Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, we komen nog maar eens terug op de Brusselse stadstol, zoals dat gemeenzaam wordt genoemd. Eind 2020 werd beslist dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een overlegstructuur zou opzetten om met de andere gewesten de dialoog aan te gaan rond de plannen voor de stadstol SmartMove.
Sinds januari is er overleg gepleegd in verschillende werkgroepen, waarbij ook de administraties van de verschillende gewesten zijn betrokken. Dat was wel nodig, want we weten ondertussen allemaal dat er discriminatie zou kunnen ontstaan tussen de Vlaamse en Waalse pendelaars die naar Brussel pendelen en de inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Iedereen zou de SmartMovebelasting moeten betalen, terwijl er niets zou veranderen aan de verkeersbelasting in ons gewest maar die in het Brusselse Gewest wel naar beneden zou worden gehaald. Het is goed dat we van in het begin aan de alarmbel hebben getrokken.
Eind maart werd een geconsolideerd rapport voorgelegd aan de deelnemers van het overleg. Dat rapport vat alle vraagstukken samen, zoals de gelijklopende doelstellingen en de meningsverschillen. Op 19 april kwam de centrale werkgroep samen om de vergadering van het Overlegcomité voor te bereiden. Op 29 april heeft de Brusselse Regering de nota goedgekeurd met het verzoek aan het Overlegcomité om zich over de stand van zaken te buigen. Dit punt stond op de agenda van het Overlegcomité van 26 mei. In de pers van vandaag is te lezen dat er nog heel wat juridische, fiscale en technische bezwaren zijn opgedoken in de loop van de afgelopen maanden. Er zou toch al een advies aan de Raad van State worden gevraagd. De hamvraag is of Brussel eenzijdig een stadstol kan invoeren of dat daarvoor een akkoord met de andere deelstaten nodig is. We zijn zeer benieuwd naar wat de Raad van State daarover zal vertellen.
Ondertussen werd ook bekendgemaakt dat de SmartMove is opgenomen in de Europese Recovery and Resilience Facility door de Brusselse Regering, en dat voor een bedrag van 51 miljoen euro aan herstelsubsidies, oftewel een derde van de Brusselse mobiliteitsenveloppe aan relancemiddelen. Dit lijkt erop te duiden dat de Brusselse Regering overtuigd is de plannen door te zetten.
Is het mogelijk om het geconsolideerde rapport ter beschikking te stellen? Wat was het resultaat van de bespreking op het Overlegcomité van 26 mei? We kunnen het wel lezen in de krant, maar het is altijd interessant om het te horen van iemand die het op de eerste rij heeft meegemaakt.
Welke knelpunten of onduidelijkheden moeten nog verder worden uitgeklaard?
Wat zijn de volgende stappen in het overleg tussen de regio’s? Wat is de timing en planning?
Welke initiatieven zult u nemen naar aanleiding van de besluiten van het Overlegcomité en het verdere overleg tussen de regio’s?
Waarvoor zal dat bedrag van 51 miljoen euro dienen dat de Brusselse Regering heeft aangevraagd bij de Europese Unie in het kader van het Europese Recovery and Resilience Facility?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw vragen.
Inderdaad, het komt vaak terug in deze commissie, maar het is zeker belangrijk als het kort na een Overlegcomité volgt. Gisteren is er inderdaad een Overlegcomité geweest, waar onder meer ook Smart Move werd behandeld. Ik ga niet alles herhalen wat ik vorige week gezegd heb; ik denk dat dat voldoende duidelijk was.
Wat specifiek het Overlegcomité betreft, kan ik u meegeven dat het Overlegcomité akte heeft genomen van de nota van 29 april. Het heeft ook akte genomen van de beslissing van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om het advies van de Raad van State in te winnen, alsook een advies bij de Europese Commissie. Daarbij is heel expliciet de bepaling opgenomen dat deze adviesaanvraag geen impliciet akkoord betekent van de overige overheden met de invoering of de realisatie van het SmartMoveproject. Het advies van de Raad van State en van de Europese Commissie zal worden verdeeld onder de leden van de centrale werkgroep van het comité, en zal dan ook daar nadien verder bediscussieerd worden.
