Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Tot 14 juni 2017 konden kandidaat-lokale radio’s een aanvraag indienen om een erkenning te verkrijgen. In totaal waren er 123 frequentiepakketten voor lokale radio’s te verdelen. Voor 13 pakketten bleken er geen kandidaten te zijn. Voor 110 pakketten waren er 221 ontvankelijke aanvragen.
In juli werden reeds 35 frequentiepakketten toegewezen, met name aan radiostations die voldeden aan de erkenningscriteria en als enige op een frequentiepakket hadden gekandideerd. Zo bleven er 75 pakketten te erkennen. Minister, op vrijdag 1 december kondigde u aan 68 bijkomende pakketten toe te kennen.
Daarbij liet u optekenen: “Het was in de voorbije erkenningsronde helaas niet mogelijk om voor alle ter beschikking gestelde frequentiepakketten een kwalitatief voldoende sterk radiostation te kiezen dat aan alle criteria voldeed. Zo hadden bepaalde kandidaat-radio’s tijdens de loop van de procedure tot erkenning wijzigingen aangebracht aan de samenstelling van hun bestuursorganen, waardoor het niet meer mogelijk was na te gaan of ze nog aan alle erkenningsvoorwaarden voldeden. Daardoor werden 6 lokale frequentiepakketten niet toegewezen. Eén frequentiepakket kon niet worden toegewezen omdat de kandidaat al twee andere verworven heeft, wat het maximum toegelaten aantal is. Voor deze frequentiepakketten zal minister Gatz volgend jaar een extra erkenningsronde organiseren.”
Met 221 ontvankelijke kandidaturen voor 110 pakketten zullen er steeds veel teleurgestelde aanvragers zijn. Hoe plant u om feedback te geven over de aanvragen, met name voor indieners die uit de boot gevallen zijn?
Aansluitend daarbij mag het duidelijk zijn dat, zeker voor wat lokale radio's betreft, er werk gemaakt moet worden van coaching voorafgaand aan de indiening van het dossier. Deze radio's worden met veel enthousiasme in de ether gehouden door vrijwilligers, die meestal niet veel kaas gegeten hebben van het indienen van selectiedossiers of financiële plannen en ook de middelen niet hebben om hiervoor een professional in te huren. In het kader van het Kunstendecreet zien we bijvoorbeeld dat de grote huizen daarvoor een professional inhuren. Ziet u hier een rol weggelegd voor het departement CJSM? Hoe kan in de toekomst voor worden gezorgd dat kandidaat-indieners kunnen rekenen op coaching bij de indiening?
Op welke manier zal de leefbaarheid van de lokale radio’s in de toekomst gemonitord en opgevolgd worden? In de vorige ronde merkten we dat er veel wind is verkocht en op basis daarvan werden frequentiepakketten toegekend. De gemaakte beloftes worden evenwel niet waargemaakt. Op welke manier zal er systematisch toezicht gebeuren over elke wijziging die de radio’s doorvoeren, zij het in de samenstelling van hun bestuursorganen, zij het in hun programmatie en werking?
Minister Gatz heeft het woord.
Via het departement kan men de detailmotivering opvragen bij de aanvragen tot erkenning. Meer informatie hierover is beschreven op de website van het departement www.vlaanderen.be/media, doorklikkend naar de rubriek radio-erkenningen. Indieners die geen erkenning hebben gekregen, kunnen eveneens contact opnemen met de administratie. Daartoe werd melding gemaakt in de e-mail die de betrokkenen hebben ontvangen op de dag van de bekendmaking van de erkenningen, alsook in de brief die daarop volgde. Op de website werd overigens al sinds het begin van de voorbereiding alsook tijdens de uitrol van het nieuwe radiolandschap alle informatie transparant beschikbaar gesteld.
Ik ben het niet helemaal met u eens dat alle radio’s nood hebben aan coaching: een groot deel van hen hebben wel een stevig en goed dossier ingediend. Ik wil er daarnaast op wijzen dat het departement voor deze erkenningsronde ook al inspanningen gedaan heeft en uitlegsessies gehouden heeft over hoe men een dossier moest indienen. Deze sessies vonden plaats op 23 en 30 mei en waren net bedoeld meer duiding te geven over het erkenningsproces. Ook kon men op die sessies vragen stellen. Er kan een vorm van generieke informatie worden geleverd, maar echte individuele coaching is natuurlijk niet mogelijk: men moet immers zelf zijn dossier samenstellen en de beoordeling moet transparant en objectief gebeuren. Maar uiteraard ben ik het met u eens dat er moet worden gekeken waar er eventueel marge tot verbetering is en welke bepaalde vormen van duiding of vorming overwogen kunnen worden.
