Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Goeiemorgen collega’s, voorzitter en minister-president. Ik ben blij dat hier ondanks de hybride regeling toch zoveel commissieleden aanwezig zijn. Het doet me deugd, en het sterkt me ook in het gegeven dat zo’n hybride regeling eigenlijk helemaal niet nodig is. Tot daar wat mij gelukkig stemt.
Wat mij minder gelukkig stemt, is dat we halfweg de legislatuur – we hebben de Septemberverklaring net gehoord –, opnieuw moeten vaststellen dat er nog steeds, ondanks een N-VA-minister op Cultuur, grote hoeveelheden belastinggeld gaan naar wokeactivisme, gesubsidieerd wokeactivisme en antiblank racisme. Ditmaal heb ik het over de Beursschouwburg.
De Beursschouwburg ontpopt zich meer en meer tot een spreekbuis van het woke- en BLM-activisme (Black Lives Matter). Het gaat hier over een luid roeptoeterende stem van een kleine minderheid die haar mening koste wat het kost wil opdringen. Dat is iets wat we toch altijd in het achterhoofd moeten houden als het gaat over wokeactivisme en BLM. Op zich is daar niks mis mee. Van mij mag iedereen zeggen of denken wat hij wil. De vrijheid van meningsuiting is een duur bevochten basisrecht in onze democratische rechtstaat. U weet dat dat door mijn partij enorm hoog in het vaandel wordt gedragen. Het is natuurlijk een heel ander verhaal wanneer dit gefinancierd wordt met gemeenschapsgeld, wanneer er met andere woorden belastinggeld van iedere Vlaming wordt misbruikt om diezelfde Vlaming een mening door de strot te duwen.
Ik heb het vandaag meer bepaald over het openingsweekend van het seizoen 2021-2022. We zijn blij dat er na de coronapandemie weer openingsweekenden kunnen plaatsvinden in de cultuursector, maar in de Beursschouwburg stonden daar onder meer de performance ‘salt.’ en de conversation ‘Black Healing, Black Rest, Black Joy’ geprogrammeerd.
‘Salt.’ had op 17 en 18 september moeten plaatsvinden, maar werd inmiddels geannuleerd. Op de webstek werd ze geduid als volgt: “Drie maanden op een vrachtschip langs de route van de Slave Trade Triangle inspireerden deze solo over verdriet, afkomst, thuis, vergeten en kolonialisme. In februari 2016 gingen twee artiesten aan boord van een vrachtschip en volgden één van de routes van de Transatlantic Slave Triangle – van het VK via België naar Ghana naar Jamaica, en terug. Hun herinneringen, hun vragen en hun verdriet brachten hen langs de bodem van de Atlantische Oceaan en door het figuurlijke rijk van een imaginair verleden.” Enfin, het gaat zo nog even verder, en ik ga niet alles citeren. In ieder geval begint men op het einde ook over “een breder oeuvre dat Black identity onderzoekt” enzovoort.
Op vrijdag is dan een ‘aftertalk’ voorzien met Nassy Konan en Selina Thompson. Selina Thompson is een artiest en performer die in Birmingham woont. Haar werk wordt omschreven als “speels, participatief en intiem, gericht op identiteitspolitiek en hoe dit onze lichamen, levens en omgevingen definieert. Ze toont haar werk in cafés, kappers, toiletten en soms ook in cultuurhuizen”, in casu dus de Beursschouwburg, die tijdelijk moet fungeren als café of toilet.
