Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Turan heeft het woord.
Dank u, voorzitter.
De Vlaamse Regering heeft, uiteraard onder Europese stimulans, beslist om de Vestigingswet en de vereiste basiskennis bedrijfsbeheer af te schaffen vanaf september. Dat zal uiteraard een grote impact hebben op de vorming van ondernemers. In combinatie met factoren als het gebrek aan innovatiegerichtheid in de ondernemersvorming, de toeleiding die beter moet en de opkomst van de digitalisering en de nieuwe opleidingsvormen, is dit eigenlijk een gelegenheid voor de opleidingsverstrekkers om de ondernemersvorming heruit te vinden.
SYNTRA Vlaanderen wil als regisseur ondernemersvorming dit proces van vernieuwing en modernisering trekken. Met een project van het Europees Sociaal Fonds (ESF) ‘Ondernemersvorming in de 21ste eeuw’ beoogt SYNTRA Vlaanderen methodieken te ontwikkelen en beleidsaanbevelingen te formuleren om zowel de trajecten beroepskennis en bedrijfsbeheer te vernieuwen in de context van de nakende deregulering als om de informatievoorziening en -toeleiding aanzienlijk te verbeteren.
Het uiteindelijke doel van dit project is het versterken van de ondernemerscompetenties tijdens de volledige levenscyclus van een onderneming, om zo tot een sterker en innovatiever ondernemerschap in Vlaanderen te komen. Daartoe zal het Vlaams projectpartnerschap focussen op de impact van deregulering op onder meer het aantal starters en faillissementen in het buitenland, de rol die de overheid speelt in ondernemersvorming in het algemeen, hoe de trajecten beroepskennis en bedrijfsbeheer zich moeten verhouden tot de bredere context van ondernemersvorming, hoe de toeleiding verbeterd kan worden, het stimuleren en faciliteren van innovatie en digitalisering in ondernemersvorming en de rol die nieuwe onderwijsmethodieken, flexibiliteit en maatwerk kunnen spelen in ondernemersvorming. Dat is een opdracht om u tegen te zeggen.
Dit noopt me tot een aantal vragen, minister.
De duurtijd van het project bedraagt maar liefst twee jaar en vier maanden. Bent u van oordeel dat deze periode lang is, kort is, nodig is? Kunnen de zaken niet veel efficiënter en vlugger uitgevoerd worden om tot eindconclusies te komen?
Ik heb me laten vertellen dat een studie in de private sector gemiddeld een jaar duurt: een benchmark van drie maanden, een effectieve studie van zes maanden en dan nog vier maanden voor de conclusies. Op een jaar zou men dus toch met antwoorden moeten kunnen komen.
SYNTRA Vlaanderen spreekt over een ‘grote impact’ op de vorming van ondernemers na het wegvallen van de vereiste basiskennis bedrijfsbeheer. We hebben u hier in de commissie al verschillende keren horen zeggen dat dat bedrijfsbeheer ‘toch niet alles’ was. Het beoogde weinig faillissementen, maar dat resultaat werd niet geboekt. Uiteraard sta ik ook wel achter het positieve van het netwerk en van het aanbod.
Wat is het plan van SYNTRA Vlaanderen de komende jaren om, waarschijnlijk weer via SYNTRA, de kwaliteit van de ondernemersvorming op peil te houden in afwachting van de projectresultaten die pas in 2021 verwacht worden?
Buitenlandse studiebezoeken zijn in dit project blijkbaar cruciaal om elders inspiratie op te doen. Kunt u ons toelichten hoeveel van de projectfinanciering voor buitenlandse studiebezoeken is gereserveerd en hoeveel en waarnaartoe de bezoeken gepland zijn? Hebt u daar een zicht op?
Wie zijn de projectpartners die SYNTRA Vlaanderen in dezen ondersteunen en wat is hun precieze rol ?
Wanneer de eindresultaten binnen zijn in 2021 – als alternatief voor het wegvallen van bedrijfsbeheer –, hoeveel tijd denkt SYNTRA Vlaanderen nodig te hebben om het nieuwe en aangepaste aanbod ondernemersvorming via SYNTRA te kunnen aanbieden?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Turan, ik wil eerst twee inleidende opmerkingen maken.
