Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik krijg steeds meer verontrustende berichten van mensen die graag mountainbiken. De vorige vraag over indoortennis was achterhaald door het goede weer. Het goede weer zorgt er in dit geval voor dat er meer mensen op de fiets stappen, en dat is een goede zaak. Ons prachtige platteland en de natuurgebieden zijn populair om te fietsen, en zeker om te mountainbiken.
De verontrustende berichten gaan erover dat het steeds moeilijker wordt om trajecten af te leggen en parcours te vinden, omdat er heel veel problemen zijn met enerzijds het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en anderzijds terreinbeherende verenigingen. We vinden het allemaal belangrijk dat mensen sporten, en dat onze natuur, waarin we gelukkig veel centen investeren, ook toegankelijk is. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er ook gemountainbiket kan worden, uiteraard met respect voor de regels die er gelden om ook onze natuur te beschermen.
Ik verwijs ook graag naar uw beleidsnota, waarin u stelt hoe belangrijk sport is en dat u volop wilt inzetten op de infrastructuur voor mountainbikers. U verwijst daar heel expliciet naar. Daarom, minister, heb ik een paar vragen.
Bent u op de hoogte van de problemen? U ontvangt ongetwijfeld ook de verschillende noodkreten die ik de voorbije maanden heb ontvangen over de vele conflicten met andere gebruikers van het platteland en de natuurgebieden, maar ook met de terreinbeherende verenigingen en het ANB, waardoor het steeds moeilijker wordt om die sport uit te oefenen.
Hebt u al overleg gehad met de minister van Omgeving? Dit is al aan bod gekomen in het parlement, en u hebt toen beloofd dat u rond de tafel zou zitten om te kijken hoe een aantal knelpunten kunnen worden opgelost. Ik zou graag willen weten wat het resultaat van dat overleg is.
Welke acties en investeringen plant u om voldoende plaats en ruimte te voorzien voor mountainbikers in Vlaanderen? Ik heb gezien dat u wilt inzetten op jonge moutainbikers en kindvriendelijke parcours. Ik denk dat dat een heel belangrijke zaak is, maar hoe zult u dat concreet doen, gelet op de problemen die zich nu stellen op het terrein?
Hoe zal zult u extra sensibiliseren en communiceren naar mountainbikers, lokale besturen, het ANB en de terreinbeherende verenigingen?
Hoe zult u verder uitvoering geven aan uw beleidsnota?
Minister Weyts heeft het woord.
Dit is een interessante thematiek. Als kind van de Vlaamse Rand weet ik dat de Zennevallei bij uitstek geschikt is om te moutainbiken. Dat is geen oproep om massaal te komen, want er komen er al heel veel naar onze bos- en heuvelrijke regio. Die is uitermate geschikt om te moutainbiken.
Iedereen wordt geconfronteerd met steeds meer conflicten tussen sporters en andere gebruikers van routepaden en groene ruimtes. Ik hoorde, waarschijnlijk net als u, recent het nieuws over de Sterbike Trails die hun parcours moesten afbreken.
De laatste maanden, niet toevallig tijdens de coronaperiode, krijgt Sport Vlaanderen meer meldingen van zulke conflicten waarbij sporters, natuurverenigingen en lokale besturen betrokken zijn. Dit is eigenlijk niet verwonderlijk, omdat er buiten veel meer wordt gesport. Wandelen en fietsen winnen ongelooflijk aan populariteit, en dus ook moutainbiken.
Vlaanderen telt op dit moment 183 bewegwijzerde mountainbikeroutes, in 209 gemeenten. Dat is samen goed voor 8075 kilometer aan mountainbikeroutes in Vlaanderen. We houden de vinger wat aan de pols, want op verschillende locaties hebben we meetlinten. Het meetlint van Herentals registreerde een verviervoudiging van het aantal passanten of mountainbikers op een jaar tijd. De vergelijking tussen december 2019 en december 2020 toonde dus een verviervoudiging.
