Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het bezoek aan Oekraïne van de Benelux-ministers van Buitenlandse Zaken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Goedemiddag, minister-president en collega’s. Ik heb deze vraag al een tijdje terug ingediend. We weten allemaal dat er daar al weken een oproer is. De situatie is ondertussen wat veranderd, maar de bezorgdheid blijft natuurlijk actueel.
We hadden het daarnet over China, maar ook uit Rusland blijven dus de verontrustende berichten op ons afkomen. We hebben het Nord Stream 2-project, de situatie met de oppositieleider Navalny en ook de recente opflakkering van het conflict bij Oekraïne en op de Krim, waarbij Rusland toch wel echt intimideerde door troepenopbouw aan de grenzen.
Zowel vanuit de NAVO, Amerika en Europa was er dus grote ongerustheid, en terecht, en kwam de oproep om zich terug te trekken. Ondertussen is de directe dreiging al afgenomen, want de troepen zijn inderdaad teruggetrokken. Maar de bezorgdheid blijft hangen, en Oekraïne vraagt expliciet de steun van het Westen.
In enkele Europese landen, zoals Tsjechië en Bulgarije, lopen op dit moment onderzoeken naar gevallen van Russische inmenging. Vorige week veroordeelden negen Oost-Europese leiders via een video-overleg de Russische sabotage en agressie. Het was een onderwerp op de agenda van de negen Europese ministers van Buitenlandse Zaken en van de hoge vertegenwoordiger, Josep Borrell. Die laatste sprak onlangs expliciet van ‘een patroon van Russische vijandelijkheden’.
Ik heb mijn vragen lichtjes aangepast, minister-president, aangezien ze al enkele weken geleden werden ingediend, maar mijn concrete vragen aan u blijven dezelfde.
Hoe beoordeelt u de recente berichten over het conflict in Oekraïne?
In de dossiers rond Rusland kwam voorlopig nog geen duidelijke reactie vanuit de Europese Unie. Hoe moet de Europese Unie zich volgens u hierin positioneren? Wordt ook vanuit Vlaanderen aangestuurd op een reactie?
De ambitie is er om voluit te gaan voor een ‘strategische autonomie’, maar de vraag is natuurlijk: hoe zien we dat, hoe moet dat vormgegeven worden, welke interpretatie geven we daaraan? Hoe staat Vlaanderen daartegenover?
Tot slot: de Verenigde Staten reageerden al publiekelijk op de dossiers van Nord Stream 2 en het conflict bij Oekraïne. Ze dreigden ook al met extra sancties tegen Rusland voor de gevangenschap van de oppositieleider. Constateert u dat de relaties tussen Rusland en de Verenigde Staten gespannen zijn en welke gevolgen kan dit potentieel hebben, naar uw inschatting? Dank u wel voor uw antwoorden.
De heer Deckmyn heeft het woord
Minister-president, mijn vraag om uitleg ligt een beetje in het verlengde van die van collega Talpe, maar heeft een iets andere invalshoek.
Federaal minister van Buitenlandse Zaken, Sophie Wilmès, is recent met de ministers van Buitenlandse Zaken van Nederland en Luxemburg naar Oekraïne getrokken. Het was hun bedoeling om de Oekraïense regering te steunen in het kader van de spanningen met Rusland. Sophie Wilmès bezocht met haar collega’s het Donetsbekken, en in die regio zijn de pro-Russische gevoelens zeer sterk. Er werden onder meer gesprekken gevoerd met het Oekraïense middenveld en de Oekraïense autoriteiten. Hiermee gaan de drie ministers in op de vraag van de Oekraïense overheid om steun te verkrijgen van de internationale gemeenschap. De bedoeling van de missie was eveneens het aanhalen van de banden met Oekraïne.
België is nu voorzitter van de Benelux, en dit bezoek was dan ook een gemeenschappelijk initiatief van de drie landen. Oekraïne is een belangrijke partner van de Europese Unie en de Benelux-landen. Dat heeft men ook gesteld tijdens het bezoek. Ook Vlaanderen heeft in deze zaak dus ongetwijfeld een economisch belang te verdedigen. Oekraïne was in 2020 de 49e exportpartner van Vlaanderen. Dat zien we ook in diverse handelscontacten. Ik herinner me dat ik met de haven van Gent ook eens een bezoek gebracht heb aan Nikolajev, een belangrijke haven tussen Odessa en de Krim. Dat is ook een aanvoerhaven voor diverse havensteden in Europa.
Minister Wilmès stelde dat ze niet echt een oplossing verwacht voor het conflict, maar dat ze bij Rusland en Oekraïne wel de wil bespeurt om opnieuw in een positief traject te stappen.
