Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Ik heb een vraag om uitleg over de app Crisis Information Translated (CIT) die informatie biedt over de coronavaccinatie en verwijst naar de Nederlandstalige pagina’s van het agentschap om anderstaligen de weg te laten vinden naar de informatie over de vaccinatie.
Minister, wordt de app druk gebruikt? Hoeveel keer is de app gedownload? Vindt u dat een goed resultaat?
In welke mate zijn de vaccinatiecentra op de hoogte van deze app en de mogelijkheid om een sociaal tolk aan te vragen?
Vond u de werking van de app een goede zaak? Zo ja, welke rol ziet u voor de app weggelegd gezien de vragen van Kom op tegen Kanker met betrekking tot sociaal tolken en gezondheid? Wat is de evaluatie van de werking?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw Partyka, op 10 juni kende de app 8013 downloads. Daarbij zitten ook zorgverleners en huisartsen. Van deze groep heeft het agentschap al verschillende positieve reacties ontvangen dat ze in een-op-eencontacten met anderstalige cliënten actief aan de slag gaan met de app. De app wordt dus ook ingezet als communicatiekanaal tussen zorgverleners en anderstaligen en bereikt dus meer mensen dan het aantal actieve downloads. Ik vind 8013 downloads voor een app een heel mooi resultaat.
Toen we in Mechelen – toen ik burgemeester was – apps maakten voor het lokale beleid, had ik soms het schaamrood op de wangen toen ze mij vroegen hoeveel mensen dat hadden gebruikt. Het was altijd een teleurstellend laag aantal terwijl hier duizenden en duizenden mensen dat gebruikt hebben. Dat lijkt me heel mooi.
Van 7 mei tot 14 mei liep op Facebook een advertentiecampagne over de app. Deze campagne was gericht op anderstaligen en verliep in de achttien talen die in de app zijn opgenomen én in het Nederlands.
Een app is natuurlijk niet het meest handige format om een boodschap op één schermview in verschillende talen te brengen. U vroeg om ook de Nederlandstalige versie te brengen. Daarnaast is het bij crisiscommunicatie belangrijk dat de boodschap vooropstaat. De combinatie Nederlands en een andere taal op één pagina zal druk overkomen en de gebruiksvriendelijkheid niet ten goede komen. Hierdoor zal ook de boodschap verloren gaan. Je kunt ook steeds wisselen van taal op de app. Op elke pagina in de app is een knop ‘Leer Nederlands’ opgenomen, die doorverwijst naar een pagina op de website van het agentschap waar alle informatie over Nederlands leren en oefenen te vinden is. Je wordt onmiddellijk doorgeschakeld.
De vaccinatiecentra werden van de app en de mogelijkheden om een sociaal tolk aan te vragen via tal van kanalen geïnformeerd: webinars naar lokale besturen, nieuwsbrieven van het crisiscentrum en de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG), algemene communicatiekanalen, de websites, via integratieconsulenten, trajectbegeleiders enzovoort.
Het agentschap heeft tot nu toe drie aanvragen gekregen voor een sociaal tolk vanuit de vaccinatiecentra, alle drie voor telefoontolken.
De app focust op crisiscommunicatie. Nogmaals, we moeten het principe blijven vooropstellen dat het Nederlands de normale bestuurstaal is waarin we communiceren met onze burgers. De app is gemaakt voor crisiscommunicatie en in overeenstemming met onze taalwetgeving en de richtlijnen van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT). Dat zijn de richtsnoeren die zij hanteren wanneer we uit noodzaak in crisismomenten toch in een andere taal moeten communiceren.
De app bestaat nu. Als er een ramp gebeurt, bijvoorbeeld stormschade zoals bij Pukkelpop 2014 – hopelijk gebeurt dat nooit meer –, dan kan de app snel ingezet worden, maar we moeten dat echt terughoudend doen en restrictief. Het taalkundig kader waarin we functioneren, is iets waaraan ik wil hechten. Voor uitzonderlijk ‘hergebruik’ in de toekomst, bij crisissen, zullen we met het agentschap moeten praten.
Dat is nu niet het geval. De app heeft zijn rol gespeeld, maar het kan geen vast onderdeel worden van het beleid, want dan verlaten we het kader waarin het Nederlands de normale bestuurstaal is waarin we communiceren. Dan introduceren we een app die we niet alleen in crisismomenten gebruiken, maar een instrument dat ingaat tegen de – terechte – restrictieve richtsnoeren van de VCT.
