Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voorzitter, bedankt om deze vraag naar achteren te schuiven. Vanuit het Waasland naar Brussel met de NMBS: het is altijd een beetje reizen. Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat deze regering dat probleem zo snel mogelijk gaat oplossen.
Mijn vraag gaat niet over het Waasland, minister-president, maar over het Venetië van het Noorden, Brugge. De uitstraling en aantrekkelijkheid van een cultuurstad staat of valt grotendeels met het culturele aanbod van die stad. Als men aan dat aanbod begint te sleutelen, heeft dat ontegensprekelijk repercussies. De stad Brugge heeft terecht de reputatie erg aantrekkelijk te zijn voor de op cultuur gerichte meerwaardezoeker, trouwens ook zonder nieuw voetbalstadion. Het imago van Brugge als cultureel-historisch erg rijke stad heeft de laatste tijd echter enkele opdoffers gekregen.
Ik geef een kort overzicht. Op 1 januari 2020 werd zonder enige steekhoudende motivering het Gentpoortmuseum, dat was gevestigd in de gelijknamige 15de-eeuwse stadspoort, gesloten. Een paar maanden later, net toen duidelijk werd dat de coronacrisis een enorme impact zou gaan krijgen op de bezoekerscijfers in Brugge, was het plots de beurt aan het Gezellemuseum aan de Rolweg om na 94 jaar plots de deuren te sluiten. En als klap op de vuurpijl kwam vorige maand de aankondiging dat ook het lot van het archeologiemuseum aan de Mariastraat bezegeld werd. De instelling sluit de deuren en een deel van de collectie zal worden overgebracht naar twee kleine zaaltjes in het Gruuthuusemuseum.
De Vlaamse overheid is blijkbaar nog niet op de hoogte van de nakende sluiting, want op de webstek van Visit Flanders stond, alleszins tot vorige week, nog altijd te lezen: “Na het succesverhaal van de heringerichte benedenverdieping is nu ook de bovenverdieping van het Brugse archeologisch museum grondig gerestyled. Het resultaat is een gezinsvriendelijk, interactief museum waarin je wordt aangezet om voorwerpen aan te raken, iets nogal ongewoons voor een museum.” Het is alleszins merkwaardig dat Visit Flanders het in deze context over een succesverhaal heeft, terwijl het Brugse stadsbestuur steen en been klaagt over tegenvallende bezoekerscijfers. Telkens opnieuw verschuilt de stad zich bij het zich verantwoorden voor deze museale kaalslag achter de dalende bezoekerscijfers. Dat element kan bijdragen tot een dergelijk besluit – u weet allemaal dat ik een groot voorstander ben van dat criterium – maar het kan toch moeilijk als enige maatstaf gelden voor dergelijke drastische beslissingen in deze specifieke context.
Minister-president, bent u zich bewust van de impact van de beslissing van het Brugse stadsbestuur om binnen de tijdspanne van minder dan een jaar drie museale instellingen te sluiten? Deelt u de mening van het Brugse stadsbestuur dat dalende bezoekerscijfers het doorslaggevende criterium moeten zijn bij het nemen van dergelijke ingrijpende beslissingen in deze specifieke context?
Is er volgens u sprake van een trend? Ik denk daarbij concreet aan min of meer gelijkaardige instellingen als het Archeologisch Museum van Oudenburg, het provinciaal Archeocentrum in Velzeke, het provinciaal Archeologisch Museum in Ename of het Gallo-Romeins Museum in Tongeren? Kunt u mij een overzicht geven van de bezoekerscijfers daar in de laatste tien jaar?
Is er in het verleden al eens een vergelijking gemaakt met buitenlandse voorbeelden van museale initiatieven die wél blijken aan te slaan bij een groot publiek, zoals het Musée Archéologique in Aarlen, de historische site van Le Grand-Hornu bij Bergen, het levende museum Archeon in het Nederlandse Alphen aan den Rijn, of het Duitse openluchtmuseum van Xanten aan de Rijn?
Is er naar aanleiding van de aangekondigde sluitingen in Brugge vanuit uw kabinet of departement al contact geweest met het Brugse stadsbestuur? Ik heb wel gemeenteraadsleden van uw partij zich zien roeren in de gemeenteraad, maar heeft ook het kabinet of het departement al contact met het stadsbestuur? De uitstraling van Brugge overstijgt immers het lokale. Ik denk dat we dat hier allemaal kunnen beamen, gezien de toeristische en historische waarde van de stad. Zo ja, welk resultaat had dat overleg? Zo nee, waarom niet? Bent u van oordeel dat er bijkomende initiatieven moeten worden ontwikkeld om het museale aanbod in Brugge aantrekkelijk te houden? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?