Er is verder ook duidelijk gestipuleerd dat het overleg nu niet is afgelopen, en dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zich van verdere stappen onthoudt tot wanneer dat overleg verder kan plaatsvinden, rond onder meer die adviezen. U weet dat de doorlooptijd van een advies van de Raad van State meestal zestig dagen is. Er wordt dus verwezen naar het verderzetten van het overlegmodel. Ik wil ook nog zeggen dat het advies van de Raad van State vooral betrekking heeft op de fiscale bepalingen en de bevoegdheid daaromtrent. Maar zeker rond mobiliteit als dusdanig blijven er uiteraard nog altijd heel wat vragen onbeantwoord of heel wat issues op tafel liggen.
Wat uw vraag rond het geconsolideerd rapport betreft, moet ik u meegeven dat het hele overleg rond Smart Move gestuurd wordt door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. En gelet op het feit dat het overleg nog altijd niet is afgerond, denk ik dat het aangewezen is dat u het rapport opvraagt via de Brusselse collega’s.
Wat betreft de volgende stappen en de timing: ik zei al dat de Raad van State er om en bij de zestig dagen over doet. De timing waarbinnen de Europese Commissie een advies zal uitbrengen, is mij zelf niet helemaal duidelijk. Alleszins is er dat engagement, en werd er in het Overlegcomité opgenomen dat het overleg niet is afgerond. Nadat die adviezen binnenkomen, moet het overleg worden voortgezet. Het zal sowieso enige tijd vragen, maar alleszins zal het overleg zijn verdere beloop moeten kennen.
Uw laatste vraag ging over het bedrag van 51 miljoen euro dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft aangevraagd bij de EU in het kader van het Europees Recovery and Resilience Facility. Daarvan moet ik u meegeven dat men die middelen heeft gevraagd, en dat daarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de mobiele app die Brussel daarmee wil implementeren, en anderzijds de fiscale hervorming met de kilometerheffing die ze wil doorvoeren. Er is de implementatie van een gratis mobiele app die onder meer de invoering van een kilometerheffing zou moeten faciliteren, maar ook andere elementen zou moeten opnemen. Dus die mobiele app kan men gebruiken als hefboom om een aantal doelstellingen te realiseren. En in principe, als het specifiek en louter gaat over de technische applicatie, zouden de middelen daarvoor gebruikt kunnen worden. Maar voor de kilometerheffing is het overleg niet afgerond, dus ik denk niet dat men daar op dit ogenblik al Europese middelen voor zal kunnen aanwenden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord. Ik had inderdaad niet gevraagd of er nog advies werd gevraagd aan de Europese Commissie, want u had dat vorige week ook gezegd. Dat is dus wel degelijk gebeurd, en dat is goed. Al hebben we wat dat betreft misschien minder zicht op de timing.
Ik vind het eigenlijk heel belangrijk dat u hier een paar keer herhaald hebt dat het overleg niet is afgelopen. Want ik heb dat niet echt gelezen in de berichtgeving hierover, dacht ik. Ik denk dat dat heel belangrijk is dat, wat er ook aan adviezen is, jullie daar nog samen over kunnen discuteren, dat jullie verder in discussie gaan. Het is dus geen advies dat alleen aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is gericht, waar zij dan bij wijze van spreken hun plan mee gaan trekken. Het zal in overleg verder bediscuteerd worden. Ik vind het positief dat het overleg nadien verder kan gaan. Zolang we daarover blijven praten en zorgen dat de mobiliteit in het gebied zowel rond als in Brussel kan verbeteren, op andere manieren, in fases, denk ik dat we goed bezig zijn. Als iets door de strot wordt geduwd, eenzijdig wordt opgelegd, dan vrees ik dat we niet goed bezig zijn. Ik denk dat het uiteindelijk een positieve zaak is dat het overleg verdergaat.
Verder vind ik dat ze die 51 miljoen euro daar natuurlijk voor mogen reserveren, maar dat is toch wel veel geld voor een mobiele app. Dat lijkt mij iets dat nog verder uitgeklaard moet worden. Laat ons hopen dat ze voorlopig de centen nog niet nodig hebben, en dat er nog verder overlegd wordt. In elk geval lijkt mij die datum die ze hadden vooropgesteld, 1 januari 2022 dacht ik, dus binnen een maand of acht, negen, onhaalbaar. In die zin kunnen we onze pendelaars toch al geruststellen dat ze daar niet te veel van moeten verwachten. Dit lijkt mij nu onhaalbaar na deze adviesaanvragen.
