Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, op 22 maart keurden de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie (EU) een aantal sancties goed tegen Chinese individuen die de mensenrechten van de Oeigoerse bevolking zouden schenden in de Chinese autonome regio Xinjiang. Ik heb hierover ook al andere vragen gesteld. De sancties blijven weliswaar zeer beperkt en treffen enkel vier Chinese bestuurders en één bouwbedrijf vanwege hun rol in de mensenrechtenschendingen die plaatsvinden in Xinjiang. Echte grote verantwoordelijken voor de situatie worden niet geviseerd.
De Chinese overheid sloeg vrijwel meteen genadeloos terug. Ze beperkte zich niet tot het op een zwarte lijst zetten van een viertal symbolische namen, maar viseerde zowel individuen als instellingen. 27 Europese ambassadeurs worden geviseerd, maar ook Europese parlementsleden en onderzoekers die de mensenrechten verdedigen. Ook het subcomité inzake Mensenrechten van het Europees Parlement werd gesanctioneerd.
Europa lijkt zich op deze manier weer op de knieën te laten dwingen door andere grootmachten. Peking heeft duidelijk gemaakt dat de Europese Unie niet moet proberen het een strobreed in de weg te leggen. Zeker in het licht van het onlangs afgesloten investeringsakkoord tussen de EU en China kan dit worden gepercipieerd als een uiterst symbolische mokerslag. Er gaan ondertussen meer en meer stemmen op om het investeringsakkoord met China op te zeggen.
Minister-president, u verklaarde in een vorige commissievergadering dat u het investeringsakkoord met China nog diepgaander moest analyseren. Is dit ondertussen reeds gebeurd? Zo ja, heeft dit de visie van de Vlaamse Regering op het akkoord veranderd? Wat is de impact van de Chinese sancties op de visie van de Vlaamse Regering op het investeringsakkoord?
U stelde eveneens te geloven in het gemeenschappelijk handels- en investeringsbeleid van de EU als instrument om fundamentele mensenrechten te promoten en te beschermen, de zogenaamde ‘soft power’. Tonen de Chinese sancties volgens u niet aan dat – hier in het geval van China – deze aanpak niet loont? Zijn er volgens u bijkomende sancties nodig?
De federale minister van Buitenlandse Zaken, Sophie Wilmès, zou de Chinese ambassadeur al op het matje hebben geroepen. Hebt u hierover eveneens een onderhoud gehad met de Chinese ambassadeur?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, tijdens de commissievergadering van 12 januari jongstleden hebben we het bereikte principeakkoord tussen de EU en China over een investeringsovereenkomst een eerste keer besproken. Ik heb toen een redelijk uitgebreid antwoord gegeven, waarin ik kort een eerste indruk van de inhoud van het akkoord schetste. Destijds heb ik ook meegedeeld dat er nog geen standpunt was vastgelegd binnen de Vlaamse Regering over de inhoud van dit akkoord, omdat we toen nog de finale teksten afwachtten met het oog op de evaluatie.
Intussen publiceerde de Europese Commissie eind januari de hoofdstukken van het principeakkoord en op 12 maart de overeengekomen markttoegang. Hiermee kan men de evaluatie over de gehele overeenkomst voortzetten met het oog op een standpuntbepaling van de Vlaamse Regering.
De volgende stappen op Europees niveau zijn de taal-juridische herziening van de overeenkomst, gevolgd door de vertaling in alle EU-talen, om het vervolgens voor te leggen aan de Raad en het Europees Parlement ter goedkeuring. Het zal nog enkele maanden duren vooraleer men deze procedures doorlopen heeft. Dit geeft ons tijd voor verdere beoordeling en politieke deliberaties.
Wat betreft de methodologie en structurering van de analyse van deze overeenkomst om het standpunt te bepalen, kan ik nog het volgende meegeven. Voortbouwend op de Vlaamse handels-en investeringsstrategie stellen de Vlaamse Regering en de beleidsnota Buitenlands Beleid dat Vlaanderen de Europese Commissie steunt in het afsluiten van ambitieuze en evenwichtige akkoorden die nieuwe marktopeningen creëren voor onze bedrijven, een gelijker speelveld nastreven en ambitieuze hoofdstukken bevatten inzake duurzame ontwikkeling. Daarnaast vormt het bredere geopolitieke perspectief van het afsluiten van dergelijke akkoorden ook een element dat meegenomen wordt in de analyse. De gebeurtenissen van vorige week kunnen daarbij een beschouwing zijn.
De afgelopen weken en maanden zijn de relaties tussen de EU en China verder bekoeld, onder andere door de wederzijds invoering van sancties. Dit bracht de bevoegde Europees Commissaris Dombrovskis er twee weken geleden toe om te verklaren dat de ratificatie van dit akkoord in de praktijk opgeschorst is omdat de nieuwe spanningen tussen China en de EU dat politiek onmogelijk maken.
Zoals ik al meermaals heb gezegd, ben en blijf ik ervan overtuigd dat het gemeenschappelijk handels-en investeringsbeleid een van de internationale beleidsinstrumenten is die de EU ter beschikking heeft om fundamentele mensenrechten mondiaal te promoten en te beschermen.
In lijn met de Vlaamse handels- en investeringsstrategie gelooft de Vlaamse Regering in de mogelijkheid om handel te gebruiken als een hefboom ten dienste van de mens, het milieu en duurzame ontwikkeling in het algemeen.