Volgens mij was het dus een groot succes: meer dan achtduizend mensen hebben er gebruik van gemaakt. Het was zeer gewaardeerd door het veld. Het was en is een handig instrument tijdens deze coronacrisis.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Meer dan achtduizend downloads is inderdaad een succes. Ik vind het wel een beetje jammer dat u dan dadelijk zegt dat het geen instrument kan blijven. U spreekt over ‘terughoudend’ en ‘restrictief’ en ‘het Nederlands is onze bestuurstaal’. Daar ben ik mee akkoord.
U bent ook burgemeester geweest, en zeker als minister, of als verantwoordelijke op welk niveau ook, weet u dat in gezondheidszaken en crisissen minder de bestuursmatige reflex geldt. En zeker terughoudendheid is dan niet aan de orde. Mensen informeren op een correcte manier, hen gezond houden, crisisinfo geven, zou misschien beter kunnen met een digitale app. U zou dat minstens kunnen bekijken. De taal mag geen manier van uitsluiten worden.
We delen allemaal de bekommernis dat iedereen Nederlands moet spreken. De overheid moet Nederlands spreken. We moeten zoveel mogelijk mensen toeleiden, en dat doet de app op een heel duidelijke manier. Het is niet alleen informatie in een andere taal aanbieden, het is ook een dankbaar moment om mensen toe te leiden naar taal.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik ben het er niet mee eens dat u uitsluit dat dit een nuttige manier kan zijn om in gezondheidszaken en crisismomenten mensen die de taal niet machtig zijn, te informeren.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, we hebben hier al over gedebatteerd, over het gebruik van meerdere talen, over meertaligheid, in de commissie en in de plenaire vergadering. Als fractie hebben wij in het kader van crisissituaties de meertalige communicatie altijd ondersteund. We vonden het in een crisis als deze, die toch zeer uitzonderlijk is, altijd belangrijk om de juiste informatie tot bij iedereen te brengen in het belang van de volksgezondheid.
Ik ben wel blij met het antwoord van de minister dat we hier al gehoord hebben. Er is natuurlijk zoiets als de taalwetgeving, en die moet strikt worden nageleefd. Niet alleen mijn collega Inez De Coninck maar ook Nadia Sminate hebben er al verschillende keren – ook in de plenaire vergadering – op gewezen dat dit voor ons als fractie zeer belangrijk is. Het mag niet zo zijn dat iets wat in een uitzonderlijke situatie gebruikt wordt, normaliteit wordt. Daar gaan wij niet mee akkoord. De coronacrisis was uitzonderlijk, een unieke gebeurtenis, die we hopelijk niet meer hoeven mee te maken.
Wij denken dat zoiets tijdelijk moet zijn, en niet permanent. Het gevaar bestaat altijd dat als we zoiets starten, het permanent wordt. Denk maar aan de faciliteiten. Ik ben blij, minister, dat u daar zeer waakzaam over wilt zijn, en de focus op het Nederlands wilt blijven leggen. Denk maar aan die Nederlandsclausule waar we het onlangs over hadden en die voor ons zeer belangrijk is.
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, dank voor uw reactie. Ik denk in alle eerlijkheid dat we niet zover uit elkaar liggen. Eerst en vooral, dat wil ik nog eens herhalen, taal mag geen instrument van uitsluiting zijn. Wie de Vlaamse geschiedenis kent, beseft dat heel goed. Taal is soms een instrument van uitsluiting.
Daarom hechten we net zoveel waarde aan de kennis van het Nederlands. Dan zijn ze ingesloten in de samenleving, en staan ze niet buiten en soms boven de samenleving. De kennis van het Nederlands is in Vlaanderen een ongelooflijke emancipatorische hefboom voor iedereen die zich tot onze gemeenschap wil rekenen. Daarom doet de Vlaamse overheid enorme inspanningen om zo laagdrempelig mogelijk het Nederlands bij te brengen aan iedereen die Nederlandsonkundig is. Indien we te laks omspringen met dat gegeven, gaan mensen – vaak kwetsbare mensen – in een maatschappelijk isolement terechtkomen. Het vraagt een samenleving die mensen met aandrang overtuigt dat het in hun eigen belang is om Nederlands te leren. Dat is voor mij fundamenteel.
We moeten dat niet rigide doen. We moeten geen schrik hebben van een keer iets in een andere taal te zeggen, maar als men een beleid van grote laksheid voert, is men binnen de kortste keren op het stadhuis van Mechelen met heel veel mensen een andere taal dan het Nederlands aan het spreken. En dat begint met mensen die hier net gearriveerd zijn, maar dat eindigt met mensen die hier al vijftien jaar wonen. Daarin moeten we een heldere lijn houden. Dat is voor mij belangrijk.
