Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, enkele weken geleden lanceerde UNESCO de website World Heritage Sites, bedoeld om werelderfgoedtoerisme in Europa te promoten. Dat het UNESCO menens is, blijkt uit de drietaligheid van de informatie op de website: Engels, Frans en Chinees. De lancering van dit initiatief gebeurde naar aanleiding van het EU-China Toerisme Jaar, een initiatief van de Europese Commissie, het Chinese ministerie van Cultuur en Toerisme en de European Travel Association.
Er staan 34 werelderfgoedsites in 19 Europese landen in de kijker, via 4 thematische routes: Koninklijk Europa, Oud-Europa, Romantisch Europa en Ondergronds Europa. Volgens de website wil men reizigers een alternatief bieden voor de populaire bestemmingen die iedereen kent. Men hoopt dat toeristen langer in een regio zullen verblijven en er meer zullen genieten van wat de plaatselijke cultuur en omgeving te bieden hebben. De 34 sites zijn, volgens de website, eerder willekeurig gekozen. Enige motivatie of selectiecriteria vind ik niet terug op de site.
Voor Vlaanderen staat er slechts één site op de shortlist van 34 locaties: de binnenstad van Brugge, uiteraard in de categorie Romantisch Europa. Nochtans telt Vlaanderen 6 door UNESCO erkende werelderfgoedsites, met onder andere daarin opgenomen 13 begijnhoven en 26 belforten. Als we over de taalgrens kijken, dan is het verschil met Wallonië groot, want dat siert de World Heritage Sites-selectie met 4 werelderfgoedsites. Het is onze landgenoten uiteraard van harte gegund.
Mij lijkt die magere Vlaamse vertegenwoordiging in contrast te staan met de grote inspanningen die Vlaanderen, zeker onder uw beleid, sinds 1998 doet om UNESCO te ondersteunen, met name op het vlak van erfgoedzorg. Vlaanderen is een regio die, alles in verhouding genomen, UNESCO financieel ruim steunt via een trustfonds. In mei dit jaar vierden Vlaanderen en UNESCO trouwens de twintigste verjaardag van deze samenwerking met een tentoonstelling en een reeks seminaries.
Minister, hoe kwam de selectie van de locaties op de website World Heritage Sites tot stand? Was UNESCO Vlaanderen betrokken bij de samenstelling ervan?
Wat is de reden waarom slechts één Vlaamse site opgenomen werd tegenover vier Waalse sites? Wat zijn de mogelijkheden om meer Vlaamse sites op de lijst te krijgen?
Vindt u de selectie van slechts één Vlaamse site in verhouding tot de inspanningen die Vlaanderen doet ter ondersteuning van UNESCO?
Zult u dit, in overleg met uw collega voor Toerisme, bespreken met UNESCO?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, de website https://visitworldheritage.com is een initiatief van de Europese Commissie, die daartoe steun heeft verleend aan UNESCO. De website is hoofdzakelijk gericht op Chinese en Noord-Amerikaanse toeristen. Het is de bedoeling om Europa’s leidinggevende positie als top-toeristische bestemming te behouden. De website werd gemaakt in samenwerking met onder andere National Geographic, dat optrad als curator, en met concrete input van lokale managers en belanghebbenden.
De Vlaamse overheid noch de Vlaamse UNESCO Commissie werd bij de selectie van de sites betrokken. De EU heeft de parameters voor de selectie bepaald.
De lijst bevat slechts 34 sites, verdeeld over de 28 EU-lidstaten. 2 van die sites liggen in ons land. Frankrijk en Duitsland hebben er elk 5. Geen enkel land heeft er 4. Italië heeft er 3. 5 landen hebben er 2: Spanje, Griekenland, Tsjechië, België en Zweden. De meeste landen hebben er maar 1: Bulgarije, Portugal, Slovakije, Cyprus, Verenigd Koninkrijk – zélfs het Verenigd Koninkrijk –, Kroatië, Denemarken, Hongarije, Litouwen, Oostenrijk en Polen. Ten slotte zijn er 9 lidstaten die geen enkele site hebben, onder andere Nederland. Er zijn dus eigenlijk maar 3 lidstaten die meer sites hebben dan ons land.
Wat Vlaanderen betreft, is dat de historische binnenstad van Brugge. Bij Wallonië gaat het over 4 mijnsites. Het gaat dus weliswaar over 4 vestigingen, maar dat is één geheel inzake werelderfgoed, net zoals onze begijnhoven allemaal samen erkend zijn als werelderfgoed. Die 4 sites vormen dus één werelderfgoeddossier.
Het curatorschap werd in grote mate toevertrouwd aan National Geographic en niet aan de UNESCO-lidstaten. Ik zie dus geen mogelijkheid om dat bij te sturen.
Met twee geselecteerde werelderfgoedsites – ik heb u de opsomming gegeven – komen wij dus helemaal niet slecht aan bod. We zitten in een groepje met Spanje, Griekenland, Tsjechië en Zweden. Dan zijn er een aantal landen met slechts 1 site en 9 landen met niets. Ik denk dat ons rijke erfgoed en de Vlaamse betrokkenheid bij UNESCO goed zijn uitgekomen, gelet op het feit dat er een pak landen zijn die helemaal niet aan bod komen. Ik zie dus eigenlijk geen redenen of mogelijkheden om nu alleen of samen met mijn collega van Toerisme dit dossier op te nemen bij de EU of bij UNESCO.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de informatie. Ik wilde er, met de vergelijking tussen Vlaanderen en Wallonië, zeker geen communautair tintje aan geven. (Opmerkingen van Piet De Bruyn)
Het mag, zegt mijn collega. Maar dat gaan we vandaag toch niet doen. Het verschil viel mij gewoon op.
Vergis ik mij, of is de keuze van de sites vooral ingegeven door toeristische motieven? Dat lijkt mij toch het geval te zijn, gezien de keuze voor Brugge.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Het is inderdaad de bedoeling om Amerikaanse en Chinese toeristen aan te trekken. Als je een afweging met Wallonië maakt, dan denk ik dat de hele Brugse binnenstad wel opweegt tegen vier mijnsites. Het gaat niet over één monument of één gebouw maar over een hele binnenstad.
Het is dus vooral toeristisch bedoeld. Europa heeft de ‘lead’ genomen, maar dat belet niet dat wij ons beleid blijven voeren om veel toeristen aan te trekken: ons actief onroerenderfgoedbeleid, ons actief UNESCO-beleid. Het is een initiatief van Europa en iets waar we niet in tussen zijn kunnen komen. Ik denk dat het finale resultaat behoorlijk is als je weet dat zoveel landen helemaal geen site hebben – wat ook het effect daarvan moge wezen. Baat het niet, dan schaadt het niet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.