In het investeringsakkoord is een hoofdstuk opgenomen over duurzame ontwikkeling, met engagementen die China nooit eerder is aangegaan in andere akkoorden. Zo zijn er provisies opgenomen over milieu, mensenrechten en sociale regelgeving. Een van de engagementen is om reeds geratificeerde IAO-conventies (Internationale Arbeidsorganisatie) effectief te implementeren en om aan de ratificatie te werken van conventies die China nog nooit heeft geratificeerd, met een expliciete verwijzing naar de twee conventies inzake dwangarbeid.
Verder studiewerk moet uitwijzen in welke mate dit akkoord deze hefboom creëert. In ieder geval heeft de Vlaamse Regering steeds gestreefd naar een ambitieus hoofdstuk inzake duurzame ontwikkeling dat de nodige garanties biedt.
Ik noteer wel dat dit akkoord voorziet in de nodige platformen om problemen met de implementatie van dit duurzaamheidshoofdstuk te behandelen. Het creëert dus een kader om te spreken over deze thematieken, iets wat we op dit moment institutioneel niet hebben.
Het is bijgevolg moeilijk om de aanpak te evalueren als er nog geen akkoord is en de voorziene mechanismen nog niet werkzaam zijn.
In onze vorige behandeling van dit dossier hebben we uitgebreid van gedachten gewisseld over de duurzaamheidsaspecten van deze overeenkomst. Ik herhaal dan ook heel graag nog eens dat deze beschouwingen zullen worden meegenomen in het verdere verloop van het ratificatieproces.
Zoals aangegeven, zijn de relaties tussen China en de EU recent verder onder druk komen te staan, met name nadat de EU in maart bijkomende sancties invoerde gelinkt aan de situatie van de Oeigoeren in China. Deze nieuwe politieke hoogspanning zorgt er dus ook voor dat de ratificatie van het akkoord binnen de EU voorlopig on hold staat.
Ik heb hierover nog geen onderhoud gehad met de Chinese ambassadeur.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het was uiteraard niet mijn bedoeling om het inhoudelijke debat over het investeringsakkoord opnieuw te voeren. We hebben dat immers deels al gevoerd.
Ik neem akte van het feit dat u nog altijd afwachtend bent om een definitieve visie uit te werken op dit investeringsakkoord. Gezien de context die u hebt geschetst, is dat ook logisch.
Een brede geopolitieke visie is uiteraard een element waarmee u rekening moet houden. Maar het lijkt mij toch een feit dat uw visie en overtuiging dat een investeringsakkoord zoals wat nu on hold staat, een hefboom kan zijn om te wegen op mensenrechten. Ik heb begrip voor dat standpunt. Maar de houding en de sancties vanuit China lijken er toch niet op te wijzen dat dit werkt. Dat is geen inhoudelijke visie van mij, maar een feitelijke vaststelling. We zien dat we daar een probleem hebben en dat we ons als Europa in het algemeen en Vlaanderen in het bijzonder in een hoek laten drummen.
Het akkoord staat sowieso on hold. Dat is toch al een eerste signaal vanuit Europa. We zullen in de toekomst zien wat dit dossier verder brengt.
De heer Muyters heeft het woord.
Collega Deckmyn, ik vind het wat raar dat u vindt dat we ons in een hoek laten drummen. Ik vraag mij af wat u dan als alternatief ziet. Want het is dankzij het feit dat er een handelsakkoord is – of een begin van een akkoord, dat dan nog moet worden goedgekeurd –, dat je dat ook kunt opschorten. Ik zie geen alternatief. Dit lijkt mij de beste hefboom om effectief, zoals de minister-president naar voren bracht, de mensenrechten en aspecten rond natuur ter sprake te brengen. Ik denk aan het IAO-verdrag dat ze voor het eerst ooit bespreekbaar achten en zouden ondertekenen. Het lijkt mij een hefboom. Het is niet dé ideale situatie waarbij je nu duidelijk de normen die we in het Westen hanteren, kunt opleggen aan een land als China. Maar het alternatief is dat volgens mij nog veel minder. Laten we verdergaan op de weg die we met Europa zijn ingeslagen rond handels- en investeringsverdragen. Laten we proberen om op deze manier effectief in dialoog te treden over thema’s die anders wellicht nooit aan bod zouden komen.
Ik ben heel benieuwd naar de verdere evolutie en heb er alle vertrouwen in dat de Vlaamse Regering daarin de juiste stappen zal zetten.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er zijn geen bijkomende vragen meer gesteld. Het dossier zal natuurlijk opgevolgd worden, en iets in mij zegt: ook hier in de commissie.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik heb natuurlijk begrip voor de argumentatie van collega Muyters. Maar het lijkt mij dat de waarden en normen die wij zogezegd aan China voorleggen, voor China zelf eerder wat pro-formagedoe is. Men aanvaardt die omdat dat nu eenmaal moet in die Europese verdragen. Dat zijn dan de kleine lettertjes waar ze zich niet aan houden. Ik stel dit vast en ik kaart het hier aan. Het is allemaal goed en wel dat men dit voorstelt als ‘soft power’, en dat we daarmee invloed zullen hebben. Maar het is niet omdat men iets ondertekent dat men zicht eraan houdt. En dan is het natuurlijk kwestie van consequent te zijn: wat als men zich daar niet aan houdt? Daar blijven wij het antwoord schuldig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.