Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, collega’s, ik wil eerst even benadrukken dat wat de vaccinaties betreft, bijna alle vaccinatiecentra – voor zover ik daar een zicht op heb – uitstekend werk hebben geleverd, met overigens ook in het gros van de gevallen, prima begeleiding door de lokale besturen. Maar toch is één burgemeester verantwoordelijk voor een zekere smet op die uitstekende reputatie, met name Veerle Heeren, die het nodig vond haar functie te misbruiken om zichzelf en haar entourage met voorrang te laten vaccineren. Toen dat aan het licht kwam, heeft Veerle Heeren eerst een en ander ontkend, vervolgens de waarheid geweld aangedaan en ten slotte, na veel politieke en maatschappelijke druk, heeft ze zich een tijdje teruggetrokken uit haar functie als burgemeester. Dat terugtrekken duurde welgeteld 66 dagen. Toen is ze opnieuw als burgemeester van Sint-Truiden aan de slag gegaan, zonder overigens het rapport van Audit Vlaanderen ter zake af te wachten.
Dat rapport van Audit Vlaanderen is er sinds half augustus en is naar verluidt zeer duidelijk. Even terzijde, minister, het stoort me wel dat een dergelijk rapport van een Vlaamse overheidsdienst over het functioneren van een uitvoerend mandataris niet openbaar wordt gemaakt. Mocht dat wel gebeuren, zou dat de transparantie en het imago van het politieke gebeuren ten goede komen. Ik zal dan ook nog volgens de geijkte procedure formeel verzoeken om dat rapport op zijn minst met dit parlement te delen, volgens de regels uit het reglement van dit huis.
Uit wat intussen tijdens de voorbije maanden in de pers is verschenen, blijkt dat in het rapport van Audit Vlaanderen staat dat burgemeester Veerle Heeren een ernstige deontologische fout heeft gemaakt en in volle coronacrisis het vertrouwen van de burgers en de overheid heeft geschaad door zichzelf en haar ruime entourage vroegtijdig te laten vaccineren. Uit het rapport bleek bovendien dat niet enkel de burgemeester zelf, maar ook haar kabinetschef een lijst met namen had doorgegeven van mensen die sneller moesten worden gevaccineerd. De burgemeester en haar kabinetschef hebben dus hun voorbeeldfunctie misbruikt om hun entourage sneller te laten vaccineren. Een dergelijke politieke zelfbediening is totaal onverantwoord en moreel verwerpelijk.
In Sint-Truiden vervolgens werd over het rapport een door CD&V en de andere meerderheidspartijen georkestreerde gemeenteraad georganiseerd op 30 augustus. Van een debat was toen helemaal geen sprake. Burgemeester Heeren nam zelfs niet eens het woord. De hele zitting was echt wel een bespottelijke en beschamende schijnvertoning.
De lokale coalitiepartijen, N-VA en Open Vld, wachten intussen het onderzoek van de Limburgse gouverneur af, evenals uw eigen oordeel, minister, inzake de tuchtprocedure. Er zijn mijns inziens nochtans maar twee mogelijke oplossingen: ofwel neemt mevrouw Heeren eindelijk zelf verantwoordelijkheid voor haar deontologisch onverantwoorde wanpraktijken en treedt ze zelf af, ofwel moet ze via de lopende tuchtprocedure worden afgezet. Wat die tuchtprocedure en eventuele sancties betreft, ligt de bal in uw kamp, minister.
Beschikt volgens u de burgemeester van Sint-Truiden, na het kritische rapport van Audit Vlaanderen, nog over het morele gezag om burgemeester te blijven? Wat is de stand van zaken in het onderzoek, dat loopt samen met u en uw diensten, van de gouverneur? Start u uiteindelijk een tuchtprocedure? Welke stappen wilt u in dit dossier nog nemen?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u zult begrijpen dat zolang de tuchtprocedure loopt, ik gehouden ben aan een grote terughoudendheid. Ik moet dat doen door de wettelijke bepalingen ter zake en om te voorkomen dat de legitimiteit van een eventuele latere beslissing in vraag zou kunnen worden gesteld, voor een rechtbank bijvoorbeeld.
U betreurt dat het rapport van de gouverneur niet openbaar wordt gemaakt. Ik moet daarvoor verwijzen naar het Bestuursdecreet. De regelgeving van openbaarheid van bestuur bepaalt dat stukken die deel uitmaken van een lopende tuchtprocedure, niet aan openbaarheid onderhevig zijn. Met andere woorden: ik kan of mag op basis van de decreten die u als parlementslid en die het parlement maakt, die stukken niet openbaar maken. Dat zou een fout zijn die aangerekend zou kunnen worden in de loop van de tuchtprocedure. Ik zou bovendien geen respect betonen aan dit parlement. Indien dit parlement anders oordeelt over de openbaarheid van bestuurszaken, is het aan dit parlement om ter zake initiatief te nemen. Ik zeg dit maar om heel duidelijk het kader te schetsen waarbinnen ik opereer.
