Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, sinds de intrekking van de erkenning van netwerkradio 2, BNL, is het wachten op het opnieuw vrijgeven van dit pakket. Eind april heb ik hierover al een vraag om uitleg gesteld en toen zei u dat u en uw kabinet verschillende pistes aan het onderzoeken zijn of waren. Intussen zijn we reeds zes maanden verder en tot mijn spijt zie ik niets bewegen. Ter herinnering, collega’s: de intrekking was het gevolg van een klacht van andere rechtspersonen die ook deel hadden genomen aan de erkenningsronde in 2017, maar het niet hebben gehaald. Zoals wel vaker gebeurt in de radiowereld begint men dan te procederen en ditmaal met succes. Waarom? Omdat decretaal natuurlijk die FM-frequenties effectief moeten worden gebruikt en BNL daar toen niet volledig gebruik van maakte. Het is dan toch bevreemdend, vind ik, dat de overheid enerzijds wel die erkenning intrekt omdat ze niet uitzenden en FM-frequenties wel degelijk allemaal moeten gebruikt worden – daar zijn we het hier allemaal over eens –, maar dat dan langs de andere kant diezelfde overheid maanden talmt om die frequenties terug vrij te geven.
En inmiddels is ook de oproep tot kandidaatstelling voor de landelijke frequentiepakketten verschenen in het Staatsblad. Helaas moet ik vaststellen dat er voor het frequentiepakket 2 geen oproep is verschenen. Daar wordt dus eigenlijk niets mee gedaan. Het zijn nochtans 17 behoorlijk goede, stedelijke FM-frequenties die een specifiek Vlaams profiel moeten hebben. Die zijn nu al maanden ongebruikt en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Ik wijs er u trouwens op dat er eerder ook al een erkenningsronde werd georganiseerd voor een beperkt aantal frequenties, met name in 2007, toen nog met minister Bourgeois, als ik me niet vergis. Het kan dus zeker, het is zeker een optie, maar u lijkt het vooralsnog niet van plan. Daarom heb ik volgende vragen voor u.
Kunt u mij eerst en vooral een stand van zaken geven omtrent de eventuele vrijgave van netwerkradio frequentiepakket 2?
In tweede instantie, welke pistes worden of werden er door u concreet onderzocht? U zei dat u pistes aan het onderzoeken was. Wel, ik vraag me in alle eerlijkheid af wat er dan precies onderzocht moet worden. Dat is me niet goed duidelijk.
De derde vraag is de volgende. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat dit pakket eventueel als een soort troostprijs gebruikt gaat worden voor de speler die de beautycontest, de erkenningsronde die op dit moment gaande is, verliest. Dat is louter gebaseerd op vermoedens, vandaar dat ik ook de vraag stel. Het doet bij mij een belletje rinkelen als ik zie dat Telenet en SBS zich op het laatste moment nog terugtrekken. Dit wordt dan niet vrijgegeven. Misschien zie ik spoken, maar dan hoor ik graag van u welke spoken ik zie.
Ten vierde, welke andere initiatieven plant u nog omtrent deze problematiek?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Brusselmans, dank voor de vraag over netwerkradio BNL op frequentiepakket 2. U verwijst naar de Vlaamse overheid, dat klopt, maar u weet dat het de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) is die als autonome instantie beslist over de intrekking. Ik heb daar niets mee te maken, en dat is maar goed ook. Dat is de toepassing van het Mediadecreet. Het zijn zij die de naleving van de verschillende bepalingen en voorwaarden opvolgen en die hebben vastgesteld dat er wat BNL betreft een groot probleem is. Dat heeft hen tot intrekking doen besluiten. Ik heb daar natuurlijk akte van genomen. Het klopt dat er vandaag over de vrijgave van frequentiepakket 2 nog geen definitieve beslissing is genomen. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat de focus vandaag op de erkenningsronde voor de landelijke radio-omroepen ligt en de volledige aandacht verdient van mijn administratie, maar het spreekt voor zich dat we ook op dit dossier aan het verder werken zijn.
