Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, een tijd geleden heb ik u een schriftelijke vraag gesteld over fysieke en verbale agressie bij De Lijn. In de statistieken voor 2020 zien we logischerwijs een daling. Vorig jaar waren er nog 1379 gevallen van agressie, in 2019 waren dat er 1472. Dat is een daling van 20 procent. Alleen moet je dat natuurlijk in rekening brengen met de daling van het aantal reizigers. Vorig jaar waren er, volgens de cijfers van De Lijn, tot de helft minder reizigers dan het jaar voordien. De daling van het aantal agressiegevallen is uiteraard positief, maar toch moeten we de statistieken in een en ander perspectief plaatsen.
Los van de statistiek denk ik dat bijkomende acties tegen zinloos geweld absoluut nodig zijn en blijven. De vele gevallen van agressie leiden immers tot trauma’s, maar ook tot lange periodes van werkonbekwaamheid. We zien dat er bij de chauffeurs en de controleurs van De Lijn vorig jaar samen 3516 dagen werkonbekwaamheid waren, dat is tien jaar werkonbekwaamheid op een jaar tijd. Dat zijn toch cijfers die jammer genoeg tot de verbeelding spreken. We moeten er alles aan doen om die agressie te stoppen.
Daarom pleit ik er al langer voor, minister, dat weet u, om camerabewaking te installeren op alle bussen van De Lijn en haar onderaannemers zoals dat bij trams al het geval is. Camerabewaking schrikt potentiële daders af en helpt ook bij de vervolging en bestraffing nadien.
Ik weet dat er geen apart budget is voorzien voor het installeren van die camera’s. De kosten worden meegenomen in het budget van De Lijn voor de nieuwe voertuigen. Voor camerabewaking op nieuwe bussen van exploitanten wordt jaarlijks 400.000 euro gebudgetteerd. Het is de bedoeling om tegen 2025 de eigen vloot van De Lijn uit te rusten met camerabewaking. Voor de exploitanten wordt de deadline van eind 2027 daarvoor vooropgesteld. Ik vind dat wij er alles moeten aan doen om dat nog te versnellen.
Daarom stel ik u de volgende twee vragen. Welke maatregelen neemt De Lijn in 2021 om het aantal gevallen van agressie tegenover haar personeelsleden te beperken? Ik beperk mij hierbij niet tot de camera’s. Plant u extra initiatieven en investeringen om het voertuigenpark van De Lijn en haar onderaannemers versneld uit te rusten met camerabewaking?
Minister Peeters heeft het woord.
Op zich is dit geen nieuwe vraagstelling; het onderwerp is al meermaals aan bod gekomen in de commissie en in de plenaire vergadering. Uiteraard is elk geval van agressie er een te veel. Ook in de commissievergadering van 9 februari hadden we het hierover en er is sindsdien nog niet zo heel veel gewijzigd. Ik heb toen al het plan ‘Veilig op weg’ uitgelegd, samen met de initiatieven die in 2021 bij De Lijn op tafel liggen.
De Lijn zet in op een optimalisatie van het incidentbeheer en -analyse, om er lessen uit te trekken en korter op de bal te kunnen spelen. De Lijn ontwikkelt volop toolboxen met onder meer tips over hoe agressie te voorkomen of hoe ermee om te gaan om te voorkomen dat een situatie zou escaleren. Deze toolboxen worden op verschillende manieren gecommuniceerd aan de medewerkers op het terrein.
De Lijn evalueert de opleiding ‘omgaan met agressie’ voor medewerkers die agressie hebben meegemaakt. Daarbij is hun inspraak zeer belangrijk. De Lijn evalueert eveneens de werking van de schoolspotters. Dat is een samenwerking met het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI). Ten slotte acht De Lijn het in het kader van haar beleid ‘Veilig op weg’ erg belangrijk dat op alle schakels van de veiligheidsketen wordt ingezet, dus ook op de nazorg voor personeelsleden die agressie hebben meegemaakt.
U vraagt voorts of ik extra initiatieven neem en investeer om het voertuigenpark van De Lijn en haar onderaannemers versneld uit te rusten met camerabewaking. U weet dat al een hoog percentage van voertuigen uitgerust is met een camera. De Lijn plant daar op dit ogenblik geen extra inspanningen voor. Ze kunnen beter investeren in nieuwe bussen dan in de oudere bussen die binnenkort buiten gebruik worden gesteld.
Op een eerdere vraag van de heer Verheyden heb ik al uitleg gegeven over het overleg tussen Vlaams minister van Justitie Demir en het College van procureurs-generaal om in de toekomst nog intenser te werken rond geweld en agressie op de bussen van De Lijn. We moeten daar korter op de bal kunnen spelen. Nogmaals: elk geval van agressie is er een te veel.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik ben uiteraard tevreden met het preventieve beleid en de coaching die door De Lijn zelf worden gevoerd: die toolboxen, maar ook de nazorg.
