Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat deze commissie met de aankomst van mijn vrienden uit het prachtige Waregem ondertussen nog wat West-Vlaamser of zelfs Waregemser is geworden.
Uit een bevraging van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) West-Vlaanderen blijkt dat de West-Vlaamse ondernemers slechts in beperkte mate bezig zijn met de gevolgen van de brexit. De ondervraagden mochten een top drie samenstellen uit een lijst van negen thema’s, namelijk fiscaliteit, levendige kernen, administratieve lasten, arbeidskrapte, mobiliteit, ruimte voor ondernemen, brexit, toerisme en brain drain en onderwijs. Slechts 3,54 procent heeft de brexit op de eerste plaats gezet en slechts 5,26 procent heeft de brexit in zijn top drie gezet. Wel heeft, ter vergelijking, 29,90 procent fiscaliteit op de eerste plaats gezet en 60,9 procent fiscaliteit in zijn top drie gezet.
Aangezien de cijfers bij de ondernemers al zo laag liggen en de brexit vermoedelijk in onze provincie de grootste gevolgen zal hebben, vermoed ik dat de procentuele cijfers nog lager zullen liggen dan in de andere provincies. Er wordt een verlies van ongeveer 11.000 jobs voorspeld. Deze cijfers wijzen er niet per se op dat de ondernemers geen voorbereidingen op de impact van de brexit treffen, maar het blijft frappant dat daar, in een regio waar de gevolgen van de brexit niet mogen worden onderschat, blijkbaar weinig prioritaire aandacht aan wordt besteed.
In het Vlaams regeerakkoord heeft de Vlaamse Regering sterk benadrukt dat ze bedrijven wil helpen om zich op de gevolgen van de brexit voor te bereiden, niet enkel door het Brexit Actieplan verder uit te werken, maar ook door middel van bijkomende acties die in de Brexit Taskforce worden afgesproken.
Gelet op deze cijfers lijkt het me uitermate belangrijk dat we vanuit het beleid de ondernemers dan ook verder blijven sensibiliseren, los van de acties die hier nu al kunnen worden genomen, in het kader van de gevolgen van de brexit, zodat we erger kunnen voorkomen.
Daarom heb ik de volgende twee vragen aan u, minister.
Zult u extra maatregelen nemen om ondernemers alert te maken en alert te houden en zich voor te bereiden op de nakende gevolgen van de brexit?
Zult u bijkomende maatregelen nemen voor de West-Vlaamse ondernemers?
Minister Crevits heeft het woord.
Speciaal voor de bezoekers heb ik mijn mouwen opgestroopt.
Collega Vanryckeghem, ik zal uw beide vragen samen behandelen. Het is trouwens leuk om te zien dat u vrienden hebt. (Gelach)
Het zijn niet mijn enige vrienden, minister. (Gelach)
In de politiek is het belangrijk om vrienden te hebben. Ik heb trouwens al meermaals uw grote schare mogen ontmoeten in het mooie Waregem. Zij zijn trouwens ook op ondernemersvlak een voorbeeld voor Vlaanderen.
De enquêteresultaten waarnaar u verwijst, dateren van eind 2019. De ondervraagde kmo’s zetten de brexit niet op nummer 1. Ik heb dat al eens gezegd, ik vind dat op zich niet het grootste probleem, omdat onze kmo’s natuurlijk veel uitdagingen kennen. Er is echter een grote ‘maar’. Ik had eerlijk gezegd wel verwacht dat een hoger percentage van de ondervraagden die brexit in de top 3 van hun zorgen zou aanstippen. Er is dus zeker nog werk aan de winkel. Voor wie de precieze cijfers wil kennen: slechts 5,26 procent van de 150 respondenten zette de brexit in de top 3 van de uitdagingen.
Vooraleer in te gaan op de acties richting het bedrijfsleven met een specifieke focus op West-Vlaanderen, wil ik eerst nog een woordje uitleg geven bij de huidige situatie.
Vanaf nu tot eind 2020 zitten we in een transitieperiode waarbij het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie onderhandelen over hun relatie post 2020.
De visienota over de Vlaamse uitgangspunten met betrekking tot de brexitonderhandelingen werd vorige week goedgekeurd in de Vlaamse Regering. We hebben een aantal prioriteiten. Ten eerste willen we geen douanetarieven tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Dat is ook heel belangrijk op het vlak van transport. Ten tweede willen we een vergaande douanesamenwerking. Ten derde willen we een brede, ambitieuze samenwerking op het vlak van onderwijs en onderzoek, economische migratie, landbouw enzovoort. Ten vierde willen we ook een gewaarborgde toegang tot de Britse wateren en ook gelijkwaardige vangstmogelijkheden in die Britse wateren voor onze vissers. U weet dat het heel precair kan worden voor onze vissers.