Wie dacht dat we er al waren op deze donderdagochtend, is eraan voor de moeite, want een ander hoogtepunt is de conversation ‘Black Healing, Black Rest, Black Joy’, een exclusieve activiteit waarop enkel zwarte mensen welkom zijn – noteer dat even, collega’s, want dat is belangrijk om straks alles te begrijpen – en waarbij genezing, rust en vreugde centraal staan. Dan volgt er een uitsluitend Engelstalige promotie, wat ook al vreemd is voor een cultuurhuis dat met Vlaams belastinggeld gesubsidieerd wordt en zich dus ook aan bepaalde regels moet houden. Ik ga het niet allemaal citeren, omdat ik dan klaarblijkelijk de taalwet zou overtreden hier in het parlement, en dat wil ik absoluut niet doen, maar ik geef een korte samenvatting. Het gaat over de Black History Month, en daarna volgt nog wat wollige uitleg over zwarte vrouwen en non-binaire mensen, die een soort laatste barrière zouden zijn of op de barricades gaan staan tegen de gevestigde waarden in de maatschappij, zijnde de racistische blanke man die zichzelf niet tot de feministische strekking rekent.
De programmering van de Beursschouwburg bewijst dus dat heel de BLM-beweging of wokebeweging al lang geen gewone protestbeweging meer is. Er is een intolerante, dominante, totalitaire stroom ontstaan die politieke correctheid een veel extremere invulling geeft dan we tot nu toe gewoon waren. Het is – zoals ze zelf zeggen, maar ik heb daar mijn twijfels bij – “een nieuwe antiracistische vloedgolf”. Het betreft een totaalgebeuren dat, naast de media, nu ook onze cultuursector overspoelt en eigenlijk met verstand op nul op alles schiet wat beweegt. Voor deze revolutionaire garde zitten de racisten en de seksisten overal, is discriminatie universeel, en bent u het daar niet mee eens, wel hoepel dan op.
Terwijl de wokies te pas en te onpas het woord ‘inclusief’ gebruiken, dreigt uitsluiting daarbij de regel te worden. En dat is het grote probleem. Zoals blijkt uit de conversation ‘Black Healing, Black Rest, Black Joy'. Het bekt wel lekker, maar met die activiteit wordt het ware gelaat van heel die wokegekte nog maar eens duidelijk. Want eens te meer blijkt het geen taboe om mensen of groepen te beledigen in naam van verbondenheid en antidiscriminatie en blijkt dat ze zelf voortdurend mensen uitsluiten. Die moralisten blijken niet alleen de waarheid in pacht te hebben maar ook een uitgesproken haatdiscours te hanteren. Het is eigenlijk zoiets als de pot die de ketel zit te vertellen dat hij blank ziet, of wit ziet – zo u wilt. Accepteren dat er ‘exclusieven’ worden gesteld, vormt volgens mij de perfecte aanloop naar een totalitaire samenleving. Een opstapje naar de totalitaire samenleving die nota bene door ons politieke bestel, in dit geval, zelf wordt gefaciliteerd en betoelaagd. De wokegekte toont in de Beursschouwburg haar ware gelaat: dat van een viraal fanatisme dat heel de geschiedenis enkel en alleen wil verklaren vanuit een of andere blanke schuld die mij vreemd is en het heden ensceneert als een afrekening daarmee. Op die manier geraak je natuurlijk sociologisch in een bipolaire maatschappij en vooral in een intellectueel moeras.
Beste vrienden, ik verheug er mij dan ook op dat er eindelijk een gerespecteerde academicus als rector Sels opstaat met zijn pleidooi – een beetje too little too late, natuurlijk, maar hij doet het toch – om dingen in het correcte en vaak ook in het niet-politiek correcte perspectief te kunnen zien en zich af te zetten tegen het verlammende effect dat die polarisering en die wokegekte kunnen hebben op de academische wereld maar natuurlijk ook op de culturele creativiteit. En ik hoop, en ik verwacht van u, minister, dat u ook uw verantwoordelijkheid opneemt, net zoals rector Sels dat deed, en dat u hetzelfde gaat doen voor de cultuurwereld.
Ik heb een paar vragen voor u. Minister, bent u van oordeel dat dit soort met belastinggeld gefinancierde instellingen een permanent podium moeten geven aan dit antiblank racisme en dat wokeactivisme?