Werd er naar aanleiding van dit bezoek overleg gepleegd met de Vlaamse Regering? Werd de Vlaamse Regering geconsulteerd met betrekking tot dit bezoek? Ik denk dat dat een belangrijke vraag is gezien de economische contacten.
Zijn er in het kader van de Vlaamse politieke en economische belangen aandachtspunten die bij de Oekraïense regering aangekaart konden worden? Is dit naar aanleiding van het bezoek van Wilmès ook gebeurd?
Werd er na het bezoek aan Oekraïne teruggekoppeld naar het Vlaamse niveau en wat werd er desgevallend gerapporteerd?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het zijn inderdaad twee vragen over hetzelfde thema, maar met een andere invalshoek. Ik ga ze dus sequentieel behandelen.
Eerst de vragen van mevrouw Talpe: hoe beoordeel ik de situatie? Wat betreft de spanningen tussen Rusland en Oekraïne: de huidige militaire troepenopbouw van Rusland aan de grens met Oekraïne in Donbas is zorgwekkend, zowel qua aantal troepen als qua type materiaal. Zowel president Poetin als president Zelensky staan intern onder grote druk in dit dossier en beiden worden geconfronteerd met uitdagingen op binnenlands vlak. Voor president Poetin zijn er verkiezingen op komst in september. Voor president Zelensky stijgt de druk om de grote beloftes die hij aan zijn bevolking gedaan heeft, effectief te realiseren.
Op internationaal vlak zijn er al een hele reeks initiatieven genomen, onder meer binnen de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de Groep van Zeven (G7). In de Europese Unie stond de kwestie op de agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken die op 19 april plaatsvond. Er was ook een uitwisseling hierover met de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Kuleba.
Naar mijn oordeel kan alleen vooruitgang geboekt worden met een continue en aanhoudende dialoog. Het zou goed zijn als Rusland kiest voor de-escalatie en de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne zou respecteren. Vlaanderen is ook van oordeel dat het associatieakkoord en het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) met Oekraïne nog onbenut potentieel bevat dat verder aangeboord kan worden.
Zoals gezegd stond de kwestie Rusland-Oekraïne op de agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 19 april jongstleden. In algemene termen blijft de Vlaamse Regering achter de vijf globale principes staan die in maart 2016 naar aanleiding van de Krimcrisis door de Europese Raad werden aangenomen voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland. De Vlaamse Regering kan ook de sancties van de EU ten opzichte van Rusland steunen, maar vraagt wel een evaluatie van de Europese Commissie en meer bepaald van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO).
Ook in het licht van de zaak Navalny pleit de Vlaamse Regering ervoor dat de EU het respect voor het internationaal recht, de fundamentele normen en waarden, de mensenrechten, de democratie, vrije en eerlijke verkiezingen, en de rechtsstaat met nadruk blijft verdedigen richting Rusland. De EU moet de dialoog met Rusland open houden en blijven samenwerken op gebieden die in het belang van de EU zijn. Economische en handelsrelaties bieden een omgeving die het mogelijk maakt om ook over andere kwesties zoals fundamentele normen en waarden te spreken.
Wat de strategische autonomie betreft: de Vlaamse Regering steunt de Europese Commissie in haar aspiratie tot het bereiken van strategische autonomie met het behoud van een open economie, waarbij ook blijvend wordt ingezet op samenwerking met partners wereldwijd om globale oplossingen te bieden aan globale uitdagingen. Concreet wil dat zeggen dat we minder afhankelijk zijn van derden voor strategische zaken die we het hardst nodig hebben met behoud van onze openheid en concurrentiekracht. Het is daarbij niet enkel belangrijk om afhankelijkheid te verminderen en de eigen capaciteiten verder te ontwikkelen, maar ook om onze eigen competitiviteit verder te versterken. Diversificatie van de toeleveringsketens is dan ook een element dat helpt.
De openheid van de Europese economie is dan ook een sterkte, geen zwakte. Ik wil dan ook onderstrepen dat het niet om protectionisme gaat. Het concept is relevant voor elk onderdeel van een waardeketen, van grondstof tot eindproduct, inclusief de dienstverlening die toegevoegde waarde aanlevert. De ontwikkeling van sterk verbonden internationaal verspreide waardeketens is belangrijk, evenals open markten, met eerlijke concurrentie en op regels gebaseerde vrijhandel.
