Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, wereldwijd is sexting aan een opmars bezig onder adolescenten. Uit de eerste internationale meta-analyse van 39 onderzoeken, waar 110.000 minderjarigen aan deelnamen – en dat onderzoek is online gepubliceerd op jamapediatrics op 26 februari –, blijkt dat 27 procent van de jongeren al eens een sext – een pikant bericht of seksueel getinte foto verstuurd via de smartphone – ontvangen heeft, terwijl 15 procent aangeeft er zelf wel eens te versturen.
In de duiding bij deze bevindingen beklemtonen Belgische experts dat sexting meer en meer tot de normale seksuele ontwikkeling van adolescenten gaat behoren, maar geven ze tevens aan dat meer ingezet moet worden op enerzijds mediawijsheid – zodra je een foto virtueel verspreidt, kan die niet verwijderd worden – en aandacht voor veilig sexten in het kader van seksuele opvoeding.
Al te vaak wordt in het beleid en de sensibilisering rond sexting de nadruk gelegd op de extreme en negatieve uitwassen van het fenomeen, de zogenaamde secundaire sexting, het zonder toestemming doorsturen van seksueel getinte foto’s of berichten. Hoewel het zeker belangrijk is om – met name derden die dergelijke sexts blijven verspreiden – hieromtrent te sensibiliseren, is het cruciaal om in het welzijnsbeleid sterker in te zetten op de vaststelling dat sexting tot de normale seksuele ontwikkeling van adolescenten en de seksuele beleving van volwassenen gaat behoren.
Wanneer sexting uit de taboesfeer kan worden gehaald, zullen meer slachtoffers van secundaire sexting de stap durven te zetten om aangifte te doen van inbreuken. Momenteel zijn schuldgevoelens en schaamte immers de belangrijkste hindernissen om inbreuken te rapporteren. Dit vereist een transversale aanpak, in nauwe samenwerking met de departementen Onderwijs en Media, waarin de minister van Welzijn een sleutelrol te spelen heeft.
Minister, op welke manier worden de huidige sensibiliseringsinitiatieven rond sexting geëvalueerd, bijvoorbeeld in het kader van Mediawijs? Welke initiatieven plant u bijkomend om het fenomeen van sexting uit de taboesfeer te halen? Hoe wordt de coördinatie tussen de verschillende departementen, met name Welzijn, Onderwijs en Media, georganiseerd? Is er in samenspraak met de federale overheid sprake van een stappenplan om de negatieve uitwassen van secundaire sexting en sextortion aan te pakken? Zo neen, bent u bereid om hier werk van te maken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, Sensoa stelt een belangrijk aanbod aan materialen en een vorming over sexting ter beschikking. De informatie en aanbod voor leraars en begeleiders wordt gebundeld op de website seksuelevorming.be. Zo werd een dossier en een stappenplan rond sexting ontwikkeld en op seksuelevorming.be ter beschikking gesteld. Daarin vindt de leerkracht of begeleider tips om sexting mee te nemen in seksuele opvoeding. Die tips zijn ook te vinden via sexting.be.
Verder maakte Mediawijs in samenwerking met Sensoa ‘Hé het is oké’: een online tool om online seksueel gedrag te duiden aan de hand van de zes criteria van het Vlaggensysteem, bijvoorbeeld wanneer is sexting wel of niet oké, rekening houdend met de context, leeftijd, toestemming enzovoort van de betrokkenen.
Het Vlaggensysteem voor het onderwijs neemt ook situaties van sexting mee op in de richtlijnen en voorbeeldsituaties voor scholen. Sexting wordt ook daar gekaderd in de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren. De publicatie is een leidraad voor professionals om seksueel getinte situaties correct in te schatten en als schoolteam gepast te reageren.