Tot eind 2020 verandert er niets voor onze bedrijven. We plannen nu dan ook geen grote nieuwe campagne. Maar naarmate er meer duidelijkheid komt over de effecten van die brexit, zullen we natuurlijk wel een tandje bijsteken.
Er zijn al wat campagnes met een specifieke focus op West-Vlaanderen. We hebben 25 evenementen georganiseerd, specifiek gericht op West-Vlaamse bedrijven. De organisatie van die evenementen gebeurde altijd in samenwerking met partners zoals UNIZO, het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), Essencia, Fedustria en KPMG. Ik heb daarover een bijdrage meegebracht, zodat u een inzicht kunt krijgen in wat we al allemaal georganiseerd hebben in dat verband.
We zien ook dat West-Vlaamse bedrijven steeds vaker de weg vinden naar VLAIO-adviseurs (Agentschap Innoveren en Ondernemen). Dat is ook wel belangrijk. Voor eerstelijnsadvies heeft VLAIO in 2018 361 West-Vlaamse bedrijven bereikt. Dat aantal is in 2019 gestegen tot 471. Dat zijn er dus heel wat meer. Als we kijken naar de West-Vlaamse bedrijven in VLAIO-begeleiding, zien we dat dat aantal ook gestegen is van 258 in 2018 naar 310 in 2019. Het kan dus natuurlijk ook zo zijn dat het feit dat meer bedrijven zich laten begeleiden, wel hun brexitgevoeligheid verhoogt maar dat ze de brexit daardoor niet meer in de top 3 zetten.
De dreiging van een no-deal was eind vorig jaar zeer groot. Daarom werkte VLAIO een specifiek stappenplan uit met een aantal acties. Ik heb dat bij als bijlage, zodat iedereen kan zien wat die acties zijn. Ik hoop oprecht dat we goed onderhandelen. Hier aan mijn rechterzijde zit trouwens Wouter Nachtergaele, een van onze diplomaten die vanuit mijn kabinet alle onderhandelingen zeer nauwgezet opvolgt. Hij heeft enkele maanden geleden ook met goed gevolg de visonderhandelingen gevoerd. Hij is sinds enige tijd dus ook visexpert. Hij knikt toch bevestigend. U weet wat de visonderhandelingen zijn? Dat gaat erover welke vis je mag vangen. (Opmerkingen)
Neen. Maar hij houdt van West-Vlaanderen.
We moeten blijven inzetten op die brexitrealiteit. Ik vermeld nog twee relevante projecten. Op dit moment loopt het EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) Brexitproof, een datasharing platform voor Zeebrugge van RX/SeaPort, waaraan we 200.000 euro steun geven. Dat project heeft als doelstelling administratieve barrières te tackelen die handel met landen buiten de EU met zich meebrengt in de haven van Zeebrugge. Die vorm van handel zal explosief toenemen zodra de brexit ook administratief een feit is, omdat Groot-Brittannië dan niet meer tot de EU behoort. Het platform is al actief en zal nog veel intenser worden ingezet.
En heel recent was er een initiatief voor een EFRO-projectoproep dat ook specifiek voor West-Vlaanderen geldt. Daarbij kunnen projecten worden ingediend voor bedrijven in de sectoren voeding, kunststoffen en rubber, textiel en machinebouw. Dan krijgen ze begeleiding bij hun internationaliseringsstrategie in de toekomst.
De projecten moeten ten laatste op vrijdag 21 februari een vooraanmelding krijgen. De laatste dag van vastlegging is 3 april 2020.
Collega, de sensibilisering van de bedrijven blijft van belang. De cijfers van UNIZO en het feit dat UNIZO die bevraging heeft gedaan, is op zich ook goed. Want dan krijgen we de kans om te zeggen dat er alertheid moet blijven. U stelt dan een vraag en die gaat ook terug naar de bedrijven. Op zich is dat goed.
Wanneer er in de tweede helft van dit jaar meer duidelijkheid komt over de effectieve maatregelen kan het, afhankelijk van waar we staan, zijn dat we opnieuw een versnelling hoger zullen moeten gaan, niet alleen in West-Vlaanderen, maar ook bij de vele andere Vlaamse bedrijven die mogelijkerwijze zullen worden getroffen.
