Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, levenslang leren, we moeten we elkaar in deze commissie niet meer overtuigen van het belang daarvan. De hoofdvraag daarbij is: hoe gaan we Vlaanderen overtuigen om de leercultuur te versterken en hoe gaan we de individuele Vlaming overtuigen om die stap te zetten?
Er staan heel wat initiatieven in de steigers, zoals het actieplan van het Partnerschap Levenslang Leren en de oproep leergoesting. Het is zeker niet mijn bedoeling om deze plaat grijs te draaien, maar er zit wel nog heel veel muziek in het onderwijs. Ik ben ervan overtuigd dat er ook nog heel wat onbewandelde paden zijn.
Het monitoringsrapport ‘Opleidingsdeelname en opleidingsinspanningen van werkgevers in Vlaanderen’ van het Steunpunt Werk en het Departement Werk en Sociale Economie geeft aan dat de Vlaamse loontrekkenden in het coronajaar 2020 minder een opleiding hebben gevolgd. Het onderzoek geeft aan dat in 2020 21,1 procent van de Vlamingen een opleiding heeft gevolgd. Dat is bijna 2 procent minder dan het jaar voordien.
Een mogelijke verklaring is de verminderde deelname aan seminaries en conferenties. Deze trend was ook in de andere EU-landen merkbaar. Het rapport beschrijft dat de opleidingsinspanningen van werkgevers in de afgelopen vijf jaar vrij stabiel zijn gebleven. Het rapport bevestigt ook eerdere conclusies, namelijk dat grotere bedrijven meer investeren in vorming en opleiding, dat de sectoren financiële activiteiten en verzekeringen, onderwijs en energie het meest investeren in opleiding. De bouwnijverheid, administratieve en ondersteunende diensten en de horeca staan helemaal achteraan in het lijstje. Ook 55-plussers, niet-beroepsactieven, personen met een migratieachtergrond en kortgeschoolden nemen minder vaak deel aan opleidingen. Deze monitoring geeft zo een goed beeld van waar Vlaanderen vandaag staat.
Minister, wat is uw reactie op het monitoringsrapport ‘Opleidingsdeelname en opleidingsinspanningen van werkgevers in Vlaanderen’? Op welke manier gaat u daarmee verder aan de slag? Hoe worden de bevindingen meegenomen in de initiatieven die u neemt om de leercultuur in Vlaanderen te verbeteren?
Dit rapport geeft duidelijk een aantal knelpunten aan, bijvoorbeeld sectoren die minder scoren op het voorzien van opleidingen en de ongelijke opleidingsdeelname. Hoe gaat u daarmee verder aan de slag om meer gerichte initiatieven te nemen?
De impact van de coronacrisis op de opleidingsdeelname lijkt logisch. We hebben in het verleden aangegeven dat, nu veel mensen thuiswerken of tijdelijk werkloos zijn, ze die tijd het best kunnen gebruiken om te investeren in opleidingen of bijscholingen, en dat dat eigenlijk geen verloren tijd mag zijn. Welke lessen leren we uit de impact van de coronacrisis op het levenslang leren? Hoe kunnen deze lessen worden meegenomen in de komende weken en maanden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Claes, u weet dat we een jaarlijks monitoringrapport willen uitbrengen over opleidingsdeelname van werknemers en de opleidingsinspanningen van werkgevers. Ik ben dus zeer blij met het opleveren van de tweede editie van dit rapport. Ik verwijs daarvoor ook naar de bespreking bij de beleids- en begrotingstoelichting (BBT).
De sectorconvenanten vormen het speerpunt van mijn beleid richting sectoren, met levenslang leren en het stimuleren van opleidingsdeelname als belangrijk onderdeel. Via 38 convenanten en de inzet van bijna 130 sectorconsulenten ondersteun ik sectoren om een leercultuur en opleidingsdeelname te stimuleren. Voor meer informatie verwijs ik naar de gedachtewisseling van 29 april 2021.
Het is de laatste weken jammer genoeg weer duidelijk geworden dat de coronacrisis nog volop woedt. Uit het rapport blijkt een impact van de huidige situatie op de opleidingsdeelname. We hebben in december 2020 een VESOC-akkoord (Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité) ‘Alle hens aan dek’ afgesloten. Er loopt ook een opleidings- en loopbaanoffensief, waarin we bijna 120 miljoen euro investeren. Er zijn ook heel wat initiatieven voor een gericht en breed opleidingsaanbod voor tijdelijk werkzoekenden.
Ten eerste fluctueert het aantal tijdelijke werklozen naargelang de genomen maatregelen. Ten tweede zien we een heel verschillend verloop van de tijdelijke werkloosheid. Daarom wordt vooral ingezet op onlineopleidingen die de betrokkene op eigen tempo kan doorlopen en die onafhankelijk van deelnemersaantallen georganiseerd kunnen worden.
Nu maakt de vierde coronagolf het opnieuw noodzakelijk over te schakelen op digitale alternatieven. Het is zeer goed dat VDAB vanuit ‘Alle hens aan dek’ middelen heeft gekregen voor de eigen onlineopleidingen. Daarnaast wordt momenteel het actieplan e-leren uitgerold, goed voor een bijkomende 21 miljoen euro. 65 concrete projecten zijn onlangs van start gegaan.
We willen dat iedereen gebruik kan maken van deze nieuwe leervormen, en dat hierbij niemand achterblijft.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
We zitten nu inderdaad in die vierde crisis. Dat online leren zal fluctueren met de tijdsperiode en de crisis. Het is goed om verder in te zetten op die trend. U kent ongetwijfeld het spreekwoord: waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Dat is de reden waarom ik het onderwerp zo dikwijls aankaart in de commissie. Ik wil samen met u mijn steentje bijdragen om de Vlaming te overtuigen om te investeren in zijn of haar competenties en de meerwaarde daarvan te laten inzien.
Het rapport van Statbel van deze week bevestigt nog maar eens wat we zonet hebben besproken. Het aantal Vlamingen dat een opleiding volgt, moet naar omhoog. Ik kijk dan ook vol ongeduld uit wat volgend jaar zal brengen wat betreft levenslang leren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.