Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over het verpakkingsplan van de Vlaamse Regering
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, dit is de kroniek van een vervolgverhaal dat heel goed past bij de start van een nieuw parlementair jaar. Het afvalplan is de laatste tijd heel vaak in de media geweest in veel steden en gemeenten. Ik ben heel bij dat dit thema nog altijd heel actueel is en dat de gemiddelde burger zich daar zorgen over maakt.
Net voor de zomervakantie heeft de Vlaamse Regering een akkoord bereikt over een ambitieus afvalplan met een ruim pakket aan maatregelen, gaande van een verbod op het gebruik van plasticwegwerpzakjes, over het verplichte gebruik van herbruikbare bekers op evenementen en scherpe doelstellingen voor de industrie.
Wat de invoering van het statiegeld op blikjes en plasticflessen betreft, is er afgesproken dat er eerst enkele proefprojecten met een soort beloningssysteem komen, een beetje naar het voorbeeld van Brussel en Wallonië. En als de industrie haar doelstellingen niet zou halen, komen er boetes en een mogelijk veralgemeende invoering na een evaluatie in 2023.
Minister, ik wil u daarover een aantal vragen stellen. U stelt als doel om tegen 2022 90 procent van de drankverpakkingen in te zamelen en te recycleren. Maar volgens de recyclagecijfers die Fost Plus op heden gebruikt, wordt die doelstelling vandaag al gehaald. Fost Plus beweert dat er nu al 91 procent drankkartons, 87,7 procent petflessen, en 102 procent metalen verpakkingen waaronder blikjes, wordt gerecycleerd.
Welke meerwaarde bevat deze nieuwe recyclagedoelstelling voor u? Is het de bedoeling om in de toekomst verder gebruik te maken van de recyclagecijfers van Fost Plus? Op welke manier worden de producenten bestraft bij het niet halen van de recyclage- en zwerfvuilcijfers? Ik wil er hier even op wijzen dat OVAM totaal andere cijfers hanteert dan Fost Plus.
Werden er doelstellingen vooropgesteld voor de reductie van zwerfvuil? Zo ja, welke?
U besliste om pas eind 2023 te evalueren of statiegeld al dan niet wordt ingevoerd. Er heerst echter onduidelijkheid over de vraag op basis van welke gegevens deze evaluatie zal worden gemaakt. Zullen er in Vlaanderen, net als in Wallonië en Brussel, echte proefprojecten met statiegeld worden uitgevoerd? Zo niet, waarom niet? Zo ja, waar en wanneer zal dat dan gebeuren?
De maatregel voor plasticzakjes gaat niet verder dan de minimale eis van de Europese Commissie om ze betalend te maken. Brussel en Wallonië staan al verder, want die gewesten hebben de zakjes niet betalend gemaakt maar hebben ze categoriek verboden. Waarom voert Vlaanderen een ander beleid dan Wallonië en Brussel?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, de vakantieregeling van het Vlaams Parlement is zo opgemaakt dat het mogelijk is om na de laatste ministerraad – het was een superministerraad met alle akkoorden die zijn gesloten – nog samen te komen. Dat ware relevant geweest, zeker gezien de zware beslissingen die zijn genomen. De heer Danen heeft tot tweemaal toe geprobeerd om de commissie samen te roepen, heeft u aangeschreven, maar heeft daar nooit een antwoord op gekregen. Intussen is heel wat tijd gepasseerd en kunnen wij onze vragen pas stellen op een moment dat iedereen al in verkiezingsmodus is en waarin het enige dat nog telt, de transmigranten blijken te zijn.
U herinnert zich dat zomerakkoord in juli waarover wij vandaag onze vragen kunnen stellen. Het ging zowel over het afvalplan, als over de betonstop en het luchtkwaliteitsplan. De heer Danen had ook graag vragen gesteld over het energieplan. Het is dan ook spijtig dat minister Tommelein verstek heeft gegeven op deze eerste heel belangrijke commissievergadering na het zomerakkoord.
Op de superministerraad van vrijdag 20 juli kwam er uiteindelijk een akkoord over een nieuw afval- of verpakkingsplan. Het verpakkingsplan stond niet officieel op de agenda van de superministerraad maar de druk, onder andere door het toenemend aantal organisaties en steden en gemeenten dat zich aansloot bij de statiegeldalliantie, was bijzonder groot. Ook was de verdeeldheid binnen de regering over de invoering van statiegeld zeer expliciet en pijnlijk.