Aanvaard u dat met Vlaams overheidsgeld gesubsidieerde instellingen discrimineren in hun aanbod en dus activiteiten inrichten – het staat er letterlijk – die enkel en alleen toegankelijk zijn voor mensen met een bepaalde huidskleur? Als u daar geen graten in ziet, dan hoor ik graag hoe dat rijmt met de verschillende wetgevingen in ons land.
De laatste maar belangrijkste vraag is: welke stappen gaat u ondernemen om deze ronduit racistische voorstellingen, gesubsidieerd met Vlaams belastinggeld, in de toekomst te vermijden?
Ik kijk reikhalzend uit naar uw antwoord.
Minister-president Jan Jambon heeft het woord.
De missie van de Beursschouwburg is duidelijk, en ik citeer: “De Beursschouwburg is een multidisciplinair huis van kunst en reflectie, een open ontmoetingsplek met haar wortels verankerd in de Brusselse realiteit. Beursschouwburg functioneert als een platform voor presentatie en ontwikkeling van uiteenlopende kunstpraktijken en onderzoek. Een netwerk waarin try-out, experiment en ondersteuning voor kunstenaars, collectieven, denkers centraal staat. Een hub die normativiteit bevraagt en nieuwe verhalen verwelkomt.’’ Einde citaat.
De Beursschouwburg wordt ondersteund in het kader van het Kunstendecreet. Ze hebben voor de periode 2017-2022 dan ook een beleidsplan moeten opmaken waarin ze hun plannen hebben moeten voorstellen en hun lijnen hebben moeten verduidelijken. Deze plannen zijn beoordeeld door een beoordelingscommissie, en in de vorige structurele ronde werden ze zowel op zakelijk als op artistiek vlak als zeer positief beoordeeld. Ze hebben bij mijn weten het wokeactivisme en het antiblank racisme niet als een lijn in hun programma opgenomen. Overigens ga ik me als minister niet uitspreken over de specifieke programmatie, de artistieke keuzes die de organisatie maakt en de inhoud ervan. Dat heb ik hier al een paar keer gezegd.
Uw tweede en uw derde vraag ga ik samen behandelen. Het is duidelijk dat we geen discriminatie op basis van kleur, gender, achtergrond, leeftijd enzovoort als samenleving mogen tolereren. Vlaanderen streeft naar een inclusieve maatschappij met gelijke rechten en plichten voor iedereen: man of vrouw, hetero of holebi, autochtoon of allochtoon, jong of oud, gelovig of niet.
In mijn strategische visienota Kunsten heb ik daarom ook heel wat aandacht besteed aan het luikje meerstemmigheid in alle opzichten. Ik citeer graag uit deze visienota: “Recent stellen we echter binnen het internationale veld zorgwekkende tendensen vast. Tendensen die ervoor zorgen dat het oprechte streven naar een zo groot mogelijke diversiteit en inclusiviteit juist resulteert in het tegendeel, in een evolutie naar meer conformiteit en exclusiviteit. Deze problematiek gaat naar het hart van de kunsten. Censuur, zelfcensuur, intellectuele behaagzucht en hokjesdenken zijn in elk tijdvak en in elke cultuur de grootste bedreiging geweest voor creativiteit en de kunsten. De vrijheid van expressie draagt in zich het risico dat mensen zich beledigd kunnen voelen, instituties geschoffeerd worden en maatschappelijke conventies geridiculiseerd worden. Niemand moet het daarmee eens zijn, maar we hebben wel de verplichting in een vrije en democratische samenleving daarvoor respect op te brengen. En deze vrijheid van expressie te beantwoorden met onze eigen vrijheid van expressie. Net daarom is meerstemmigheid in de kunsten van primordiaal belang. Alle stemmen moeten aan bod komen, ook degene die wringen, die we liever niet horen, die we onaanvaardbaar vinden. Want wat wringt, ongehoord of onaanvaardbaar is, verschilt voor eenieder van ons. Als we de vrijheid van expressie van één iemand inperken, perken we de vrijheid van expressie van elk van ons in. We moeten er dan ook voor waken dat alle stemmen aan bod kunnen komen en streven naar werkelijke diversiteit en inclusiviteit.” Einde van het citaat uit mijn beleidsbrief.