De Vlaamse overheid monitort niet systematisch de leefbaarheid van de lokale radio-omroeporganisaties. Het is overigens een sector die niet coherent verenigd is in een organisatie waar alle lokale radio’s in vertegenwoordigd zijn. Er is wel het onderzoek door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM)via het media-concentratierapport, dat de VRM ieder jaar opmaakt, en waar een onderdeel is ingeschreven over lokale radio, waar onder andere de lokale radio’s staan vermeld alsook de, voorlopig nog, gekende samenwerkingsverbanden.
Wat betreft uw vraag over het toezicht op de wijzigingen die de radio’s doorvoeren of nog zullen doorvoeren, stelt het Mediadecreet in artikel 146 dat de lokale radio-omroeporganisaties zich moeten houden aan de basisvoorwaarden. Daarnaast stelt het decreet bovendien dat lokale radio’s die wijzigingen willen aanbrengen aan hun dossier, waardoor wordt afgeweken van de aanvullende kwalificatiecriteria, dit moeten melden aan de regulator. Het toezicht op de lokale radio’s gebeurt dus door de VRM. Enkel wijzigingen in statuten of in aandeelhoudersstructuur moeten conform artikel 146, paragraaf 2, laatste lid, aan de Vlaamse Regering, bij monde van de minister voor Media, worden voorgelegd ter goedkeuring.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Op de website van het ministerie staat inderdaad een pak informatie. Ik heb ook begrepen dat de mogelijkheid er was om de dossierwinnaars op te vragen, maar we horen wel dat grote stukken zwart zijn gemaakt. Ik snap ook wel dat het niet de bedoeling kan zijn om de businessmodellen en programmaschema’s van alle concurrenten op de straatstenen te gooien. Er is wel bezorgdheid over de transparantie.
Er zijn er ook die op 1 december hebben gevraagd om de details van de beoordeling te krijgen, maar die nog steeds niet hebben gekregen. Wanneer kan dat gebeuren? U staat voor zo groot mogelijke transparantie inzake uw beleid. Het is dan ook nodig om ook op dit vlak de grootst mogelijke transparantie te bieden.
Ik ben blij dat u bereid bent na te gaan hoe een aantal indieners een volgende keer beter kunnen worden begeleid. Ik deel uw mening dat het niet allemaal grote amateurs zijn die geen dossiers kunnen schrijven. Ik wil dat zeker niet impliceren. Er zijn er wel een aantal die die nood ervaren hebben. Op het vlak van coaching kunnen we ook kijken naar de manier waarop in het Kunstendecreet wordt gewerkt. Daar kan uit worden geleerd.
Wat betreft de monitor, de leefbaarheid en het toezicht op de samenstelling van het bestuursorgaan programmatie en werking dank ik u voor uw antwoord, maar het blijft mijn grootste bezorgdheid. We moeten absoluut vermijden dat de doelstellingen van het decreet opnieuw worden uitgehold indien blijkt dat dossiers niet worden opgestart of na een tijd stilvallen en ze helemaal niet waarmaken wat ze hebben beloofd. Dat geldt zeker ook voor de netwerkradio’s. De bezorgdheid dat dit zou kunnen gebeuren, is heel terecht.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Deze ronde is wat ze is, met winnaars en verliezers. In tegenstelling tot de ronde van de netwerkradio’s merken we hier wel dat er wordt gepraat tussen de winnaars en verliezers. Her en der worden er mensen overgenomen. Ik heb het idee dat het hier iets rustiger verloopt. Een aantal mensen zijn natuurlijk heel boos, en het is afwachten of er nog procedures voor de Raad van State komen. Ik ben daar benieuwd naar.
Om de verliezers nog kansen te geven, hebt u aangegeven dat er een nieuwe erkenningsronde zou kunnen komen voor de overgebleven pakketten of de pakketten waar nu niemand op zit. Kunt u een zicht geven op de timing die u vooropstelt? Misschien kunnen we daar het best niet te lang mee wachten om de gemoederen nog wat te bedaren.
De heer Vandaele heeft het woord.
We wisten natuurlijk op voorhand dat het geen gemakkelijke oefening zou zijn: veel kandidaten voor weinig frequenties met alle gevoeligheden die daarbij horen. Mensen die al jaren een frequentie gebruiken, voelen zich daar bijna ‘eigenaar’ van. We wisten dat dit tot emotionele momenten zou leiden, en dat is ook het geval.