Er werd uiteindelijk een akkoord bereikt, waarbij u, minister, en uw partij CD&V, die hoog had ingezet op dat statiegeld, bakzeil haalden. Het statiegeld kreeg een eersteklasbegrafenis. Ook de andere maatregelen lijken ruim onvoldoende om het afval- en plasticprobleem te bestrijden.
De Bond Beter Leefmilieu spaart in een reactie op het plan zijn kritiek niet, hoewel hij doorgaans redelijk genuanceerd is. Ik citeer uit zijn reactie: “Hoewel het plan vertrekt van een aantal goede principes, beantwoordt het plan niet aan de verwachting om eindelijk echt komaf te maken met het zwerfvuil. De bal ligt net als de voorbije decennia in het kamp van de verpakkingsindustrie.
De meest opvallende maatregel is het optrekken van de inzameling- en recyclagedoelstelling van 90 procent drankverpakkingen tegen 2022. Aangezien Fost Plus op basis van zelfrapportering die doelstelling nu al haalt, hoeft de verpakkingsindustrie de eerstkomende jaren geen extra inspanning te leveren. Voor BBL moet de regering correcte recyclagecijfers hanteren, en de doelstelling vastklikken op 95 procent, een cijfer dat makkelijk gehaald wordt in landen met een goed werkend statiegeldsysteem.
Verbod op plasticzakjes: ook al geeft het plan toe dat herbruikbare zakken ontegensprekelijk milieuwinst opleveren, toch verbiedt de regering enkel de gratis kassazakken, niet de plasticwegwerpzakken. Vlaanderen blijft achterop hinken ten opzichte van Brussel en Wallonië, die eerder al een verbod invoerden.
We zien geen duidelijke zwerfvuildoelstellingen, en pas tegen eind 2023 wordt het beleid opnieuw geëvalueerd. Indien de industrie de te zwakke doelstelling niet haalt, zou pas de regering na de volgende regering een statiegeldsysteem invoeren.”
Daardoor is onze teleurstelling en de teleurstelling van onder andere BBL, heel wat verenigingen, steden en gemeenten begrijpelijk. Vorige week was er de World Cleanup Day waaraan ontzettend veel mensen hebben meegedaan. Ze proberen zelf de handen aan de ploeg te slaan en het zwerfvuil op te ruimen. In heel wat steden en gemeenten zijn er acties geweest. Je voelt dat de burger zich dood ergert. Iedereen die heeft deelgenomen aan een opruimactie tijdens de World Cleanup Day, heeft nog maar eens kunnen zien hoeveel zwerfafval er bestaat uit blik en petflessen.
De regering stelt haar vertrouwen in het afvalplan van de industrie. Hoe wordt dit opgevolgd? Waarom komt er pas een evaluatie in 2023? Wat is het gevolg als de industrie haar doelstellingen niet haalt? Komt er dan sowieso een statiegeldsysteem ingesteld door de overheid of zal de industrie ook dat zelf mogen bepalen? Is het gebrek aan ambitie inzake vooral plastic afval en verpakkingen niet in strijd met de grote ambities van de OVAM en van de minister op het vlak van materialenefficiëntie en de verdere uitbouw van een agenda circulaire economie voor Vlaanderen? Wat zal de regering doen om correcte recyclagecijfers te hanteren in plaats van de opgesmukte cijfers uit de zelfrapportering van Fost Plus? Waarom wordt de doelstelling voor recyclage niet vastgeklikt op 95 procent, een cijfer dat in andere landen met een goed werkend statiegeldsysteem makkelijk wordt gehaald?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, het is niet zo dat de Vlaamse Regering een verpakkingsplan heeft goedgekeurd dat van de industrie is, integendeel. Het verpakkingsplan dat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd, is een eigen plan, is allesomvattend en vertoont voldoende ambitie. We hebben aangekondigd dat we inspraak gingen geven aan de industrie. Het plan neemt een aantal doelstellingen over die ook door de industrie zijn geformuleerd, maar ze moesten wel voldoende ambitie tonen. Daarvoor zijn we gegaan en ze tonen die ambitie ook. Daarnaast bevat het plan een mix aan maatregelen die we op verschillende wijzen zullen invoeren. Sommige zaken vragen een aanpassing van het interregionaal samenwerkingsakkoord voor verpakkingen. Dat wil zeggen dat het samen met de andere gewesten moet worden uitgevoerd. Andere elementen zullen worden opgenomen in de nieuwe erkenning van Fost Plus en op die manier ook afdwingbaar worden gemaakt. Er moeten ook een aantal aanpassingen gebeuren aan de Vlaamse wetgeving, namelijk aan het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) om uitvoering te geven aan de beslissing van de Vlaamse Regering. Dat wordt op dit moment allemaal uitgevoerd.
