Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dit is enorm belangrijk. We hebben het in deze commissie al een aantal keer over e-commerce gehad en dan vooral over hoe we onze lokale handelaren in Vlaanderen kunnen ondersteunen om mee te stappen in het digitale verhaal. Dat is een heel belangrijk luik om de lokale handel mee te ondersteunen. Even belangrijk is het echter om een gelijk speelveld te creëren. Daar wil het vandaag over hebben. Ik begrijp wel dat dit een moeilijk thema is om concrete acties aan te koppelen, maar het is wel een belangrijk debat waar we de komende jaren aandacht voor zullen moeten hebben.
Een gelijk speelveld is niet alleen belangrijk voor onze handelaars, maar ook voor onze consumenten. Er is heel veel concurrentie op het vlak van retail uit het buitenland. We kennen allemaal de Zalando’s of bol.coms van deze wereld. We gaan die niet verbieden, want die bieden wel degelijk voordelen voor onze consumenten en uiteindelijk ook om onze lokale handel te laten evolueren naar het winkelen van de toekomst. Op zich is e-commerce dus een goede zaak.
Maar nu zien we de laatste maanden, jaren, ook een enorme opmars van e-commerce uit andere contreien, bijvoorbeeld uit Azië, uit China. Daar stelt zich echt wel een probleem van het gelijke speelveld. Het komt er kort gezegd op neer dat er voor winkels die vanuit die landen opereren, echt een heel groot risico is dat ze niet aan dezelfde concurrentievereisten voldoen op het vlak van bijvoorbeeld de kwaliteit van de producten, certificering, et cetera. Ik verzin dat niet zelf. Dat blijkt uit een heel aantal studies. Test Aankoop heeft een onderzoek gedaan. Er bestaat ook een grootschalig Deens onderzoek, en voor wie de problematiek echt wil begrijpen, raad ik eigenlijk aan om eens op YouTube te zoeken naar een aflevering van ‘Zondag met Lubach’, een Nederlands actualiteitsprogramma. Het duurt maar tien minuten. Daarin is een heel doordacht item gemaakt over wat daarvan eigenlijk de gevaren zijn.
Heel wat Chinese winkels zijn de laatste jaren aan een opmars bezig, niet alleen in Vlaanderen, maar in heel West-Europa. We kennen misschien allemaal AliExpress: dat is een tak van Alibaba. Maar daarnaast zijn er ook Wish, Banggood, DealeXtreme, MiniInTheBox, TinyDeal enzovoort. Er zijn heel wat van die e-commercewebsites die enorm veel marktaandeel aan het veroveren zijn. Ik heb exacte cijfers opgezocht. Dat is een beetje moeilijk te vinden, maar het zou gaan om 16 procent van de totale e-commerce in West-Europa. Misschien hebben jullie daar andere cijfers over. Het is een beetje flou om dat in kaart te brengen, maar de opmars is echt wel bezig.
Uit die studies, bijvoorbeeld van Test Aankoop en uit het Deens onderzoek, blijkt dat heel wat van die producten niet voldoen aan de kwaliteitseisen die wij als westerse consumenten niet alleen gewoon zijn, maar die ook gewoon gelden om ons te beschermen, bijvoorbeeld tegen schadelijke chemicaliën en dergelijke. Dat is natuurlijk een probleem. Het gaat zelfs zo ver dat het certificeringslogo dat we in West-Europa kennen, het befaamde CE, dat we op veel producten zien, en dat staat voor ‘Conformité Européenne’, zelfs wordt nagemaakt bij Chinese producten. Veel van die producten hebben eigenlijk een valse certificering, maar hebben vrije toegang tot de Europese markt.
In het verleden deed dat probleem zich niet zo erg voor omdat de logistieke kracht van die Chinese webwinkels vrij beperkt was in onze contreien. Daardoor waren de levertermijnen van die producten enorm lang en konden die eigenlijk niet zoveel marktaandeel veroveren. Maar dat is nu aan het veranderen, en dat komt omdat Chinese bedrijven steeds meer logistieke hubs openen in West-Europa. We hebben enkele jaren geleden de opening gehad van een logistieke hub van Alibaba, nabij de luchthaven van Luik. Nu zijn er plannen om bij de haven van Zeebrugge een poot op te zetten van JD.com. Minister-president Jan Jambon was enkele weken geleden aanwezig op een informatiesessie daarover.
