Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik heb een nogal technische vraag, maar ik vind het toch interessant om uw mening ter zake te horen. Om de schuldenberg bij groenestroomcertificaten (GSC’s) en warmte-krachtcertificaten (WKC’s) te verkleinen, werd eind 2017 een opkoopregeling ingevoerd. Dat is een vernietiging onder voorwaarde van vergoeding bij het opkopen van GSC’s en WKC’s door het Vlaams Energieagentschap (VEA) bij de distributienetbeheerders (DNB’s).
U kondigde in september aan dat u voor 91,1 miljoen euro GSC’s zal opkopen en voor 38,9 miljoen euro WKC’s, waardoor het tekort voor GSC’s 4 miljoen euro bedraagt en voor WKC’s 5 miljoen euro. U stelde dat deze aantallen nog moesten worden gehalveerd. Het overschot dat zo bereikt wordt, ligt in lijn met de doelstelling die de Vlaamse Regering steeds naar voren heeft geschoven als zogenaamde optimale buffer. Dan gaat het over 2 à 2,3 miljoen euro voor GSC’s en 2,3 à 2,6 miljoen euro voor WKC’s. De projecties van het VEA geven echter aan dat de optimale buffer lager zou uitvallen.
Nadat dit mechanisme in werking is getreden, merken we op de markt een aantal ongewenste effecten. De markt is met name bijzonder illiquide geworden. Leveranciers hebben het bijzonder moeilijk om de nodige certificaten voor de inleververplichting aan te kopen. Zo blijkt dat de distributienetbeheerders hun certificaten niet meer op de markt aanbieden. Nochtans blijkt uit het marktcertificatenrapport dat ook de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) van mening is dat netbeheerders, conform het Energiedecreet, steeds alle certificaten die ze in portefeuille hebben en die aanvaardbaar zijn voor de certificatenverplichting, op de markt moeten aanbieden.
De prijzen op de veilingen die wel georganiseerd worden, bijvoorbeeld door Elia, liggen erg hoog, tot ver boven de minimumprijs van 93 euro. Door de toegenomen krapte zou die prijs kunnen evolueren naar 100 euro per GSC. Dit heeft dan als rechtstreeks gevolg dat de eindprijs voor de klant stijgt. Naast het opkopen van GSC’s en WKC’s is het een slecht windjaar, waardoor er minder volumes op de markt komen. De markt in GSC’s en WKC’s wordt volledig gereguleerd door de overheid en de regulator. Het kader dat hiervoor wordt uitgezet, mag echter niet leiden tot speculatie of tot te hoge prijspieken voor de eindklanten. Ook kan het niet de bedoeling zijn dat de opkoopregeling de markt voor GSC’s en WKC’s stil legt.
Het lijkt mij dan ook noodzakelijk om te evalueren of er geen bijsturingen nodig zijn in de opkoopregelingen. Want als de DNB’s eerst aan de markt de certificaten aanbieden, conform het Energiedecreet , en pas daarna op een transparant moment na de inleverdatum dat wat overblijft wordt opgekocht, dan wordt de schuldenberg sneller afgebouwd, is er geld voor de Vlaamse Regering om te investeren in nieuwe projecten en is de kans kleiner dat de factuur verder de hoogte inschiet.
Ik heb hierbij de volgende vragen. De prijsstijgingen zijn heel recent en heel bruusk toegenomen, wellicht als gevolg van de aankondiging van de nieuwe opkoop, al in het marktcertificatenrapport van de VREG van eind augustus. Het is mogelijk dat de slechte zomermaanden voor wind deels mee de oorzaak vormen, of ziet u nog andere redenen? Verwacht u nu een stabilisatie of is een verdere stijging nog mogelijk?
Is de destijds bepaalde 2 miljoen euro overschot wel de optimale buffer als men weet dat de certificaten niet alleen voor het lopende jaar worden gekocht, maar ook daarna? Is dat cijfer voldoende onderbouwd ? Het overschot is ook plots verschoven van bij de DNB’s naar andere partijen. Wie zijn dat dan? En komen die überhaupt nog wel op de markt?
Is het niet aangewezen, ten behoeve van de transparantie in de markt, om de opkoopregelingen te verfijnen, en bijvoorbeeld over te gaan tot opkoop op vaste momenten in de tijd, met name bijvoorbeeld vlak na de inleververplichting, op 31 maart?
Welke maatregelen kunnen worden genomen ter controle dat de overschotten wel degelijk op de markt worden gebracht, zodat er geen illiquiditeit op de markt is terwijl er op zich voldoende certificaten zijn voor leveranciers?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Danen, er is een lichte prijsstijging van 1,79 procent van de gemiddelde prijs van groenestroomcertificaten in september ten opzichte van vorig jaar. Op de spotmarkt kan de prijs hoger liggen. Er is inderdaad een leverancier die aan een hogere prijs heeft aangekocht, maar dit kan te wijten zijn aan een onvoldoende onderbouwde marktanalyse. Er werden recent 1 miljoen groenestroomcertificaten uit de markt gehaald. Voor de inleveringsronde van volgend jaar wordt een overschot van 4,2 miljoen certificaten verwacht. Er is nog altijd marge om dit overschot verder af te bouwen.