Voor de mountainbiker die meer uitdaging zoekt, zet Sport Vlaanderen ook in op de ontwikkeling van marathonroutes en technische routes. Dat zijn routes waarvoor je meer technische skills nodig hebt, met meer singletracks, hoogtemeters, langere afstanden of technische passages. Momenteel hebben we 22 zwarte lussen of technische routes uitgetekend.
In samenwerking met de lokale besturen wil Sport Vlaanderen dit netwerk van permanent bewegwijzerde mountainbikeroutes nog verder uitbouwen. In 2021 staat de realisatie of renovatie van maar liefst vijftien mountainbikeroutes gepland. In 2021 zijn twaalf nieuwe technische routes gepland, naast de ontwikkeling van de eerste vijf marathonroutes.
Het is uiteraard belangrijk dat deze routes worden aangelegd op plaatsen die daarvoor geschikt zijn en waar het toegelaten is. De lokale besturen en de eigenaars van de paden spelen een grote rol in de aanleg en het onderhoud van de routes, en ook de handhaving is voor de lokale besturen en de grondbeheerders.
Sport Vlaanderen staat hen hierin bij. De consulenten van Sport Vlaanderen geven advies aan de lokale besturen, volgens een richtlijnenkader, opgesteld voor het aanleggen van mountainbikeroutes.
Er bestaat dus echt een goed richtlijnenkader, dat alle informatie bevat die een lokaal bestuur nodig heeft om een moutainbikeroute te realiseren. Daaraan zit een overzicht van waaraan een route moet voldoen rond veiligheid en de juiste ondergrond, en ook welke toelatingen er nodig zijn. De procedure die een gemeente moet doorlopen om al de juiste toelatingen te verkrijgen en de nazorg en kwaliteitsbewaking zijn hierin opgenomen, naast technische en financiële info.
Specifiek voor de technische routes ontwikkelde Sport Vlaanderen een online inspiratietool, zodat lokale besturen zelf kwaliteitsvolle technische parcours kunnen uittekenen.
Sport Vlaanderen doet ook steeds een kwaliteitscontrole voor de openingen van de route. De lokale besturen krijgen voor hun routes gratis signalisatiemateriaal en bewegwijzeringen van Sport Vlaanderen, om zo de herkenbaarheid en eenvormigheid te verhogen.
Sport Vlaanderen zet dus met advies en begeleiding, gecombineerd met eenvormige bewegwijzering, in op een kwaliteitsvol netwerk van routes voor verschillende niveaus.
Voor de realisatie van deze routestructuren wordt jaarlijks een budget van 100.000 euro voorzien ter ondersteuning van de lokale besturen, en dit in de vorm van startborden, uniforme bewegwijzeringsplaatjes en signalisatiepalen. Bijkomend wordt jaarlijks 50.000 euro vrijgemaakt voor het aanbieden van het digitale platform en voor de ontwikkeling van het bijbehorende kaartmateriaal en promotiemateriaal.
Naast de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur is Sport Vlaanderen ook gestart met het meer kindvriendelijk maken van de bestaande routes. Dat heb ik dit weekend nog maar pas bekendgemaakt.
Zo krijgen 105 mountainbikelussen in 85 Vlaamse gemeenten vanaf nu het label van kindvriendelijke route. Dit zijn gezinsvriendelijke routes, afhankelijk van de berijdbaarheid, de techniciteit en de hoogtemeters, maar ook van de aanwezigheid van faciliteiten en extra beleving op de route, zoals picknickplaatsen, een speelbos en speeltuinen. Op grond daarvan hebben we 105 mountainbikeroutes aangeduid als kind- en dus ook gezinsvriendelijk. Ik denk dat dit het goede moment is, waarin iedereen wel wat zoekt naar alternatieve verstrooiing en ontspanning, om dat te lanceren.
Een laatste project dat ik nog wil vermelden, is de ontwikkeling van het onlineplatform voor eenmalige mountainbiketoertochten. Op dit platform kunnen organisatoren op een vrij eenvoudige manier een online aanvraagdossier voor machtiging indienen bij zowel de gemeenten als Vlaamse agentschappen, zoals het ANB en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Zij beoordelen de route en geven hun toelating via dit platform. Dat is echt wel een snelle weg om via de diverse betrokken overheidsagentschappen ervoor te zorgen dat men snel toelating krijgt. Op een laagdrempelige manier kunnen we zo heel eenvoudig parcours goedkeuren om de druk op de kwetsbare paden op een verantwoorde manier te spreiden, rekening houdend met de ecologische draagkracht van het gebied.