U verwijst er terecht naar dat zo’n frequentie een schaars goed is, dat het iets is wat de overheid in beheer heeft en dat waarde heeft. We moeten daar dus op een zeer zorgvuldige manier mee omgaan. Dat verklaart ook waarom we hier niet over één nacht ijs gaan. We willen dat zeer grondig bekijken. Ik heb effectief in antwoord op uw eerdere vraag aangegeven in deze commissie dat we samen met ons departement de verschillende opties aan het onderzoeken zijn. Zowel op juridisch vlak, op beleidsmatig vlak als op technisch vlak. We moeten daar toch wel de nodige tijd voor nemen.
Wat daarentegen niet op tafel ligt, is om dat te zien als een troostprijs, zoals u het omschrijft, voor kandidaten die geen landelijk pakket binnenhalen. Die twee dossiers zijn, wat mij betreft, volledig gescheiden. Het spreekt ook voor zich dat volgens het Mediadecreet erkenningen niet kunnen worden toegekend als een soort van troostprijs in andere dossiers. Op basis van het Mediadecreet en de uitvoeringsbesluiten daarbij en geïnspireerd door Europese beginselen inzake eerlijke mededinging, worden de erkenningen voor netwerkradio’s toegekend op basis van een beautycontest. Dat is, denk ik, een zeer gezond principe, veel gezonder dan de logica van een troostprijs. Maar we onderzoeken dus alle verschillende pistes.
Andere initiatieven ter zake plan ik niet. We zijn nu bezig met de erkenning van de landelijke radio-omroepen en we zullen ook rond frequentiepakket 2 zo snel mogelijk tot besluitvorming komen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Dank voor uw antwoord, minister.
Wat u zegt over de VRM klopt, maar u bepaalt natuurlijk wel de contouren; u bepaalt de voorwaarden. Ik wil toch op dat vlak nog even het volgende in herinnering brengen. BNL stond klaar om de tekortkomingen die hun terecht werden aangepraat, de fouten die ze hadden gemaakt of de dingen waarmee ze in strijd waren met het decreet, van de baan te helpen. Dat heb ik u in april ook verteld, u weet dat, want ze hebben ook verschillende keren contact proberen op te nemen met het kabinet. Ik heb de vraag hier op tafel gelegd. Ik ga absoluut niet de advocaat van BNL spelen, dat is niet aan mij, maar ze stonden klaar. Ze hadden zich in regel kunnen stellen met het decreet. Het is een beetje zuur of toch een beetje raar om nu te zien dat met het pakket al zes maanden niets meer wordt gedaan.
Ik hoor u vertellen – of ik lees tussen de woorden door – dat uw aandacht op de erkenningsronde ligt die nu bezig is. We zullen dus moeten wachten tot die hele procedure achter de rug is. Dan zijn we weer bijna een jaar verder. Dan gaan we bijna anderhalf jaar met ongebruikte frequenties gezeten hebben, terwijl u toen een andere beslissing had kunnen nemen en aan tafel had kunnen gaan zitten met BNL. Ik stel me dus zeer de vraag waarom u dat niet hebt gedaan, waarom u hun die kans niet heeft gegeven. En in tweede instantie vraag ik u dan of u effectief gaat wachten tot heel deze beautycontest achter de rug is vooraleer hier stappen in te ondernemen. Want u zegt dat u verschillende pistes onderzoekt, maar met alle respect: we zijn al zes maanden verder. Ik weet niet hoeveel pistes er te onderzoeken zijn, dat valt wel mee. Op zes maanden moet men toch heel wat kunnen gedaan krijgen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, de erkenning van netwerkradio 2 is stopgezet en ondertussen weten we niet goed wat er met dat schaarse goed van die frequenties te gebeuren staat. U zegt dat u het gaat onderzoeken. Dat juichen we natuurlijk toe. Maar ik heb toch wel de vraag of u enig idee hebt over de timing. Want we zitten ondertussen ongeveer in de helft van de looptijd die netwerkradio’s hebben gekregen. Stel dat er iemand nieuw in het veld een netwerkradio met Nederlandstalige muziek wil gaan uitproberen, dan moet het ook nog economisch rendabel zijn. Ik denk dat we ook niet te lang meer kunnen wachten om klaarheid te scheppen wat ermee gebeurt. U hebt gezegd dat u het gaat onderzoeken, maar hebt u enig idee van de timing?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het frequentiepakket is ondertussen al zes maanden ongebruikt. Doe er nog eens een jaar bij en het is anderhalf jaar ongebruikt. Ook vanuit onze fractie is er, één, de vraag waarom het zo lang duurt, twéé, de vraag wat er nog precies onderzocht moet worden en, drie, wat de concrete timing is om hierin vooruit te gaan. Want ook van onze kant was er de vrees dat door het wachten met de aanbesteding, netwerk 2 troostprijs of pasmunt zou kunnen worden voor de verliezende nationale kandidaat van de gegadigden die meedingen naar het nationaal pakket. U ontkent dit. Maar niets zal kunnen beletten dat die verliezer op een of andere manier zal kunnen indienen, en dan dreigen we eigenlijk de doelstelling om echt te gaan gunnen voor een zender met een specifiek Vlaams profiel, te missen.