Ik heb ook zoals mevrouw Brouwers het gevoel dat de lawine van protest naar aanleiding van de toekenning van de lokale radiofrequenties beheersbaar is. Er zijn natuurlijk mensen ontevreden, maar dat had eigenlijk nog erger gekund, want het gaat om heel veel frequenties en heel veel kandidaten die uit de boot vallen.
Ook het spanningsveld is genoemd tussen vrijwilligers en professionelen die dan professionele dossiers indienen. Heel belangrijk is de handhaving. We willen natuurlijk met de nieuwe criteria een nieuwe richting inslaan. We willen meer professionalisering en een grotere leefbaarheid. Dat is ook voor ons heel belangrijk. Dat is ook de reden waarom een aantal criteria in een bepaalde richting zijn gegaan. Nu komt het er wel op aan om te kijken of dat allemaal uitpakt zoals we het gewild en gehoopt hebben. We moeten dan toch kijken in de richting van monitoring, evaluatie en handhaving. We hebben het er ooit al eens over gehad in hoeverre de regels die we hebben opgesteld, toelaten om daar goed werk van te maken. Minister, hebben wij de instrumenten in handen om op een behoorlijke manier te monitoren, te evalueren en te handhaven als het moet?
Minister, er is veel info verspreid over de dossiers op de website van de administratie. Op zich is dat wel goed en het is een bewijs van een zeer open en zo transparant mogelijke benadering. Ik wil toch enkele pijnpunten over de procedure aanhalen.
Ik wil een inhoudelijke vraag stellen, maar ik begrijp het als u die nu niet kunt beantwoorden. Als een bepaald radiostation dat zeer lokaal is ingebed, concurreert voor een bepaalde frequentie met een nieuwkomer die een ketenradio was of niet eens bestond in die regio en als deze tweede voor de inhoud en het format een veel betere score krijgt dan de eerste – wat perfect kan met papieren dossiers –, dan begrijp ik dat die lokale radio die er al heel lang bezig is daar supergefrustreerd over is. Dat is zeker het geval als de winnaar deel was van een voormalige ketenradio die helemaal geen nieuws had en louter het muzieksignaal van de grote keten doorstuurde. In die zin heeft de procedure het kenmerk dat mensen die zich jarenlang hebben ingespannen in de geest van het toenmalige decreet en in de geest van het decreet van vandaag en morgen, worden afgestraft of gepakt door diegenen die zich twintig of dertig jaar niet aan een decreet hebben gehouden. Ik begrijp dat daar een zekere bitterheid van komt.
Ik zal zelf nog een aantal dossiers inkijken omdat ik een verhaal wil verifiëren, met name dat gelijkaardige aanvragen verschillend zijn beoordeeld. Ik heb het niet eens over ‘gelijkaardige’ aanvragen maar kan zelfs bewijzen dat het over ‘gelijke’ aanvragen gaat. Je kunt je natuurlijk veel vragen stellen bij de aanvragers als ze zo goed als gelijke dossiers of gelijke pagina’s indienen voor twee verschillende lokale radio’s van verschillende zendgebieden. Als er echter een totaal verschillende beoordeling komt over hetzelfde onderdeel van dezelfde pagina, dan kunnen we ons toch de vraag stellen of onze procedure waterdicht is. Ik wil het niet harder maken dan noodzakelijk.
Minister, ik heb gecheckt in hoeverre uw beslissing afwijkt van de adviezen van de administratie. Uw beslissing correspondeert voor 100 procent met dat advies. Ik zal eerlijk zeggen dat ik dat verdacht vind. Ik wil u van niets beschuldigen, en dus stel ik u de vraag of u het advies volledig hebt gevolgd en of er geen enkele vorm van politieke lobbying is geweest waarbij u of andere leden van de Vlaamse Regering zijn ingegaan op die lobbying? Het is zo perfect. Ik wil het nog omdraaien. Ik zou begrijpen dat u om politieke redenen afwijkt van adviezen zoals u dat ook in andere sectoren verdedigt en motiveert. Hier is er voor 100 procent gelijkenis. Klopt het wat ik denk? Ik wil voorzichtig zijn.
Tot slot wil ik nog de kwestie aanhalen die ook alle andere collega’s is aangehaald. We hebben deze regeling met z’n allen goedgekeurd en finaal willen we ook met z’n allen dat deze plaatsvindt. In die zin is de handhaving een heel belangrijke kwestie, alsook een goede begeleiding – maar daar twijfel ik niet aan – door de VRM in het komende jaar als men zijn licentie moet aanvragen, opdat we geen ontaarde situatie krijgen zoals we die de voorbije twintig of dertig jaar hebben gekend. Er moet wel degelijk nauw toegezien worden op de principiële regels waar ik helemaal achter kan staan.
