Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Reuse heeft het woord.
Voorzitter, de gelijkschakeling van de uitoefening van de schietsport in overdekte schietstanden met de andere binnensporten veroorzaakt sinds enkele maanden grote onzekerheid en veel problemen voor de schutters en hun clubs. Het bezit van wapens ter beoefening van de schietsport voor de zuivere wedstrijdsport of voor het recreatief sporten, is afhankelijk gemaakt van de daadwerkelijke uitoefening van de sport. De sportschutters moeten dit aantonen door enerzijds het lidmaatschap van een erkende schietclub met schietstand en anderzijds door het aantal schietbeurten, die in hun schuttersboekje moeten worden afgestempeld.
Met een sportschutterslicentie, uitgegeven door een federatie die wordt gecontroleerd door de Vlaamse overheid, kan men bepaalde wapens van licht kaliber – .22 – voor het doelschieten of met een gladde loop voor het kleischieten aanschaffen. Dit is een wapenvergunning model 9 in het schuttersjargon. Maar ook een wapenvergunning, het zogenaamde model 4, uitgereikt door de gouverneur met als motivatie sportschieten, dient aangetoond te worden met een minimumaantal jaarlijkse schietbeurten.
Het minimumaantal jaarlijks wettelijk opgelegde schietbeurten voor een model 9 via de Vlaamse regelgeving bedraagt twaalf beurten, voor een model 4 zouden tien beurten volstaan. Voor de Vlaamse regelgeving moet men jaarlijks het aantal schietsessies kunnen aantonen, zo niet wordt de licentie ingetrokken. Voor het model 4 wordt een vijfjaarlijkse evaluatie door de lokale politie onder toezicht van de provinciale wapendienst georganiseerd.
Door de sluiting van alle activiteiten in het voorjaar van 2020 werd na beraadslaging tussen de schuttersfederaties en de minister het aantal verplichte beurten teruggebracht tot zes. Door de moeilijke omstandigheden konden heel wat mensen voor de tweede sluiting van de schietstanden die zes beurten niet halen. In november werden dan toch alle overdekte schietstanden gesloten omdat men ze had ingedeeld bij de indoorsporten.
Op dat ogenblik werden heel wat sportschutters, die door diverse omstandigheden nog niet de vereiste zes schietsessies konden aantonen, voor een voldongen feit geplaatst. Wie in november of december nog een of twee beurten wilde halen, kon dit niet meer doen. Maar de jaarlijkse valideringsdatum van de sportschutterslicentie is onverbiddelijk. De aanvraag moest door veel schutters met een onvoldoende aantal schietbeurten worden ingeleverd. Vragen vanuit de federaties om wegens de tweede lockdown opnieuw het aantal schietbeurten te verminderen, werden niet gehonoreerd. De federaties moeten sindsdien elke sportschutterslicentie intrekken indien de houder niet voldoende schietsessies kan aantonen. Daarna wordt ook de provinciale wapendienst verwittigd die de bezitter van wapens met een model 9 erop wijst dat hij of zij het wapen drie jaar mag behouden, maar geen munitie thuis mag opslaan.
Minister, na maanden is er nu toch een oplossing gekomen. Afgelopen vrijdag heeft de ministerraad een besluit goedgekeurd dat ervoor moet zorgen dat voorlopige licenties verlengd worden en dat mensen die moeten hernieuwen of hun sportschutterslicentie al kwijt zijn, op een zo gemakkelijk mogelijke manier hun sportschutterslicentie in orde krijgen. Ik heb daarom mijn vragen lichtjes aangepast.
Minister, de sector vraagt waarom het vereiste aantal schietbeurten niet eerder werd teruggeschroefd, meteen na de tweede lockdown, om veel problemen te vermijden.
De schietstanden moeten aan strenge milieueisen voldoen. Ze moeten een sterke luchtafzuiging en verversingsinstallatie hebben. Het uitoefenen van de sport gebeurt individueel en afgescheiden van medeschutters. Waarom konden de schietstanden niet openblijven of heropenen?
Hoeveel sportschutterslicenties werden er in november, december en januari ingetrokken wegens het niet kunnen behalen van het vereiste aantal beurten?
Is er bereidheid om te onderzoeken of de schietstanden – zonder cafetaria – kunnen heropenen zodat verdere onnodige administratieve en vergunningsproblemen vermeden kunnen worden?
Is er overleg geweest met de provinciale wapendienst over de impact van de sluiting van de schietstanden op de vergunningen onder model 4?