Ik kom tot de reactie op de relatie tussen Rusland en de Verenigde Staten. Wat betreft Nord Stream 2, heeft de Amerikaanse president Biden zich inderdaad zeer expliciet uitgesproken tegen het project. Ook het dreigen met extra sancties naar aanleiding van de gevangenschap van de heer Navalny, kan wijzen op spanningen tussen de VS en Rusland. Met betrekking tot Nord Stream 2, verklaarde de Europese Commissie open te staan voor dialoog met de VS-administratie en het Congres om de kwestie te bespreken. Het is echter onmogelijk om te voorspellen waartoe deze kwesties in de toekomst zouden kunnen leiden.
Mijnheer Deckmyn, u vraagt of er overleg was met de Vlaamse Regering naar aanleiding van het bezoek van de Benelux aan Oekraïne. Vlaanderen werd hierover op geen enkele manier geconsulteerd.
Wat de Vlaamse economische belangen betreft: ik ben niet op de hoogte van de aandachtspunten die door minister Wilmès werden aangekaart. Ik moet u bijgevolg het antwoord op deze vraag schuldig blijven. Ik kan wel zeggen dat Oekraïne voor Vlaanderen een beperkt economisch belang heeft. In de ranglijst van Vlaamse exportmarkten nam Oekraïne in 2020 de 49e positie in, met een aandeel van 0,17 procent in de Vlaamse totaaluitvoer. Onder de leverancierslanden voor Vlaanderen nam Oekraïne de 47e positie in, ook met 0,17 procent van de Vlaamse wereldwijde totaalimport.
U vraagt of er teruggekoppeld werd. Nee, er werd niet teruggekoppeld naar het Vlaamse niveau over dit bezoek.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, dank voor uw antwoorden. U hebt twee belangrijke d’s gezegd: dialoog en de-escalatie. Dat zal in dezen heel belangrijk zijn. Hopelijk lukt het ook, want het blijft maar gissen naar de ware bedoelingen van Rusland met de troepenopbouw en de provocaties in het algemeen. Hoever zal Poetin in dezen gaan? U haalde ook al aan dat er binnenkort verkiezingen zijn. Dat zal zeker een momentum zijn waar men zijn populariteit wil voeden. Ik hou toch mijn hart vast voor verdere opflakkeringen.
Aan de andere kant kan het ook een signaal zijn naar de Amerikaanse president die zich wat harder wil opstellen ten opzichte van Rusland. We zullen het allemaal heel nauw in het oog moeten houden. Het is in ieder geval een vorm van politiek waar ik eigenlijk wat van huiver als men op die manier te werk gaat.
Strategische autonomie zal hier zeker nog vaak aan bod komen. Het is een heel belangrijk, maar ook een frêle evenwicht. U haalde het zelf aan: het kan niet de bedoeling zijn om ons ergens af te sluiten of protectionisme na te streven. Maar we willen net die open concurrentie versterken: ‘level playing field’, maar natuurlijk ‘it takes two to tango’, dus het moet van twee kanten komen. Het interesseert me wel hoe we dat op een evenwichtige manier verder zullen kunnen laten evolueren.
Wat het Europees niveau betreft, moeten we verder stappen zetten om politiek tot een akkoord te komen. De rol van Europa is hierin heel belangrijk. Uiteraard kunnen we daar vanuit Vlaanderen aangeven welke richting we dit willen zien uitgaan, hoe belangrijk dit is, dat de situatie ons bijzonder verontrust en dat we dit ook nauw zullen opvolgen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Dank voor uw antwoord, minister-president. Het bestaande conflict is uiteraard complex. U hebt correct geschetst dat het een feit is dat de leiders van beide landen zich niet moeten gaan profileren. Ik hoop nog altijd dat er inderdaad vanuit beide hoeken geprobeerd zal worden om tot een vreedzame oplossing voor dit conflict te komen. U hebt ook onder meer verwezen naar Nord Stream 2. In het verleden heb ik ook al vragen over dit project gesteld. Ik vind het een beetje bevreemdend dat de Verenigde Staten bepaalde acties ondernemen die natuurlijk voor ons ook een negatief gevolg kunnen hebben. Maar op dat debat kom ik voorlopig toch niet meer terug.
Wat de rest van uw antwoorden betreft: ik heb uiteraard zelf in mijn vraag aangegeven dat Oekraïne als exportpartner van Vlaanderen ‘slechts’ op de 49e plaats staat. Dat is niet zoveel. Natuurlijk moeten we altijd proberen om overal, als de contacten er zijn, pogingen te ondernemen om economisch te groeien. Voor een exportland als Vlaanderen moet dat zeker een gegeven zijn. Ik vind het dan ook jammer om in uw antwoord te moeten horen dat Vlaanderen hierover blijkbaar op geen enkele manier wordt geconsulteerd. Minister-president, ik vraag me af of dit gangbaar is in dergelijke situaties?