We hebben het er zo vaak over gehad: we hebben vandaag al alternatieven voor de opleiding bedrijfsbeheer. Het zou dramatisch zijn mocht SYNTRA nu met die studie beginnen en nu pas beginnen te zoeken naar alternatieven. Zoals ook uit de rest van het antwoord zal blijken, zal SYNTRA altijd nieuwe zaken in de markt zetten als daar vraag naar is, evenals alle partners. We hebben het er al heel vaak over gehad in de commissie. Ik zal dat nu niet allemaal herhalen. Lees mijn antwoorden erop na. Ik denk dat u dat allemaal al wel weet, maar dat u me graag wat jent.
Ik wil ook de puntjes op de i zetten. U schrijft en spreekt hier over “de beslissing van de Vlaamse Regering van de Vestigingswet”. Dat is niet correct. Het gaat om een beslissing van het parlement, onder meer van Güler Turan. Dat is een positieve beslissing voor de afschaffing van het attest. Ik ben het ermee eens dat dat gebeurde op mijn voorstel. Ik wil graag het krediet daarvoor krijgen, maar jullie hebben het beslist.
De timing van het project lijkt misschien lang, maar daar zijn volgens mij goede redenen voor. Ik blijf het herhalen: er is al veel, maar we zijn altijd bereid om te bekijken wat beter kan. We willen op lange termijn werken. We willen internationale ervaring opdoen.
Het gaat om een transnationaal ESF-project en daarbij dient de timing van de oproep, die geldt voor verschillende Europese regio’s en landen, gerespecteerd te worden. De vernieuwing van ondernemersvorming wordt breed aangepakt en de vele projectactiviteiten – inclusief de testfase – vragen een langere looptijd. Voor mij is het logisch dat die termijn nodig is. De tussentijdse resultaten, collega Turan, zullen in de tussentijd wel gepresenteerd worden aan alle relevante stakeholders als het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), ons eigen agentschap, VDAB, de opleidingsinstellingen en de sectoren, zodat al vroeger rekening gehouden kan worden met de resultaten bij de uitwerking en de verfijning van de bestaande alternatieven voor bedrijfsbeheer. Nogmaals: dit bestaat al, maar we zijn altijd bereid om te verfijnen en te verbeteren.
Vanuit het agentschap voor ondernemersvorming, SYNTRA, werden twee experimenten geïnitieerd waarin op korte termijn een dienstverlening voor het versterken van ondernemerscompetenties wordt ontwikkeld. Zoals u ziet, wachten we niet op die grote studie om al dingen te hebben en om bestaande dingen te verfijnen en te verbeteren.
Een eerste experiment wordt getrokken door de SYNTRA vzw’s en richt zich op starters en prestarters. De start van dit opleidingstraject is gepland in september 2018. Een tweede experiment, getrokken door UNIZO en Wonderland, richt zich op een dienstverlening voor gevestigde ondernemers. Momenteel zit dit project in de ontwikkelfase. Vanaf januari 2019 zal het uitgetest worden. Opnieuw: we staan nooit stil, er is veel en we zoeken nog altijd naar hoe we de markt hulp kunnen bieden.
Met de partners van deze experimenten worden lerende netwerken opgezet om good practices te delen. De experimenten worden ook nauwgezet opgevolgd en geëvalueerd en indien positief ook geconsolideerd, innovatief als al onze partners zijn.
Voor transnationale activiteiten wordt een budget begroot van 29.300 euro, met daarin vertalingen, een website en een slotconferentie in Brussel. Er zijn studiebezoeken gepland aan Finland, Ierland en Zwitserland. De openingsconferentie vindt plaats in Bulgarije. ESF bepaalt dat er minstens één buitenlandse organisatie wordt opgenomen in het transnationaal partnerschap die zelf ook een transnationaal ESF-project gegund gekregen heeft. Dit is het geval voor de Finse en de Bulgaarse partner. We hebben er dus niet één maar twee.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), Voka, UNIZO en VDAB zijn onze projectpartners. Zij ondersteunen het project van SYNTRA Vlaanderen. Zij zullen ook mee sturing geven aan het project en inhoudelijke input leveren.