Het klopt natuurlijk dat Vlaanderen op het vlak van drankverpakkingen zoals drankkartons, blikjes en petflessen, al jaren een systeem kent van inzameling via Fost Plus. Het klopt ook dat de inzamelingcijfers via de pmd-zak hoog liggen. Er zijn ook voor drankverpakkingen bijkomende inspanningen nodig en die zijn ook goedgekeurd. Het aantal flesjes en blikjes dat terechtkomt in het gewone restafval of in het zwerfvuil moet naar beneden. Het verpakkingsplan heeft als doelstelling de inzameling en recyclage van 90 procent van alle drankverpakkingen te halen. Dan gaat het niet alleen over drankverpakkingen van producenten die bij Fost Plus zijn aangesloten, maar ook over die die niet zijn aangesloten. De ambitie is dus groter dan wat er vandaag is. De cijfers van Fost Plus hebben alleen betrekking op hun aangesloten leden. Dat onderscheid is belangrijk.
De Vlaamse Regering heeft ook beslist dat er een volledige uitrol komt van het plan om de pmd-zak uit te breiden, de pmd+-inzameling, maar daartoe is er wetgevend werk nodig. We moeten er ook voor zorgen dat de markt kan volgen. Ik denk dan aan het zoeken naar afzetmarkten, maar ook aan nieuwe sorteerinstallaties. Ook voor de andere maatregelen is er vaak tijd nodig om ze uit te rollen. De nieuwe erkenning van Fost Plus moet dit najaar rond zijn en loopt over de periode 2019-2023. Een evaluatie in het laatste jaar van die erkenning is ideaal.
Wat statiegeld betreft, is er in een evaluatie voorzien in 2023. U weet dat ik een voorstander ben van statiegeld. Mocht het plan de verwachtingen niet inlossen, dan zal ik de eerste zijn om de piste van het statiegeld te steunen. We wachten daar ook niet op. We werken ondertussen met proefprojecten, zoals die ook bestaan in Brussel en Wallonië met een retourpremie of een beloningssysteem. Er lopen er al enkele in Vlaanderen, maar we zullen die verder uitrollen. Nu gebeurt dit via de Mooimakers. Zo is er een specifiek project in Antwerpen. Uiteraard zullen ook deze projecten worden geëvalueerd. Mochten er bij sommige mensen nog twijfels bestaan over statiegeld of geen statiegeld, dan kunnen die proefprojecten alle twijfel over de praktische uitvoerbaarheid wegnemen.
De zwerfvuildoelstelling is vastgelegd in het uitvoeringsplan huishoudelijk afval. Het gaat over een daling van 20 procent in 2022. Het verpakkingsplan bevat de ambitie om deze algemene doelstelling te vertalen naar enkele concrete doelstellingen voor specifieke producten. Ik heb het dan bijvoorbeeld over kauwgom en sigaretten.
Ik ga er helemaal niet mee akkoord dat uit dit plan een gebrek aan ambitie spreekt, integendeel. Alleen al door de verplichting om via een uitbreiding van de pmd-zak alle plastic verpakkingen in te zamelen, bereiken we bijna een verdubbeling van de inzameling van plastic verpakkingen. Er zal tot 8 kilogram per inwoner extra worden ingezameld. Daarnaast is er nog de verdubbeling van de inzameling ‘out of home’, de verplichting om recyclaat in te zetten bij plastic drankverpakkingen, de inspanningen op het vlak van zwerfvuil en het verplicht gebruikmaken van herbruikbare bekers.