Op dit moment zijn de onderhandelingen op EU-niveau en de lopende projectoproepen op Vlaams niveau wel de eerste focus. We werken nog altijd preventief. Er is nog niets veranderd. En we proberen goed te onderhandelen, samen met onze minister-president.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, in de marge maakte ik mij de bedenking of het mogelijk zou zijn om een profiel te kleven op het potentiële verlies van die 11.000 jobs. Het is misschien niet onnuttig dat we, in het geval van het worstcasescenario van een harde brexit, klaarstaan om die 10.000 teloorgegane jobs op te vangen in het kader van outplacement. In die zin kan het nuttig zijn dat we daarop, indien mogelijk, een profiel kleven.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Allereerst wil ik collega Vanryckeghem danken voor zijn zeer interessante vraag. En voor de bezoekers wil ik even zeggen dat dit meestal het geval is in deze commissie, dat Kurt zeer interessante vragen stelt, en dat hij ook een prima burgemeester is.
U hebt een pintje tegoed. (Gelach)
Er zijn hier vandaag meer bezoekers dan parlementsleden, dus we mogen hen wat extra informatie geven.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Onze aandacht viel ook op die aankondiging van EFRO-middelen. Er werd 1 miljoen euro aangekondigd tijdens een event van UNIZO. Onze vraag daarbij is: is dat specifiek voor West-Vlaanderen of kan dat ook breder gaan? Het is redelijk kort dag voor het halen van die deadline. Zijn er al specifieke projecten die in aanmerking komen? Onze grote bezorgdheid is opnieuw dat ook de kmo’s, de kleinere ondernemingen daarin worden meegezogen. Is daar voldoende aandacht voor?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vanryckeghem, met de ambitie om ook mijn pintje te verdienen: u bent een zeer goede burgemeester en u hebt fantastische vrienden. (Gelach)
Maar ik zal ook antwoorden op uw zorgen en uw vragen, want dat is het belangrijkste. Dat cijfer van 11.000 jobs is een ruwe schatting. Het is de bedoeling dat we geen jobverlies hebben, dat is de eerste prioriteit. Maar als die er dan toch komt, hebben we vandaag al een impact per sector. Maar dat is sectoraal en een ruwe schatting. We moeten er vooral voor zorgen dat VDAB heel kort op de bal kan spelen en dat de adviseurs ook heel snel aan de slag kunnen. Sommige bedrijven kunnen heel snel andere markten veroveren. We weten op dit ogenblik dus niet hoe zwaar het zal zijn. Maar de bedreiging is wel in kaart gebracht.
Dan in verband met de EFRO-middelen: dat is inderdaad voor West-Vlaanderen. U weet dat die EFRO-middelen provinciaal toegewezen kunnen worden. In West-Vlaanderen heeft men gevraagd om een project te doen specifiek gericht op de brexit. Ook in andere provincies legt men eigen accenten, dat is eigen aan de EFRO-middelen, die Europees zijn, dat weet u. Ik heb het inderdaad aangekondigd op een UNIZO-event een week geleden. Daar waren honderden ondernemers in de zaal, drie- of vierhonderd zelfs. Er zijn er dus al heel veel die het gehoord hebben, er waren ook heel veel kmo’s.
De deadline is nipt, maar dat is meestal zo met EFRO-middelen. Het is ook de taak van onze organisaties – onder andere UNIZO, maar ook andere – om dat tot bij de ondernemers te brengen. UNIZO heeft ook gezegd dat zij veel inspanningen leveren om de administratieve drempels, zeker bij de kleintjes, weg te werken. De speech voor of na mij was van de voorzitter, die ook zei: ‘Aarzel niet om in te tekenen op projecten, wij gaan u ook met raad en daar bijstaan. Mocht dat te veel papierwerk zijn, dan helpen we dat op te lossen’. Maar iedereen legt dus zo zijn eigen accenten voor die middelen en de reden van de deadline heeft dus te maken met de eigenheid van die projecten.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Tot slot heb ik alle vertrouwen in onze minister die dat verder goed zal opvolgen, onze liefste vrouwelijke minister van West-Vlaanderen.
Collega’s, ik wil u ook warm maken voor een commissievergadering Buitenlands Beleid op dinsdag 10 maart, waar we een vergadering over de brexit zullen hebben, met een stand van zaken met minister-president Jambon en een toelichting door professor Internationale Economie Hylke Vandenbussche, die een studie over de impact van de brexit heeft gemaakt. Ook de Britse ambassadeur Martin Shearman wordt uitgenodigd, maar hij moet nog bevestigen. Dus bij dezen kunt u 10 maart in uw agenda schrijven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.