Child Focus, Sensoa, Pimento en Mediawijs maakten in 2017 een beleidstool rond sexting, met een leidraad voor aanpak door scholen die is gebaseerd op het Raamwerk Seksualiteit en Beleid, een lesmap voor het secundair onderwijs, waarin gesensibiliseerd wordt rond sexting, het ongewenst doorsturen van berichten en de rol van de verschillende betrokkenen daarin en een mediawegwijzer om het fenomeen van sexting te duiden. Dit materiaal wordt ter beschikking gesteld via sexting.be.
Ook in De dokter Bea show op Ketnet kwam het thema ‘sociale media’ aan bod in lesmodule 10. Op maat van 9- tot 12-jarigen wordt daarin gesensibiliseerd rond mediawijsheid en het delen van foto’s.
Het thema komt uiteraard ook aan bod op Allesoverseks.be, de Sensoa-site voor jongeren. Daarop staat advies aan jongeren om mediawijs om te gaan met foto’s die ze van zichzelf online plaatsen. Daarnaast sensibiliseert Sensoa ook over het ongewenst doorsturen.
In alle vormingen en materialen van Sensoa wordt de nadruk gelegd op wederzijdse toestemming, het fenomeen van secundaire sexting, mogelijke groepsdruk, genderongelijkheid zoals de dubbele standaard die nog steeds rond sexting heerst en waardoor sexting eerder stoer is voor jongens en schaamtevol voor meisjes, en ook victim blaming.
Het vormingsaanbod rond sexting wordt actief gepromoot binnen het aanbod rond relationele en seksuele vorming en mediawijsheid.
Sensoa plande dit schooljaar al een negentiental vormingen die specifiek gaan over sexting op maat in scholen of organisaties. Meestal gaat het om vormingen die door een school of organisatie worden aangevraagd naar aanleiding van een concrete case. Sensoa helpt om de situatie te duiden binnen de context van seksuele ontwikkeling en seksueel al dan niet grensoverschrijdend gedrag. Het Sensoa Vlaggensysteem en de specifieke versie daarvan voor het onderwijs gelden daarbij als leidraad.
Verder gaf Sensoa ook workshops in samenwerking met Child Focus, Jong & Van Zin, nu Pimento, Mediawijs, Mediaraven en theatergezelschap O’Kontreir die de voorstelling Seks Thing maakte. Dit is een voorstelling waarin het fenomeen sexting op zich genormaliseerd wordt, maar waarin jongeren en leraren gesensibiliseerd worden rond het thema zonder toestemming doorsturen van seksgerelateerde beelden en boodschappen. Tegelijk werd www.sexting.be voorgesteld, een deelsite van www.mediawijs.be waarop de verschillende organisaties hun aanbod bundelen.
In ‘open aanbod’-vormingen die Sensoa programmeert en waarop iedereen kan inschrijven, kwam het thema al zes keer specifiek aan bod dit schooljaar. Eigenlijk mag ervan worden uitgegaan dat het thema ‘sexting’ en ‘online media’ zo goed als in elke vorming van Sensoa over seksuele opvoeding of seksueel grensoverschrijdend gedrag aan bod komt.
De aanvragen voor vormingen over sexting gaan nog steeds in stijgende lijn. Tijdens de vormingen wordt het bestaande materiaal over sexting geïmplementeerd. Ook Pimento en Child Focus hebben een vormingsaanbod rond sexting, op basis van dezelfde materialen. Ervaringen worden regelmatig uitgewisseld met deze partners. Sensoa en Pimento geven samen een presentatie over sexting op 'Apestaartjaren: Het Vlaams Mediawijs Congres' op 17 mei 2018.
Volgende informatie geeft een beeld van de evaluatie van het gebruik van deze materialen. De gemiddelde algemene evaluatiescore van de vormingen over sexting is 8,15/10. Het dossier over jongeren, media en sexting voor leraren werd sinds juni 2017 4400 keer bekeken. Het stappenplan ‘Een naaktfoto op school, wat nu?’ werd 3045 keer bekeken. De lesmodule over sociale media bij De dokter Bea show, die afgelopen december online ging op www.seksuelevorming.be, werd intussen reeds 631 bekeken.