Het Brugse dossier is natuurlijk slechts een van de dossiers die duidelijk maken dat er echt dringend iets moet gebeuren om de desastreuze gevolgen van de coronacrisis voor de museale sector te counteren en de schade zoveel mogelijk te beperken. Is er al zicht op concrete cijfers van de gemaakte verliezen en de eventuele gevolgen voor de sector tijdens deze crisis? Voelt u zich geroepen om dan ook nog extra initiatieven te nemen? Ik denk bijvoorbeeld aan, in het kader van het relanceplan, iets specifieks voor dergelijke archeologische musea.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik ben op de hoogte van deze beslissing. Visit Flanders – u verwijst naar de website – valt onder Toerisme en behoort dus niet tot mijn bevoegdheden, maar die van mevrouw Demir. Ik ga ervan uit dat die website wel geactualiseerd zal worden.
Ik deel alleszins uw bezorgdheid dat de sluiting van die locaties kan leiden tot een verminderde dienstverlening voor bezoekers en bewoners van de stad Brugge.
Of ik de mening van het Brugse stadsbestuur deel? Principieel ben ik het met u eens dat dalende bezoekerscijfers, zeker in coronatijden, geen reden mogen zijn voor een snelle sluiting. De presentatie van en de zorg voor museale collecties moet gebeuren vanuit een langetermijnvisie. Een sluiting van een locatie mag daarbij geen taboe zijn, maar dat moet gebeuren op een zorgvuldige manier, waarbij de verschillende opties worden afgewogen. Als inrichtende macht van deze musea is het aan de stad Brugge om daarover te beslissen.
Ik ken de volledige motivatie van de stad niet voor de sluiting. Ik ga mij daar dus niet over uitspreken. Het is alleszins wel een goede zaak dat daarover een publiek debat gevoerd wordt. In de gemeenteraad van Brugge zal dat ook wel aan bod komen, denk ik.
Dan vraagt u me of er sprake is van een trend. De vier musea die u opsomt, beheren allemaal een archeologische collectie, maar verschillen sterk in schaalgrootte. Het Gallo-Romeins Museum in Tongeren heeft een landelijke werking en wordt gesubsidieerd op basis van het Cultureelerfgoeddecreet. Voor de andere musea is dat niet het geval. Het publieksbereik van musea hangt ook af van verschillende factoren. De ligging van het museum en het belang van de collectie spelen bijvoorbeeld een rol.
Het departement Cultuur beschikt enkel over bezoekerscijfers van het Gallo-Romeins Museum, omdat we dat subsidiëren. De laatste tien jaar bereikte dit museum een breed publiek, met bezoekersaantallen boven de honderdduizend personen. Sommige jaren stijgen of dalen deze cijfers, maar dat heeft meestal te maken met grote tentoonstellingen die in dat jaar lopen. Je kunt dus niet besluiten dat er een negatieve trend is voor archeologische musea. Het Gallo-Romeins Museum toont aan dat ook dergelijke musea een breed publiek kunnen bereiken.
Of er al een vergelijking is gemaakt met buitenlandse voorbeelden? Voor zover we weten, is er nog geen dergelijke vergelijking gemaakt. We moeten daarbij opletten dat we geen appelen met peren vergelijken. Het Archeologisch Museum van Aarlen heeft bijvoorbeeld een eerder bepekte collectie, met een regionale focus. Het is daarom minder relevant om die instelling te vergelijken met bijvoorbeeld het Gallo-Romeins Museum.
Op instellingsniveau worden dergelijke vergelijkingen wel gemaakt. Het Gallo-Romeins Museum positioneert zich bijvoorbeeld tegenover de archeologische musea van Trier, Bavay en Amiens, die een gelijkaardig verhaal vertellen als hoofdplaats van een Romeinse provincie destijds.
Is er contact geweest met Brugge? Er zijn geen contacten geweest tussen mij of mijn kabinet en Brugge. Ik ben in elk geval van mening dat dit een zaak is voor het stadsbestuur van Brugge om over te beslissen. Dat is de inrichtende macht van deze musea en staat in voor het grootste deel van de financiering. Zoals al aangegeven vind ik het een goede zaak dat er daarover een debat wordt gevoerd in Brugge. Dat is echter geen zaak die ik op Vlaams niveau ga trekken.
Wat betreft uw vraag over de desastreuze gevolgen van de coronacrisis voor de museale sector, staat de sluiting van de locatie van het Archeologiemuseum los van de coronacrisis. Maar ik ben het wel met u eens: er moeten inderdaad maatregelen genomen worden om de impact van de crisis voor de museale sector op te vangen. Dat geldt in bredere zin voor heel de cultuursector.
