd. U verwijst naar de proefprojecten die lopen, en dan ga ik ervan uit dat de barometer zal worden aangepast met het aspect luchtreiniging zodra u die resultaten hebt. Laten we dat dan samen een engagement noemen, want anders, minister, begint het te lijken op enige therapeutische hardnekkigheid om te weigeren luchtreiniging op te nemen. Ik denk dat het voor partijen van zowel de oppositie als de meerderheid opvallend is dat dit ontbrak in voor het overige een heel goede barometer, waarbij ik het ook positief vind dat er een groene fase is, waar we hopelijk zo snel mogelijk naartoe kunnen.
Mijn concrete vraag is dan ook of ik het goed heb begrepen dat dit een engagement is en dat u luchtreiniging mee zult opnemen zodra de resultaten er zijn.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Wanneer we naar het nieuwe normaal willen en wanneer we gezonde lucht in onze klaslokalen echt als een prioriteit naar voren willen schuiven, dan is een draagvlak daarvoor zeer belangrijk.
We hebben het evidencebased verhaal en er lopen een aantal onderzoeken, maar er zijn toch heel wat initiatieven die van onderuit groeien en die net gekoppeld zijn aan dat wetenschappelijk onderzoek. Ik wil ook benadrukken dat wat nu gebeurt, eigenlijk ongezien is. Gezien het geloof dat men hecht aan de projecten die nu lopen, moeten we er alles aan doen om die ook te ondersteunen. Wanneer men werk maakt van die luchtkwaliteit, wanneer er een goede ventilatie is en wanneer kan worden gegarandeerd dat de lucht goed is, waarom moeten leerlingen dan nu nog mondmaskers dragen? Waarom blijven we zo streng?
Ik denk dat het goed is dat er heel wat initiatieven worden genomen, maar de vraag is: wat is de timing en welke middelen worden daaraan verbonden?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Goeiemorgen allemaal. Ik vind dit een heel interessant debat. Ik wil gewoon een statement maken of iets in de groep gooien. Laten we misschien wat omdenken. We zijn nu inderdaad bezig met die coronabarometer, maar kunnen we het gebruik daarvan ook niet benutten als een kans om nog veel meer te sensibiliseren? Wat merk ik immers in veel scholen? Dat is geen kritiek op de scholen, want zowel de leerkrachten als de directeurs, de ouders en de kinderen zitten op hun tandvlees, dus ik bedoel het zeer positief en constructief. Ik merk in veel scholen echter dat de evaluatie, de opvolging inzake het voldoende ventileren in de klassen zelfs niet altijd ideaal verloopt. De vraag van collega Daniëls is dus wel interessant: hoelang zal de coronabarometer worden gebruikt, maar vooral ook, hoe zit het met de evaluatie? Ik hoor nog te veel leerkrachten zeggen: ‘Zet de deur open, hou je jas aan, de ramen open, en doe als het te koud is de ramen maar weer toe.’ Dan heb je een verhoogde energiefactuur, noem maar op. Als je die twee echter zou kunnen koppelen en vooral goed zou kunnen sensibiliseren, waarbij je verder het belang onderstreept en dat ook voor een stuk begeleidt, dan denk ik dat je wel winst kunt boeken. Minister, als je een huis bouwt, moet je ervoor zorgen dat de fundamenten stevig zijn. Ik ben er niet van overtuigd dat die fundamenten in alle scholen al stevig genoeg zijn, dat ze daar al voldoende aandacht aan besteden. Dat is nochtans geen kritiek.
Mijnheer Vandenberghe, nog snel de vragen, want u zit ook over de tijdslimiet.
Ik zal nu mijn concrete vraag stellen. Minister, vindt u de invoering van die barometer geen ideale kans om ook die fundamenten te verstevigen en nog meer te gaan inzetten op sensibilisering, ondersteuning en vooral het meten in scholen, om die zaken op een goede manier aan te pakken?
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u. Ik geef enkele elementen van antwoord. Wat de rechtsgrond voor de onderwijsbarometer betreft, de maatregelen in de diverse kleurcodes worden juridisch gedekt door de federale koninklijke besluiten (KB’s). Bijvoorbeeld als het gaat over de mondmaskers, is het de federale minister van Binnenlandse Zaken die de pen vasthoudt. Zeker wat de mondmaskers voor de min 12-jarigen betreft, kan ik alleen maar ons pleidooi meer kracht bijzetten – en ik hoor ook wat steun van de collega’s – om die tijdelijke maatregel alleszins niet langer op te leggen wanneer we schakelen naar oranje. Ik spreek mij er niet over uit wanneer dat dan moet zijn, maar als dat gebeurt, dan moeten we prioriteit geven aan de kinderen, en in de brede samenleving, dus binnen en buiten de schoolmuren, minstens voor de min 12-jarigen afstappen van de mondmaskerplicht. Wat mij betreft, mag dat natuurlijk ook voor andere leeftijdsgroepen zijn.
