Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over de website met didactische wenken van de Vereniging Leerkrachten Islamitische Godsdienst (Vlerig). Ik had gehoopt dat met de vertraging voor het stellen van deze vraag de website misschien opnieuw online zou zijn, maar helaas staat deze nog altijd in onderhoudsmodus.
Vlerig is dus de afkorting van de Vereniging Leerkrachten Islamitische Godsdienst. De vereniging heeft een website, www.vlerig.be, waar we enkele passages inzake pedagogisch en inhoudelijk advies voor islamleerkrachten opmerkten die we toch als verontrustend kunnen beschouwen. Ik geef enkele citaten mee die op de website staan om leerkrachten islam didactische wenken te geven.
Ik citeer: “Omdat een varken van vuil en afval houdt, is zijn vlees voor iemand met een fatsoenlijke smaak iets weerzinwekkend. Verder heeft medisch onderzoek uitgewezen dat het eten van varkensvlees in elk klimaat de gezondheid schaadt.” Tweede citaat: “Sommige geleerden zeggen bovendien dat door het eten van varkensvlees het menselijk gevoel voor schaamte en voor wat onfatsoenlijk is, afstompt”. Derde citaat: “Een moslimvrouw echter mag geen niet-moslim trouwen. De man is immers de leider van de familie.” Laatste citaat: “Door het dragen van een hoofddoek word je (h)erkend als moslima. Je wordt door mannen behandeld en gewaardeerd als mens en niet als alleen maar een ‘lekker ding’ en je wordt minder lastig gevallen als je op straat loopt. Maar mocht een moslimvrouw het niet kunnen opbrengen om een hoofddoek te dragen omdat zij zich gemarginaliseerd en psychologisch geterroriseerd voelt door haar paternalistische ‘feministische zusters’ die lijden aan structurele minderwaardigheidscomplexen, dan zegt God: Allah is Vergevensgezind en Genadevol, indien zij er voor zou kiezen om geen hoofddoek te dragen.”
Deze citaten zijn didactische wenken aan leerkrachten islamitische godsdienst die deze wenken dan op onze scholen kunnen gebruiken. Dit zijn stuk voor stuk letterlijke citaten die op de website terug te vinden waren, want op het moment dat de N-VA dit onder de aandacht bracht, is de website in onderhoudsmodus gegaan.
Voor de volledigheid geef ik nog mee dat de domeinnaamhouder van deze website de vereniging Fedactio is, die volgens haar website “de ambitie heeft om vanuit haar maatschappelijke rol een aantoonbare meerwaarde te leveren aan de sociale cohesie in België” en “Bruggen bouwen is onze prioriteit. Fedactio draagt bij aan de verbondenheid tussen mensen en laat telkens weer bewijzen dat diversiteit geen last is maar een inspiratiebron, en cultuur een ruggengraat.”
Op 17 januari 2018 hebben we hier het decreet Basisonderwijs en op 25 februari 1997 de wijzigingen van de Codex Secundair Onderwijs wat onderwijsdoelen betreft, goedgekeurd. Daar was ook een deel bij dat ging over de decreten Rechtspositie Onderwijspersoneel. Die drie wijzigingen samen zijn algemeen gekend als het kaderdecreet voor de eindtermen. Daarin is opgenomen, onder druk van de N-VA-fractie: “Alle leerplannen, met inbegrip van de leerplannen godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, zijn in overeenstemming met de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder en respecteren de goedgekeurde eindtermen en ontwikkelingsdoelen. De leerplannen godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing respecteren tevens de interlevensbeschouwelijke competenties.”
We hebben toen ook aan dat decreet toegevoegd: “De directeur kan de levensbeschouwelijke leerlingengroepen tijdens de levensbeschouwelijke les bezoeken om administratieve redenen, om algemeen pedagogische redenen, om na te gaan of de grondwettelijke rechten en vrijheden gevrijwaard worden of voor een bespreking met de leerlingen. De directeur – of een ander personeelslid dat aangesteld is als evaluator – kan de les ook bijwonen, gelet op zijn bevoegdheid als evaluator voor niet-vakinhoudelijke en niet-vaktechnische aspecten.” Deze pedagogische en vakdidactische adviezen, weliswaar niet in leerplannen maar wel op een website die advies geeft aan leerkrachten, doorstaan voor onze fractie heel duidelijk deze toets niet.
