Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wie investeert in hernieuwbare-energieproductie wil dat dit kwaliteitsvol en kundig wordt geïnstalleerd. Daarvoor is het RESCert-certificaat in het leven geroepen. Om in aanmerking te komen voor een REG-premie voor een zonneboiler, een warmtepomp, of de installatie van zonnepanelen, dient de vakman vanaf 1 juli 2017 over een dergelijk certificaat te beschikken. Dat ging destijds gepaard met een ruime bekendmaking en een gerichte communicatie naar de verschillende doelgroepen, zodat de verschillende actoren zich daarop konden voorbereiden.
Het RESCert-certificatensysteem is een organisatie van het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met het oog op het opleiden en de certificatie van betrouwbare en kwaliteitsvolle installateurs in de verschillende domeinen, zijnde kleinschalige of residentiële energiesystemen, verwarmingsketels op biomassa, fotovoltaïsche en thermische systemen op zonne-energie, ondiepe geothermische systemen en warmtepompen.
Om een certificaat te verkrijgen, dienen de aanvragers te voldoen aan enkele voorwaarden: een erkende opleiding volgen, slagen voor een erkend examen en voldoen aan de toekenningsvoorwaarden, zijnde drie jaar ervaring. Uiterlijk zes maanden na het slagen voor het examen moet een certificaatvraag op de website worden aangevraagd.
Uit de praktijk stellen we vast dat de erkenning en de toekenning van een nummer soms lang, soms maanden, kan aanslepen. Daardoor worden nieuwe erkenningen met vertraging op de website weergegeven. Daardoor verliezen de installateurs kostbare tijd.
Minister, bent u op de hoogte van het probleem van de te lange gemiddelde duurtijd van de erkenning en het toekennen van een nummer? Hebt u daarover interne afspraken gemaakt? Zijn er afspraken over processen en duurtijd?
Wat zou u kunnen doen om de oplopende wachttijden voor het toekennen van een certificaat, het toekennen van een nummer en de publicatie op de website adequater te laten verlopen?
Wat doen de distributienetbeheerders met de REG-premies (rationeel energiegebruik) bij installateurs met een erkenningsnummer in aanvraag? Zeker als het te lang duurt want uiteindelijk is diegene die de premie moet ontvangen straks benadeeld omdat de installateur lang moet wachten op zijn erkenningsnummer.
Hoe wordt de promotiecampagne die tijdens de zomer werd gevoerd, geëvalueerd? Zullen er in de toekomst nog bijkomende initiatieven worden georganiseerd om het belang van het RESCert-certificaat in de verf te zetten?
RESCert beloofde vorig jaar om werk te maken van een interactievere tool waarmee erkende installateurs uit de buurt kunnen worden opgezocht. Wij vinden dit nog niet terug op de website. Hoe zult u de organisatie achter RESCert ertoe aanzetten om dit alsnog in orde te brengen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, de distributienetbeheerders kennen de premie voor een warmtepomp of zonneboiler alleen toe wanneer de plaatsende of validerende aannemer op het moment van plaatsing of validatie van de installatie beschikt over een RESCert-certificaat. Erkenningsnummers in aanvraag worden niet aanvaard. De regelgeving hierover is duidelijk en eist trouwens dat de aannemer die de installatie plaatst zelf over het certificaat beschikt.
We zijn hierin al soepel geweest door toe te laten dat, wanneer een installateur zelf niet beschikt over dat certificaat op het moment van plaatsing, de installatie ook mag worden gevalideerd door een andere installateur die wel over het juiste certificaat beschikt. Een installateur kan altijd een beroep doen op een collega-installateur met het juiste certificaat om de installatie ter plaatse te komen controleren, en dan is er geen enkel probleem om een premie toe te kennen voor deze installatie. De installateur zelf moet de juiste procedure volgen zodat zijn klant recht heeft op een premie.
Zeer recent heeft het Vlaams Energieagentschap (VEA) ons op de hoogte gebracht van misbruik van de RESCert-erkenning. Blijkbaar zouden niet-erkende aannemers gewoon een nummer van een andere erkende RESCert-aannemer invullen, al dan niet tegen ‘betaalde naamlening’. Daarom zal in het wijzigingsbesluit betreffende de premies worden voorgesteld dat er voor een premie-aanvraag een certificaat van de plaatsende aannemer moet zijn.
Als er problemen zouden zijn met de aflevering van certificaten moeten die bij de bron worden aangepakt, zonder dat de distributienetbeheerders bij de behandeling van premiedossiers moeten afwijken van de regels zoals wij die hebben bepaald in het Energiebesluit. Het is wel zo dat een instelling het vermoeden doet ontstaan dat een opleiding op een kortere termijn dan bepaald kan worden afgerond. Het VEA heeft de betrokken instelling echter al een brief gestuurd om te stoppen met deze misleidende informatie.