Inzake handhygiëne verlangen we ook niets meer dan in een genormaliseerde situatie, namelijk basishandhygiëne. Dat zit ook zo in de barometer vervat. In de loop van de pandemie hebben we, ook de experten, wel geleerd dat extra handhygiëne of onderhoud ondergeschikt is aan andere maatregelen. Ook dat is een illustratie van hoe de wetenschappelijke inzichten zijn geëvolueerd.
Luchtzuivering kunnen we inderdaad perfect integreren in de barometer, maar als we dat nu al doen, dan gaan de scholen natuurlijk de vraag stellen wat ze moeten doen met die luchtzuivering, met welke apparaten, met welke technieken ze dat dan moeten toepassen. Wel, laten we dat wat evidencebased doen, op basis van de wetenschappelijke inzichten over wat werkt. Op grond daarvan kunnen we correcte informatie verschaffen. De federale overheid heeft een lijst met luchtzuiveringstoestellen. Experten zeggen dat diverse toestellen die op die lijst staan, absoluut niet dienstig zijn, en niet werken. We willen scholen nu toch niet gaan adviseren om apparaten en technieken te gaan toepassen die niet werken en zelfs een vals gevoel van veiligheid geven.
Mevrouw Meuleman, als het over correcte informatie gaat: u hebt blijkbaar niet gewacht op het einde van deze vraagstelling om al te communiceren, om al te tweeten. Ik lees uw tweet: “Vraag in #commonderwijs vandaag: waarom geen melding van luchtreiniging in coronabarometer onderwijs? En geen middelen?” Nochtans kunnen dan ramen dicht en winterjassen uit, zo stelt u.
Dat is dus misschien zo’n voorbeeld van enige nood aan correcte informatie en correcte sensibilisering, zoals ik daarstraks ook heb gezegd.
Ik hoor ook grote pleidooien voor extra budgetten. Ik ben altijd vragende partij voor extra budgetten voor Onderwijs. Wij hebben er al 1,6 miljard euro bij gekregen, een stijging van ongeveer 13 procent in vergelijking met de start van deze regeerperiode, maar ik koester altijd wel de grote hoop voor ondersteuning ter zake door pleidooien voor meer middelen. Als die pleidooien ook worden vertolkt door de betrokken vertegenwoordigers in de schoot van de Vlaamse Regering, dan prijs ik mezelf opnieuw heel gelukkig. Ik verwacht echter vanzelfsprekend dat die logica volledig wordt doorgetrokken.
Mevrouw Meuleman heeft het woord,.
Minister, dank u wel. Voor mij is het echt wel redelijk onbegrijpelijk hoe tergend traag het gaat. Mevrouw Rutten gebruikte de term ‘therapeutische hardnekkigheid’. Ik vind al langer dat het daar een beetje op begint te lijken als het gaat over alles wat luchtreiniging betreft, maar ook over alles wat ventilatie en de CO2-meters betreft. Wat een processie van Echternach is dat geweest, eerst om die CO2-meters in de klassen te krijgen, dan om echt heel sterk in te zetten op ventilatie. Nu is het opnieuw zo met die luchtreiniging, terwijl we eigenlijk echt al heel lang weten dat dat virus ‘airborne’ is en dat we daarop moeten inzetten, en dat het openhouden van de scholen daar erg sterk mee samenhangt. Nu nog voel ik toch heel veel terughoudendheid en bedenkingen, gaat men op de rem staan. Minister, ik hoop dat hier nu echt wel uitsluitsel over komt, en vooral ook ondersteuning vanuit de Vlaamse Regering.
Mevrouw Vandromme, er komen inderdaad allerlei initiatieven. U zegt dat het goed is dat die van onderuit komen. Dat is enerzijds wel goed, maar anderzijds is die ondersteuning van bovenaf broodnodig, want je kunt dat niet aan scholen overlaten en hen met die kosten opzadelen. Het resultaat zal zijn dat er grote lokale verschillen zullen zijn, met scholen waar men wel investeert en andere scholen waar men niet investeert. In dezen is er dus ondersteuning vanuit Vlaanderen nodig, en ik hoop echt dat die er heel spoedig komt.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoorden. Ik zie dus dat er geen decretaal initiatief daarrond zal komen in Vlaanderen, dat dat dus federale KB’s zijn.