Tegelijk heeft de VCT richtsnoeren opgesteld die toelaten om in crisismomenten, als de volksgezondheid in gevaar is, als er belangen zijn die op korte termijn zwaarder doorwegen, een andere taal te gebruiken. Corona was er zo een. Mevrouw Partyka, u zegt dat dit ook op andere momenten moet kunnen. Wel, ik ben het met u eens. Alleen is dat de uitzondering, en die uitzondering doet zich niet elke week voor, niet elke maand. Het is de grote uitzondering.
Voor heel veel zogenaamde crisismomenten zijn we als lokaal bestuur perfect in staat om in het Nederlands veel mensen te bereiken. Voor crisismomenten ben ik het eens dat we dat wel moeten kunnen. Dat is net het kader dat bestaat; dat hebben we nu ook gebruikt. Maar laten we niet zeggen dat we nu een app hebben en die aan iedereen kunnen geven en verder ontwikkelen voor iedereen die met een anderstalige in contact komt om via die app met die persoon te communiceren. Dan laten we het idee los dat de gedeelde taal die ons tot één gemeenschap maakt, het Nederlands is. Daar ben ik niet toe bereid.
Wat ik wel gezien heb, mevrouw De Vreese, is dat tijdens het crisismoment mensen beseft hebben dat het misschien toch wel interessant is om Nederlands te kennen. De manier waarop deze app is opgebouwd, heeft een ongelooflijk positief effect gekend op een andere manier. In de app staat een doorklikknop naar ‘Nederlands leren’, de pagina van het Agentschap Integratie en Inburgering. Sinds de lancering van die app werd die pagina ‘Nederlands leren’ 12.149 keer bezocht. In vergelijking met vorig jaar – 1783 keer – is dat enorm. Dat is een nooit geziene stijging van het aantal mensen dat ongetwijfeld onder meer via die app – er zijn misschien nog andere redenen – ineens op de website ‘Nederlands leren’ komt. Het heeft mensen getriggerd om minstens te bekijken: zouden we geen Nederlands leren? Op momenten van crisis kan dat.
Dat is het evenwicht dat we moeten blijven nastreven. Als men te gemakkelijk bereid is om in een andere taal te communiceren, neemt men de prikkel weg om Nederlands te leren. Mensen mag men niet in de steek laten op crisismomenten, maar dat is misschien wel dé kans om hen toe te leiden naar het Nederlands: acht keer meer dan het jaar voordien. Dat is het voorzichtige evenwicht dat we doorheen de jaren in Vlaanderen hebben geleerd. Waar onze gevoeligheid voor taal door onze geschiedenis heel groot is – terecht heel groot is – en waar we op een verstandige manier moeten optreden, omdat taal – zoals u terecht zegt – geen uitsluiting mag zijn, maar een inclusie moet zijn. Dat betekent voor nieuwkomers in onze samenleving: leer zo snel mogelijk Nederlands, want dan ga je meer kans hebben op een succesvol en gelukkig leven in Vlaanderen.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
‘Gelukkig’ is misschien iets anders, maar dat is niet het onderwerp van deze vraag.
Ik ben helemaal met u akkoord dat we mensen moeten vastnemen om de taal te leren. Uiteraard is dat emancipatorisch. Ik ben ook helemaal akkoord dat een samenleving met aandrang niet alleen moet vragen aan nieuwkomers om de Nederlandse taal te leren, maar vooral ook de faciliteiten moet bieden en de mensen en middelen moet inzetten om dat waar te maken.
Ik blijf niet helemaal akkoord gaan met wat u zegt. U zegt dat het begint met mensen te helpen en eindigt met mensen die geen Nederlands spreken. Mijn grootvader is zo iemand, hij spreekt geen Nederlands. Maakt hem dat minder welkom?
En daarmee wil ik gewoon aangeven dat ik altijd bewondering heb voor mensen die overtuigd zijn van hun zaak. Ik ben daar niet mee akkoord, maar er zijn toch omstandigheden waarin mensen niet de kans gekregen hebben of niet de kans hebben om Nederlands te leren. Ik vind het eigenlijk in tegenspraak met het succes van de app, waarvan u zelf zegt dat die veel gedownload is, dat het een grote inrijpoort was om mensen dichter bij het Nederlands te brengen. Ik vind het jammer dat dat een beetje dogmatisch wordt uitgesproken, terwijl alle gezondheidsaspecten, zoals rond kinderen, voor veel mensen juist een inleiding of aanspreking kan zijn om inderdaad in contact te komen met het Nederlands.
De vraag om uitleg is afgehandeld.