Bij de voorbereiding van de premiehervorming, die inging op 1 januari 2017, werd bewust gekozen om enkel het RESCert-certificaat te aanvaarden en bijvoorbeeld niet het certificaat voor aspirant. De reden hiervoor is dat de Vlaamse Regering heel veel belang hecht aan een minimale kwaliteitsgarantie van de geplaatste installaties. In het verleden werd immers vastgesteld dat de installatie van warmtepompen en zonneboilers vaak te wensen overliet en dat hieraan toch premies waren toegekend. Zeker wanneer wij als beleidsmakers burgers aanzetten om over te schakelen naar groene energie voor verwarming of de productie van sanitair warm water en hiervoor een premie toekennen, lijkt mij kwaliteitsgarantie van groot belang.
Alle installateurs hebben één jaar overgangstermijn gehad om de opleiding te volgen. We moeten nu geen regeling uitwerken voor de installateurs die tot op vandaag niet willen investeren in kwaliteit. De meeste installateurs hebben tijdens het overgangsjaar de opleiding correct gevolgd.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik ben niet op de hoogte van eventuele frauduleuze praktijken. Als ze er zijn, moeten we daar streng op zijn. U zegt dat de distributienetbeheerder geen premies kan uitbetalen als het erkenningsnummer nog in aanvraag is. Daar kan ik ook mee leven: men moet ergens een lijn trekken.
Ik ben benaderd door een aantal mensen die die cursus volgen. Zij deden hun beklag over het feit dat het zeer lang duurt tussen het slagen in het examen en het krijgen van een nummer en het op de website staan. Zij hebben mij toevallig ook de cursus overhandigd. Toen ik module 1 las, viel ik een klein beetje achterover. Voor die cursus betaalt men 650 euro per dag, en dat drie dagen, exclusief btw. Versie 1.0. van die cursus, december 2013, gebruikt cijfers van 2011. Die cijfers staan letterlijk in de tekst. Ik geef een willekeurig voorbeeld: “In 2011 voerde het gewest bijna 250 gigawattuur primaire energie uit”, enzovoort. Er is dus niets geactualiseerd. Men wil dan voorbeelden geven over het aantal in Vlaanderen toegekende groenestroomcertificaten. De gegevens daarvoor werden afgesloten op 15 februari 2013. Men steekt daar dan voorbeelden bij van hoe je de aanvraag moet doen. Dat zijn enkel Franstalige voorbeelden, van de Commission wallone pour l’Energie (CWaPE) en de Brusselse reguleringscommissie voor de gas- en elektriciteitsmarkt (BRUGEL). De voorbeelden van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) zijn daar niet bij. Die cursus is wat mij betreft met andere woorden totaal ondermaats.
Dan moet ik wel verwijzen naar het VEA, want het VEA is verantwoordelijk voor de inhoud. Diegenen die de cursus organiseren, zeggen mij dat ze daar niet aan mogen raken: een erkende opleidingsinstelling mag het verstrekte handboek niet aanpassen of wijzigen. Dat is volledig in handen van het VEA, samen met het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, enzovoort.
Die cursus trekt op niet veel. Dan vragen die installateurs zich natuurlijk af of ze daarvoor drie keer 650 euro moeten betalen. En als ze dan geslaagd zijn, moeten ze nog eens minstens zes maanden wachten op een definitief certificaat.