Wat die mondmaskerplicht betreft, stel ik vast dat iedereen daar eigenlijk van af wil. Wij zouden zeer graag hebben dat Vlaanderen daar zelf over beslist, dat we dat dan gewoon zo snel mogelijk kunnen weglaten, uiteraard na contact met mensen die er meer van afweten.
U zegt dat er geëvolueerd inzicht is wat die handhygiëne betreft. Inderdaad, maar toch blijven scholen dat maar massaal doen. Het kost ook weer geld. Ik vind dat men ook daarvan gerust mag afstappen. Als men dat nog wil doen, tot daar aan toe, maar dat mag zeker niet meer worden opgelegd.
U zegt dat het te vroeg is voor luchtreiniging in de barometer, maar dit is toch wel dringend aan het worden. Wij moeten een timing daarvoor krijgen. Collega Daniëls heeft wel aangehaald dat wij inderdaad nog geen uitnodiging voor een vergadering hebben gekregen. Misschien moeten we met alle commissieleden samen eens zeggen dat het tijd wordt dat we dat concreet onder ogen krijgen, want ik hoop toch wel dat we na de krokusvakantie al zullen weten waar we staan. Minister, ik zou hopen dat u daar ook verder op wilt aandringen, zowel bij VITO als bij professor Blocken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, de coronabarometer gaat over veel meer dan alleen lucht. Daar staan ook andere zaken in. Ik vind het wat jammer dat dat hier wordt genegeerd, want dat waren wel vragen, opmerkingen en bedenkingen van het onderwijsveld, en ik stel vast dat het onderwijsveld wel blij is dat die coronabarometer er is en dat die duidelijkheid creëert. Ik vind het wat jammer dat hier opnieuw maar op één punt wordt gefocust.
Nu begrijp ik ook vanwaar het komt dat scholen zeggen: ‘Ramen toe, jassen uit, mondmaskers af.’ Minister, inderdaad, als zelfs eminente leden van deze commissie die boodschap via Twitter verspreiden, zonder de nodige nuance, die zelfs professor Blocken ook aanbrengt, dan wordt het natuurlijk wel wat pijnlijk. We hebben ook met professor Blocken een lang gesprek gehad over zijn studies en dergelijke meer. Dat is een genuanceerd verhaal. Hij zegt ook te zullen bekijken hoelang die filters meegaan, hoe degelijk die filters zijn, hoe degelijk die toestellen zijn, hoelang die toestellen meegaan, hoeveel geluid die toestellen produceren, hoeveel energie die toestellen produceren. Dat wordt allemaal meegenomen, en dat is een goede zaak, en VITO doet dat ook. Mocht dat van mij allemaal rapper? Ja, maar ik stel vast dat het ook bij VITO is wat het is. Ik denk dan dat het toch de logica zelve is dat, als we eenmaal de resultaten hebben van de vergelijkende onderzoeken van zowel professor Blocken als VITO, we die dan naast elkaar zullen leggen en zullen bekijken hoe en waar we dat inschrijven. Als je nu aan scholen zegt ‘doe maar, koop die toestellen van die federale lijst’, dan kan het zelfs zijn dat ze foute of fout gedimensioneerde toestellen kopen. Dan zijn we opnieuw alles aan het herleiden tot die luchtreiniging. Maar het is natuurlijk veel meer dan dat. Scholen denken ook na over hoe ze afstandsonderwijs inlassen wanneer het nodig is. Dat was ook een bijkomende vraag. Ik kijk uiteraard ook uit naar het verdere onderzoek. Minister Crevits is ook bij deze kwestie betrokken, vanuit Innovatie. Hoe nemen we die luchtzuivering, als die zo goed werkt, uiteraard, ook mee bij openbaar vervoer, waarvan diezelfde leerlingen gebruikmaken om naar school te gaan? Die vraag zal ik dan echter aan minister Peeters stellen. Wordt uiteraard vervolgd. Ik kijk samen met u uit naar die wetenschappelijke onderzoeken met controlegroepen, naar hoe dat werkt.
Ik kan volgens het reglement niemand meer het woord geven na de slotreplieken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.