Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, het is vakantie geweest. Ik neem aan dat u minder van de vakantie hebt kunnen genieten dan gewoonlijk. Mijn vraag gaat over de buitenschoolse opvang voor kinderen in het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.
Vanaf 1 september 2015 staan acht internaten in het buitengewoon onderwijs in voor het verblijf en de begeleiding van hun internen op de schoolvrije dagen.
Er is een transitieperiode voorzien die oorspronkelijk zou lopen tot 31 augustus 2018. Die is nog eens voor drie jaar verlengd tot 2021. In die transitieperiode is een beheersovereenkomst afgesloten voor die internaten met permanente openstelling (IPO’s) om hun plaats in de integrale jeugdhulp te zoeken. Die beheersovereenkomst stipuleert eigenlijk de vereisten voor de steun die de IPO’s kunnen ontvangen enerzijds, en de capaciteit en andere voorwaarden waaraan ze moeten voldoen anderzijds. Die is afgesloten met de minister van Onderwijs en met de minister van Welzijn.
Ondertussen loopt die beheersovereenkomst en loopt er ook een intensief traject waar die acht IPO’s zich schikken naar de vereisten van Welzijn, zoals gesteld in de beheersovereenkomst. Maar er heerst nog heel wat onzekerheid over de vraag of er aan het einde van die transitieperiode een erkenning zal volgen door Welzijn. In het regeerakkoord en in de beleidsbrief staan daarover een aantal dingen die duidelijk zeggen dat er genoeg middelen moeten zijn om die IPO’s te ondersteunen, wat momenteel niet het geval is.
Mijn vragen gaan dan ook over de finaliteit van deze transitieperiode. Wat is momenteel de stand van zaken? En vooral, zal er tegen 31 augustus 2021, wat dus het einde is van die zesjarige periode, een duidelijke oplossing komen vanuit Onderwijs en Welzijn voor de onderfinanciering van de internaten? Welke pistes worden op dit ogenblik bewandeld om te komen tot een definitieve oplossing daarvan?
Minister Beke heeft het woord.
De vorige Vlaamse Regering, meer specifiek de toenmalige ministers bevoegd voor Welzijn en voor Onderwijs, beslisten om deze transitie te continueren. En zowel de Vlaamse Regering als ikzelf, in mijn beleidsbrief, waaruit u citeert, hebben ons geëngageerd om hier verder werk van te maken.
Om de transitie goed te kunnen voorbereiden, hebben we in eerste instantie de beheersovereenkomst met de acht internaten met permanente openstelling, de zogenaamde IPO’s, verlengd tot 31 augustus 2021.
Voor Welzijn betekent dit onder andere dat we ook de extra impuls van 350.000 euro continueren voor ondersteuning van deze IPO’s om een goede positionering in het zorgcontinuüm van de integrale jeugdhulp voor te bereiden en om zich de kwaliteitsnormen en afspraken zoals gangbaar binnen de integrale jeugdhulp eigen te maken.
Vanuit Onderwijs werden ook maatregelen genomen in functie van de flexibiliteit en het bekijken van de financiering. Over die maatregelen, dat begrijpt u wel, kunt u het best in detail vragen stellen aan mijn collega van Onderwijs, die u welbekend is. Aan de gemengde stuurgroep, met vertegenwoordigers vanuit Welzijn en Onderwijs, op het niveau van zowel de kabinetten als de administraties, die daaromtrent werkt, heb ik gevraagd om ons de gepaste aanbevelingen aan te leveren richting 2021. U begrijpt dat ik daar nu nog niet vooruit op kan lopen.
Wat de timing en de aanpak betreft, verwijs ik naar mijn voorgaande antwoord. U hebt natuurlijk een punt als u stelt dat we dat naast de IPO’s ook oog moeten hebben voor de achterliggende internaten, de MPI’s van het GO! en hun specifieke uitdagingen. Ook dat zit in de scope van de stuurgroep.
Zonder vooruit te willen lopen op de voorstellen van de stuurgroep over mogelijke oplossingen hieromtrent: het verleden heeft in deze materie inderdaad al wel uitgewezen dat de discussie of internaten onderwijsinstellingen dan wel welzijnsinstellingen zijn, de voortgang in dit dossier niet altijd even evident maakte. Ik ben me daarvan bewust, ook de stuurgroep is zich daarvan bewust, en ik reken erop dat de stuurgroep dat meeneemt in haar voorstellen en daarbij voortschrijdend inzicht combineert met een wil om te slagen, waarbij zowel de dimensie onderwijs als de dimensie welzijn vooral wordt bekeken vanuit de belangen van het kind en de jongere die er verblijft, met daaruit voortvloeiend voorstellen voor een adequate financiering met inspanningen vanuit de beide beleidsdomeinen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik denk dat u de nagel op de kop slaat met uw laatste zin. Het gaat uiteindelijk over het welzijn van de jongere, over het ervoor zorgen dat die de nodige ondersteuning krijgt voor zijn specifieke noden. Of internaten welzijns- of onderwijsinstellingen zijn, of een hybride vorm zijn, is op zich niet de essentie van de zaak, maar dat zorgt er natuurlijk wel voor dat er momenteel heel wat onzekerheid heerst. Wij moedigen natuurlijk volop uw voornemen aan om tot een definitieve oplossing te komen, zoals ook in uw beleidsnota staat. Ik zou gewoon willen vragen dat daarover op redelijk korte termijn zekerheid kan komen, want momenteel heerst ter zake heel wat onduidelijkheid, niet enkel over de internaten zelf, maar ook voor de jongeren en vooral ook voor hun ouders. Ik denk dat dit inderdaad samen met uw collega van Onderwijs moet worden aangepakt. Ik vraag alleen om tijdig, dus niet op het einde van de transitieperiode, maar ruim daarvoor, tot duidelijkheid te komen, want nog eens een verlenging of een andere halfslachtige oplossing zou geen goede zaak zijn, noch voor de internaten, noch voor de jongeren die daar buitenschools verblijven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.