Wat de kassazakjes betreft, hebben wij in het regeerakkoord afgesproken om niet aan ‘gold plating’ te doen. Daarom hebben we de Europese richtlijn omgezet. Een volledig verbod is ook heel moeilijk te handhaven. Je ziet dat trouwens ook in Brussel waar men in heel veel winkels nog steeds plastic zakjes meegeeft, ook al is het verboden.
Fost Plus moet rapporteren aan de Interregionale Verpakkingscommissie. Het is dus niet zo dat Fost Plus cijfers maakt die niet worden gecontroleerd: de verpakkingscommissie controleert die. Dat gebeurt ook in het kader van de verplichte rapportering van de lidstaten aan Europa. We moeten de berekeningsmethode gebruiken die Europa oplegt, want alle cijfers van de lidstaten moeten vergelijkbaar zijn. Dit gebeurt dus op een correcte manier.
We hebben niet alleen gewerkt op het vlak van preventie en beter en meer inzamelen, maar ook op het verhogen van de pakkans. Dat staat ook uitdrukkelijk in het plan. Samen met de lokale besturen rollen we een actieplan uit. We hebben ook beslist om de boetes te verhogen. Het is deze week de ‘Week van de Handhaving’. We hebben camera’s die worden gesubsidieerd om lokaal in te zetten tegen zwerfvuil.
Het was tijd om in het verpakkingsbeleid nieuwe stappen te zetten. Ik ben blij dat we daarin zijn geslaagd. Dat was ook de bedoeling van de nota die is opgemaakt. Daar staat een set van maatregelen in die een impuls moeten geven aan het verpakkingsbeleid. We doen het niet slecht in de Europese ranglijsten, maar dat neemt niet weg dat we verder moeten blijven doen en moeten proberen om nog beter te doen. De regering heeft in juli een goede keuze gemaakt. We zijn dit volop aan het uitrollen en ik ben ervan overtuigd dat we er resultaat van zullen zien.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitleg. Er is nog heel wat werk aan de winkel. Wat betreft de ambitie, zal de toekomst uitwijzen wat het resultaat is. Er is al heel veel beloofd en gepalaverd, ook tussen de regeringspartijen onderling die elkaar hebben tegengesproken. Op den duur ziet men het bos door de bomen niet meer.
Dit plan is net voor het zomerreces tussen de soep en de patatten gelanceerd, maar er is nooit duidelijk aan de bevolking gecommuniceerd hoe het precies in elkaar zit, wat er precies zal gebeuren en op welke manier. Het is allemaal vrij warrig. Ik heb dat vorige week in mijn eigen gemeente nog gemerkt toen die surfer van Plastic Soup er was. Ook minister Tommelein was daar trouwens aanwezig. Er waren heel veel vragen over hoe alles ineen zit. Transparante communicatie naar de bevolking zou al een grote stap vooruit zijn.
U sprak van een daling van 20 procent zwerfvuil tegen 2020. Welke daling is er specifiek afgesproken voor plastic flessen en blikjes?
Hebt u weet van het engagement dat minister Tommelein donderdag laatstleden in Bredene heeft ondertekend? Hij heeft dat gedaan namens alle regeringspartijen. Het engagement houdt in om jaarlijks tientallen miljoenen blikjes en flesjes zwerfvuil te voorkomen. Hij heeft die belofte ondertekend tijdens de Plastic Soup-dag in naam van de hele Vlaamse Regering. Hebt u daar weet van? Zo ja, op welke manier?
Het is mij tot slot helemaal niet duidelijk hoe er precies zal worden gemeten. Op basis van welke cijfers zal dit gebeuren? Zijn dat de cijfers van OVAM, van Fost Plus? U hebt gezegd dat de cijfers van Fost Plus alleen onvoldoende zijn. Zijn dat nieuwe metingen? Meten is weten. Ook minister Tommelein heeft het steeds over die nulmeting. Op basis waarvan zullen de metingen gebeuren zodat iedereen die van dichtbij kan volgen en zodat u daar zo snel mogelijk de juiste conclusies uit kunt trekken?
Er blijven dus nog een aantal vragen voor mij onbeantwoord.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, het applaus bij de N-VA na uw antwoord is zeer veelzeggend. De N-VA vond dat we als overheid zeker niet verder mochten gaan en dat zo'n plan vanuit de industrie moest komen. U bent daarvoor geplooid. Het afvalplan dat voorligt, is een doorslag van wat de industrie heeft gevraagd. We hebben dat kunnen inkijken en we hebben de doelstellingen gezien en het plan is daar een vertaling van.