Toen me de genoemde voorbeelden, die u ook stelt, ter ore kwamen, heb ik de organisatie onmiddellijk om meer uitleg gevraagd. Gisteren ontvingen we hen op mijn kabinet. Het is namelijk belangrijk dat iedereen zich welkom voelt in een door Vlaanderen gesubsidieerde organisatie. Het zich uitsluitend en exclusief richten op één bevolkingsgroep is een ongelukkig signaal. In het gesprek werd duidelijk dat dit niet hun intentie was en dat het ook openstond voor iedereen. We maakten hen bewust van de gevoeligheden en wezen hen op de ongelukkige communicatie hieromtrent. Na afloop van het gesprek bevestigden ze dat ze de gevoeligheden ter harte zouden nemen. Wordt dus verder opgevolgd.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Eerst en vooral ben ik verheugd dat u duidelijk actie hebt ondernomen. Dat is zeer goed, dat is een zeer positief signaal dat de Vlaamse overheid dergelijke situaties niet zomaar laat passeren. Ik ben blij dat u hen ook op uw kabinet hebt ontvangen. Maar natuurlijk, als ik het goed begrijp, zijn er geen verdere sancties aan verbonden omdat zij zeggen dat ze het niet zo bedoeld hadden. Als iemand op zijn Facebookpagina of bij een evenement duidelijk zegt dat dit evenement of deze activiteit enkel toegankelijk is voor zwarte mensen, hoe kan men dat dan in godsnaam niet zo bedoeld hebben? We kunnen hier allemaal wel lachen en politieke tegenstanders zijn, maar we zijn hier toch niet naïef. Als iemand zoiets post, als iemand zoiets schrijft, weet die maar al te goed wat hij bedoelt. Dan bedoelt hij niet ‘bij voorkeur zwarte mensen, maar we verwelkomen iedereen’. Neen, dan zegt die: ‘enkel zwarte mensen komen binnen’. Dat is een overtreding die ook gesanctioneerd moet worden. Dus naar mijn mening hebt u de eerste stap goed gedaan. Dat is die mensen om uitleg vragen, dat is wat u altijd zou moeten doen in die situatie. U moet uiteraard niet zomaar sanctioneren zonder eerst de partijen te horen. Maar dat blijft dan weer zonder gevolg. U zult zien dat de volgende keer – misschien is het dan een ander toneelhuis of een ander cultuurhuis – gewoon weer hetzelfde gebeurt, aangezien u hier te laks in optreedt.