Wat wilt u doen om de schietsport te ondersteunen bij deze administratieve rampzalige toestand?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer De Reuse, dit is een technische materie voor wie er niet mee vertrouwd is. U gaat ervan uit dat de vragen van de schietsportfederaties of sportschutters geen gehoor vonden, dat moet ik ontkrachten. Ik kan u verzekeren dat zowel Sport Vlaanderen als mijn kabinet in nauw contact staan met de schietsportfederaties en steeds getracht hebben op de vragen van de sportschutters en de federaties zelf te antwoorden. Daarin hebben we steeds aangegeven dat we begin januari de bestaande tijdelijke maatregelen zouden herbekijken, net omdat het niet duidelijk was hoelang de minimale duurtijd van de sluiting van de schietstanden zou duren. Gezien de evolutie van de pandemie is een snelle heropening van de indoorschietstanden niet onmiddellijk aan de orde, tot mijn spijt.
Wat is het belangrijkste in dezen? Het sportschieten gebeurt natuurlijk met vuurwapens. Vanwege de veiligheid moeten de sportschutters minimaal twaalf keer per jaar oefenen, dus gemiddeld één keer per maand. Naar aanleiding van de eerste lockdown hebben we dat aantal tijdelijk gehalveerd naar zes. Zodra er een duidelijker zicht was op de duurtijd van de minimale sluiting van de schietstanden, hebben we een nieuwe regeling uitgewerkt.
Op 29 januari 2021 hebben we dan ook de nieuwe coronamaatregelen voor het sportschieten goedgekeurd. Die traden al in werking op 1 februari. Deze tijdelijke regelgeving voorziet voor de sportschutters die intussen geen geldige licentie meer hebben, in een oplossing. Dat gaat bijvoorbeeld over sportschutters die niet het vereiste aantal schietbeurten behaalden. Bij de nieuwe maatregelen is het uitgangspunt een halvering van het aantal te behalen schietbeurten.
Om dus op uw eerste vraag concreet te antwoorden: sportschutters van wie de sportschutterslicentie een jaarlijkse vervaldag had in de periode van 8 juli 2020 tot en met 28 oktober 2020, de datum van de sluiting van de schietstanden, en nu niet meer geldig is, kunnen reeds na zes in plaats van twaalf schietbeurten van een voorlopige sportschutterslicentie omschakelen naar een definitieve licentie. Bij de eerste jaarlijkse vervaldag moeten ze ook slechts zes in plaats van twaalf schietbeurten kunnen aantonen.
Sportschutters van wie de sportschutterslicentie een jaarlijkse vervaldag had in de periode van 29 oktober 2020, de start van de tweede sluiting, tot 1 februari en nu niet meer geldig is, kunnen onmiddellijk een nieuwe licentie krijgen. Deze sportschutters hoeven geen schietbeurten aan te tonen. In tegenstelling tot de eerste categorie werden deze sportschutters namelijk geconfronteerd met een tweede verplichte sluiting van de schietstanden in de periode waarin ze schietbeurten moesten aantonen.
Daarnaast is ook in maatregelen voorzien voor de lopende geldige sportschutterslicenties en de nieuw uitgereikte. Houders van een lopende sportschutterslicentie die op 1 februari 2021 geldig was, moeten niet bij de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag, maar de vervaldag daarop, het aantal behaalde schietbeurten aantonen. Dat betekent 12 beurten gespreid over twee jaar, opnieuw een de facto halvering dus. Nieuwe sportschutterslicenties, die uitgereikt zijn vanaf 1 februari tot uiterlijk drie maanden na de huidige verplichte sluiting van de schietstanden, kunnen bij de eerste jaarlijkse vervaldag eenmalig geldig worden verklaard, als de sportschutter minimaal zes schietbeurten aantoont in de twaalf maanden voorafgaand aan de vervaldag. In concreto betekent dat opnieuw een halvering van het aantal beurten. Dat is altijd de ratio.
Er is geen overleg geweest met de provinciale wapendiensten over de impact van de sluiting van de schietstanden op de vergunningen onder model 4. De wapenvergunningen zijn federale materie, maar het sportschieten en de sportschutterslicenties zijn een Vlaamse bevoegdheid. De regeling die we eind januari hebben goedgekeurd, is wel gelijklopend aan het principe dat de wapendiensten ook zullen toepassen bij de vijfjaarlijkse controle op het aantal schietbeurten. Dat weten we wel.