Zoals aangekondigd in de beleidsbrief, organiseren we op vrijdag 14 december 2018 in het Vlaams Parlement een symposium voor intermediairs en beleidsmedewerkers, maar ook wetenschappers, politici en terreinwerkers, rond het thema seksuele gezondheid. Dit past in een geïntegreerd preventief gezondheidsbeleid. Een voldoende brede kijk op de preventieve aspecten van seksuele gezondheid moet er uiteindelijk voor zorgen dat alle personen en groepen die in Vlaanderen verblijven, over de nodige informatie en vaardigheden beschikken en het recht hebben om gefundeerde en geïnformeerde keuzes te maken over de eigen seksuele gezondheid, en toegang hebben tot aangepaste diensten. Met het symposium willen we een stand van zaken opmaken rond seksuele gezondheid, toetsen aan de noden, rol en engagementen van relevante settings, actuele uitdagingen identificeren en bespreken en concrete aanbevelingen voor toekomstig beleid formuleren. Grensoverschrijdend gedrag en media zullen binnen dit symposium zeker aan bod komen.
De Vlaamse Regering engageert zich tot gezamenlijke acties voor kwaliteitsbevordering, sensibilisering, preventie en adequaat en gepast reactiebeleid en kiest resoluut voor een beleidsdomeinoverschrijdende aanpak. Zo hernieuwt en versterkt ze de doelgerichte samenwerking tussen de beleidsdomeinen Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Onderwijs, Jeugd, Sport en Jeugd.
De ministers kiezen ervoor om in te zetten op elkaar versterkende acties: het opzetten en ontsluiten van wetenschappelijk onderzoek naar verschillende vormen van geweld; het bundelen en ontsluiten van informatie over de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de minderjarige en alle vormen van geweld, te starten met pesten en cyberpesten, door een kennisplatform integriteit; het uitbouwen en versterken van instrumenten en aanspreekpunten en personen, waaronder kinderen en jongeren beter geïnformeerd worden over waar ze voor hulp en vragen terechtkunnen; het versterken van kinderen en jongeren om zelf problemen op te lossen via diverse methodieken en bemiddeling, waaronder 'peer support'; het optimaliseren van klachtenprocedures; het verder inzetten op deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers in overleg met betrokken actoren uit de verschillende beleidsdomeinen.
De Vlaamse ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Onderwijs, Jeugd en Sport engageren zich om dit actieplan zorgzaam te monitoren via de beleidsdomeinoverschrijdende werkgroep integriteit die aangestuurd wordt door ons kabinet. De werkgroep bestaat uit deelnemers van de betrokken kabinetten en administraties en experten op het terrein.
In het kader van de actie 'het bundelen en ontsluiten van informatie over de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de minderjarige en alle vormen van geweld, te starten met (cyber)pesten, door een kennisplatform integriteit', heeft een beleidsdomeinoverstijgende stuurgroep een concept ontwikkeld en gerealiseerd voor een Vlaams kennisplatform dat weldra online zal zijn. De doelgroep zijn vrijwilligers en professionals in de kinderopvang, de jeugdhulp, het onderwijs, de jeugdsector, sport- en welzijnssector. Het doel is het ondersteunen van vrijwilligers en professionals om het algemeen welbevinden te verhogen in elke setting van welzijn, onderwijs, jeugd en sport. De verschillende thema’s op het kennisplatform worden beheerd door partners die hiervoor de nodige expertise hebben.
De Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019 (KIV) en het hiermee in overeenstemming zijnde Nationaal Veiligheidsplan zijn de beleidsinstrumenten voor het veiligheidsbeleid binnen de volledige veiligheidsketen, gaande van preventie tot nazorg in afstemming met alle overheden op elk niveau.