Ik heb nog een bijvraag. Wij hebben hier gisteren lang gedebatteerd tijdens de Septemberverklaring. Dat is ook niet onlogisch, we hebben veel dingen gehad om over te discussiëren: besparingen allerhande. Ik denk aan het groeipakket, de 100 miljoen euro op het onderwijs, enzovoort. Enfin, het is gisteren uitvoerig besproken. Maar wat daar niet is gezegd, is of er natuurlijk ook nog iets op de cultuursector beknibbeld kan worden. Ik denk dan: ja, je zal het maar zijn, dat je groeipakket daalt, dat je straks moet besparen, dat je koopkracht zelfs kan dalen, maar dat diezelfde Vlaamse overheid wel voor miljoenen euro’s blijft uitdelen aan subsidies. Dus dan is mijn vraag aan u, minister-president: zal er ook beknibbeld worden op die subsidies? En zo ja, heb ik u hier al een kans gegeven om dat te doen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Collega Brusselmans, ik dacht eerst niet tussen te komen, maar aangezien ik maandag aanwezig was bij de opening van het academiejaar in Leuven, vind ik het een beetje mijn plicht om u toch te wijzen op het feit dat rector Sels het ten eerste misschien niet zo fijn vindt om hier geciteerd te worden, en dan ook nog foutief – hij wil natuurlijk ook politiek onafhankelijk zijn –, maar ook op het feit dat die speech over academische vrijheid ging en vrijheid van meningsuiting. Hij heeft het hele spectrum bestreken, van antivaxers, allerlei aanvallen op de wetenschap vanuit een eerder extreemrechtse hoek – laten we het daar maar situeren – en uiteraard ook de extremistische woke. Hij heeft namelijk ook gezegd dat de wokebeweging ons heeft wakker geschud, dat we ons soms nauwelijks bewust zijn van het racisme dat in ons zit. Ik vind het heel belangrijk dat dat gebeurt, dat wij wakker geschud worden. Aan de andere kant, de extremen, bijvoorbeeld dat we een bepaald gedicht niet meer zouden mogen laten vertalen door een blanke vertaler, dat zijn zaken die hij heeft aangehaald als voorbeelden die niet kunnen. Maar hij heeft ook andere voorbeelden aangehaald. Ik heb nadien nog met professoren gesproken die werkelijk bedreigd zijn, die politiebescherming nodig hebben gehad. Daar ging het om. Academische vrijheid moeten wij hier te allen tijde verdedigen. Dat is grondwettelijk verankerd. Daar ging het om. U gaat daar dan één aspectje uithalen, dus ik vond dat we daar toch even wat nuance moeten aanbrengen. Ik weet niet op welke universiteit u bent opgeleid, maar de KU Leuven leidt mensen in nuance op. Zo werd dat daar gezegd. En ik hoop dat we ook in deze commissie nu en dan de nodige nuance kunnen aanbrengen.
Ik heb niet echt een vraag, maar ik vond dat we dit niet zomaar konden laten passeren.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat u in dezen juist gehandeld hebt. U hebt die lijn ook altijd aangehouden. Het is niet aan een minister om in de concrete programmatie van instellingen in te breken. Dat hebt u hier correct gesteld. We moeten de artistieke vrijheid altijd vrijwaren en het is op zich een goede zaak dat de Beursschouwburg zich op verschillende bevolkingsgroepen richt, omdat we op die manier een toenadering vinden naar groepen die we anders minder bereiken. De vraag of dat exclusief voor één groep moet worden opengesteld, dat kan en mag inderdaad niet de bedoeling zijn. Maar ik denk dat u in dezen heel correct hebt opgetreden. Bedankt daarvoor.
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, het mag nooit de bedoeling zijn dat wij bepalen, dat de overheid bepaalt wat er op het podium vertoond wordt. Dat zou het einde zijn; dan heb je geen democratie meer. Ik heb ergens gelezen dat een bepaald land nu ook gaat bepalen wat in realityshows moet komen. Laat ons hopen dat we daar heel ver weg van blijven, want dat mag de bedoeling niet zijn.
Ik vind uw optreden om uitleg te vragen ook correct. Ik heb het ook eens bekeken: een overvloed aan Engels, je moet soms zoeken naar het Nederlands, dus dat mag wat meer voor een gesubsidieerde instelling. Ik kan begrijpen dat je internationaal wilt gaan, maar er moet toch een gezond evenwicht zijn.
Inderdaad, alles kan, en we moeten ons niet moeien in de programmatie. Natuurlijk, als men overgaat tot: ‘Jij komt er niet in, omdat je dit of dat bent of omdat je bepaalde onderdelen hebt aan je lichaam die behoren tot een bepaalde groepering’ – laat het ons zo zeggen, mannen bijvoorbeeld –, dan denk ik wel dat dat te ver gaat. Dat is ook wel gestipuleerd en ik denk dat de mensen van de Beursschouwburg dat ook wel weten.