Voor ons mag de overheid wel doelstellingen opleggen, ambitie tonen en zowel statiegeld als een verbod op plastic zakjes hanteren. Dat is de taak en de rol van de overheid als we iets willen doen aan de problematiek van het zwerfvuil. De industrie heeft daar niet zoveel belang bij. Het is een beetje zot om hun agenda te volgen.
Minister, ik wil u vragen, zeker wat betreft de evaluatie, om die niet te laten bepalen door de agenda van Fost Plus en de industrie en om niet te wachten tot 2023 om te kijken of de doelstellingen al dan niet worden gehaald. Ik zou er op zijn minst voor willen pleiten om vanuit de overheid – dat is een minimum minimorum – in een tussentijdse evaluatie te voorzien en om op dat moment toch al sneller in te kunnen grijpen. Is het geen optie om dat nog aan te passen in het plan, minister?
Er is onderzoek geweest dat aangeeft dat de echte recyclagecijfers van plastic flessen ongeveer op 66 procent liggen. Er wordt dus effectief twee derde gerecycleerd, maar een derde komt dus terecht in onze leefomgeving. Er zit een grote discrepantie tussen wat wordt aangegeven door Fost Plus en wat blijkt uit de zelfrapportering. De vraag van de heer Vandenberghe is dan ook relevant. Welke cijfers zullen er worden gehanteerd? Mij is het ook niet helemaal duidelijk. Kunt u daar opheldering over geven?
De heer Nevens heeft het woord.
Dit akkoord afdoen als zijnde een doekje voor het bloeden, vind ik niet ernstig. Op maat gemaakt van de industrie? Het klopt dat we altijd hebben gezegd dat we de verantwoordelijkheid willen leggen waar ze moet liggen, namelijk bij degenen die verpakking aanbieden en maken. Dat zijn voor ons de mensen die er ook voor moeten zorgen dat de verpakking kan worden gerecycleerd, kan worden opgehaald, en niet ten koste van de consument.
Dit akkoord is op meerdere vlakken een stap vooruit. Ik noteer de ambitieuze doelstellingen. We gaan soms verder dan wat Europa ons oplegt.
Onze partij is al langer vragende partij voor objectieve berekeningen en om de manier van berekenen waar de heer Vandenberghe het over heeft en de wazige cijfers van Fost Plus in hun jaarverslag bij te sturen.
Dat staat ook duidelijk in dit akkoord. We zijn daar zeer tevreden over.
Het feit dat de overheid erin slaagt om bedrijven te betrekken bij het hele afvalverhaal, opent perspectieven dat we ons niet alleen op de drankverpakkingen richten, maar ook op het probleem van de sigarettenpeuken. Onlangs bleek nog dat het probleem van de sigarettenpeuken in verhouding groter is dan het probleem van de drankverpakkingen.
Verder blijven we werken aan het end-of-pipeverhaal. Het is een goede zaak voor ons milieu dat we samen met bedrijven kunnen bepalen wat er eigenlijk nog kan worden geproduceerd, en liefst met het doel om dat achteraf te recycleren en te laten verdwijnen.
Kan het beter? Ja, natuurlijk. Ik zal pleiten om in de toekomst de productnormering, die nu op het federale niveau zit, naar Vlaanderen te halen. Ik hoop dat we in 2019 een nieuwe staatshervorming krijgen waarin Vlaanderen kan beslissen over productnormering. Dat zou het voor Vlaanderen gemakkelijker maken om een echt afvalbeleid te voeren op maat van de Vlaming, om nog verder te gaan dan wat we vandaag al doen. We zijn ambitieus, we zijn koploper in het hele afvalverhaal, en we willen dat ook blijven.
Dit akkoord zit voor onze partij goed in elkaar. Het feit dat er een aantal zaken worden bijgestuurd in VLAREMA toont aan dat het de meerderheid menens is om het afvalverhaal aan te pakken.