Maar goed, het is afwachten. En het zal hier inderdaad nog regelmatig terugkomen. Ik heb niet bepaald een bijkomende vraag.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Collega’s, minister, ook op dit dossier kom ik graag tussen. Het is inderdaad een dossier dat al regelmatig aan bod is geweest, en het zal zeker niet de laatste keer zijn.
Nu, het is goed dat er eindelijk overleg is. Het is ook goed dat dat ernstig wordt genomen, en dat het niet voor de show is, dus dat dat ook verdergaat na het advies dat de Raad van State zal uitbrengen. Ik heb eigenlijk ook geen bijkomende vraag voor u, minister, want ik denk dat de vraag in dit dossier vooral is wat de Raad van State hierin zal adviseren op het vlak van die fiscale bepalingen en de bevoegdheden tussen de verschillende regio’s.
Nu, los van deze vraagstelling en het overleg dat eindelijk gaande is, denk ik dat we mogen stellen dat dit niet mag betekenen dat de positie van Vlaanderen wijzigt. Ik denk dat die positie heel duidelijk is, en dat die ook bekrachtigd is in onze resolutie die we in het parlement hebben aangenomen. Het kan dus nooit de bedoeling zijn dat die SmartMove leidt tot een belastingverhoging voor de Vlaamse pendelaar. Dat is duidelijk. Dat kan geenszins het geval zijn. En de berichten die we deze week hebben gelezen over de financiën van Brussel doen eigenlijk een beetje het ergste vermoeden. Brussel heeft een tekort van 25 procent en blijkbaar een schuld van 180 procent van de ontvangsten. Dat zijn gigantische bedragen. We hebben toen bij de besprekingen ook gehoord dat ze de inkomsten hadden gebudgetteerd vanaf volgend jaar.
Nogmaals, het kan niet de bedoeling zijn dat Brussel de pendelaar die niet in Brussel kan stemmen op iemand die hem of haar vertegenwoordigt, gebruikt wordt om de financiële problemen van Brussel op te lossen. Ik denk dat ze daar zelf verantwoordelijk voor zijn.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb enkele algemene bedenkingen. Voor de Brusselse stadstol realiteit zal worden, minister en goede collega’s, zal er nog heel veel water door de Zenne richting de zee vloeien. Ik denk dat we op ons qui-vive moeten blijven, en u doet dat ook, minister. Ik wil u daarvoor een compliment geven.
Ik denk inderdaad dat dat overleg alle kansen moet krijgen en dat we zelf ook over een duurzame mobiliteit moeten nadenken en over hoe we op dat vlak met de drie gewesten samen stappen voorwaarts kunnen zetten. We hebben daar nu veel tijd voor. Uiteraard zeggen we neen tegen het unilateraal opleggen van zo’n stadstol op de kap van de Vlaamse en de Waalse pendelaar. Ik denk dat die boodschap ondertussen in Brussel goed begrepen is.
We hebben nu dus tijd. Gebruik die inderdaad om na te denken over een duurzame mobiliteit en over het pendelverkeer richting onze hoofdstad, een van de topplaatsen op het vlak van filecongestie in heel Europa. We mogen mensen ook niet nodeloos in paniek brengen. Er zal nog heel veel water naar zee stromen, vooraleer die stadstol realiteit wordt.
De heer Bex heeft het woord.
Ik was eerst niet van plan om tussen te komen, collega’s, maar wil me toch aansluiten bij dit ‘bijna-Kumbaya-moment’. Iedereen is blij met de manier waarop het Brusselse Gewest de dialoog op een volwassen manier aangegaan is met het Vlaamse Gewest en nu inderdaad ook het advies vraagt van de Raad van State en zich engageert om vervolgens het overleg opnieuw te voeren op basis van wat de Raad van State zal zeggen.
Ik denk – en collega De Coninck zal eens volledig op mijn lijn staan – dat we allemaal hopen dat de Raad van State zoveel mogelijk bevestigt dat de gewesten een zekere autonomie hebben, maar dat ze ook moeten samenwerken.