Ondertussen is de klant boos want die heeft iets besteld bij de installateur en die kan niet beloven dat de klant de premie zal krijgen omdat hij bij de DNB’s niet terechtkan omdat hij geen definitief nummer heeft. Eigenlijk zit men in een vicieuze cirkel, waarbij het belangrijkste is dat de opleiding niet goed is. Ik zal u straks de bundel geven. Minister, wat gaat u doen aan die opleiding? Ik krijg niet snel buikpijn, maar toen ik dat zag, kreeg ik wel buikpijn.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, ik heb u al eens geïnterpelleerd over de problemen die ontstaan om een dergelijk certificaat aan te vragen, voornamelijk vanuit het standpunt van jonge ondernemers. Het zijn mensen die een opleiding hebben gevolgd in functie van het plaatsen van duurzame-energietoestellen, daar jaren voor naar school geweest zijn en de theorie beheersen, maar die uit de boot vallen bij het krijgen van een nummer. Zij kunnen als aspirant wel aan de slag, maar ik hoor nu uit uw mond, minister, dat er inderdaad een vacuüm bestaat waarin die mensen wel klanten hebben, omdat die vertrouwen hebben in een jonge ondernemer die opgeleid is om dergelijke installaties van warmteboilers en warmtepompen enzovoort uit te voeren, maar ze niet kunnen garanderen dat er een premie volgt omdat ze niet beschikken over dat nummer. Dan krijg je natuurlijk fraude, want die mensen moeten daarmee hun brood verdienen. Ze hebben die keuze gemaakt om die specifieke opleiding te volgen. Ze zijn geschoold, gediplomeerd. U creëert een concurrentievervalsing. Installateurs die dertig tot veertig jaar mazout- en gasinstallaties hebben geplaatst en die weinig kennis hebben van het plaatsen van die duurzame-energietoestellen, krijgen wel een certificaat, en de jonge ondernemers die de opleiding hebben gevolgd, vallen uit de boot. Ze moeten aankloppen bij iemand die wel een nummer heeft, en die vraagt daar natuurlijk geld voor. Dat is zoals bij het kopen van een auto: grote garages mogen wel rechtstreeks bij de invoerder nieuwe auto's kopen en een kleine dealer moet zijn wagen kopen bij die grote dealer en die maakt daar misbruik van.
Minister, u hebt toen een belofte gemaakt waarbij ik hoopte dat u aan dit probleem een antwoord zou kunnen bieden. Vandaag stel ik vast dat die jonge ondernemers uit de boot vallen en dat er aan concurrentievervalsing wordt gedaan door die drie jaar praktijkervaring in te schrijven, terwijl ze vandaag beschikken over een diploma om die installaties correct, op een degelijke manier en met de nodige garanties uit te voeren, maar ze hun klanten niet kunnen garanderen dat die een premie krijgen, tenzij ze ergens een nummer aankopen bij een dealer.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, u hebt 100 procent gelijk: dit kan niet. Lesmateriaal moet up-to-date zijn. Ik ben blij dat u dat aankaart. U mag mij inderdaad de bundel overmaken. Ik zal er onmiddellijk stappen voor ondernemen. Ik ken het gevoel. Ik heb het ook eens meegemaakt toen Europa al meer dan 25 lidstaten telde, dat de leraar van een van mijn dochters nog altijd aan het vertellen was dat Europa uit 25 landen bestond. Ik was toen ook heel boos dat dat mogelijk was. Dit is hetzelfde verhaal. Als men opleidingen geeft, dan moet de opleiding correct en juist zijn. Ik vind dat onaanvaardbaar. Ik zal het VEA daarover onmiddellijk aanspreken.
Mijnheer Nevens, ik begrijp u, maar ik heb ook heel duidelijk gezegd dat, als we dergelijke zaken doen en mensen willen doen geloven in hernieuwbare energie, wij effectief moeten zorgen dat er een kwaliteitsgarantie is. Wat ik aankondig, namelijk dat er een certificaat zal moeten zijn bij de plaatsende aannemer, zet dan weer de situatie van de jonge afgestudeerden techniekers op de helling. We zullen daar een oplossing voor moeten vinden. U mag er natuurlijk niet van uitgaan dat alle jonge installateurs ‘d’office’ een kwaliteitsgarantie kunnen leveren. Ervaring is altijd belangrijk. Maar ik denk dat u gelijk hebt en ik zal daar het VEA over aanspreken. Er zijn inderdaad oude, erkende installateurs die daar helemaal niets van hebben geleerd in hun studiejaren en dus moeten bijscholen. Je hebt inderdaad jonge afgestudeerden die dat nu al in de opleidingen hebben gehad. Ik zal het bekijken. Want als we het wijzigingsbesluit premies aanpassen en zeggen dat er enkel het certificaat van een plaatsende aannemer moet zijn, dan moeten we een oplossing hebben voor jonge installateurs die de opleiding wel degelijk hebben gevolgd en waarbij we dan zouden kunnen afwijken van de drie jaar ervaring. Maar goed, we zullen het bekijken. U zet de problematiek terecht op scherp. We moeten ervoor zorgen dat we daaruit geraken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zal u het straks overmaken. Als we horen wat de problemen zijn die worden gesignaleerd vanuit de markt, is het misschien toch te overwegen – het is niet mijn principe – om tijdelijk die certificatieverplichting on hold te zetten. We benadelen jonge ondernemers, we hebben een slechte cursus, we moeten lang wachten: er schort nog iets in de backoffice. Zolang die backoffice en de opleiding niet in orde zijn, zouden we het dan niet beter voorlopig opschorten?
De vraag om uitleg is afgehandeld.