JD.com is minder bekend in Europa, maar is even groot als Alibaba. Ik ben zelf in dat bedrijf geweest, in Beijing. Enkele jaren geleden was ik uitgenodigd door de Chinese overheid om er eens te gaan kijken. We hebben toen ook een bezoek gebracht aan dat bedrijf. Dat is gigantisch. Dat is niet te vatten naar onze standaarden. Het is ook heel modern. Dus, u moet zich niet inbeelden dat robotten er op 18e-eeuwse wijze zitten te luisteren. Neen, men waant zich bij Google. Dat is een enorm modern bedrijf. Wat mij vooral bijbleef van dat bezoek, was een presentatie waarin het bedrijf duidelijk aangaf dat het Europees marktaandeel wil veroveren. Dat past ook in het Chinese overheidsinitiatief van de Zijderoute. Ik weet niet of jullie daarmee vertrouwd zijn, maar er is een groot programma van de Chinese overheid waarmee ze de historische zijderoute, die dus ook door West-Europa loopt, opnieuw haar tentakels wil laten uitstrijken en ervoor wil zorgen dat ze daar logistiek aanwezig is.
Al die zaken baren me toch enigszins zorgen. Ze baren me zelfs heel veel zorgen, want als we die bedrijven logistieke kracht geven in Vlaanderen, dan heeft dat natuurlijk een enorm effect op onze lokale handelaars, die ineens op een heel ongelijk speelveld moeten gaan opereren. Ze hebben het al moeilijk met de e-commerce van Europese grote spelers zoals bol.com, maar daarvan kun je de consumentenvoordelen natuurlijk niet gaan afromen. Maar als daar nu spelers bij komen met een grote logistieke kracht vanuit landen waar er andere voorwaarden gelden, dan zorgt dat ervoor dat zij met ongelijke middelen spelen. Dat moeten we te allen tijde voorkomen, niet zozeer ter bescherming van de lokale handel, maar vooral om ervoor te zorgen dat de e-commercevoordelen voor de consument blijven bestaan.
Daar wou ik uw visie eens over horen. Wordt daarover nagedacht binnen de Vlaamse Regering? Wat ik zie, is dat die investeerders met open armen worden ontvangen. Dat moeten we natuurlijk altijd doen – wij zijn beleefde mensen – maar ik zou daar toch een zekere strategie achter steken over hoe we daarmee omgaan. We hebben in het Vlaams regeerakkoord gezegd dat we een screening gaan doen van allerlei kritieke infrastructuur en voorkomen dat die in handen komt van landen waarvan we het eigenlijk liever niet willen. Die lokale handel wordt natuurlijk doorgaans niet als kritieke infrastructuur beschouwd, maar het gaat toch wel om geweldig veel jobs.
Ik denk dat we ons de vraag moeten stellen of we die allemaal op het spel willen zetten voor beloofde investeringen voor ten hoogste 1000 jobs. Deze afweging moeten we maken. Alibaba kwam destijds naar Luik met de belofte om tienduizenden jobs te scheppen, maar het zijn er tot op vandaag hoogstens 300, misschien 350. Ik vraag me af of het dat wel waard is om daarvoor zo’n ongelijk speelveld te doen ontstaan. Tot daar een zeer uitgebreide aanzet tot een gedachtewisseling daarover.
Minister, hebt u al concrete indicaties van wat JD.com van plan is in Zeebrugge? Dat blijft enorm vaag voor mij. Ik neem aan dat wanneer de Vlaamse Regering aanwezig is op zo’n bezoek, dat daar toch iets concreets tegenover staat. Ik herinner me destijds de discussie met Alibaba in Luik. Er is zelfs een heel convenant, een soort handelsakkoord gesloten met dat bedrijf, wat op zich zeer vreemd is. Gaan we hetzelfde doen met JD.com? Wat zijn daar de plannen? Hoeveel tewerkstelling zou dit met zich meebrengen?