Ik denk, minister, dat het belangrijk is om te beklemtonen wat collega Keulen heeft gezegd: de congestieproblematiek en de luchtvervuiling in Brussel zijn enorme problemen, die aangepakt moeten worden. Als Brusselaars denken wij dat je daarvoor ingrijpende maatregelen moet nemen, dat je het autoverkeer moet proberen te ontmoedigen om mensen richting die alternatieven – waar Vlaanderen mee voor zorgt – te krijgen.
Door de lopende procedure weten we nu dat die slimme kilometerheffing nog niet voor morgen zal zijn. De horizon schuift een beetje op. U hebt zelf ook een horizon aangegeven waarin voor Vlaanderen een slimme kilometerheffing denkbaar wordt. U hebt namelijk 2025 als mogelijke datum naar voren geschoven. Dus ik denk dat er inderdaad nog veel overleg nodig is, maar dat dan misschien ook wel mooie gemeenschappelijke oplossingen mogelijk worden.
Ik wil ook nog enkele bijkomende vragen stellen.
Er wordt een advies gevraagd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State. Maar welke vragen worden er door het Overlegcomité, of door de Brusselse Regering, precies gesteld? Welke concrete plannen liggen er dan precies voor? Is dat eigenlijk een voorontwerp van ordonnantie, of hoe moet ik dat juist zien?
U zegt dat de Raad van State meestal een advies geeft binnen de zestig dagen, maar ik denk dat men specifiek moet vragen naar de gewenste termijn. Hebt u weet van een termijn? Is dat vijf dagen, dertig dagen, zestig dagen? Of is er geen termijn gevraagd? Dan heeft de Raad van State carte blanche.
Ik heb u ook horen zeggen dat, zodra dat advies er is, dit zal worden meegedeeld aan alle deelnemers van het Overlegcomité. Is er een mogelijkheid om dat advies ook te zien te krijgen via u?
Enerzijds is er natuurlijk het wettelijkheidstoezicht, maar een andere zaak is de wenselijkheid van die maatregel voor onze eigen pendelaars. Zal de regering tegenmaatregelen treffen, mocht Brussel de SmartMove alsnog eenzijdig durven in te voeren, ondanks het verzet van de andere gewesten? Zal de Vlaamse Regering er in dat geval bijvoorbeeld voor pleiten om bepaalde subsidiestromen die nu naar Brussel vloeien, evenredig te verminderen om dat geld te gebruiken om onze eigen getroffen pendelaars te compenseren? Welke andere initiatieven zult u nog nemen, minister, om te vermijden dat onze pendelaars het slachtoffer worden van deze Brusselse plannen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Ik heb er ondertussen de notificatie van het Overlegcomité bijgenomen, waarin duidelijk staat dat het overleg zeker niet afgelopen is. Ik denk dat dat een eerste heel belangrijk element is. Er staat ook in dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zich ertoe verbonden heeft om geen nieuwe beslissing te nemen inzake wagen- of wegenfiscaliteit zolang het overleg lopende is, en ten minste tot de datum waarop het project van SmartMove behandeld zal worden op een volgende bijeenkomst van het comité, dat maar kan volgen na de ontvangst van de adviezen van de Raad van State en van de Europese Commissie, en tot alle overheden – dus het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, beslist hebben dat het overleg afgelopen is. Bijkomend is ook expliciet opgenomen dat er een impactstudie moet komen, onder andere op het socio-economische en technisch-juridische vlak. Dat wordt gevraagd bij de daarvoor bevoegde instellingen.
Mijnheer Claes, u vroeg wat er specifiek gevraagd wordt aan de Raad van State. Het Overlegcomité heeft akte genomen van de beslissing van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om advies in te winnen bij de Raad van State. Ze vragen een advies over hun ontwerpordonnantie met betrekking tot SmartMove alsook hun ontwerpordonnantie inzake de opheffing van hun eigen verkeersbelasting en de wijziging van de belasting op de inverkeerstelling. Bij de adviesaanvraag aan de Raad van State zal ook een brief volgen met een toelichting van het SmartMoveproject en met de juridische vragen van de gewesten en van de federale overheid over dat project. Die worden daar dus specifiek aan toegevoegd. Een ander zeer belangrijk bijkomend element dat we hebben laten opnemen, is dat deze adviesaanvragen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest geen impliciet akkoord betekenen van de andere regeringen met het invoeren van SmartMove als dusdanig. Ook dat is er dus expliciet in opgenomen.