Het verbod op gratis plasticzakken dan. Alle overheden gebruiken enkel nog herbruikbare recipiënten en bestek op de door hen georganiseerde evenementen. De overheid heeft een voorbeeldfunctie. Wel, deze Vlaamse Regering geeft het voorbeeld. Ik heb zelf ook het voorbeeld gegeven door een brief te schrijven aan de voorzitter van dit parlement met de vraag om de blikjes uit het Koffiehuis te verwijderen en in te zetten op herbruikbare glazen flessen. Ik heb van de dienst bevestiging gekregen dat vanaf nu de cola zero niet meer in blik zal worden aangeboden, maar in glazen flessen.
Dat zijn de manieren om afval en zwerfvuil aan te pakken. Beginnen bij onszelf, want uiteindelijk beslissen wij of we een blikje kopen, of we onze boodschappen in een plasticzak mee naar huis nemen. We beginnen bij onszelf en we geven het voorbeeld aan de rest van Vlaanderen om komaf te maken met zwerfvuil en afval. We zijn blij dat dit akkoord wordt gedragen door de meerderheid.
Minister, hoever staat het met het samenwerkingsakkoord? Het verpakkingsplan moet worden gedragen door de drie gewesten, Fost Plus, VAL-I-PAC, de Belgische beheerssystemen voor verpakkingsafval.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik neem akte van het feit dat de N-VA een pleidooi houdt voor een staatshervorming in 2019. Dat is dan nu ook duidelijk voor de buitenwereld.
Minister, inzake het statiegeld ga ik even teruggrijpen naar de teksten. U zegt dat het statiegeld wel een plaats krijgt in dit verpakkingsplan. Ik citeer letterlijk: “Eind 2023 wordt opnieuw geëvalueerd.” Dat is niet in de volgende legislatuur, maar in die daarna. “Indien de doelstellingen nog steeds niet significant gehaald worden” – waarom dat woordje significant daar staat, leg het mij gerust eens uit – “zal de sector gevraagd worden om statiegeld te organiseren of een veralgemeend beloningssysteem in te voeren.”
Ofwel staan die nuancerende woorden daar niet op hun plaats, ofwel blijkt het toch niet helemaal menens te zijn met het voornemen om statiegeld als een stok achter de deur te houden. Ik heb gemerkt dat zodra er kritiek was dat het verpakkingsplan niet ambitieus genoeg is, er in de media werd gezegd: wacht eens, er zijn strakke doelstellingen – die dan wel significant moeten worden gehaald – en er zijn forse boetes. Het enige wat ik vind in de tekst over boetes, is: “Indien deze doelstellingen niet worden gehaald, zullen forse boetes worden opgelegd. We verhogen daarom de in het ISA voorziene boetes.” Wat betekent dat precies? Kunt u mij uitleggen wat en hoeveel er wordt verhoogd?
Een tweede passage is dat de strafrechtelijke boete voor het achterlaten van zwerfvuil wordt losgekoppeld van de maximale geldboete. Opnieuw, wat betekent dat precies? Wat zijn die forse boetes? Kunt u daar iets meer over vertellen?
Minister, ik ben blij dat er een plan op tafel ligt en dat we een heel moeilijke knopendiscussie, waar heel veel kanten aan zitten, hebben besloten. In dat plan staan heel wat positieve maatregelen. Ik wil dat heel uitdrukkelijk zeggen, omdat ik het gevoel heb dat dat wordt ondergesneeuwd door sommige andere tussenkomsten. We zijn het verplicht aan onszelf om dat plan en de maatregelen die erin staan met een positieve bril te lezen. Die kunnen effectief tot een resultaat leiden.
Het is vooral ook een plan met maatregelen die we moeten en kunnen realiseren. We kunnen wel maatregelen voor de schone ogen op papier zetten, maar als ze niet worden uitgevoerd, dan zijn we daar niks mee. Dus in die zin ben ik positief dat er een grote stap voorwaarts wordt gezet inzake afval en zwerfvuil.
We hebben daarstraks gezegd dat we transparant moeten communiceren en dat klopt. Er is een hele uitrol over communicatie. Het is aan ons om in dat plan te geloven en het uitstraling te geven. Als we zelf vooraf zeggen dat het plan te weinig is, dat het niet zal lukken, dat we vooral focussen op wat als het niet lukt, dan graven we zelf de put en dat zou jammer zijn. We zijn het aan alle politieke partijen verplicht om dit op een positieve manier te bekijken en mee te gaan in de communicatie door te zeggen dat we dit effectief moeten realiseren.