Het project moet enerzijds leiden tot beleidsaanbevelingen en anderzijds tot richtlijnen en principes voor opleidingsverstrekkers en stakeholders. Idealiter resulteert het project in een innovatief kader voor het versterken van ondernemerschapscompetenties in alle levensfases van een onderneming. Anders gezegd: idealiter leren we daar effectief iets uit om de bestaande opleidingen en vormingen nog te verfijnen en te verbeteren. Als regisseur is dit aanbod niet enkel bestemd voor SYNTRA maar ook voor alle andere opleidingsverstrekkers.
Hoe snel de productontwikkeling van SYNTRA aan de kaders wordt aangepast, hangt af van de ontwikkelingscapaciteit. Wat het tenderbeleid betreft, zal hier ook in 2021 al op worden geanticipeerd.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister.
Uiteraard zijn er al verschillende opleidingen versterkingen ondernemerscyclussen bezig. Dat zou er nog aan ontbreken! Ik heb het ook bij de vorige vraag gezegd: we hebben heel veel instrumentarium, we hebben heel veel mogelijkheden vanuit Vlaanderen en daar mogen we gerust trots op zijn en verder op inzetten. Daar ben ik het mee eens.
Verfijnen, daar ben ik het ook altijd mee eens. Het feit dat we nu, met het afschaffen van bedrijfsbeheer, een opening hebben gecreëerd, een wijziging hebben gecreëerd, en dat we daar heel waakzaam mee moeten omgaan, daar ben ik het ook mee eens.
U formuleert het alsof dit geen alternatief is. Dit staat nochtans in het plan van aanpak van dat we de vorige keer besproken hebben. In de gunning van het project staat “een alternatief voor het wegvallen van de trajecten bedrijfsbeheer”. Dan moet er dus voor opgelet worden dat dat er niet instaat.
Verfijnen mag altijd. Dan vraag ik me echter af of we ook een testfase nodig hebben voor verfijning. Moeten we dan twee jaar en vier maanden wachten?
U zegt dat het een transnationaal project is. Het is een project van ongeveer 300.000 euro, waarvan 29.300 euro voor het internationale budget, hebt u me gezegd: voor de websites, het slotevent en de reiskosten. Wordt die overige 270.000 euro dan gewoon gebruikt voor studiewerk vanuit Vlaanderen?
Finland is een voorbeeld. Ik stel me wel vragen bij Bulgarije als partnerland. Ik ben benieuwd naar de verfijningen die Bulgarije Vlaanderen kan bieden. Dat is niet denigrerend bedoeld. Ik vind ook dat de opleidingen moeten worden gemoderniseerd en gedigitaliseerd, dat ze innovatiever moeten zijn.
Ik blijf erbij dat de duurtijd van dit project en de inhoudelijke taken en de verdeling tussen het transnationaal aspect en het budget dat voor binnenlandse teststudies bestemd is, niet in verhouding staan om dit een transnationaal project te noemen.
Ik kijk uit naar de tussentijdse resultaten. U zegt dat u die zult presenteren aan de partners. Hebt u daar een timing voor? Kan het parlement daar ook bij betrokken worden? De partners zijn altijd de klassieke partners. Het zijn vaak dezelfde organisaties. Ik hoop dat het parlement hierbij betrokken wordt.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Mevrouw Turan, ik spreek nu als ondernemer. Ik steun de minister, daarom kom ik ook tussen. Los van dit concrete onderwerp, geeft u steeds de indruk dat, door het afschaffen van het bedrijfsattest, de ondernemers helemaal in de kou staan en geen aanbod meer hebben. (Opmerkingen van mevrouw Güler Turan)
Jawel, u doet dat telkens opnieuw. Ik ga daar niet mee akkoord. Ik denk dat de uitdaging eerder ergens anders ligt, en dat is misschien die verfijning. Onze ondernemers zien door het bos van het aanbod de bomen niet meer, omdat het zo uitgebreid is. Ik denk dat we hen daarin moeten begeleiden. Eerder dat dan te blijven herhalen: 'Ocharme, het bedrijfsattest is afgeschaft en nu hebben ze geen aanbod meer.' Dat is niet correct.