Minister, deze vraag dateert al van begin februari. We zijn ondertussen half april. U hebt al een aantal zaken gezegd, maar ik wil dit toch nog eens formeel in deze commissie van het parlement aanbrengen. Wat is uw reactie op de bovenstaande citaten, zijnde didactische wenken voor leerkrachten islam? Worden deze bepalingen/richtlijnen op deze manier aangeboden dan wel gebruikt door de leerkrachten in de lessen islamitische godsdienst? Zo ja, is dit niet in strijd met onder meer de gelijkheid tussen man en vrouw – deze vraag krijgt nu ook nog een andere bijklank – die in tal van internationale verdragen is opgenomen? Bent u van oordeel dat er op deze manier en met deze informatie bruggen worden gebouwd en verbondenheid wordt gestimuleerd zoals Fedactio graag wil bewerkstelligen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, het is inderdaad goed dat deze vraag nog eens wordt gesteld. Ik zal ook heel duidelijk zijn. Mijn reactie op dergelijke teksten behoeft weinig woorden: het kan niet dat dit wordt gepredikt zijn in onze klassen, maar dat zal u niet verbazen.
U geeft zelf aan dat het hier gaat om een particulier initiatief. Ik heb hier al vaker vragen moeten beantwoorden over particuliere initiatieven en leerkrachten die al dan niet met materiaal aan de slag gaan. Die website gaat niet uit van de erkende instantie voor de islamitische godsdienst, de vzw Centrum Islamonderwijs, maar is dus een privaat initiatief.
Desalniettemin heb ik onmiddellijk contact genomen met de erkende instantie, ik vond dat zij daar een rol in te vervullen hadden, en met de onderwijsinspectie. Zij hadden ondertussen een aantal stappen ondernomen.
De levensbeschouwelijke inspectie heeft een gesprek gehad met de leerkracht die dit materiaal op de website plaatste. Hierbij werden duidelijke afspraken gemaakt over wat kan en niet kan. De leerkracht wordt verder opgevolgd. Misschien verbaast het u, maar tijdens de gesprekken is duidelijk geworden dat de leerkracht zelf het materiaal niet gebruikt. Naar aanleiding van het gesprek werd de website offline gehaald door de organisatie, dat is de Federatie van Actieve Verenigingen (Fedactio). U zegt dat het nog altijd in onderhoud is, dat heeft een reden, namelijk het gesprek met onze levensbeschouwelijke inspectie.
Twee, de vzw Centrum Islam Onderwijs (CIO), de erkende instantie, communiceerde naar de leerkrachten dat enkel de door hen goedgekeurde leerplannen kunnen worden gebruikt. Als u dat wenst, kan ik die communicatie bij dit antwoord laten stoppen, zodat dit bestaande info blijft.
Daarenboven heeft de adviseur islamitische godsdienst die ik detacheerde aan de onderwijsinspectie een onlineplatform opgezet, waar elke islamleerkracht toegang toe heeft en waar leerkrachten hun lesmateriaal naar kunnen inzenden. Dit materiaal wordt door de adviseur en een pedagogische commissie, samengesteld uit twaalf leerkrachten, gecontroleerd. Zij bekijken of het lesmateriaal in overeenstemming is met de leerplannen, de Grondwet en de internationale verdragen. Lesmateriaal dat hieraan voldoet, wordt online geplaatst zodat het andere leerkrachten kan inspireren. Indien lesmateriaal niet voldoet, wordt de leerkracht die dit materiaal instuurde, gecontacteerd en geremedieerd. Ik verwijs ook graag naar mijn antwoord op schriftelijke vraag 284 van collega Sminate hieromtrent.
Om scholen en lerarenteams te ondersteunen in het inschatten van de betrouwbaarheid van externe organisaties, heeft de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) een aantal handvatten opgesteld die digitaal te raadplegen zijn. Dit gaat uiteraard breder dan het islamonderwijs. Dit kan ook gaan – we hebben daarover al gediscussieerd – over organisaties die biologiepakketten aanbieden; denk aan de link met de evolutietheorie en alle discussies die we daarover al gehad hebben, ook in deze commissie.
De leerplannen van de levensbeschouwelijke vakken mogen vandaag al niet strijdig zijn met de Grondwet of de internationale rechten van de mens. Het decreet Eindtermen versterkt de controle op de match tussen Grondwet en internationale rechten enerzijds en leerplannen anderzijds.
Met het oog op het verhogen van de kwaliteit van het islamonderwijs, heb ik eind 2016, zoals u weet, samen met de Moslimexecutieve een engagementsverklaring afgesloten. Die focust nog meer op het versterken van een kwaliteitsvolle opleiding en professionalisering van leerkrachten islam.