Minister, er wordt gesproken over een nulmeting. Dat is natuurlijk belangrijk, het is een eerste stap die we moeten zetten, want de nulmeting gebeurt natuurlijk bij het begin. Ik kan me indenken dat er nog technische afwegingen moeten gebeuren, maar hebt u er al een zicht op wanneer we die nulmeting krijgen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Nevens, ik ben een beetje teleurgesteld dat u hebt voorgesteld om de blikjes uit het parlement te bannen, want ik had natuurlijk net gedacht om het proefproject op te starten in het parlement voor het beloningssysteem. Maar wat u hebt voorgesteld, is nog veel beter natuurlijk.
Collega's, het gaat hier om een conceptnota. In de conceptnota worden de drie luiken belicht van verpakkingen en zwerfvuil. De preventie zit er ook in, collega Vandenberghe. Ook daar is aandacht voor. Uiteraard ben ik blij dat minister Tommelein de doelstellingen onderschrijft om rond preventie te werken, want dat staat natuurlijk uitdrukkelijk in die nota. We werken daar al jaren rond om ervoor te zorgen dat er minder plastic en blik op de markt komt.
Als het op de markt komt, moeten we het op een verantwoorde manier inzamelen. Er is geen aparte doelstelling voor blik en plastic apart. Er staat in de tekst dat tegen 2022 90 procent van alle drankverpakkingen wordt ingezameld en gerecycleerd. Dat is een ambitieuze doelstelling. Er staat ook in dat tegen 2025 95 procent van alle huishoudelijke verpakkingen wordt gerecycleerd.
Inderdaad, collega Sanctorum, als stok achter de deur staat er dat er een evaluatie is in 2023. Daar wordt statiegeld of een beloningssysteem – dat stond in de oorspronkelijke nota die ik op tafel heb gelegd – herbekeken. Het staat dus in de tekst als een mogelijke stok achter de deur in 2023.
Hoe zit het met de cijfers, met de nulmeting? De nulmeting wordt opgemaakt door OVAM en dat is zo goed als klaar. OVAM heeft altijd aangekondigd dat dat eind dit jaar klaar zou zijn. De cijfers zelf worden vooral aangeleverd door Fost Plus, maar ze worden gecontroleerd door de verpakkingscommissie. Er staat heel uitdrukkelijk in de tekst dat er een meting zal gebeuren samen met alle betrokken actoren – de Vlaamse lokale overheden, industrie en middenveld –, en dat er een goede en systematische dataverzameling en rapportage zal gebeuren.
Er staat ook een derde luik in en dat is de handhaving. Er zijn twee boetesystemen. Er is een boetesysteem voor de industrie: als ze de doelstellingen niet haalt, moet ze forse bedragen betalen. De details zijn nog niet uitgewerkt. Die moeten worden uitgewerkt in de samenwerkingsovereenkomst die moet worden afgesloten. Dat boetesysteem wordt inderdaad niet verder uitgewerkt omdat we dat al definitief hebben beslist. Het zijn boetes die kunnen oplopen tot 350 euro, wat geen kleine bedragen zijn, collega Sanctorum. Die regelgeving is al aangepast en definitief van kracht. Dat wordt losgekoppeld van de GAS-boetes. Het zijn forse boetes die kunnen worden uitgesproken. Het is dus goed dat dat plan op die verschillende fases zal doorwerken.
Het is een allesomvattend plan, het zit goed in elkaar. Je kunt altijd zeggen dat het niet goed is, dat het slecht is, en discussies voeren over cijfers. Dit is een kans om ervoor te gaan. Wat tot nu toe is gebeurd door de industrie in het kader van de Mooimakers, is vooral een vrijwillig engagement. Het verschil is nu dat dit zal worden verankerd in een verplichting om daarvoor te gaan. Het is heel straf dat we dat op deze manier kunnen uitwerken.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik blijf het gevoel hebben dat er nog veel onduidelijkheid is. Ik blijf nog altijd op mijn honger zitten. Ik heb het ook moeilijk met het feit dat een deel van de meerderheid ons in de hoek probeert te duwen van een partij die enkel maar flesjes en blikjes uit het zwerfvuil wil halen. Neen, we hebben altijd duidelijk geponeerd dat we ook staan voor een totale aanpak. We willen ook inzetten op meer preventie, meer sensibilisering, repressie indien nodig, en daaraan gekoppeld statiegeld omdat dat een maatregel is – daar blijf ik bij – die onmiddellijk 40 procent van het zwerfvuil reduceert. Ik hoorde iemand die uit Kroatië terugkeerde, en ook daar heeft het invoeren van statiegeld tot heel goede resultaten geleid. Dat is heel duidelijk.