De e-tool Cyclotochten in het kader van het WK Wielrennen is in ontwikkeling. Hij zou operationeel zijn in september 2021. Dat is niet toevallig het moment waarop het WK Wielrennen terug naar huis komt, namelijk naar Vlaanderen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het siert u dat u zo begaan bent met het moutainbiken en dat u heel wat positieve cijfers en routes kunt aanhalen, maar u fietst natuurlijk een beetje rond de problematiek die ik aanhaal.
Die initiatieven zijn natuurlijk allemaal fantastisch, iedereen ziet ze en ze zijn een groot succes. Ondanks de inspanningen die u doet, zien we echter op het terrein dat die vaak worden tenietgedaan door misverstanden of conflicten of andere visies van bijvoorbeeld het Departement Omgeving of het Agentschap voor Natuur en Bos, maar ook van terreinbeherende verenigingen of lokale besturen. Mijn expliciete vraag was of u daarover al met het Departement Omgeving rond de tafel hebt gezeten. U had dat ook aangekondigd naar aanleiding van een vorige vraag. Wat is uit dat overleg gekomen? Ik denk dat die knelpunten echt moeten worden opgelost om ervoor te zorgen dat die conflicten niet hoger oplopen. Niemand wordt daar beter van. Ik denk dat beide te verzoenen zijn: respect voor de natuur en toegankelijkheid van de natuur, zodat we daar allemaal van kunnen genieten. Ik zou toch ook graag op deze vraag een antwoord hebben. Dank u wel.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat ik toch heb aangegeven dat we via de tool die we hebben ontwikkeld en die in de steigers staat met een online platform wel degelijk in gesprek zijn met de bevoegde agentschappen. In dezen is dat het ANB en AWV. Dat is ten aanzien van uw problematiek misschien minder van toepassing.
Ik denk dat het essentieel is dat we een guideline bieden aan lokale besturen bij de uitwerking van de parcours. We hebben een volledig kader op poten gezet, waarbij we ook meegeven dat men toch moet opletten in functie van de interferentie met bijvoorbeeld een ecologisch gebied, met andere gebruikers en andere bestemmingen. Daarvoor bieden we een goed kader aan.
Daarnaast zorgen we er ook voor dat die routes allemaal afgelijnd en bewegwijzerd zijn. We rekenen wel op de lokale besturen voor de handhaving.
We zorgen dus voor een kader waardoor er zo min mogelijk interferentie is op het vlak van ecologie, omgeving en andere gebruikers of andere doeleinden. Dat gaat dan bijvoorbeeld ook over het kruisen van verkeeraders met gemotoriseerd verkeer en dat je dat maximaal moet vermijden. Dat zit allemaal vervat in het kader dat we aanbieden. Voor de handhaving kijken we natuurlijk vooral naar de lokale besturen om ter zake een rol te spelen. Ik denk dat we vanuit Vlaanderen wel de nodige tools aanbieden.
Mijnheer Van Dijck, ik zie u zwaaien, maar ik weet niet goed waarom.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, ik heb tijdens de repliek van mevrouw Schauvliege mijn handje opgestoken, maar blijkbaar is dat voor u niet zichtbaar. Op mijn scherm is het wel zichtbaar. Ik wilde wel degelijk aansluiten.