Hebt u specifieke cijfers over de opmars van Chinese e-commerce? Deelt u de mening dat we daar aandacht voor moeten hebben en een visie vanuit Vlaanderen moeten ontwikkelen over hoe we daarmee omgaan om te zorgen dat er een gelijk speelveld blijft voor onze lokale handelaars? Welke acties plant u daarvoor? Ik weet dat niet alle bevoegdheden bij u liggen, zelfs niet bij de Vlaamse Regering, daar ben ik me volledig van bewust. Maar als die zich in Vlaanderen komen vestigen, dan moeten we er toch grondig over nadenken hoe we daarmee omgaan en in samenwerking met alle andere entiteiten daar een eengemaakte visie over ontwikkelen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik wil eerst ter informatie zeggen dat ik op geen enkele informatiesessie aanwezig was. Dat is ook niet iets dat op de regering besproken wordt. Ik veronderstel dat onze minister-president naar sessies gaat. Hij is verantwoordelijk voor het aantrekken van buitenlandse investeringen. Dat kadert daarin. U hebt wel een punt dat we moeten nadenken wanneer er logistieke spelers naar hier komen, hoe ze iets bijbrengen aan onze economie. Ik vind de vragen en die gedachte zeer relevant. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we een gelijk speelveld proberen te zoeken op EU-niveau en dat bewaken, anders gaan we in tegen de verdragen.
Ik kom tot uw concrete vragen. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) beschikt niet over specifieke cijfers over het aandeel van Chinese webshops op de Vlaamse of Belgische markt. Volgens cijfers van de Ecommerce Foundation zou in 2018 16 procent van de Belgische online crossborderaankopen naar Chinese webshops gegaan zijn. U kunt die cijfers online raadplegen.
Maar daarbij geef ik twee nuances. De cijfers geven geen inzicht in de verhouding tussen crossborderaankopen en aankopen in eigen land door Belgen. De cijfers zijn uitgedrukt in aantal aankopen, niet in waarde.
Ik deel de bezorgdheden uit het onderzoek van Test Aankoop omdat ze van belang zijn voor de lokale handelaar maar ook voor de consument. Op het vlak van prijzen zit de grootste concurrentie voor de Vlaamse handelaars bij de goedkopere producten. Het is zo dat vanaf een waarde van 22 euro bij het inklaren een btw-tarief van 21 procent wordt aangerekend. Voor nog duurdere producten, vanaf 150 euro, worden ook nog eens invoerrechten aangerekend binnen het juridisch kader van de EU. De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen is belast met de controle van de goederen die binnenkomen in de Europese Unie en met de belastingheffing op de goederen. Daarnaast is er nog het gegeven van de afhandelkosten door de postdiensten.
Chinese webwinkels konden lange tijd ook spotgoedkoop leveren op basis van een oud internationaal akkoord over posttarieven, afgesproken binnen de Universal Postal Union (UPU). Volgens dat oude akkoord kon China nog van de gunsttarieven voor ontwikkelingslanden genieten. Het was pas vorig jaar dat er binnen de UPU een aanpassing van dit akkoord overeengekomen is, waardoor de tarieven voor Chinese pakjes over een periode van vijf jaar, te beginnen vanaf 2021, worden opgetrokken tot 70 procent van de afhandelkost. Ik vind dat verbazingwekkend, maar dat is de realiteit.
Het rapport van Test Aankoop heeft het ook over extreem lange leveringstermijnen, ondermaatse kwaliteit en nagemaakte producten. Ik deel de bezorgdheden uit het onderzoek absoluut. Ik denk wel dat deze voorbeelden van ondermaatse dienstverlening op langere termijn geen duurzame concurrentievoordelen zijn voor Chinese webshops. Het internet heeft niet alleen voor meer prijsconcurrentie gezorgd, het heeft de consument ook de mogelijkheid gegeven om af te rekenen met slechte leveranciers via reviews en de laagdrempelige online geschillenbeslechting van de Europese Commissie.