Minister, staat er een maatregel in dit plan waarvan u zelf denkt dat dit resultaat ermee kan worden behaald? Daar twijfel ik aan. Dan komt er pas in 2023 een evaluatie. Daarmee is het probleem natuurlijk niet opgelost. Ik blijf vragen welke concrete maatregelen ervoor zullen zorgen dat het zwerfafval onmiddellijk met een groot aandeel zal worden gereduceerd. Er staan nog veel onduidelijkheden in het plan. Minister, wanneer gaan we de concrete inhoud krijgen met een concrete tijdslijn enzovoort?
Minister, er staat ook een voorstel in aan de gemeenten om zwerfvuilovereenkomsten af te sluiten. Ik zou graag weten wat dat precies inhoudt en hoe de lokale besturen daarin zullen worden ondersteund, ook financieel. Het zijn weeral zaken die worden doorgestuurd naar de lokale besturen, die al onder druk staan. Ik hoop dat als de lokale besturen worden betrokken – en ik sta daar achter – dat er ook boter bij de vis komt en dat de lokale besturen op een correcte manier zullen worden ondersteund.
Collega Vandenberghe, dit was uw slotbemerking. Daar horen geen bijkomende vragen aan de minister bij.
Als er zaken onduidelijk zijn…
Mag ik u vragen om er rekening mee te houden dat het over een conceptnota gaat. Ik wil op elk moment elke stap die een regering zet, wel bespreken, maar dan kunt u niet verwijten dat niet alles is uitgewerkt tot in detail. Het gaat over een conceptnota. We moeten correct blijven in het debat.
Voorzitter, u begrijpt dat we ongeduldig worden. Dit is inderdaad een nieuw probleem, een nieuwe discussie. Dit is niet iets waar we al vele jaren mee bezig zijn.
Het is een conceptnota. U kent de definitie van een conceptnota. Ik wil voorstellen dat u via een schriftelijke vraag de bijkomende informatie op vraagt.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, ik wil mijn best wel doen. U vraagt om dat allemaal samen uit te dragen en er positief voor te gaan. Ik heb het daar nog steeds wat moeilijk mee. De doelstellingen die gehaald moeten worden, zorgen ervoor dat het plan niet meer vrijwillig is. Er worden concrete doelstellingen naar voren geschoven omdat die veel te laag liggen met de huidige cijfers die al worden behaald.
Tenzij we anders zouden meten, moeten op die manier eigenlijk nog veel bijkomende inspanningen worden geleverd om dit te behalen. Als er een conceptnota is, is mijn voorstel om nog een aantal zaken te kunnen veranderen. Ook vanuit de oppositie wil ik realistisch en pragmatisch blijven. Ik besef dat de vraag naar de invoering van statiegeld tijdens deze legislatuur moeilijk ligt. We kunnen de regelgeving effectief nog aanpassen. Indien de doelstelling zou worden verscherpt en we minstens 95 procent in plaats van 90 procent zouden hanteren, wat ook een duidelijke vraag van de Bond Beter Leefmilieu is, zouden we tenminste met een doelstelling zitten die enigszins ambitieus kan worden genoemd.
Minister, ik zou die evaluatie echt proberen te vervroegen, want 2023 valt bijna op het einde van de volgende legislatuur. Indien uit de evaluatie zou blijken dat er een nieuw afvalplan moet komen, zou dat niet eens meer voor de volgende legislatuur zijn, maar voor de legislatuur daarop.
Mijnheer Nevens, als het goed gaat, zitten we dan al met de regering-Bourgeois III. (Opmerkingen van Bart Nevens)
Het kan ook de regering-Francken II worden. Indien mogelijk, zou ik die zaken ten opzichte van de conceptnota nog proberen aan te passen. Dat is mijn slotbemerking.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.