De inspecteurs-adviseurs islam spelen uiteraard een belangrijke rol, dat weet u. Ik verwijs naar wat we daarover gisteren in de plenaire gezegd hebben, en de initiatieven die daar werden genomen.
De adviseur islam die ik naar de inspectie detacheerde, organiseert ook begeleidingsmomenten voor leerkrachten. Ik geef een voorbeeld. Op 10 januari vond, samen met de betrokken inspecteur, een begeleiding plaats voor de nieuwe leraren van de regio Limburg. Op 7 februari 2018 vond een gelijkaardige begeleiding plaats voor de regio Antwerpen. Een zestigtal nieuwe leraren namen deel aan deze twee sessies. Op 7 maart gebeurde dat in Oost- en West-Vlaanderen, ook met een pak deelnemers. Het is de bedoeling om intens in te zetten op begeleiding. We kunnen nooit uitsluiten dat mensen plots materiaal gaan gebruiken dat niet geschikt is. We proberen dat net als voor andere vakken maximaal in het oog te houden.
Minister, dank u voor uw antwoord en voor uw duidelijke bewoording dat dit niet de bedoeling kan zijn.
U wijst erop dat het een particulier initiatief is. Dat is juist, maar er wordt een bepaalde sfeer opgeroepen. Ik vind het heel straf dat die leerkracht dat op een website zet en het dan zelf niet gebruikt. Hij zegt dat hij er ook helemaal niet achterstaat. Dat is een zeer rare uitleg wat mij betreft: een website maken, de tijd en moeite nemen om alles op een website te zetten en dan zeggen dat het om te lachen was, met alle respect, daar maak ik me wat zorgen over.
Ik maak me niet alleen zorgen om die ene leerkracht. In het decreet rond de einddoelen hebben we specifiek en expliciet die passage gezet dat de directeurs of hun aangestelde evaluator die lessen kan bijwonen. We kregen signalen dat er in die lessen dingen gebeurden waar men zich zorgen over maakte. We vroegen dan hoe men dat wist. Dat kwam blijkbaar indirect of via ouders of toevallig naar buiten, niet rechtstreeks. Ik ben blij dat dit in het decreet staat.
Minister, u zegt dat die leerkracht wordt opgevolgd. Die leerkracht valt ook onder het decreet inzake de rechtspositie. Daarin staan ook tuchtprocedures. Opgevolgd, wil dat dan zeggen er een tuchtprocedure is opgestart, dat die een negatieve evaluatie heeft gekregen? Dat lijkt me dan toch het minste te zijn, dat er al één punt is. Dat lijkt me wel interessant.
Ik heb eens gesurft naar dat platform, om te kunnen bekijken wat daar nu dan op staat. Dat is blijkbaar afgeschermd. Ik geraak daar zelf niet op, terwijl de leerplannen van alle andere koepels vrij te consulteren zijn op het internet. Je moet je blijkbaar aanmelden, en daarvoor moet je blijkbaar zelf islamleerkracht zijn. Van buitenaf kan ik dat dus niet zien of opvragen. Dat vind ik wat jammer, want als men inderdaad die transparantie wil geven, dan lijkt het me goed dat men die transparantie toch geeft. Misschien zou het fijn zijn dat we daar ook wat inzicht in krijgen, ook gezien wat we in het decreet hebben gezegd, namelijk dat in die leerplannen die levensbeschouwelijke competenties ook moeten voorkomen. Dan lijkt het me goed dat we als parlementsleden ook kunnen kennismaken met die leerplannen, omdat die leerplannen natuurlijk ook dienen om de eindtermen te realiseren. Het zou dus wel goed zijn, mocht dat publiek zijn. Dat is dus toch een concrete vraag: kan dat niet publiek worden gemaakt?