Daarnaast werden een 220-tal sportschutterslicenties ingetrokken door het niet-aanvragen van de geldigverklaring. Men had in die gevallen gewoon geen initiatief genomen, dus veronderstellen we dat er geen vraag meer is. Op grond daarvan zijn de licenties dan ingetrokken. Vermoedelijk zijn er ook in deze laatste groep een aantal sportschutters die onvoldoende schietbeurten behaalden, maar die dan de afweging maakten dat het sop de kool niet meer waard was.
Ik denk dat we met deze nieuwe maatregelen een oplossing bieden voor de sportschutters en de administratieve last toch tot een minimum beperken.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Dit is inderdaad een eerder technische materie, maar voor de betrokkenen natuurlijk wel van groot belang.
U nam vorige week een besluit dat de Vlaamse Schietsportkoepel vrijdag jongstleden kenbaar heeft gemaakt aan al zijn leden, want bij heel wat van hen bestond er grote onzekerheid of ze hun sport nog op een correcte en wettelijke zouden kunnen uitoefenen en of ze hun licenties in orde zouden kunnen houden. Uw besluit met de tijdelijke maatregelen was dus zeer welkom, weze het, zeker gezien de grote onzekerheid die er was voor heel wat mensen, eerder aan de late kant of voor sommigen zelfs te laat, omdat hun licentie en vergunning vervielen. U komt daar nu aan tegemoet.
Een bijkomende vraag: de ingetrokken sportschutterslicenties kunnen snel hernieuwd worden, maar is er ook overleg met de provinciale wapendiensten in verband met de vergunningen onder model 9? Zullen de provinciale wapendiensten ertoe bereid zijn om een korte overgangsperiode tussen twee geldige licenties door de vingers te zien? Zult u daaromtrent eventueel een initiatief nemen?
En dan wat de opening van de schietstanden betreft: die schietstanden zijn er volledig op voorzien om coronaproof in gebruik genomen te worden. Zou u deze eventueel willen heropenen?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Collega, bedankt voor de vraag. Het is inderdaad heel technische materie, maar ik denk dat u, minister, met de maatregelen van vrijdag inderdaad pragmatisch optreedt. Het is inderdaad een heel delicate materie. We willen natuurlijk dat mensen die wapens hebben en gebruiken, daar enige ervaring en oefening in blijven steken. Dat is belangrijk.
Ik had eigenlijk een vrij kleine bijkomende vraag: in mijn regio, Limburg – maar ik neem aan dat dat ook voor andere grensstreken geldt –, trok men tijdens de lockdown al eens naar Nederland om die zogenaamde stempels te halen, om te oefenen en aan de vereiste beurten te komen. De laatste tijd was er wat onzekerheid over of ook die beurten geldig zijn om die sportschutterslicentie te behouden. Of u dat nu al weet, kan ik niet zeggen, maar daarover zou op het terrein ook wat duidelijkheid moeten komen, zodat de onzekerheid daarover weggewerkt wordt.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Coenegrachts, ik zou even moeten checken wat de toestand precies is. Dat kan ik niet zo zeggen.
Wat de vraag met betrekking tot de vergunning voor model 9 betreft, ga ik er wel van uit, gelet op de federale bevoegdheid, dat de gesprekken daarover lopen. Ik kan altijd wel bemiddelen, mocht dat nodig zijn, maar gelet op de federale regelgeving ben ik daar niet onmiddellijk door gevat en kan ik ook niet rechtstreeks ingrijpen in die overgangsperiode.
Ik denk dat de regeling die we hebben uitgewerkt, correct en wettelijk is en vooral billijk en veilig. Want daar komt het altijd op neer: we moeten het evenwicht zoeken tussen ervoor zorgen dat bonafide sportschutters hun sport kunnen blijven beoefenen en tussen het afschermen of beschermen van de sport tegen mensen die de mogelijke mazen in het net zouden willen zien. Ik denk dat de regeling die we getroffen hebben, wel aan die criteria beantwoordt.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, bedankt voor de tijdelijke maatregelen die genomen zijn, want ze zijn zeker van belang voor de sport. Het is van groot belang dat de sport en het imago ervan in een goed daglicht blijven staan en dat de sport op een wettelijke en correcte manier beoefend kan worden.
Afsluitend wil ik toch nog eens mijn oproep herhalen om in dialoog te treden met de verenigingen, want zij creëren veilige omstandigheden waarin de sport beoefend kan worden. Kunnen de schietstanden vervroegd geopend worden?
De vraag om uitleg is afgehandeld.