Wat zijn de acties? Collega Vande Reyde, u weet – en u hebt er ook terecht naar verwezen – dat een aantal zaken niet tot mijn bevoegdheid behoren. De regelgeving rond belastingen, douanerechten en consumentenbescherming behoort niet tot de Vlaamse bevoegdheden, maar binnen mijn bevoegdheid blijf ik wel inzetten op het ondersteunen van handelaars bij de digitale transformatie en het omarmen van de mogelijkheden die het internet hun biedt. Vorige week hebben we daar een zeer interessante gedachtewisseling over gehad in de commissie en ik verwijs hier dan ook naar de gedachtewisseling.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik ben alleszins blij dat de notie dat er aandacht voor moet zijn, aanwezig is binnen de Vlaamse Regering. Ik ben er zeker van dat dat dan tot uiting zal komen bij de verdere bespreking en concretisering van investeringsplannen in de logistiek van Chinese e-commercebedrijven. We tekenen dus niet zomaar een blanco cheque op basis van beloftes die gemaakt worden.
Ik ben het met u eens dat die bedrijven zich misschien zullen aanpassen, wat ook in hun voordeel is. Dat kan, maar ik heb hier een aantal poppetjes mee die ik via AliExpress heb besteld. Die lijken te voldoen aan de Europese kwaliteitsvereisten, dus mensen hebben er geen idee van of die schadelijk zijn of niet, maar in het Deens onderzoek waarover ik sprak, ging het over dit soort poppetjes. Daarin zitten tot tweehonderd keer meer chemicaliën en hormoonverstorende middelen dan in Europa is toegestaan. Ik heb ze nog, maar ik ga ze weggooien, want de kans dat ze schadelijk zijn voor onze kinderen en de consument, is reëel. Dit soort dingen, daar moeten we echt veel aandacht voor hebben. Dat oneerlijk speelveld moet vermeden worden in Vlaanderen. Bij toekomstige investeringen in de logistiek, onder andere in Zeebrugge, moet daar rekening mee worden gehouden.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ik denk dat we het er voornamelijk over eens zijn dat we een gelijk speelveld moeten gaan creëren. Wie het spel hier komt spelen, moet dat volgens de regels doen. Anderzijds is het ook wel belangrijk dat we investeerders gaan aantrekken, zeker ook voor de haven van Zeebrugge alsook in andere havens, al moeten we daarbij inderdaad rekening houden met dat gelijk speelveld dat gerespecteerd moet worden.
Minister Crevits haalde al aan dat een groot deel van onze regelgeving afhangt van Europese regels. Misschien is er op Europees niveau nog een mogelijkheid om het een en ander aan te kaarten. Ziet u daar een taak voor u weggelegd, minister?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, aan uw opmerkingen heb ik eigenlijk niets toe te voegen. U geeft net het voorbeeld waarom het belangrijk is om betrouwbaar te shoppen, ook als dat online gebeurt.
Collega De Vreese, ik ben het ermee eens dat we internationale logistieke bedrijven moeten aantrekken. Dat lijkt mij ook de reden waarom minister-president Jambon naar die sessie geweest is. Het lijkt mij echter ook belangrijk om kritisch te kijken naar de toegevoegde waarde. Je kunt immers iets aantrekken wat voor toegevoegde waarde zorgt, maar ook iets wat je eigen economie een beetje komt vernietigen.
Wij blijven een heel sterke logistieke regio. Heel veel bedrijven vinden het zeer interessant om zich hier te vestigen, ook omdat je op die afstand van 300 kilometer een enorm aantal mensen, een groot bereik hebt. Dat is dus een goede zaak.
Voor mij is het zeker van belang om dit ook op het Europese niveau aan te kaarten, al is dit in principe een federale bevoegdheid. Wij zien elkaar echt in het Overlegcomité, en het is geen enkel probleem om dit thema bespreekbaar te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.