Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, eerder deze maand keurde u veertig dossiers goed voor investeringssubsidies bij het Fonds voor Culturele Infrastructuur (FoCI). In totaal gaat het over 7 miljoen euro, gelinkt aan projecten in Vlaanderen en Brussel. Goed nieuws dus voor de culturele en jeugdorganisaties die voor subsidie in aanmerking komen.
Voor investeringssubsidies van het FoCI komt culturele en jeugdinfrastructuur van bovenlokaal belang in aanmerking. In december 2015 vroeg deze commissie om bij het bepalen van nieuwe prioriteiten voor de periode 2017-2021 rekening te houden met maatregelen op het vlak van de verduurzaming van de culturele infrastructuur, in functie van het bereiken van de Vlaamse klimaatdoelstellingen. Dat vind ik terug in de betoelaagde subsidiedossiers: 28 projecten ter waarde van 3,2 miljoen euro onder de categorie ‘Energie’. 2 andere prioriteiten voor betoelaging waren ‘Automatisering theatertrekken’ en ‘Toegankelijkheid’.
In een vraag om uitleg van ex-collega Caroline Bastiaens op 27 oktober 2016 over ‘de nieuwe prioriteiten voor het verlenen van investeringssubsidies voor culturele infrastructuur met bovenlokaal belang’ antwoordde u: “Wij zoeken het evenwicht tussen inhoudelijke prioriteiten, klimaat en energie en hefboomprojecten.” De provincie Limburg haalde met 2,7 miljoen euro een groot aandeel van de subsidies binnen.
Minister, de door FoCI gehanteerde criteria in deze dossiers zijn respectievelijk duurzaamheid, veiligheid en toegankelijkheid. Ze staan dus los van wat u in uw antwoord aan mevrouw Bastiaens ‘inhoudelijke prioriteiten’ en ‘hefboomprojecten’ noemde. Hoe komt dat overeen met het gefinaliseerde Cultuurplan Limburg, dat u in oktober 2017 voorstelde en waarmee u cultureel Limburg een duwtje in de rug wilde geven? Zijn die beide oefeningen compatibel?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, in mijn antwoord van oktober 2017 op de vraag van mevrouw Caroline Bastiaens verwees ik inderdaad naar de inhoudelijke prioriteiten klimaat en energie. In de praktijk vertaalt zich dat in het verlenen van investeringssubsidies voor energiezuinige maatregelen voor culturele en jeugdinfrastructuur. In het kader van dit reglement verwijst u naar de verleende investeringssubsidies binnen de provincie Limburg met betrekking tot de ingediende aanvragen van vorig jaar. Voor de drie sectorale prioriteiten samen, zijnde theatertrekken, toegankelijkheid en energiezuinigheid, ging het over een totaalbedrag van circa 2.720.000 euro aan subsidies voor de provincie Limburg, waarvan 828.000 euro voor energiezuinigheid.
Het toekennen van die investeringssubsidies aan organisaties in Limburg is complementair aan en versterkend voor het Cultuurplan Limburg. Dit zijn dus eigenlijk de reguliere subsidies, die over alle provincies heen verdeeld zijn. En in dit geval kwam Limburg daar inderdaad goed uit. Dat mag ook wel eens, maar ze staan op zich dus los van het Cultuurplan Limburg en zijn er daardoor ook wel complementair aan.
Het Cultuurplan Limburg moet ertoe bijdragen dat Limburg cultureel kan aansluiten op de rest van Vlaanderen, of er in elk geval meer op kan aansluiten. Het plan geeft bouwstenen die op korte termijn kunnen worden ingezet.
We hebben de thematiek hier al wel eens bespreken. Ik herhaal even voor de volledigheid: van de 3,6 miljoen euro die worden uitgetrokken voor de uitvoering van dit cultuurplan, is infrastructuurgewijs via het FoCI 2 miljoen euro gereserveerd voor investeringen. Dat is anderhalf miljoen euro, gespreid over drie jaar – 2018, 2019 en 2020 – voor de voortzetting en actualisering van het project Kunst in de open ruimte, waar we nu samen met Z33 en Toerisme Limburg de juiste plekken en projecten aan het bekijken zijn, want het is wel degelijk de bedoeling dat dat geld tijdig kan worden uitgegeven, op een goede manier. En dan komt er nog eens een half miljoen euro bij in 2019 voor de cofinanciering van een bovenlokaal multidisciplinair erfgoeddepot.
De andere bedragen ga ik niet vernoemen, die voor de aanjager en een mogelijke positieve discriminatie – als ik dat woord hier mag gebruiken – voor de subsidiëring binnen de projecten in het Kunstendecreet, en Alden Biesen en de euregionale samenwerking. Daar ging uw vraag eigenlijk niet over.
De bedragen die ik in het begin van mijn antwoord gegeven heb, zitten eigenlijk in de reguliere FoCI-subsidies, met de normale prioriteiten. Die 2 miljoen euro waar ik naar verwees – anderhalf miljoen euro voor Kunst in de open ruimte en een half miljoen euro voor de cofinanciering van een erfgoeddepot – behoort dan tot het Cultuurplan Limburg. Maar dat is inderdaad perfect complementair.
Ik hoop dat het wat duidelijker geworden is. Er zijn gewoon een aantal beslissingen en stromen die elkaar chronologisch vooraf zijn gegaan. En anders wil ik zeker nog een tweede poging doen om het nog beter uit te leggen. Maar er is eigenlijk weinig aan de hand, als ik het zo mag zeggen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik zou toch een tweede poging willen vragen, omdat het inderdaad een hoop gegoochel met cijfers is.
Het Cultuurplan Limburg kent u. Dat bestaat voor een deel uit werkingsmiddelen – ik heb u nog kort even gezegd waarover het ging – en voor een deel uit infrastructuurmiddelen. Die infrastructuurmiddelen, dat is dat anderhalf miljoen euro dat we over drie jaar gaan spreiden voor Kunst in de open ruimte en dat half miljoen euro voor een erfgoeddepot in Limburg, nader te bekijken. Die zijn dus eigenlijk al een stukje voorbestemd, voorafgenomen, om naar daar te gaan.
De 2,7 miljoen euro waar ik het over had, voor de Limburgse projecten die op het einde van vorig jaar zijn goedgekeurd, zit in een normale verdeling van een hele reeks projecten over heel Vlaanderen. De combinatie van de duurzaamheidsprojecten in Limburg, maar zeker ook een aantal theatertrekken, zoals Heusden-Zolder, die daar goed geklasseerd zaten, maakt dat er bij die beslissing verhoudingsgewijs behoorlijk wat middelen naar Limburg zijn kunnen gaan.
Dat zijn gewoon de reguliere middelen. In die zin moeten we ons daar wel over verheugen, want de bedoeling is natuurlijk dat alle streken en provincies zo veel mogelijk gelijkmatig een beroep kunnen doen op die subsidies, wat in dit geval ook gebeurd is, nog los van de 2 miljoen euro infrastructuur voor Limburg, Kunst in de open ruimte en erfgoeddepot.
De vraag om uitleg is afgehandeld.