Een eerste maatregel die al genomen werd, is het noodfonds. Op basis van de aanvragen op het noodfonds hebben we al gedeeltelijk zicht op de geleden verliezen. Er is inderdaad ook een relanceplan in opmaak met investeringen, maar daarover zal ik te gepasten tijde uitleg even, ook over welke prioriteiten daarin worden vastgelegd. Er is dus ook een investeringsrelanceplan waarin ook de culturele sector aan bod komt.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, wat Vist Flanders betreft: misschien kunt u dat eens bekijken met minister Demir, of ik zal een schriftelijke vraag voor haar indienen. Die website loopt wel op wat meer zaken achter op de actualiteit.
Wat deze zaak betreft, kunnen we naar mijn mening niet genoeg het belang van dergelijke archeologische historische musea benadrukken, niet alleen ten behoeve van de stad Brugge en onze historische museale waarde ook tegenover het buitenland, maar zeker en misschien zelfs vooral nog voor het belang van onze Vlaamse cultuur.
Het is inderdaad een beslissing van het stadsbestuur, dat als motivatie louter de bezoekcijfers heeft. Dat is duidelijk af te leiden uit de verslagen van de desbetreffende gemeenteraden waar dat is besproken. Maar dat sluit nog altijd niet uit dat u toch contact met hen opneemt om een bepaalde druk te zetten, gezien de bovenlokale waarde die ik zonet al heb proberen te schetsen, en ook om een signaal te geven naar andere steden die al dan niet met dezelfde problematiek zouden kampen. Het lijkt mij echt wel belangrijk dat u, als hoeder van de Vlaamse cultuur, daar toch een duidelijk signaal zou geven. Ik blijf mijn oproep herhalen om contact op te nemen met het stadsbestuur. U kunt hen niet dwingen, maar u kunt wel eens vriendelijk lachen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega, dank u voor uw vraag. Als West-Vlaming met een groot hart voor cultuur en erfgoed ben ik hier even op bezoek. Ik was tot voor kort voorzitter van de erfgoedvereniging CO7 in de Westhoek. Hier gaat het over ‘Brugge die scone’.
Collega, u hebt gelijk: Brugge is nog altijd een zeer rijke cultuurhistorische stad. Ik werd aangesproken door het stadsbestuur van Brugge naar aanleiding van deze vraag, vooral omdat men het gevoel had in een negatief daglicht te worden gesteld. De bedoeling van musea is om aan collectiebeheer te doen, maar ook om al het waardevolle te ontsluiten, de mooie zaken rond erfgoed en cultuur. Het is de bedoeling van het stadsbestuur in Brugge om op een innovatieve manier en via een duurzame visie uit te zoeken hoe men mensen kan bereiken en hoe men het erfgoed kan ontsluiten.
Er zijn heel wat redenen, zoals het dalende aantal bezoekers maar ook het niet-toegankelijk zijn van het museum op zich, om op zoek te gaan naar een alternatief. Ook het samenwerken over de beleidsdomeinen heen, Cultuur en Toerisme, is een mooie manier om zaken te ontsluiten. Dit is een voorbeeld van goed beheer, van goed en degelijk beleid.
Minister-president, hoe kunnen we het erfgoed nog meer ontsluiten? Ik kijk uit naar de beslissing die wellicht binnenkort wordt genomen op regeringsniveau over de erfgoedconvenanten. Is daar al meer duidelijkheid over?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, ik reageer omdat het Gallo-Romeins Museum in Tongeren op het lijstje van de heer Brusselmans stond. Ik wil benadrukken dat je met een sterke permanente opstelling, aangevuld met goede, ook buitenlandse tijdelijke tentoonstellingen, inderdaad de interesse kunt opwekken bij mensen om dat verleden te ontdekken, om te kijken vanwaar wij, als samenleving, komen, om daar ook lessen uit te trekken met betrekking tot het heden. Daar moet ik de heer Brusselmans in bijtreden. Het is heel belangrijk om daar vanuit Vlaanderen in te blijven investeren. Telkens wanneer ik naar het Gallo-Romeins Museum ga, is dat een mooie ontdekking: de diversiteit van de samenleving destijds al, de verschillende nationaliteiten die in het Romeinse Rijk samenwoonden. Dat is iets waar we vandaag nog veel van kunnen leren en waar we inderdaad, mijnheer Brusselmans, heel veel aandacht aan moeten besteden: dat die diversiteit van alle tijden is en dat we daar heel mooie dingen uit hebben geleerd.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Archeologie is belangrijk en komt op heel veel manieren aan bod in Vlaanderen. Ook bij bouwprojecten zie je dat men de lokale bevolking of de bezoekers de kans geeft om ter plaatse te gaan kijken. Vaak worden er ook met de vondsten lokale tentoonstellingen opgezet. We hebben onze musea, die zowel regionaal als landelijk en internationaal belangrijk zijn.