We mogen ook niet vergeten dat er nog procedures lopen bij de Raad van State voor de netwerkradiofrequentiepakketten 3 en 4. Stel dat we ondertussen frequentiepakket 2 al kunnen toewijzen, dan zou dat ook een oplossing kunnen betekenen voor die procedures die nog bij de Raad van State liggen. Omdat de winnaar dan misschien de procedure zou kunnen staken. Dus ook van onze kant zijn er vragen naar het waarom, wat moet er nog precies onderzocht worden en wat is de precieze timing van de vooruitgang die u wilt maken in het dossier.
De heer Vandaele heeft het woord.
Het voorval wijst er ons in elk geval ook weer op, collega’s, hoe belangrijk het is om goede waterdichte procedures te hebben, met voorwaarden enzovoort. Maar we weten ook wel hoe moeilijk dat is. Dat hebben we door de jaren heen tot onze eigen scha en schande kunnen ervaren. We zijn ook benieuwd naar de afloop van de beauty contest voor de landelijke zenders, maar het idee om die netwerkradio als een soort troostprijs te gebruiken lijkt ons niet meteen voor de hand te liggen. Het is ook een andere dekking. Ik denk dat je dan de deur openzet voor nieuwe procedures en nieuwe beroepen en opnieuw discussies krijgt waar niemand blij van wordt.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, u had het over onderzoek op beleidsmatig vlak. Eerder dit jaar had u het erover misschien een evaluatie te doen van de complete netwerkradio-omgeving omdat de hervorming ongetwijfeld een dynamiek in dat landschap op gang heeft gebracht. Bij elk pakket hebben we toch wel strubbelingen gezien. Ik vroeg me af of u met dat beleidsmatig onderzoek die evaluatie naar de hele netwerkomgeving bedoelt, of is dat een apart traject? Is dat bezig? Wanneer verwacht u daarover eventueel resultaten en conclusies te kunnen meedelen?
Minister Benjamin Dalle heeft het woord;
Ik ga misschien starten met nog even in te gaan op de link met het landelijk dossier. Die is er, voor de duidelijkheid, niet. Waarom zeg ik dat? Ten eerste, zoals ik al zei, is er in het Mediadecreet geen weg voorzien voor kandidaten bij de netwerkradio’s of kandidaten bij de landelijke radio’s om vandaaruit verder te gaan in een andere procedure. Dat zijn afzonderlijke procedures. Ten tweede, collega Vandaele verwees ernaar: het spreekt voor zich dat de dekking ook verschillend is, en dus dat het een ander soort radiodossier is. Tot slot, het Vlaams profiel van netwerkradiofrequentiepakket 2 betekent ook dat kandidaten voor een landelijk dossier niet automatisch in aanmerking komen voor dit pakket, mocht daar een beautycontest zijn. Wel integendeel, we gaan de komende maanden de analyse doen van de vier ingediende dossiers, maar ik heb op het eerste gezicht niet de indruk dat er een uitgesproken Vlaams profiel is, in de zin van frequentiepakket 2. Dus diezelfde dossiers kunnen, lijkt mij, niet zomaar ingediend worden hiervoor. Dat zou dan een totaal ander dossier moeten zijn. Ik wil heel duidelijk zijn dat er tussen de beide dossiers geen link is.