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het principe is zeer duidelijk: wat in de leerplannen van levensbeschouwelijke vakken staat, mag niet strijdig zijn met de Grondwet en met de internationale rechten van de mens. Ik denk dat we het daar allemaal roerend over eens zijn. In het decreet betreffende de onderwijsdoelen is dat niet alleen bevestigd, maar er is ook in een aantal nieuwe instrumenten voorzien die zowel directies als de overheid toelaten om erover te waken dat ook in de lessen zelf van dat principe niet wordt afgeweken. Met andere woorden: de decretale geest en letter zijn duidelijk. Zowel de overheid als alle bevoegde erkende instanties kunnen en moeten hun verantwoordelijkheid nemen en optreden als daarvan wordt afgeweken. Daarover gaat het in essentie.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, ik versta uw aanvullende vragen, maar, zoals ik gisteren ook in de plenaire vergadering heb gezegd, ik heb soms het gevoel dat ik de eerste minister ben die transparantie au sérieux neemt. Gisteren was er de zaak van de vereiste bekwaamheidsbewijzen. Ik kom uit een situatie waarin zelfs nergens gedefinieerd stond aan welke voorwaarden je moet voldoen om een vereist bekwaamheidsbewijs te hebben. Er is de zaak van de bijscholingen, waar we nu voor het eerst echt ook heel ernstig werk van maken. Er is de toenadering met de inspectie van de levensbeschouwing zelf en het CIO. Ik voel dat de islamitische gemeenschap ook echt inspanningen doet om kwalitatief materiaal aan te reiken. Ik zal dat ook op dezelfde wijze verder doen.
Wat de leerkrachten in kwestie betreft, is er een verschil tussen wat ze privé op websites zetten en wat ze gebruiken in lessen. Voor mij is het volgende dus heel belangrijk, en die vraag is ook gesteld. Er zijn er twee die de leerkracht kunnen opvolgen. Ten eerste is er de directeur. U weet dat. Dat staat ook in onze nieuwe richtlijnen, maar de directies kunnen dat nu al. De directies kunnen zelf in de klas gaan, of een afgevaardigde dat laten doen, om te bekijken of daar tijdens de islamlessen geen zaken gebeuren die strijdig zijn met datgene wat de heer De Meyer daarnet allemaal citeerde. Ook de levensbeschouwelijke inspectie zelf kan ingrijpen. Mij is gemeld dat men daadwerkelijk naar de leerkracht is gegaan, dat men heeft bekeken wat die doet tijdens de les en dat men daar geen strijdigheden heeft gevonden. Ik ga uiteraard zelf niet op bezoek. Het is de inspectie die dat doet. Uw vraag is echter terecht, en ik vind dat we daar ook voldoende aandacht voor moeten hebben, om in te grijpen als dat nodig is, en dat is hier, denk ik, ook gebeurd.
Als ik zeg dat de leerkracht wordt opgevolgd, dan bedoel ik daarmee dat het niet bij een eenmalig bezoek zal blijven, maar dat in de komende periode ook ofwel via de levensbeschouwelijke inspectie of via de klas zelf verder goed zal worden opgevolgd op welke wijze het onderricht gebeurt.
Mijnheer Daniëls, wat dan de leerplannen betreft: ik denk dat die openbaar zijn, dat u die gewoon kunt consulteren. Als dat niet zo zou zijn, dan zullen we u de link doorsturen. Dat moet ik eens bekijken. Ze moeten publiek zijn. Het zal zelfs nog veranderen. Dat weet u. In de toekomst zullen de leerplannen niet alleen publiek moeten zijn, maar er zal ook jaarlijks een verslag moeten worden gemaakt. Dat is ook totaal nieuw voor alle levensbeschouwingen en ik denk dat dat ook de transparantie zeer sterk zal vergroten.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik volg dat u zegt dat iemand dat in zijn privétijd heeft gedaan. Ja, dat is waar, maar in die privétijd was die natuurlijk ook nog altijd leerkracht islam, die voor de klas staat, was dat zijn overtuiging, heeft hij dat via een platform gedaan en waren het didactische wenken voor leerkrachten islam. Dus om dat zomaar los te koppelen van elkaar...
Het is ook niet omdat die website offline is dat de geest en het gedachtegoed die daarachter zitten, nu offline zijn gehaald, en daar maak ik me meer zorgen over. Ik ben dus blij dat men aanstuurt op die transparantie. Ik denk ook dat dat nodig is. Ik kijk ook naar de leerplannen wat de rooms-katholieke godsdienst betreft. In de opleiding van die leerkrachten zijn er ook zeer duidelijke lijnen. Dat is goed geregeld. Ik denk ook dat de godsdienst in scholen op een goede manier wordt gebracht, open, heel concreet. Tijdens de lessen godsdienst kan er ook over euthanasie worden gesproken, ook als daar vanuit die godsdienst zelf vragen bij zijn. Dat lijken me dus toch minstens elementen die aantonen dat het kan. Ik maak me wel zorgen als dat meer underground gaat, minder zichtbaar is, met afgeschermde websites en dergelijke. Ik denk echter dat we dat samen van zeer dichtbij zullen volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.