Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, honderd Belgische ondernemers ondertekenden vorige week een open brief waarin ze een pleidooi houden voor een lokaal partnership met een maatwerkbedrijf. Ze zien in zo’n samenwerking alleen maar voordelen. Niet alleen beperkt het hun ecologische impact en bespaart het hun tijd en geld, ook, en vooral, zorgt het voor betrokkenheid. Ze kunnen het eigen product dichtbij huis houden én het laat hun toe lokale tewerkstelling te creëren voor mensen die op de reguliere arbeidsmarkt maar moeilijk aan de bak komen.
Deze open brief is een onderdeel van een hele communicatiecampagne rond het imago van maatwerkbedrijven, dat niet altijd strookt met de werkelijkheid. Maatwerkbedrijven zijn vandaag immers heel performante bedrijven die hoogtechnologisch en professioneel werken.
Als gevolg van de coronacrisis merkten de maatwerkbedrijven een toenemende vraag van reguliere bedrijven uit de buurt, vooral vanwege problemen met bijvoorbeeld onstabiele toeleveringen of stipte leveringen, enzovoort.
Bovendien merkten de maatwerkbedrijven dat start-ups sneller de stap naar maatwerkbedrijven durven te zetten, waarmee een nieuwe markt wordt aangeboord, maar wat er ook voor zorgt dat een maatwerkbedrijf nog sneller moet kunnen schakelen.
Minister, we weten dat u een goede samenwerking tussen maatwerkbedrijven en reguliere bedrijven graag wilt ondersteunen. In de commissievergadering van 11 februari hadden we het er al even over. U verwees toen naar het VESOC-akkoord (Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité) ‘Alle hens aan dek’, waar het belang van een sterke samenwerking tussen de reguliere en sociale economie extra in de kijker gezet wordt. Er zijn ook een aantal projecten opgestart zoals bijvoorbeeld het ESF-project (Europees Sociaal Fonds) ‘Blended Business Models’, waarbij men op zoek gaat naar een diepgaande en innovatieve samenwerking tussen reguliere en sociale economie. Dat klinkt alvast veelbelovend.
Deze honderd ondernemers die de open brief ondertekenden, stellen een mooi voorbeeld voor hun collega’s. Ook de mediacampagne valt op. Denkt u nog aan andere extra stimulansen om rond het imago van maatwerkbedrijven te werken? Welke mogelijkheden ziet u om de maatwerkbedrijven te ondersteunen in de uitdaging om steeds sneller te schakelen in functie van de opdrachten die zij binnenkrijgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vandromme, dank voor uw vraag. Ik weet dat u een hart hebt voor sociale economie, zoals trouwens een aantal collega’s uit deze commissie.
U verwijst naar de campagne van Groep Maatwerk om de vele troeven van onze maatwerkbedrijven beter bekend te maken. Ik ben een heel grote fan van samenwerking tussen de ondernemingen in de sociale economie en de reguliere economie. De wisselwerking en samenwerking tussen beide is een duidelijke ambitie in het beleid. Ook het VESOC-akkoord ‘Alle hens aan dek’ verwijst er expliciet naar in punt 18 ‘Versterking van het sociaal ondernemerschap en de sociale economie’. We werken in dat kader nu twee concrete projectoproepen uit: een oproep rond extra opleiding voor doelgroepwerknemers en een open innovatieoproep rond investeringen. We doen dat met het oog op een sterke samenwerking tussen de sociale economie en het normaal economisch circuit.
Ik geef u acht voorbeelden van hoe we de positie van onze maatwerkondernemingen trachten te versterken. Ik zal ze kort duiden.
Ten eerste is er de ESF-oproep ‘Blended Business Models’, in samenwerking met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), waar vijf beloftevolle samenwerkingsverbanden kunnen rekenen op een financiële ondersteuning.
Twee, er is de recente oproep ‘Circulair werk(t)!’, in samenwerking met Vlaanderen Circulair, waarbij reguliere ondernemingen en ondernemingen sociale economie zich verenigen in circulaire hubs. Ondertussen hebben we al twintig van zulke hubs.
Drie, er is de periodieke recurrente oproep ‘Innovatie’ binnen de sector van de sociale economie waar we ook steun voorzien voor operationele innovatieprojecten. Binnen het kader van het VESOC-akkoord werk ik aan de oproep met betrekking tot de strategische investerings- en innovatiesteun.
Vier, in Vlaanderen zijn er 37 lokale regisseurs Sociale Economie aan de slag. Zij krijgen structurele werkingsmiddelen om in hun regio de samenwerking tussen sociale en reguliere economie te versterken. We besteden daar 2, 2 miljoen euro aan.
Vijf, ik heb het voorbije jaar werk gemaakt van een databank die alle erkende sociale-economiebedrijven groepeert, waardoor gewone bedrijven heel gemakkelijk de onderneming kunnen terugvinden.
Zes, er zijn de vele mogelijkheden die jullie kennen inzake de enclavewerking. Er zijn mooie samenwerkingsverbanden in de vorm van enclavewerking tussen de sociale en de reguliere economie.
Zeven, ik verwijs graag naar het digitale Single Market Forum over Sociale Economie en Sociaal Ondernemerschap. Dat is een actief discussieforum met het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld en de academische wereld.
