Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, misschien is deze vraag door het mooie weer wat achterhaald, maar het is toch interessant om ze te stellen. Beloftevolle jonge tennissers, zeker zij die het topsportstatuut hebben, kregen een uitzondering voor indoortrainingen.
Als tennisser heb je natuurlijk iemand aan de andere kant van het net nodig om de bal terug te slaan. Je hebt een sparringpartner nodig, die ook een uitzondering krijgt om binnen te trainen. Deze sparringpartners beschikken niet over het topsportstatuut, maar tennissen wel vaak op hoog niveau.
Dat maakt natuurlijk dat je in sommige competities mensen hebt die ofwel getraind hebben binnen de uitzondering voor het topsportstatuut, ofwel getraind hebben als sparringpartner, ofwel tot een derde categorie behoren die niet indoor getraind heeft. Als de competitie ooit opnieuw opstart, zal dat zijn met mensen die op ongelijke wijze zijn voorbereid.
Kent u deze problematiek?
Was het niet logischer dat we eerder volgens competitie dan volgens statuut hadden geredeneerd?
Is hierover al overleg geweest met de sector?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is moeilijk om in deze hele problematiek keuzes te maken. Ik wil enerzijds natuurlijk alles in het werk te stellen opdat onze topsporters in staat blijven om minstens hun conditie op peil te houden. Anderzijds moet je wel ergens de grens trekken en het enigszins plafonneren.
Tijdens deze pandemie wil ik alle onnodige risico’s in de sportsector vermijden en alleen uitzonderingen toestaan voor topsporters die zich voorbereiden op de Olympische Spelen (OS), een Europees Kampioenschap (EK), een Wereldkampioenschap (WK) of equivalent beoordeelde competities, zoals Grandslamtenniscompetities.
Onder topsporters worden drie categorieën verstaan. Je hebt de profsporters, voor wie topsport een belangrijke bron van inkomen is. Daarnaast heb je de elitesporters en beloftevolle jongeren in een prestatie- of ontwikkelingsprogramma in olympische disciplines. Zij werden aangeduid op basis van een nominatieve topsporterslijst van Sport Vlaanderen, die werd opgesteld op voordracht van elke betrokken topsportfederatie. Tot slot heb je topsporters die het potentieel hebben voor een top-8-plaats in niet-olympische disciplines, zoals die zijn vermeld op de sporttakkenlijst. Zij trainen in functie van een EK of WK dat reeds gepland staat.
Specifiek voor de tennissport zijn er sporters uit de eerste twee categorieën. De eerste zijn de profsporters, de tweede groep werd samengesteld in nauwe samenspraak met Tennis Vlaanderen.
Binnen de topsportwerking van Tennis Vlaanderen zijn er een aantal categorieën van spelers, op basis van leeftijd en doelstellingen. Deze ontwikkelings- en prestatieprogramma’s worden ondersteund door Sport Vlaanderen met subsidie- en werkingsmiddelen.
Kids Development Team, het talentdetectieprogramma binnen Tennis Vlaanderen, richt zich op geïdentificeerde topsporttalenten. Het gaat hier om kinderen die steeds binnen zijn mogen blijven trainen. Het ontwikkelingsprogramma voor min 18-jarigen richt zich op beloftevolle jongeren in de Topsportschool. Het Junior Development Team en het ontwikkelingsprogramma voor plus 18-jarigen richten zich op beloftevolle jongeren in de transitie naar elitesporter. Naast deze ontwikkelingsprogramma’s heeft Tennis Vlaanderen ook een prestatieprogramma, ondersteund door Sport Vlaanderen, waarin twee elitesporters worden opgevolgd. Zij zitten in een olympisch kwalificatietraject.
