Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, een duurzame visserijsector creëren, is een van de grootste uitdagingen in het visserijbeleid. Innovatie in de sector is daarom van cruciaal belang.
In de vorige legislatuur voorzag de Vlaamse Regering daarom meer dan 700.000 euro voor onderzoek naar duurzame netten, het zogenaamde combituig. Het gaat om een techniek waarbij ongewenste vissen uit de netten kunnen ontsnappen of waarbij zelfs vermeden kan worden dat ze erin belanden. Kortom, bijvangsten zouden op deze innovatieve manier zoveel mogelijk vermeden kunnen worden.
Het leek alvast een ideaal en innovatief antwoord op de invoering van de aanlandplicht in 2019, die een grote uitdaging vormde voor onze sector aangezien deze voornamelijk een gemengde boomkorvisserij beoefent. De projectpartners, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de Rederscentrale, tekenden daarom drie trajecten uit in nauwe samenwerking met de sector.
Ik heb voor u de volgende vragen, minister.
Wat is de stand van zaken van dit veelbelovend onderzoeksproject?
Welke stappen werden reeds genomen en welke resultaten werden er al geboekt?
Kunnen bepaalde resultaten al in de praktijk worden geïmplementeerd?
Welke knelpunten ondervindt men in het onderzoekstraject?
Hoe is de sector momenteel betrokken in het traject en wat zijn de reacties?
Welke verdere planning wordt toegepast voor het project?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Tommelein, voor uw frisse visvraag. Ik vind het ook goed dat we de commissie daar eens mee beginnen. Het project Combituig is in volle uitrol en loopt eind 2021 af. De laatste onderzoeksreis is gepland voor later dit jaar en er is ook gestart met de opmaak van het eindrapport.
Een hele reeks innovatieve technieken werd getest tijdens een aantal zeereizen, zowel aan boord van de onderzoekvaartuigen Belgica en Simon Stevin als aan boord van commerciële vissersvaartuigen. De meest experimentele technieken werden ook in het labo getest. Het gaat daarbij onder andere om een optimalisatie inzake locatie en maaswijdte van het ‘benthos release panel’ – dus een mogelijkheid om organismen die leven op de zeebodem nog beter uit de netten te laten wegglijden. Ook werd onderzocht welk effect ‘whirlspoilers’, die extra turbulentie creëren en schrikelementen, op demersale visserij en bodemberoering hebben. Er werd ook voorbereidend onderzoek gedaan naar het gebruik van waterjets, laser- en LED-licht. De wetenschappers van het ILVO volgen ook de internationale ontwikkelingen op via actieve deelname aan de ICES-werkgroep (International Council for the Exploration of the Sea) voor visserijtechnologie en ze houden nauw contact met de Nederlandse sector, die met dezelfde uitdagingen geconfronteerd wordt.
De toepassingen die het best aansluiten bij de al gerealiseerde netaanpassingen en die op vraag van de sector worden getest, zoals het geoptimaliseerde ‘benthos release panel’ en het gebruik van grotere maaswijdtes op bepaalde visgronden, zullen ingang vinden als ze een verbetering betekenen. De innovaties die gebruik maken van licht moeten nog verder ontwikkeld worden vooraleer ze commercieel toegepast kunnen worden. Er is interesse in de waterjets maar ook hier is er verder onderzoek nodig.
De voornaamste knelpunten zijn terug te brengen tot het feit dat technisch visserijonderzoek op zee moet gebeuren. En dus zijn er heel wat factoren die een invloed hebben op de omstandigheden, zoals de beschikbare scheepstijd, het weer, het vangen van de doelsoorten, de veiligheid enzovoort.
Daarnaast heeft corona de zaken ook wat bemoeilijkt, zowel wat de communicatie met de sector als wat het uitvoeren van experimenten op zee betreft.
Onder de koepel van de Kenniskring Innoverend Vissen informeerden en stimuleerden het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek en de Redercentrale de brede visserijsector om mee te denken en samen te werken in dit project. Dit gebeurde via mailings, workshops, een maandelijkse bijdrage aan het infoblad van de Rederscentrale, het meegaan aan boord van de onderzoekvaartuigen en vele persoonlijke contacten. Dit alles verhoogt de interesse, de ondersteuning voor reder en bemanning werd dan ook als positief ervaren.
Via de Kenniskring Innoverend Vissen zullen de informatie en het eindrapport ter beschikking worden gesteld van de sector. Het is belangrijk om reders en vissers daarover te informeren, maar ook om verder open te staan voor waardevolle ideeën uit de sector voor aanpassingen aan het vistuig en daarbij de nodige wetenschappelijke ondersteuning te bieden.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uiteraard blijft die zoektocht naar selectieve vangtechnieken een van de belangrijkste uitdagingen voor de visserij. We zetten daar sterk op in, vooral dan op netten die leiden tot een meer selectieve visvangst.
Ik heb nog een concrete vraag over het combituig, namelijk wanneer precies het finale onderzoeksrapport wordt verwacht. Ik veronderstel dat dit geen eindpunt is. Met andere woorden, komt daar nog een vervolgtraject?
En nu we toch in de categorie van innovatie en verduurzaming van de visserij terechtgekomen zijn, wil ik graag nog even polsen naar de stand van zaken met betrekking tot de opstart van het Ondersteuningsfonds voor visserij in transitie (OVIS). Ik heb daar enkele weken geleden een vraag om uitleg over gesteld en toen gaf u aan dat het in de startblokken stond. Is er al een start genomen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, het project loopt tot het einde van dit jaar. Er zal zeker ook verder onderzoek nodig zijn naar de technieken. Daar komt dus sowieso nog een vervolg op.
Wat de timing betreft, verwachten we het rapport kort na afloop van het project eind dit jaar. Een vervolg zal bekeken worden en uiteraard zullen we ook via het nieuwe visserijfonds vissers financieel stimuleren. Het heeft weinig zin om onderzoek te doen wanneer men daar vervolgens niets mee aanvangt.
Wat uw favoriete item OVIS betreft, zijn er een aantal bijkomende vragen over de aanmelding bij de Europese Commissie. We zullen die vragen eerstdaags beantwoorden. Dit is dus een ‘work in progress’.
De heer Tommelein heeft het woord.
Het is altijd goed om te weten dat de minister zelf weet wat de favoriete onderwerpen zijn van de parlementsleden die de vragen stellen. Minister, ik dank u voor uw antwoorden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.