De aandacht voor archeologie is op veel vlakken aanwezig, wat ook goed is om onze geschiedenis te kennen en om dit in het hele verhaal te brengen. Samen met het immaterieel erfgoed vormt dit immers het verhaal van een stad, streek of regio.
Wat de specifieke vraag over de Brugse musea betreft, ben ik het er helemaal mee eens dat we dit aan het stadsbestuur van Brugge moeten overlaten. De gemeenteraad is daar het forum voor het debat. Ik wil enkel aanstippen dat het Brugse museum een internationaal topmuseum is dat nu veertien locaties heeft. Vroeger waren het er zeventien. Er zit wellicht een langetermijnvisie achter de sluiting. Bepaalde zaken moeten anders worden tentoongesteld. De gebouwen zijn niet toegankelijk genoeg voor bezoekers. Is het nog mogelijk alles met nieuwe, digitale tentoonstellingsmogelijkheden in die gebouwen tentoon te stellen? Moet er niet over worden nagedacht archeologie niet afzonderlijk te behandelen, maar in de publiekswerking in verband met andere stukken in te bedden en veeleer thematisch te werken? Ik gooi dat hier gewoon in het midden. Ik vind dat al die beslissingen in de Brugse musea moeten worden genomen, waar er de nodige expertise is. De politieke afdekking gebeurt dan in de stad Brugge en niet hier, op het niveau van het Vlaams Parlement.
Minister-president Jambon heeft het woord.
De Vlaamse Regering zal een van de volgende weken over de erfgoedconvenanten beslissen. Het werk is zo goed als klaar. Dat kan dan naar de Vlaamse Regering gaan.
Over de visie op erfgoed heb ik het daarstraks al gehad. Voor 1 april 2021 zal ik mijn strategische visienota in het Vlaams Parlement indienen. Dan zullen we een langetermijnvisie hebben.
Mijnheer Brusselmans, wat een duidelijk signaal aan de stad Brugge betreft, heb ik indertijd Brugge bezocht. Ik ben toen specifiek op de museumsite geweest. Ik heb het Gezellehuis en het andere door u vermelde museum toen niet ter sprake gebracht, maar ik heb een stadsbestuur met een toekomstgerichte visie op de museumsite gezien. Er is toen geen enkel alarmsignaal afgegaan. Ik wil de Bruggelingen niet schofferen, maar bijna heel Brugge is een museum. Ik heb geen alarmsignalen gekregen in verband met een stadsbestuur dat geen langetermijnvisie op het museale aspect zou ontwikkelen. Als het lokale bestuur zich van een dergelijke historische site niet bewust zou zijn en niet aan ontwikkeling zou doen, zou ik, als minister van Cultuur, wel tussenbeide moeten komen. In dit geval vind ik het moeilijk als Vlaamse overheid in een detaildiscussie terecht te komen. Daar speelt de gemeentelijke autonomie een rol. Iedere partij in de gemeenteraad van Brugge moet haar rol spelen. Indien ik me overal moet moeien met lokale vragen over sluitingen of zo, wordt het moeilijk.
Dat neemt niet weg dat ik redelijk wat contacten met de Brugse overheid heb. Ik zal wel eens vragen hoe dit in de globale visie past. Aangezien het stadsbestuur me er met betrekking tot de musea echt van heeft overtuigd een toekomstgerichte werking te zullen ontwikkelen, is het moeilijk op details in te gaan. Het museum en zijn opdracht zijn natuurlijk waardevol, maar het stadsbestuur heeft me ervan overtuigd effectief een toekomstvisie op het museale beheer in Brugge te hebben.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, ik dank u nogmaals voor uw antwoord. Ik hoop dat u gelijk hebt. Ik kan daar geen waardeoordeel over vellen, want ik ken de specifieke toekomstvisie in Brugge uiteraard niet. Maar als op een jaar tijd drie musea sluiten, is het normaal dat bij mij alarmbellen afgaan.
Mijnheer Coenegrachts, ik dank u voor uw bijdrage. Als we het over de diversiteit in het Romeinse rijk hebben, moeten we inderdaad vermelden dat het rijk ook is geplunderd en ten onder is gegaan door de import van barbaarse culturen uit het oosten. Het is belangrijk daar vandaag rekening mee te houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.