Acht, ik moet het ook mee vermelden: er is de de uitwerking van het ontwerpdecreet Individueel Maatwerk. Dat zou eigenlijk ook moeten zorgen voor een betere band tussen sociale en reguliere economie. Doelgroepwerknemers zouden vlotter en veiliger moeten kunnen doorstromen naar een gewoon bedrijf. Eergisteren was er de persconferentie over medewerkers in de zorg. Ik vind dat er nog onontgonnen terrein is om mensen die actief zijn in sociale economie ook zorgdagen op zich te laten nemen. Zeker in het kader van het individuele maatwerk denk ik we die pistes actiever moeten verkennen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord. Dank u wel voor de goede voorbeelden. Het is altijd interessant om te leren uit goede voorbeelden. We hebben er heel wat gehoord. Ik ben benieuwd naar wat dit individueel maatwerk finaal zal worden. Ik ondersteun zeker ook uw oproep om het onontgonnen terrein rond de zorg nog verder te onderzoeken, zeker nu we alle hens aan dek, alle handen aan het bed nodig hebben.
Ik wil nog verwijzen naar een voorbeeld uit West-Vlaanderen. Er is een studie rond de verankering van sociale economie in West Vlaanderen, uitgevoerd door de provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) in 2007. Die werd toen ook voorgesteld in deze commissie. Dus het lijkt mij handig en interessant om, zodra die studie is opgeleverd, ook de update eens te bekijken en om de POM eventueel uit te nodigen in deze commissie.
Ik ben in elk geval blij om te horen dat er al zoveel goede voorbeelden zijn en dat we allen pogingen doen om de maatwerkbedrijven zo goed mogelijk in de kijker te zetten.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik bedank collega Vandromme voor de boeiende vraag. De samenwerking tussen de sociale economie en de reguliere economie vind ik ontzettend belangrijk. We hebben het al geregeld gehad over dit thema. De enclavewerking is een mooi voorbeeld van hoe de sociale en de reguliere economie in elkaar overvloeien en elkaar ook versterken. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het strakke onderscheid tussen de sociale economie en de reguliere economie op termijn zal vervagen. Het individueel maatwerk draagt daar ook zijn steentje toe bij.
De coronacrisis heeft aangetoond dat de robuust gewaande supply chain, of de goederenstroom, niet onaantastbaar is. Geert Noels waarschuwde maandagavond in De Afspraak voor het gigantisme. In zijn boek houdt hij een boeiend pleidooi voor een kleine, trage en menselijke toekomst. Dit geeft ook heel wat mogelijkheden. Tijdens deze coronacrisis zijn er boeiende samenwerkingen ontstaan tussen maatwerkbedrijven en reguliere bedrijven. Dat hebben we duidelijk gezien. Men keek minder naar het buitenland voor bepaalde diensten en producten en men zocht naar oplossingen dicht bij huis, hier in Vlaanderen. De maatwerkbedrijven getuigden ook van een enorme veerkracht, aanpassingsvermogen en flexibiliteit om hun activiteiten aan te passen en af te stemmen op de vragen van onze bedrijven. We kunnen dat niet genoeg benadrukken, want dit zijn goede praktijkvoorbeelden en die zijn waardevol om die kansen beter in de verf te zetten. Ik ben ervan overtuigd dat veel bedrijven onvoldoende weten waar de opportuniteiten liggen. Ik zie daar ook een opdracht voor de sector en ook voor de minister, om daar verder aan te werken.
De campagne waarnaar collega Vandromme verwees, maar ook andere campagnes in het verleden, gaf daarvoor al een goede aanzet. Om die effecten op lange termijn verder te zetten, moeten we de campagnes ook op regelmatige basis verderzetten. Ik hoop dat de sector en de minister ook op datzelfde spoor blijven verdergaan.
Tot slot, we weten dat er nog heel wat kansen en uitdagingen zijn voor de maatwerkbedrijven om te investeren in innovatie en digitalisering. In het verleden werden daar ook heel wat projecten voor opgezet. Er is een recurrent budget van 2,7 miljoen euro voor digitalisering en technologische evoluties.
Ik heb nog een afsluitende vraag, aansluitend bij de vraag van de collega. Op welke manier zullen deze middelen worden ingezet? Hoe zal de innovatie bij de maatwerkbedrijven worden versterkt? Op welke manier kunnen deze middelen bijdragen tot meer samenwerking met de reguliere bedrijven?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor de aanvullende tussenkomsten. Collega Vandromme, ik kan voor beide oproepen – dus zowel de oproep 'Blended business models', met zes projecten, als de oproep rond circulair werk, met twintig projecten – de geselecteerde kandidaten als achtergrondinfo meegeven. Ik zal die gegevens verzamelen en bekijken hoe we die het vlotst aan jullie allemaal kunnen bezorgen.
Het zou heel nuttig zijn om de studie van de provinciale ontwikkelingsmaatschappij eens voor te stellen in de commissie.
Collega Claes, ik heb met veel aandacht geluisterd naar uw uiteenzetting. De troef van maatwerkbedrijven is net de lokale economie dicht bij huis en productie dicht bij huis. Het is een mooi pleidooi voor de maatwerksector. Ik vind het ook de correcte insteek om richting individueel maatwerk uit te gaan en ook heel veel aandacht voor de werknemer te hebben. Ik heb al een paar keer gezegd dat ik een beetje huiver om maatwerk te zien als de ultieme remedie om iedereen in de sociale economie in individuele bedrijven aan de slag te laten gaan. Dat zou niet lukken, maar de bruggen moeten wel veel sterker gebouwd worden.
De open innovatieoproep gebeurt binnen een oproepformule om dossiers in te dienen. Als de oproep gelanceerd is, kun je alle informatie op de website terugvinden.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik heb niet veel extra info meer. Ik vind het mooi dat iedereen overtuigd is van de sociale economie en van maatwerkbedrijven. Ook de zorg voor de werknemers delen we allemaal. Dat is mooi. We kijken uit naar wat komt. Ik ben zeker bereid om te luisteren naar de hoorzitting van de POM in deze commissie. Ik kan niet aanwezig zijn op de regeling van de werkzaamheden, maar ik hoop dat jullie dat meenemen.
Dat doen we zeker.
De vraag om uitleg is afgehandeld.