Ik zal dus op de inhoud van het dossier in deze stand van zaken op geen enkele manier ingaan. Ik zal u wel de procedure schetsen die wordt doorlopen en nog moet worden doorlopen.
Eerst en vooral heeft de gouverneur mevrouw Heeren in de week van 6 september uitgenodigd voor een gesprek in het kader van zijn tuchtonderzoek. Hij stelt nu dus een verslag samen op basis van dit gesprek, het auditrapport en eventuele bijkomende onderzoeksdaden, stukken of bevindingen. Dit verslag zal normaal in de loop van september worden opgeleverd; de gouverneur heeft daar enige ruimte. Na het verslag van de gouverneur is het aan de minister van Binnenlands Bestuur, uw dienaar, om te beslissen of de tuchtprocedure wordt voortgezet.
Als ik op basis van het rapport van de gouverneur meen dat de feiten zwaar genoeg doorwegen, zal ik of iemand van mijn administratie – dat kan decretaal gezien –, een hoorzitting organiseren waarbij mevrouw Heeren wordt gehoord. Vanaf de ontvangst van het tuchtverslag heb ik in principe drie maanden de tijd – bepalingen die ik respecteer – om mevrouw Heeren op te roepen voor een hoorzitting. Dit gedeelte van de procedure is evident tegensprekelijk. Het gaat over potentiële rechten van verdediging. Nogmaals, allemaal in voorwaardelijke zin.
Aangezien de burgemeester haar dossier moet kunnen voorbereiden, nodigen we haar minstens 21 dagen op voorhand uit. Dat schrijft het BVR-statuut lokale mandataris zo voor. De betrokkene heeft 3 weken tijd om zijn of haar dossier voor te bereiden.
Ik ben zeker niet van plan dit dossier te laten aanslepen, daar heeft niemand belang bij. Maar ik wacht, zoals gezegd, op alle elementen en met respect voor alle procedures om de volgende stappen te zetten. Rekening houdende met alle wettelijke termijnen, zal ik ten vroegste in tweede helft van oktober een uitspraak kunnen doen in deze procedure.
Dat is wat ik in deze stand van zaken kan zeggen volgens de procedure die ik scrupuleus, nauwgezet en goed ondersteund door onze administratie, wil volgen op de meest integere wijze.
Als voorzitter wil ik u meedelen dat ik deze vraag om uitleg ontvankelijk heb verklaard, met in het achterhoofd dat het niet zeker was dat deze procedure zou zijn afgerond. Wat mij betreft, is dit een zeer correct antwoord van de minister.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, de minister geeft in mijn ogen meestal correcte antwoorden. Of ik het daarmee eens ben, is een andere kwestie, maar juridisch-technisch zitten ze meestal wel goed in elkaar.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U zult wel begrijpen – de feiten dateren van maart, we zijn nu een dik half jaar later – dat bij de brede bevolking het idee leeft dat het allemaal weer blijft aanslepen. Ik spreek daaromtrent zeker nog niet over een doofpotoperatie, want ik vind dat u zeker ook in de eerste vraag die ik u over deze kwestie stelde, begin mei, zeer helder was. U zei dat u met veel ongeloof en ontsteltenis kennis had genomen van de manier van werken in het vaccinatiecentrum in Sint-Truiden. U vond het een triest schouwspel en wees Veerle Heeren en andere lokale mandatarissen op de voorbeeldfunctie die ze hebben. U zei dat u op relatief korte termijn een juist beeld wou krijgen van wat er gebeurd was. U zou dan, rekening houdend met alle stukken van de puzzel, een oordeel vellen. Het is daar nu inderdaad tijd voor geworden. Ik begrijp dat u wacht op het rapport van de Limburgse gouverneur. Ik roep u dan wel op om zeer snel over te gaan tot de volgende stappen, of in elk geval tot het vellen van uw oordeel in deze affaire.
Als ik lees wat de auditeurs van Audit Vlaanderen in hun rapport allemaal hebben opgenomen, is dat toch wel behoorlijk streng voor de burgemeester van Sint-Truiden. Er staat in, naar verluidt, dat ze een eigen vaccinatiestrategie hanteerde, en elke dag aanwezig was in het vaccinatiecentrum, terwijl de burgemeester daar helemaal niet thuishoort. Er zaten mails in haar laptop of pc van mensen die Veerle Heeren bedankten voor hun vaccinatie. Een zekere vorm van dienstbetoon was volgens Audit Vlaanderen bewezen. Het beroeps- en medisch geheim van een aantal mensen zou ze geschonden hebben, en ga zo maar verder. Als je dat allemaal leest en op een rijtje zet, lijkt een sanctie onvermijdelijk, en lijkt aanblijven als burgemeester totaal onmogelijk.
Ik kijk uit naar het verdere verloop van de procedure en uw uiteindelijke oordeel ter zake.
De vraag om uitleg is afgehandeld.