De aanpak van seksueel geweld zowel ten aanzien van meerderjarigen als van minderjarigen is een van de veiligheidsfenomenen die uitdrukkelijk zijn opgenomen en waarbij internet en ICT als facilitator van criminaliteit een transversaal thema is. De maatregelen die Vlaanderen neemt in dit verband zijn hiermee in overeenstemming.
Child Focus staat in voor de behandeling van meldingen van sextortion. Sensoa stelt materialen en vorming ter beschikking, maar zal indien nodig bij specifieke cases doorverwijzen naar Child Focus. Child Focus zal daarnaast ook instaan voor de vertaling van www.sexting.be voor het Franstalig landsgedeelte, en op deze wijze wordt nuttig materiaal tussen beide landsgedeelten uitgewisseld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is een opsomming van een heleboel initiatieven, vooral van Sensoa en Mediawijs. Ik heb eigenlijk nog niet gehoord wat uw eigen standpunt ter zake is en of u bijvoorbeeld van mening bent dat sexting aan bod zou moeten komen in het pakket ‘seksuele opvoeding’ in het onderwijs en of u bereid bent om daarover te praten met uw collega Crevits. De rol van het onderwijs is heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat, als het gaat over digitale vaardigheden en digitale geletterdheid, leerkrachten vaak voorzichtig zijn om dit op te nemen omdat ze zichzelf vaak niet digivaardig genoeg achten. Seksuele opvoeding is ook een pakket waar nogal wat schroom rond bestaat, maar in het onderwijs moet dit zeker een plaats kunnen krijgen zodat sexting een deel wordt van seksuele opvoeding.
Ik denk dat er ook nog veel meer kan gebeuren voor bijvoorbeeld animatoren in het jeugdwerk. Zij zouden ook de weg moeten kunnen vinden naar alles wat er momenteel bestaat. U geeft een hele oplijsting van wat er bestaat, en dat klopt. Sensoa en Mediawijs doen heel veel, maar ze geraken vaak niet tot aan de basis. Zo staat er bijvoorbeeld op de website van Mediawijs – ik heb dat schriftelijk opgevraagd – een uitgebreide cyberscantoolkit van het kenniscentrum, maar die is maar 1021 keer aangeklikt op een heel jaar. Voor mij wijst dit erop dat een aantal tools en expertise die voorhanden zijn, onvoldoende de basis bereiken.
U verwees ook naar De dokter Bea show. Ik denk dat dat een heel goed programma is geweest en een aanleiding voor ouders om met hun kind over seksualiteit te praten. De VRT neemt een heel goede rol op en ik hoop dat het programma een vervolg kent.
U bleef een beetje op de vlakte over wat er federaal moet gebeuren, terwijl ik denk dat er heel wat te gebeuren ligt. Ik denk dat het tijd wordt voor een legaal kader met betrekking tot ethisch hacken, vooral voor de uitwassen. Je kunt nu bijvoorbeeld geen anonieme accounts traceren, wat je veel makkelijker zou moeten kunnen doen, maar een legaal kader voor ethisch hacken bestaat nog niet.
Ook de politie moet kunnen worden gesensibiliseerd, vooral in het omgaan met sextortion, secundaire sexting.
Er moet ook veel meer worden gepraat met de socialemediabedrijven zoals Facebook, die zeer preuts reageren en makkelijk censureren als het over een blote borst gaat, maar onvoldoende online pestgedrag aanpakken.
Daar moet dus ook nog heel wat gebeuren.
We beleven momenteel volop een technologische revolutie die ons leven op een grondige manier verandert, ook onze seksualiteit. We hebben wel nog te weinig tools om dat in goede banen te leiden. Er is nog heel wat werk aan de winkel.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dit is een fenomeen dat veel breder gaat dan we eigenlijk dachten. Het is niet iets dat alleen bij jongeren voorkomt. We zien het steeds meer bij studenten en volwassenen. Dat het mee wordt genomen in de seksuele opvoeding op school en dat we meer inspanningen zullen doen op het vlak van mediawijsheid, zijn heel belangrijke zaken.