Ik wil dit toch ruimer schetsen. In België komt 83 procent – ik denk toch dat dat het recentste cijfer is – van de export uit Vlaanderen. In alle mogelijke bilaterale bijeenkomsten tussen België als federaal niveau en het buitenland, is het toch altijd aangewezen om een beetje een terugkoppeling te krijgen, of misschien ook al op voorhand feedback te geven, om te zien waar de economische belangen van Vlaanderen op het vlak van export gevrijwaard kunnen worden. Maar uit uw antwoord blijkt duidelijk dat dit niet gebeurt, dus we zijn daar volledig buiten beeld. Als het gaat over dergelijke contacten is er blijkbaar een blinde vlek. Ik neem aan dat u daar verandering in wilt brengen. Mijn vraag is heel concreet: wilt u verandering brengen in deze manier van werken? Indien u dat wilt, op welke manier wilt u dit dan verwezenlijken?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik dank de collega’s Talpe en Deckmyn voor de interessante vragen. Ik heb zelf een aantal weken terug een schriftelijke vraag ingediend over hetzelfde thema. Ik zal daar nu niet verder over uitweiden, maar ik wil nog kort stellen dat ik denk dat net die nieuwe relatie van Biden met de NAVO kansen geeft. Ik denk ook dat, als er kansen zijn rond diplomatie – het is een goede zaak dat die troepen zich terugtrekken – we die altijd moeten grijpen. Als diplomatie spreekt dan zwijgen de wapens.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Minister-president, u hebt het over het associatieakkoord en het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement met Oekraïne, wat een onderbenut potentieel heeft. Kunt u daar in concreter zijn, kunt u daar een aantal voorbeelden van geven? Ik denk dat u doelt op handelsrelaties, samenwerkingsverbanden tussen Vlaanderen en Oekraïne. Misschien kunt u daar wat concreter in zijn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, ik sta eigenlijk een beetje te kijken van uw opmerking. Als je natuurlijk van de federale overheid vraagt dat wij continu betrokken worden bij hun demarches, dan heb je die reciprociteit. Dat wil zeggen dat zij ook de hele tijd in onze achtertuin komen zitten en meefietsen met wat wij doen met Flanders Investment & Trade (FIT) en met ik weet niet wat nog allemaal. Ik weet niet of we daar als Vlaanderen veel belang bij hebben.
Ik merk dat ik bij de federale collega wel terechtkan als ik bepaalde zaken wil bespreken. Maar om nu zo’n automatisme in te bouwen dat, wanneer zij bilaterale contacten hebben, dat in overleg met ons moet gebeuren en dergelijke? Daar heb ik geen antwoord op. Ik ben hier inderdaad eerder voor een zeer exportgericht, eigen optreden van Vlaanderen. En dan zullen er wel eens federale initiatieven genomen worden, waar wij niet bij betrokken zijn. Maar dan moeten we dat zelf maar invullen. Ik sta hier dus nogal op onze autonomie, mijnheer Deckmyn. Ik vind het raar dat we daar geen bondgenoten in zijn, maar goed.
Mijnheer Nachtergaele, dat gaat inderdaad over handelsrelaties. Ik moet eerlijk zeggen: voor Oekraïne sprak ik over 0,17 procent, zowel betreffende de import als de export, en respectievelijk een 49e en 47e plaats. Dat staat niet bovenaan de radar van ons Vlaams handelsbeleid, moet ik zeggen. In die zin zijn er daar verdragen, en die kunnen inderdaad nog wat meer aangescherpt en ingevuld worden. Dat kan bijvoorbeeld door handelsmissies en dergelijke, die vandaag niet ingevuld worden. Dat is nader te bekijken.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Bedankt, voorzitter. Ik wil me eigenlijk aansluiten bij wat collega Nachtergaele zei, dat diplomatie hier moet tellen. We moeten ons op dat vlak als sterkere partij tonen, want met partijen als Rusland weten we vaak niet of er een verborgen agenda is. En die provocaties, dat is iets waar ik bijzonder beducht voor ben. Ik zag vorige week in de pers nog dat Zweden zich ook heel wat zorgen maakt vanwege dreiging vanuit Rusland. Goed, ik ben in ieder geval blij dat het terecht hoog op de agenda van de Europese Unie staat.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, als Vlaams-nationalist vind ik dat we rekening moeten houden met verklaring 51 van het Verdrag van Lissabon: dat we op het gelijke niveau staan van het federale niveau als het gaat om buitenlandse contacten. We moeten dus uiteraard onze belangen in de gaten houden. En als we onze belangen in de gaten willen houden moeten we vooral ook economisch proactief zijn. Dat is daar een element van. Dat is het punt dat ik wilde maken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.