Ik heb het niet gezien. Ik heb het gecheckt en ik zag niemand die wilde aansluiten. Mijn excuses.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Ik wilde even tussenkomen op basis van mijn eigen ervaring. We hebben hier bij ons dertig jaar geleden het eerste erkende mountainbikepad aangelegd. Het werd toen mee geopend door mevrouw Carla Galle. Waarom wilde ik eigenlijk tussenkomen? U kent het gezegde ‘elk nadeel heb zijn voordeel’, maar hier is het ‘elk voordeel heb zijn nadeel’. We proberen veel zaken op te lossen op de georganiseerde mountainbikeroutes en op de georganiseerde wandelpaden – dan heb ik het over knooppunten – om inderdaad zoveel mogelijk conflicten te vermijden. Dat doe je door de wandelpaden en moutainbikepaden waar het kan van elkaar te scheiden. In het slechtste geval laat je ze elkaar in tegenovergestelde richting passeren. Daar waar er gekruist moet worden, proberen we toch met sasjes te werken, zodat de snelheid van de mountainbiker op die plaatsen naar omlaag moet gaan om die conflicten te vermijden.
Maar er bestaat niet zoiets als een algemeen verkeersreglement in onze bossen en wegen. Ik denk dat dat een algemeen probleem is, en ik zie ook niet onmiddellijk in hoe je daar als overheid tegen kunt optreden. Je kunt niemand verbieden om in een andere richting te fietsen en te wandelen. Daar situeert zich het conflict. Ik denk dat het heel veel te maken heeft met het alert maken van zowel wandelaar als mountainebiker om respect te hebben voor elkaar.
We zien eenzelfde probleem als het over de gewone openbare weg gaat met wielertoeristen en andere gebruikers van die ruimte. Ik denk dat we al voor een stuk in uw antwoord hebben gehoord dat we moeten proberen om de conflictzones zoveel mogelijk te beperken. Maar ja, er is nog altijd de vrijheid van gaan en staan waar men wil. In dezen speelt ook de opvoeding een rol.
Dat wilde ik nog tussen brengen, voorzitter.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb al gerepliceerd. De tussenkomst van de heer van Dijck ligt wat in het verlengde van mijn antwoord.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel. Mijnheer Van Dijck, ik denk dat de voorzitter dacht dat het uw partijlogo was dat op uw schermpje stond.
Ik denk dat we een aantal zaken toch moeten onderscheiden. Er is op dit moment, door de omstandigheden, het veelvuldige gebruik van het platteland en de natuur. Je hebt dan de conflicten tussen de verschillende gebruikers, en ik denk dat u een afdoend antwoord hebt gegeven op de vraag over hoe daarmee wordt omgegaan: door de groepen te scheiden, signalisatie en duidelijke communicatie op de website voor de lokale besturen.
Maar daarnaast is het echt wel een trend van de laatste maanden dat er zich een probleem voordoet op het terrein. Er zijn andere Vlaamse overheidsdiensten die heel moeilijk doen, die bepaalde parcours plotseling in vraag stellen, die een aantal ingrepen uitvoeren waarover niet overlegd werd. Ik denk dus dat daar echt wel iets moet gebeuren, minister, in de richting van een stoort structureel overleg, waarbij wordt gekeken naar de knelpunten en wat daaraan gedaan kan worden.
Er is wel zoiets als een verkeersreglement in natuurgebieden, denk ik. Er is de algemene toegankelijkheidsregeling, die voor heel wat natuurgebieden werd opgemaakt en waarin iedereen heel duidelijk zijn plaats heeft. Maar als men natuurlijk plotseling heel onverdraagzaam wordt en bepaalde sporten niet meer toelaat, dan ontstaat er echt wel een probleem. Dan kan die geliefde sport niet meer uitgeoefend worden en ontstaan er conflicten die het lokale niveau overstijgen, omdat er toch wel een structuur in zit. Mijn vraag aan u is en blijft dus expliciet, minister, om echt in overleg te gaan met het Agentschap voor Natuur en Bos en met de terreinbeherende verenigingen, om te bekijken hoe die conflicten opgelost kunnen worden.
Nogmaals: dit is niet goed voor het imago van de Vlaams mountainbiker en niet goed voor het imago van onze mooie natuurgebieden. Beide zijn perfect te verzoenen, maar dan moeten er goede en duidelijke afspraken zijn. Ik wil er dus nogmaals op aandringen om rond de tafel te gaan zitten en dit probleem, dat zich de laatste tijd voordoet, op te lossen op Vlaams niveau.
De vraag om uitleg is afgehandeld.