Maar, laat ons eerlijk zijn, laat ons niet naïef zijn: op dit ogenblik waait er een bepaalde wind door onze cultuurinstellingen. Er wordt gezegd dat we een diversiteit aan stemmen moeten horen, maar die horen we niet altijd. Ik heb zelf een uitnodiging ontvangen van het Nederlands Toneel Gent (NTGent) voor een reflectiedag. Ik vind het fijn dat men reflecteert over hoe men omgaat met zijn theater ten opzichte van het politieke klimaat of het klimaat tout court. Maar als je dan ziet dat de sprekers en genodigden niet altijd getuigen van diversiteit – we hebben de heer Hillaert, een theaterrecensent, dat is oké; de heer Kanobana; dan het Burgerparlement, dat een ecologische noodtoestand wil uitroepen; Sébastien Hendrickx, die het Autosalon een Leugensalon noemt; een grote volksassemblee die begeleid wordt door een tiental facilitatoren, met dank aan Extinction Rebellion –, ik vind dat allemaal wel oké, maar het zou toch fijn zijn mochten onze cultuurhuizen zich ook openstellen voor alles, niet louter één waarheid. Ik denk dat dat toch wel een aandachtspunt is voor mensen. Wat niet wegneemt dat ik heel graag naar NTGent ga voor de opvoeringen daar, laat dat zeer duidelijk zijn. Maar dat wilde ik toch even meegeven: als men oog heeft voor diversiteit, dan moet men toch wat openstaan voor diverse gezindten. Dat is een warme oproep die ik hierbij zou willen doen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik zou even willen reageren op de repliek van de heer Brusselmans. We komen uit een heel moeilijke en zware periode. Het was zwaar voor de hele maatschappij, maar het allerzwaarste was het toch wel voor de cultuur- en evenementensector. Ze hebben anderhalf jaar niet kunnen werken. Wij wel; wij kunnen ons dat niet inbeelden wat het betekent om een volledig lege agenda te hebben, om geen inkomsten te hebben vanwege iets waar je niets aan kunt doen. En daar dan op willen besparen, mijnheer Brusselmans, zoals u voorstelt … (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
Ik vind het net heel sterk dat de minister-president voor de eerste keer – en ik buig daarvoor nederig het hoofd – in een besparingsoperatie de cultuursector heeft weten te ontzien. Ik vind dat waanzinnig goed. Dat betekent dat men binnen de Vlaamse Regering goed weet dat de cultuursector heel zwaar heeft afgezien, dat daar stilaan het vet van de soep is na de zoveelste besparingsoperatie. Uiteraard zult u mij niet horen zeggen dat we niet altijd op zoek moeten gaan naar innovatie en efficiëntiewinsten en dat het allemaal moet …
Nu bent u wel heel ver van de vraag aan het afdwalen, mevrouw D’Hose.
Ik wil gewoon zeggen: de heer Brusselmans stelt dat er bespaard moet worden op Cultuur, maar ik zou dat ten stelligste willen bestrijden. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
Ik zou zelf ook nog heel kort willen reageren. Minister-president, ik was eigenlijk tevreden met uw antwoord.
Ik vind het wat vreemd dat de heer Meremans enerzijds zegt tevreden te zijn dat onze instellingen autonoom zijn en dat er geen inmenging is, maar dan zegt te willen ingrijpen op de programmatie van een denkdag van NTGent – want daar kwam het toch bijna op neer.
Dat heb ik niet gezegd! Neem me niet kwalijk, maar dat heb ik niet gezegd! U gaat erover, mevrouw, u gaat erover!
Ik heb het woord, mijnheer Meremans, ik heb het woord.
Ik vind dat niet kunnen!