In nauwe samenspraak met Tennis Vlaanderen werden in oktober 2020 32 tennisspelers met het statuut van elitesporter, als profspeler of als lid van een prestatieprogramma, en 38 beloftevolle jongeren uit de ontwikkelingsprogramma’s opgenomen in een nominatieve topsporterslijst om de topsporttrainingen in de winterperiode indoor verder te kunnen zetten. Dat is, dankzij de professionele beoefening, al een uitgebreide lijst in vergelijking met veel andere federaties. In december 2020 werd deze topsporterslijst voor Tennis Vlaanderen uitgebreid met nog eens 36 sparringpartners, die worden ingezet in de overkoepelende indoortrainingen, steeds op vraag om versterking van de elitesporters en beloftevolle jongeren.
De uitzonderingsmaatregelen zijn en blijven dus volledig en uitsluitend gericht op topsporters die zich voorbereiden op de Olympische Spelen, EK’s, WK’s en/of equivalent beoordeelde competities. In een sport als tennis is afwisseling een belangrijk element in de voorbereiding van de competitie. Vandaar ook de uitbreiding met het aantal sparringpartners. De sparringpartners werden voorgedragen door Tennis Vlaanderen. Het gaat steeds over atleten met een niveau dat het niveau van de belofte- of eliteatleet zo goed mogelijk benadert en die in dezelfde omgeving trainen.
De nationale competitie, waarover u sprak en die voor alle duidelijkheid op dit moment niet mogelijk is wegens de geldende regels, is geen doel an sich in de ontwikkeling tot professionele tennisspeler. Het vormt een goede voorbereiding op de internationale competities. Het klopt dat de tennisspelers met een topsportstatuut kunnen trainen onder betere of zeg maar optimale omstandigheden, maar er geldt geen algemeen trainingsverbod. Outdoortrainingen bleven en blijven tot op heden nog steeds voor iedereen mogelijk. Ideaal waren de voorbije maanden uiteraard niet, maar wellicht blijft het competitief nadeel voor tennissers die niet indoor hebben kunnen trainen, bij een eventuele heropstart van de competitie dus toch beperkt. Die omstandigheden waren voor die grote groep alleszins gelijk.
Voor de organisatie van de trainingen en de competitie handelt Tennis Vlaanderen steeds conform de overheidsmaatregelen. De federatie staat hiervoor in permanent contact met Sport Vlaanderen. In de kerstperiode was het mogelijk om competitie te spelen voor spelers tot en met het geboortejaar 2008 of de U13. De jeugdtornooien hebben toen plaatsgevonden volgens deze richtlijnen. In de krokusvakantie was competitie niet mogelijk en werden de jeugdwedstrijden dus ook geannuleerd. Nationale competities voor hogere leeftijdsgroepen, dus vanaf U15, vonden sinds oktober 2020 niet meer plaats. Het is aan de federatie om op het moment van eventuele versoepelingen in te schatten of er sprake kan zijn van een unfaire competitie. Dit geldt overigens voor alle sportfederaties.
Uiteraard verloopt momenteel niet alles ideaal, maar ik ben er wel van overtuigd dat we tijdens deze, toch nog altijd uitzonderlijke, omstandigheden, voldoende moeten focussen op de positieve zaken. Als wedstrijden dus opnieuw mogelijk worden, denk ik dat er het best niet te veel achteruit, maar vooral vooruit naar de toekomst gekeken wordt.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Bedankt, minister, om opnieuw dat kader te schetsen van hoe die uitzonderingsmaatregelen lopen en wie daarvan gebruik kan maken. Ik denk dat daar nood aan was.
Ik snap uw uitleg en de moeilijkheden waarmee u te maken hebt om onze topsporters binnen de covidmaatregelen zoveel mogelijk kansen te geven om hun talent te blijven ontwikkelen. De toevoeging van die sparringpartner werd in de sector toch wat vreemd bekeken: waarom de ene dan wel en de andere niet? Daarin moeten keuzes worden gemaakt. U hebt dat vandaag duidelijk gekaderd, en ik heb daar dan ook geen bijkomende vragen over.
De vraag om uitleg is afgehandeld.