Voor warmte-krachtkoppeling (wkk) ligt de gemiddelde certificatenprijs in september bijna een derde hoger ten opzichte van vorig jaar. Het is mogelijk dat een aantal leveranciers met een stock de markt aan het aftoetsen zijn om de huidige marktwaarde van hun stock te kunnen bepalen. Voor wkk wordt er na de inleveringsronde van volgend jaar nog een overschot van 5,9 miljoen certificaten verwacht, rekening houdend met de 2 miljoen certificaten die recent uit de markt werden gehaald.
De VREG ervaart dat er wat onrust is bij de leveranciers. Dit zou te maken kunnen hebben met de interpretatie van de leveranciers van de toestand van de portefeuille van groenestroomcertificaten op 1 april zoals opgenomen in het certificatenmarktrapport. Deze toestand was zeer atypisch met een zeer lage stock bij de DNB’s en de quotumplichtige toeganghouders. Uit de toestand van de GSC-portefeuille op 13 september blijkt echter dat er geen macro-economische redenen zijn voor de vrees voor een onderaanbod van groenestroomcertificaten op de markt. Er zijn bij de netbeheerders meer dan voldoende groenestroomcertificaten in stock om te kunnen veilen. De quotumplichtige toegangshouders hebben hun stock ook al opnieuw kunnen opbouwen. De voorgestelde ideale buffer bedraagt voor groene stroom ongeveer een derde van het aantal in te dienen certificaten en voor wkk ruim de helft van het aantal certificaten dat moet worden ingeleverd voor het behalen van de quota. Dit geeft nog marge mochten er onverwachte zaken gebeuren bij installaties waarvoor certificaten worden uitgereikt.
Uit de hoger aangehaalde status van de portefeuilles op 13 september blijkt dat de situatie zich heeft genormaliseerd. Verder heeft Elia in de afgelopen weken een veiling van steuncertificaten gedaan en heeft ook Fluvius een veiling opgestart.
Het uit de markt halen van certificaten kort na de inleververplichting is niet aangewezen omdat er eerst een evaluatie moet worden uitgevoerd van de certificatenmarkt, gekoppeld aan de evaluatie van de subdoelstellingen van groene stroom. De evaluatie van het verwachte overschot aan certificaten wordt door het Vlaams Energieagentschap tegen juni uitgevoerd omdat de vereiste gegevens voor deze evaluatie na 31 maart worden gerapporteerd. Verder moeten de nodige budgetten beschikbaar zijn. De inkomsten van de energieheffing voor de vergoeding om certificaten van de markt te halen, worden dus in de loop van het jaar beschikbaar.
In het Energiedecreet is vastgelegd dat de netbeheerders op regelmatige basis certificaten op de markt brengen. Om hierover meer duidelijkheid te geven, werd vorige week in de commissie goedgekeurd dat dit herzien wordt naar minstens één keer per jaar.
Om erover te waken dat er steeds voldoende certificaten op de markt beschikbaar zijn, wordt er jaarlijkse een evaluatie van de overschotten uitgevoerd. De administratie en het kabinet volgen dit zeer nauwgezet op. In de laatste prognoses van het Vlaams Energieagentschap wordt er nog rekening gehouden met een verdere opkoop van groenestroomcertificaten tot 2021. Mochten er signalen zijn dat er in de toekomst onvoldoende certificaten op de markt komen, dan kan er worden overwogen om minder certificaten uit de markt te halen.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Tussen het opstellen van mijn vraag en vandaag zijn er inderdaad een aantal dingen gebeurd die tot een nieuwe realiteit leiden. Toch heb ik een paar bijkomende vragen. Eerst en vooral: als het gaat over de WKC’s of de WKK’s, zegt u dat er na de opkoop of het uit de markt nemen van de overtollige certificaten een prijsstijging is van 1,79 procent. Nu hebt u gezegd, denk ik: is dat geen te laag percentage om de liquiditeit op de markt te garanderen? Dat is mijn eerste vraag.
Ten tweede hebt u al een aantal keren gezegd dat de certificatenmarkt wordt geëvalueerd. Ik neem aan dat het Vlaams Energieagentschap die rol op zich neemt. Zijn er echter nog andere partijen betrokken bij die evaluatie van de certificatenmarkt? Want dat is toch wel een heel belangrijk gegeven om alles wat met hernieuwbare energie te maken heeft op een goede leest te schoeien.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Danen, niet ikzelf, noch het kabinet, maar wel het Vlaams Energieagentschap schat deze zaken in. U vraagt of er nog andere betrokkenen zijn. Ja, de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) is daar ook bij betrokken.
Bedankt voor u antwoord. Ik zal op basis van uw antwoorden de zaak opnieuw bekijken en eventueel een nieuwe vraag indienen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.