Ik herhaal: het overleg is nog lopende. Het advies over een ontwerpordonnantie vergt doorgaans zestig dagen – dezelfde termijn als voor een ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering, tenzij er hoogdringendheid aangedragen wordt. Wij verwachten dus dat de Raad van State binnen een zestigtal dagen een advies zal geven. De termijn voor het advies van de Europese Commissie is me niet geheel duidelijk. Alleszins zal het nog wel de nodige tijd vragen. Ik ben het ook eens met wat mevrouw Brouwers zegt: ook ik denk dat de timing die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest initieel voor ogen had, zeker niet haalbaar is.
Alleszins – en ik denk dat we op dat vlak allemaal op ongeveer dezelfde lijn zitten – kunnen en zullen wij ons niet akkoord verklaren met een eenzijdige belastingverhoging door één gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ten nadele van de Vlaamse pendelaar. Dat heb ik meermaals gezegd.
Mijnheer Bex, ik heb nooit gezegd: ‘In 2025 is dat allemaal in orde en komt dat er wel.’ Zoals mevrouw De Coninck zegt, werd er in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering niets opgenomen rond de invoering van een kilometerheffing.
Zelf heb ik wel ook al meermaals gezegd dat er zeker iets te zeggen valt voor een belasting op gebruik in plaats van een belasting op bezit, maar dat dan ook telkens alle randvoorwaarden moeten worden vervuld. Wij investeren met de werken aan de R0 onder andere meer dan 1 miljard euro in heel wat randvoorwaarden. We verwachten dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ook nog volop gaat investeren in tal van randvoorwaarden, maar die zijn absoluut noodzakelijk. Ik blijf ook herhalen dat het in mijn ogen veel beter is om een dergelijke belasting te hebben voor heel het grondgebied van België, zoals we die ook hebben wat de kilometerheffing voor de vrachtwagens betreft. Wat dat betreft, geef ik u nog heel graag even het tijdsbestek mee. Men is in 2007 over een kilometerheffing voor vrachtwagens beginnen te praten. In 2011 is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten, en in 2016 is dat ingevoerd. Nu wordt zonder meer gesteld dat in 2025 alles is orde is, maar dat heb ik niet gezegd. Ik heb wel altijd ‘ja’ gezegd tegen een belasting op gebruik in plaats van een belasting op bezit, maar onder voorwaarden, en die voorwaarden lijken me zeker duidelijk. Kortom, zover zijn we niet. Vandaag gaat het over de invoering van SmartMove en het interfederaal overleg dat daaromtrent heeft plaatsgevonden. Dat overleg is nog altijd bezig, en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft zich ertoe geëngageerd om geen maatregelen te nemen, geen nieuwe ordonnanties zolang het overleg loopt, en alle overheden moeten concluderen wanneer het overleg wél afgelopen is.
Dat komt waarschijnlijk in het najaar nog eens terug.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het nog eens heel duidelijk voorlezen van de tekst. Ik versta dat dus eigenlijk als volgt. Zelfs met een positief advies van de Raad van State of van de Europese Commissie betekent dat niet dat dat een vrijgeleide zal zijn voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om de kilometerheffing ten nadele van de Vlaamse en Waalse pendelaars in te voeren. We blijven bij dat standpunt, dat ook duidelijk is verwoord in onze resolutie. U hebt er ook al naar verwezen: ik denk dat er inderdaad wel een link is met de vorige vraag, van collega Bex. Als we willen inzetten op een kilometerheffing, die uiteraard budgetneutraal en zo moet zijn, die geen extra dure belasting mag zijn, dan moet ook bij ons die belasting op de inverkeerstelling worden herbekeken. Dat is een heel verhaal op zich. Stel dat men dat ooit wil doen, dan moeten de alternatieven er wel eerst zijn. Die alternatieven, dat zijn nu net onder meer het aanpakken van de ring rond Brussel. Als we minder in Brussel mogen rijden, dan moet men er wel voor zorgen dat we er op een vlotte en verkeersveilige manier rond kunnen rijden. Het is dus een beetje terug naar de vorige vraag. Er zijn ook de andere alternatieven: de fietssnelwegen, de trams, het openbaar vervoer. Dat Vlaanderen daar nu extra op inzet, is ook heel belangrijk, los van de discussie over de stadstol en de kilometerheffing.
De vraag om uitleg is afgehandeld.