Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) ontwikkelde recent zijn tweede advies ‘Flanders’ Space: een strategie voor de Vlaamse ruimtevaarteconomie’, een interessant document in mijn ogen. Dat advies werd trouwens op uw vraag ontwikkeld. De ruimtevaartsector is een belangrijke sector, ook in Vlaanderen. Die behelst uiteraard niet enkel de ruimtevaartactiviteiten an sich, maar er is ook een heel belangrijk stuk in de flankerende sectoren, sectoren waarin Vlaanderen in veel gevallen een pak expertise met zich meedraagt.
Het ontwikkelde advies moet een nieuwe stap zijn in het valoriseren van deze sector in het Vlaamse beleid en poneert ruwweg zes concrete actiepunten: de oprichting van een taskforce ruimtevaarteconomie voor de verdere uitwerking van een strategie, en de uitrol en opvolging ervan; geen specifieke nieuwe structuren, maar wel de optimalisatie van het Vlaamse steuninstrumentarium; het bevorderen van de kruisbestuiving tussen de ‘aardse’ industrie en de ruimtevaartindustrie; het versterken van het eigen beleid door het gebruik van op ruimtevaart gebaseerde data en apps, om zo als ‘early adopter’ op te treden: het ten volle benutten van het potentieel van de ruimtevaarttechnologie door een ruimtevaartdiensteneconomie op te zetten en valorisatiemogelijkheden te ondersteunen; wegen op het federale, Europese en internationale beleid.
Minister, ik heb het gevoel dat de VARIO hiermee een heel grondige en waardevolle oefening heeft gemaakt, en het zou zonde zijn om die aanbevelingen nu stof te laten vergaren. Daarom had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen. Op welke manier evalueert u de oefening die de VARIO heeft gemaakt? Beantwoordt die aan de verwachtingen die u had toen de opdracht werd gegeven? Op welke manier zal er worden gewerkt met de aanbevelingen die de VARIO ter zake doet? Ligt daarvoor al een tijdsplan vast?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Maes, ik kan uw conclusie helemaal bijtreden dat dit een grondige en waardevolle oefening is. Het advies van de VARIO is gebaseerd op de resultaten van een studie waaraan vrijwel alle actoren hebben meegewerkt.
De studie gaat ook ruimer dan de ruimtevaartsector: het gaat ook over ruimtevaartproducten, ruimtevaartdiensten en kennis voor de globale economie en de samenleving. Volgens het rapport kan het stimuleren van de ruimtevaarteconomie ook een positieve impact hebben op de economie in Vlaanderen en bijdragen tot het verwezenlijken van Visie 2050. Ik denk dat die studie een goede basis is om het beleid met betrekking tot een Vlaamse ruimtevaarteconomie vorm te geven.
Een belangrijke aanbeveling is uiteraard de oprichting van een triple helix ‘Taskforce Ruimtevaarteconomie’. Die taskforce zal instaan voor de verfijning van de strategie, het uitwerken van prioriteiten en concrete actieplannen. Ik denk dat we dankzij dit advies vandaag beschikken over een grondige studie, die een aanzet geeft voor de ontwikkeling van onze eigen ruimtevaarteconomie. Er zijn heel wat aanbevelingen waarmee we aan de slag kunnen gaan. Ik wil er ook nog op wijzen dat er normaliter nog een interfederaal ruimtevaartagentschap komt. Daarin is federaal voorzien. We hebben contact opgenomen met de collega die federaal bevoegd is. De ambitie van de collega is dat er op 1 januari 2019 een interfederaal ruimtevaartagentschap zou zijn. Een van deze maanden of weken zal er dus een dossier daarover worden voorgelegd aan de Federale Regering. Ik denk dat een goed werkend interfederaal ruimtevaartagentschap ook kan bijdragen tot de ambities die wij hebben, maar, zoals ik zei, in elk geval kunnen wij nu toch aan de slag met wat wij vandaag doen.
Het is niet de bedoeling om de aanbevelingen stof te laten vergaren. Ik denk dat dat voor u al duidelijk is. Het rapport is echter nog heel recent. We hebben zelfs nog niet de kans gehad om het lijfelijk te bespreken met de VARIO. Morgen is er een ontmoeting tussen de VARIO en een aantal mensen van mijn kabinet om de aanbevelingen ten gronde door te nemen. In deze fase is het spijtig genoeg dus nog te vroeg om echt een concreet tijdsplan en concrete stappen af te spreken. Er zijn ook nog geen overlegmomenten met andere bevoegdheidsniveaus geweest. Als we echter eenmaal de concrete acties kennen, zullen we natuurlijk nagaan in welke mate het nuttig en wenselijk is om te overleggen met andere bevoegdheidsniveaus.
Ik denk dat u hebt begrepen dat we aan de slag gaan met dat advies. We vinden dat zeer waardevol.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is goed dat er verder werk van wordt gemaakt, want ik denk dat het een sector is die in Vlaanderen al een tijdje snakt naar wat meer aandacht en wat meer structuur in de werking. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat dat iets is waarin Wallonië ons wel heeft voorbijgestoken. Zij doen dat immers al geruime tijd en met veel succes, vandaar ook dat ik het nodig vond om het hier toch nog eens onder de aandacht te brengen.
Ik zal dat blijven volgen, want er zijn inderdaad een hele hoop domeinen die niet zo meteen aan ruimtevaart doen denken, maar waar dat toch wel van nut is. Ik denk maar aan het fameuze aardappelproject van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Zij kunnen door aardobservatie de optimalisatie van aardappelteelten opvolgen, niet alleen bij ons, maar zelfs wereldwijd. Ik denk dus dat het een goede zet is en ik ben blij dat u in die richting doorgaat. Ik zal u daarover blijven ondervragen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik ben er zeker van dat ook collega Van den Heuvel u verder zal ondervragen. Hij verzamelt al een tijdje gegevens omtrent deze sector. Zoals collega Maes zegt, Vlaanderen heeft op dat vlak, om het positief uit te drukken, nog een groot potentieel tot verbetering. Dit advies zal daar zeker toe bijdragen, en het is positief dat u daarmee aan de slag gaat. Collega Van den Heuvel had het idee van een innovatief bedrijfsnetwerk als uitwerking van die samenwerking gesuggereerd. Is dat u een weg die u zelf verder wilt bewandelen, in overleg met de sector?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik ben heel blij dat u die vraag stelt. Voor mij kan dat zeker een piste zijn, maar ik denk dat u weet dat innovatieve bedrijfsnetwerken er voor mij bottom-up moeten komen. Uw lichaamstaal geeft het zelf al aan. Voor mij is het prima als dat er zou komen. Ik denk dat de aanbevelingen van de VARIO de mogelijke start van zo’n bedrijfsnetwerk ook kunnen ondersteunen, maar, zoals u zelf ook aangeeft met uw lichaamstaal, het is in eerste instantie aan de actoren om vorm te geven aan zo’n samenwerkingsverband. Ik zou daar echter zeker niet tegen zijn. Het zou mogelijk een element in een actieplan kunnen zijn, als ze dat zelf mee opstarten. Dan kan dat op die manier worden vormgegeven.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Ik heb eigenlijk geen bijkomende vragen, maar ik zal zeker die laatste input ook verder meenemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.