En dan vind ik het ook wel altijd vrij hypocriet dat het Vlaams Belang ons waarschuwt voor totalitair gedachtegoed. ‘Als je het er niet mee eens bent, hoepel dan op.’ Het feit dat u plots verontwaardigd bent over groepen of mensen die zich beledigd voelen, terwijl jullie natuurlijk zelf niets anders doen, met ‘de linkse leerkrachten zullen de rekening gepresenteerd krijgen’ enzovoort. Dat is dan niet totalitair, dat zijn dan geen bedreigingen, dat is dan tolerant. Ik dacht het niet, hé. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
De toon van uw vraag, mijnheer Brusselmans, is bij momenten toch echt wel heel hilarisch en hypocriet. Laat het ons daar misschien ook over eens zijn.
Voor u heb ik geen verdere vragen, minister-president, want ik was eigenlijk wel tevreden met uw antwoord. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Er bestaat geen persoonlijk feit in een commissievergadering. We gaan over naar de volgende vraag. (Opmerkingen van Marius Meremans en Filip Brusselmans)
U verkondigt hier leugens! Dat kunt u niet zomaar!
De minister-president krijgt nog tijd voor een antwoord en dan volgt het slotwoord van de heer Brusselmans.
Mag ik een deel van mijn spreektijd aan de heer Meremans geven? Dat mag niet, zeker? (Opmerkingen van de voorzitter)
Totalitair. (Gelach. Opmerkingen van Marius Meremans)
Wat had u willen zeggen, mijnheer Meremans? Dan zal ik dat in mijn antwoord vermelden.
Dat ik nooit zou ingrijpen in programmatie. Nooit. Ik heb enkel opgeroepen tot meer diversiteit.
Is er iemand anders die deze vergadering wil voorzitten?
Altijd kandidaat.
Ik zal dat doen.
Blijkbaar heeft de voorzitter geen impact meer, worden de regels niet gevolgd, worden de spreektijden van ministers doorgegeven aan parlementsleden. Dat is goed, maar niet met mij. Zo organiseren we deze vergadering niet. Wie is de eerste ondervoorzitter? Mevrouw Brouwers? (Opmerkingen)
Ah, de heer Meremans. (Gelach)
Voilà, u hebt het woord en u doet wat u wilt.
Mag ik nu antwoorden op de heer Brusselmans?
De heer Meremans zal u het woord geven, minister-president, als hij daar zin in heeft. De heer Meremans beslist over vragen van andere mensen zonder goede redenen, de heer Meremans doet altijd zijn zin. Voilà, hij zal compleet los van alle regels deze vergadering leiden. (De voorzitter verlaat de vergadering.)
– Marius Meremans treedt als voorzitter op.
Ik dacht een rustige donderdagochtend te hebben, maar ik ben eraan voor de moeite.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er zijn nog twee vragen van de heer Brusselmans.
Ik zal eerst antwoorden op de vraag waarom ik niet direct sanctioneer. Ja, mijnheer Brusselmans, het is een manier van werken om eerst in gesprek te gaan met de organisatoren. Als de organisatoren zeggen ‘ja, het is inderdaad wat te eenzijdig georganiseerd en we gaan daar in de toekomst op toezien’, dan is dat voor mij in eerste instantie voldoende. Mensen hebben het recht een fout te maken en dan hun fout weer recht te zetten. Ik zal dat blijven opvolgen, maar ik wil niet in een maatschappij terechtkomen waar je bij de eerste kleine misstap onmiddellijk sancties boven het hoofd hebt. Als er een verbintenis is, of een toegeving van die mensen dat ze het inderdaad op een andere manier hadden moeten aanpakken en dat ze dat ook in de toekomst zo ter harte zullen nemen, dan is dat voor mij voorlopig voldoende. Maar goed, daarover kunnen we van mening verschillen.