Het is ook een goede zaak dat vervolging een prioriteit is en dat we sneller met sancties over de brug kunnen komen. Maar ik heb altijd geleerd dat, als je iets wilt bereiken – ook in de politiek – je heel vaak op dezelfde nagel moet blijven kloppen. Daarom breng ik naar aanleiding van die cijfers dat thema nog eens onder de aandacht. Ik vind dat heel belangrijk. Ik begrijp dat u zegt dat we kunnen inzetten op de vernieuwing van het wagenpark om daarin camera’s te voorzien, maar ik heb een en ander eens nagerekend.
Als je weet dat de camerabewaking per bus ongeveer 3000 euro kost – dat is uw cijfer uit een antwoord op een schriftelijke vraag van collega Robeyns – en dat bij De Lijn 23 procent van de bussen nog niet is uitgerust – dat zijn 528 bussen die nog geen camera’s hebben – en als je dat vermenigvuldigt, dan kom je op anderhalf miljoen euro uit. Ik denk dat dat binnen het budget van De Lijn niet de allergrootste som is, maar toch. Ik begrijp dat er redenen zijn om dat gestaag te doen en om dat planmatig in te voeren, maar ik zou er toch nog eens voor willen pleiten om te bekijken of men de investeringen kan doen voor de jongste bussen die nog het langst moeten wachten op vervanging. Ik kan me inbeelden dat de investering van die camerabewaking perfect overplaatsbaar is op nieuwe voertuigen.
Onder het motto ‘op dezelfde nagel blijven kloppen om je punt te maken’ hoop ik, minister, dat ik u en De Lijn heel misschien toch nog op andere gedachten kan brengen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het doet ons uitermate veel plezier dat u inzet op die bestraffing. Naast de camera’s die absoluut nodig zijn, is die bestraffing heel belangrijk. Zoals collega Maertens aanhaalt, is de daling die we nu kennen, uiteraard niet reëel aangezien we de helft minder reizigers in 2020 hebben gehad. Het verhogen van de veiligheid van de reizigers van De Lijn is een prioriteit over alle partijgrenzen heen en ook van u, minister. Dat is duidelijk, maar het is ook duidelijk dat, als u daarin slaagt, u een zekere hindernis overwint om de modal shift die u nastreeft, te behalen. Er zijn niet alleen bijkomende noodzakelijke camera’s nodig, maar er is ook een doortastend beleid op het gebied van vervolging door het parket noodzakelijk.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag voor u. Zou het niet interessant zijn dat we eventuele recidivisten de toegang kunnen ontzeggen tot het gebruik van het openbaar vervoer? Net zoals iemand een levenslang rijverbod kan worden opgelegd of zoals hooligans een stadionverbod kunnen krijgen. Kunnen we die mogelijkheid bekijken en in afwachting van duidelijke resultaten in het overleg met uw collega’s, onder andere met collega Demir, dergelijke sancties opleggen? Ik weet niet of u of De Lijn die mogelijkheid heeft. Misschien kan dat bekeken worden.
We denken ook dat de haltes en de opstapplaatsen heel vaak bijkomende veiligheidsuitrusting, zoals camera’s en verlichting, kunnen gebruiken. Voor ons eindigt en begint de modal shift bij de veiligheid voor de kinderen, vrouwen, ouderen en de gewone pendelaars die De Lijn gebruiken.
Minister Peeters heeft het woord.
Camerabewaking kan preventief belangrijk zijn en is achteraf vaak nuttig gebleken wanneer er geweldsdelicten plaatsgevonden hebben om dan de beelden ter beschikking te stellen van de politie om die verder te gebruiken. Ik kan u geruststellen dat tegen 2025 – dat is alleszins het cijfer van De Lijn – elke bus uitgerust zal zijn met een camera. Dat is niet meer zo heel ver weg. De Euro 3- en de Euro 4-bussen worden vandaag niet meer continu ingezet. Die zijn misschien niet altijd uitgerust met een camera.
Ik weet niet of het heel veel nut heeft om daar nog extra op in te zetten. Maar nogmaals, De Lijn werkt ten volle aan een camerabeleid binnen haar openbaarvervoersaanbod, en tegen 2025 zal er overal camerabewaking zijn.
Mijnheer Verheyden, u spreekt over een verbod – zoals een stadionverbod – voor iemand die zich schuldig maakt aan agressie. Maar we leven nog altijd in een rechtsstaat, met scheiding der machten. Ik denk niet dat het aan ons is om mensen sancties te gaan opleggen. Dat laat ik over aan anderen. Elk geval van agressie is er een te veel. Men moet het melden en tijdig signaleren, niet het hoofd omdraaien – zoals soms wel gebeurt – maar integendeel overgaan tot actie als men een vorm van geweld of agressie ziet. Men moet dat melden en er onmiddellijk de politie bij betrekken, zodat men verder kan ageren. Ik denk dat dat hier vooral de boodschap is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.