Hoe kunnen we ook sensibiliseren naar de studenten en volwassenen? Hoe kan dit gebeuren naar een ruimer publiek? De boodschap dat je geen foto's stuurt van anderen zonder hun toestemming, is blijkbaar nog niet goed doorgedrongen in het algemeen. Dat moet zeker een aandachtspunt zijn bij sensibiliseringscampagnes.
Ik wil nog het verband aanhalen tussen sexting en suïcide. Als we kijken naar zelfmoord bij jongeren, zijn er vaak foto's misbruikt waardoor er pestgedrag ontstaat en waardoor de jongere tot suïcide overgaat. Bestaan er cijfers over de link tussen sexting een suïcide?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Dat laatste vermoed ik niet. Het lijkt mij zeer twijfelachtig of we daar cijfers over hebben. Ik zal het vragen aan ons expertisecentrum.
Ik heb proberen duidelijk te maken dat er nogal wat initiatieven omtrent dat thema genomen zijn, geïntegreerd vanuit verschillende beleidsdomeinen gericht naar jeugdwerkers en gericht naar onderwijs. Ook het brede publiek wordt erbij betrokken door de acties die de VRT onderneemt. Seksuele opvoeding is een deel van het pakket dat in het onderwijs aan bod moet komen. Vanuit die invalshoek is er met betrekking tot seksuele gezondheid en seksuele opvoeding zeker voldoende aanbod.
U hebt zorgen en vragen met betrekking tot het federale niveau. We hebben in ons land een systeem uitgewerkt waarbij we na een heel lang proces proberen binnen ieders eigen bevoegdheid een geïntegreerd veiligheidsbeleid te voeren. Daarvoor is er de Kadernota Integrale Veiligheid en het daarop geënte Nationale Veiligheidsplan. Binnen dat kader opereert het beleidsdomein WVG. Dat kader kan natuurlijk worden bijgesteld. Er kunnen nieuwe prioriteiten worden gelegd en nieuwe fenomenen strafbaar worden gemaakt. Gelet op de moeizame totstandkoming van een concept van een geïntegreerd veiligheidsbeleid in een complex land, pleit ik er toch erg voor om ons te positioneren binnen de afgesproken prioriteiten. Ik heb aangegeven dat seksueel geweld daar wel degelijk een prioriteit in is. De manier waarop we onze sensibilisering, preventie, opleiding, vorming enzovoort opbouwen, is om ons deel van de afspraken die in dat kader zijn gemaakt, in te vullen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Uiteraard is seksuele opvoeding binnen het onderwijs een deel van het lessenpakket en de competenties. Ik ben er echter niet zeker van dat sexting daarin is opgenomen. Dat moet meer gebeuren. Ik kan die vraag zeker ook aan minister Crevits stellen.
Mediawijs.be richtte zich tot nu toe tot organisaties. Het krijgt nu ook de opdracht om zich rechtsreeks tot het publiek te richten. Dat is een belangrijke stap die moet worden gezet om alle acties en pakketten naar de basis te krijgen, naar de bevolking te krijgen. Vandaag is dat nog niet het geval. Bijvoorbeeld, de heel eenvoudige tip dat als je aan sexting wilt doen, je dan wel je borsten toont maar niet je gezicht of zichtbare tatoeages, zou via een campagne of via het onderwijs kunnen worden meegegeven. Als het dan uit is met je vriendje en de foto's worden online gezwierd, dan ben je onherkenbaar. Dat zijn heel concrete, eenvoudige tips die onvoldoende gekend zijn.
Wat betreft het federale niveau blijf ik erbij dat er veel nauwer zou moeten worden samengewerkt om alle uitwassen van wat er online gebeurt onder de noemer cyberpesten, ten gronde te kunnen aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.