Ik dacht eigenlijk, eerlijk gezegd, in de commissie Cultuur ongeveer van op alle banken applaus te krijgen dat we Cultuur hebben kunnen vrijwaren. U zegt ‘na een moeilijke periode’, maar zelfs als het geen moeilijke periode geweest was, denk ik dat het een goede zaak is voor onze samenleving dat er op de middelen van Cultuur niet ingeboet wordt. Maar goed, blijkbaar is dat voor Vlaams Belang minder belangrijk. Ik zou eigenlijk graag eens horen waar u de besparingen op Cultuur zou zien zitten. Moeten we de opera sluiten? Moeten we de subsidies van de Vlaamse Volksbeweging afpakken? Ik bedoel: ik zou eens graag horen waar dat moet zitten. We gaan niet besparen op Cultuur, maar dat wil niet zeggen dat in de nieuwe periodes die er nu aankomen, waar bijvoorbeeld kunstinstellingen hun dossiers indienen, geen verschuiving gaat gebeuren van toezegging van de middelen. Dat is dan weer iets anders. Maar de pot waarover we beschikken om het cultuurbeleid in dit land, in Vlaanderen gestalte te geven, zal ongeveer een van de enige posten in onze begroting zijn waar niet op ingebonden wordt. En ik dacht daar van de commissie Cultuur unaniem lofbetuigingen voor te krijgen, maar het zal dus unaniem min het Vlaams Belang zijn.
De heer Brusselmans heeft het slotwoord.
Collega’s, ik weet dat het donderdagochtend is. Het was gisteravond laat, maar drink twee tassen koffie, word eens wakker. Heb ik daarnet gezegd dat er moet bespaard worden op de cultuursector? Lees het verslag erop na. Ik heb gezegd: ‘minister, gaat u besparen op de cultuursector?’ en ‘hier hebt u een voorbeeld'. Waarmee ik wil zeggen dat er selectief, gericht binnen die sector, binnen heel dat cultuurdomein echt nog wel dingen zijn die het met minder kunnen doen. Dat dit soort activisme en antiblank racisme gesubsidieerd wordt met Vlaams belastinggeld, dat kan niet. En moeten we daarom op de opera en de Vlaamse Volksbeweging besparen? Dat hoor ik dan van een minister die zelfs de Vlaamse Vredesvereniging (VOS) geen frank meer wil geven. Maar goed, dat daarop dan moet bespaard worden heeft er helemaal niets mee te maken. Daarover gaat het niet.
Ik stel alleen vast – en ik sluit af, voorzitter – dat gisteren besparingen door de strot worden geramd van Vlamingen die een eerste huis hebben gekocht en die nu geen meeneembaarheid meer hebben. Ik stel vast dat er op het groeipakket bespaard wordt. Ik stel vast dat er op Onderwijs bespaard wordt. Maar als het gaat over het subsidiëren van antiblank racisme, van theatervoorstellingen waar alleen zwarten welkom zijn, dan zegt u: 'keigoed', en dan zeggen mevrouw D’Hose en de Open Vld: ‘Daar buig ik het hoofd voor.’ Alsjeblieft, zeg! (Opmerkingen)
Minister-president Jambon heeft het woord.
U vraagt om het verslag na te kijken. Heb ik ooit gezegd dat dat ‘keigoed’ was? Heb ik die mensen niet op het matje geroepen om te zeggen: ‘dit kan niet’? Dat was mijn antwoord. Ik heb die mensen op het matje geroepen en er een gesprek mee gevoerd en we zijn tot de conclusie gekomen dat het inderdaad verkeerd is aangepakt. Ik denk dat dat het tegenovergestelde is van te zeggen: zo moet het nu in het vervolg. Mijnheer Brusselmans, dit heeft ook zijn rechten.
De heer Brusselmans heeft het laatste woord.
Het is natuurlijk niet omdat u met iemand op de koffie gaat en die eens zachtjes op de vingers tikt dat u daarmee iets verandert. Ik geef u elke maand met schriftelijke vragen, met mondelinge vragen een resem aan voorbeelden van dit soort activisme waar echt op bespaard kan worden, en u doet daar niets aan. Dat is wat ik vaststel. En wie er niets aan doet, die vindt dat toch goed? Als u het niet goed vindt, doe er dan iets aan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.