Ik heb even gegoogeld op innovatie', 'ondernemen' en 'ondersteuning'. Dat levert heel veel resultaten op. Dat wilde ik toch even meegeven. Minister, ik denk dat we op termijn toch wel wat meer duidelijkheid moeten brengen in dat brede aanbod. Voor de rest denk ik dat onze ondernemers meer dan genoeg ondersteund worden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik sluit me aan bij collega Vanwesenbeeck, zeker bij het eerste deel van haar betoog.
Als je googelt op 'innovatie' en 'ondernemen', krijg je veel resultaten. Ik heb daaromtrent onlangs een studie uitgevoerd samen met de Universiteit Hasselt, om te kijken hoe goed dat bij de ondernemers overkomt en of er verbeteringen zijn. Uit de resultaten blijkt in elk geval dat de ondernemingen zeer tevreden zijn. Ze zeggen wel dat het administratief nog eenvoudiger zou kunnen. Ze vinden het soms wel moeilijk om hun weg te vinden tussen alle verschillende mogelijkheden. Globaal gezien zijn ze echter zeer tevreden. Ik begrijp dus zelfs het commentaar niet van collega Turan en zeker niet haar uitspraken.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben blij met de steun die ik krijg van de collega’s. Ik ben ook heel blij met uw lichaamstaal, collega Turan. U vindt dat dat helemaal niet waar was. Ik ben heel blij dat u vindt dat er ondertussen heel wat aanbod is dat in de plaats komt van het bedrijfsattest en dat er geen vacuüm ontstaan is voor de bedrijven. Misschien heb ik uw lichaamstaal verkeerd begrepen, maar dan zult u dat zeker rechtzetten.
Wat betreft de tussentijdse resultaten zal ik eerlijk zijn. Ik heb geen idee wanneer die er zullen zijn. Het project moet eigenlijk nog starten. Laat ons kijken hoe het evolueert. Als we die hebben, zullen we kijken of we daar effectief het parlement bij kunnen betrekken.
Mevrouw Turan heeft het woord.
De ondernemer die start met een kapitaal van 1 miljoen euro, met een subsidioloog, met een boekhouder, met een bedrijfsrevisor, met heel wat HR-professionalsondersteuning, met een financieel directeur en dergelijke, heeft dit inderdaad niet nodig. Daar zal het afschaffen van het attest bedrijfsbeheer geen effect hebben. Het zal wel een effect hebben bij de doelgroep waarbij het behalen van het attest op zich al een belemmering was, voor wie het heel moeilijk was en een heel traject vereiste.
Ondernemers zijn geen homogene groep met een homogene achtergrond, met een homogene opleiding, met een homogeen vermogen en een groot netwerk. Het beleid moet daar attent voor zijn. Daar gaat het om. Wij moeten ervoor zorgen dat iedereen versterkt kan beginnen. Er mogen inderdaad geen talenten verloren gaan.
Als u het hebt over mensen die opleidingen volgen bij SYNTRA, dan is dat een ondernemer die tegen andere barrières en andere problemen opbokst dan degenen die Gigarant of waarborgregelingen moeten aanvragen. Daar blijft deze meerderheid doof en blind voor. Dat zijn mensen die gestimuleerd moeten worden naar ondernemerschap en misschien meer begeleiding nodig hebben. We hebben daarnet ook gesproken over het stimuleren van ondernemerschap bij gedetineerden. Dat vraagt een totaal andere aanpak. U moet niet alles op een hoop gooien en ermee lachen. Het feit dat bedrijfsbeheer wegvalt en het feit dat we bedrijfsbeheer hebben ondersteund, komt van Europa, maar dat neemt niet weg dat we er moeten staan met alternatieven.
Ik heb dit project aangegrepen om te kijken wat we verwachten van een project waarnaar 300.000 euro belastinggeld gaat: een hele boterham om in alternatieven te voorzien voor het wegvallen van het bedrijfsbeheer vanaf 2021, los van andere bestaande trajecten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.