Wat de timing betreft, begrijp ik het ongeduld van een aantal collega’s zeer goed. Ik ben daarin ook zeer ongeduldig, maar we moeten wel rekening houden met een aantal zaken. Ten eerste, een intrekking kan het voorwerp uitmaken van een beroep bij de Raad van State. BNL had daar, na betekening, zestig dagen voor. BNL heeft dat uiteindelijk niet gedaan. Dat was wel mogelijk geweest, en dat zou natuurlijk de context hebben veranderd. Ik had, collega Brusselmans, niet de mogelijkheid om met BNL te onderhandelen over het voldoen aan de voorwaarden binnen het Mediadecreet. Ik wil er trouwens op wijzen dat BNL verschillende keren de mogelijkheid heeft gehad om zich te conformeren aan de voorwaarden die gesteld worden in het Mediadecreet, zoals verduidelijkt door de VRM, en dat zij hebben nagelaten om dat op een afdoende manier te doen. Zij hebben die kans gekregen. Niet bij mij, maar bij de VRM, en ze hebben dat niet gedaan. Ze hebben vervolgens ook geen beroep ingediend bij de Raad van State. Dat maakt dat ik niet zomaar met hen kan onderhandelen. Ik kan hen ook niet opnieuw erkennen op basis van hun dossier. Bij een intrekking is dat juridisch niet mogelijk, mocht het al wenselijk zijn, waar ik in dit geval zeker ook twijfels bij heb.
Wat de timing betreft en het proces, collega Coenegrachts: dat is inderdaad ook een beleidsmatige zaak. De vier netwerkpakketten zijn effectief nog niet zo lang geleden gecreëerd. We hebben toch wel signalen dat het op het vlak van de leefbaarheid van die pakketten voor de radio’s verre van evident is. Dat heeft onder meer te maken met de dekkingsgraad. We zijn inderdaad grondig aan het bekijken of de huidige organisatie met de vier netwerkpakketten zoals ze vandaag zijn samengesteld, wel de optimale situatie is met het oog op de leefbaarheid van die betrokken radio’s. Dat maakt het voor mij ook niet evident om heel snel daarover te beslissen. Ik neem me wel voor om tegen het einde van het jaar aan besluitvorming toe te komen. Ik weet dat, als men een datum uitspreekt, men er nadien op wordt aangesproken. Dat is een middelenverbintenis. We zullen toch proberen om tegen het einde van het jaar tot besluitvorming te komen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, ik ben hier niet de advocaat van BNL. Maar ik moet wel zeggen dat ik de situatie een beetje wrang vind. Zeker omdat het dossier dat voorlag bij de VRM niet meer actueel was. Er werd gekeken naar een dossier van drie jaar geleden, dat was een totaal andere situatie. Enfin, we hebben het hierover gehad in de commissie.
Tot slot, nu we het toch over de landelijke procedure en de beautycontest hebben. Vorige week raakte bekend dat de VRT-zenders voor het eerst in de radiogeschiedenis onder 60 procent marktaandeel zakten. Het zijn de commerciële zenders Qmusic en Joe FM, beide van DPG, beide kandidaat ook, die aan de winnende hand zijn in de strijd om de luisteraar. We weten dat toch zeker één iemand bij deze schoonheidswedstrijd bot zal vangen en afvallen. In dat kader zullen we het debat opnieuw moeten openen, als we de hele koek zien die de VRT neemt uit de FM-frequenties en daarbij vaststellen dat het marktaandeel blijft dalen en dat er bij commerciële spelers sterke dossiers voorliggen. Ik heb de luistercijfers nu niet bij de hand, maar als dat sterke spelers zijn, dan gaan we toch eens moeten heroverwegen of er niet te veel FM-frequenties bij de VRT zitten. Maar laat ons dat debat houden voor de volgende weken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.