Ik vertel u geen geheim als ik zeg dat dit een van de meest onaangename dossiers is voor welke minister van Media dan ook, omdat er hier, in tegenstelling tot andere sectoren, na de beslissing geen beetje grijze zone meer overblijft.
Ik verklaar me nader. Wanneer het over financiële tegemoetkomingen in bijvoorbeeld Jeugd of Cultuur gaat zoals subsidieverdeling en werkingssubsidies, dan is er nog altijd voor diegenen die geen middelen of onvoldoende middelen krijgen een overlevingskans om dingen op eigen kracht of op een andere manier te proberen. Hier is het binair: men heeft een frequentie of men heeft er geen. Wie geen frequentie heeft, moet effectief volledig stoppen. Dat maakt het allemaal veel harder en moeilijker. Ik ben er mij ook van bewust dat, ondanks de zo correct mogelijke procedure die we hebben toegepast, een aantal radio’s met een goede of degelijke score de duimen hebben moeten leggen voor een aanvrager die een betere beoordeling toebedeeld kreeg. Dat maakt het moeilijker en bitterder. Ik ben me daarvan bewust, maar ik heb daar alleen geen antwoord op omdat ik denk dat het antwoord daarop niet bestaat.
Mevrouw Segers, u had een vraag over de documenten die opgevraagd werden door sommigen. U weet dat ik openbaarheid van bestuur hoog in het vaandel draagt. Ik moet dat niet alleen hoog in het vaandel dragen, het is gewoon de toepassing van de wet. De informatie die we moeten verstrekken, zullen we verstrekken maar rekening houdend met de termijnen. Als de termijnen nog niet zijn verlopen, kan het zijn dat het antwoord nog onderweg is. Maar we zullen antwoorden binnen de gestelde termijnen. Mochten deze niet worden gehaald, dan moeten we motiveren waarom we dat later of niet geven. Dat kan ook. We zullen wel degelijk de informatie geven die nodig is.
Meestal zal die bijkomende informatie de pijn laaien maar niet blussen, zoals Wim De Craene zong. Doordat men meer weet of denkt te weten en doordat men een aantal dingen niet weet omdat ze niet vallen onder de openbaarheid van bestuur, zal de frustratie eerder toenemen dan afnemen. Ik weet niet of het altijd de beste balsem is, maar het is in elk geval een recht van iedereen om de informatie op te vragen die men mag opvragen.
De vraag over de monitoring is pertinent. Het is nu eerst alle hens aan dek bij de VRM. We hebben dat deze week nog op de deelbeleidsraad besproken met de administratie waar de VRM deel van uitmaakt, zelfs gelet op het onafhankelijk functioneren als regulator. Nu moet men eerst zorgen dat erkenningen die door de Vlaamse Regering zijn toegekend, zo snel mogelijk worden gevolgd door een vergunning, weliswaar aangevraagd door de betrokken radiozender. De VRM heeft aangegeven dat men zich daarbij pragmatisch zal opstellen, net zoals bij de overgangsperiodes in de vorige rondes. Van de VRM kan niet worden verwacht dat hij zegt dat hij de regelgeving niet volgt. Met andere woorden, de VRM kan niet expliciet stelling nemen over ‘wij zullen hier en daar een oogje in het zeil houden’. Dat mag men niet van een regulator verwachten. Maar, de VRM zal pragmatisch omgaan met de overgangsperiode zoals dat de vorige keer ook is gebeurd. Er zullen dus geen radio’s uit de ether worden geplukt waar dat niet nodig is. Meer kan ik daarover niet zeggen. U begrijpt dat, maar in radioland begrijpt men dat niet altijd helemaal.
Men heeft wel aangegeven dat net zoals bij de vorige keer, de aanvragen van de erkende radio’s zeer snel volgen. Alleen is het zo dat de dossiers die zeer snel komen alle gemakkelijke dossiers zijn die goed vooruitgaan. Ik heb me laten vertellen – want de VRM monitort intern wel degelijk – dat de behandelingstermijn om van erkenning tot vergunning te komen drie uur is. Dat is een zeer redelijke termijn. Alleen zullen de dossiers die nu druppelsgewijs komen soms wel een dag of anderhalve dag in beslag nemen omdat ze wat meer problemen geven. Ook daar zal men de dossiers pragmatisch beoordelen.
Wat met de controle daarna op al wat men op papier heeft beloofd? Ik zal in alle transparantie aan de VRM – ze moeten dit natuurlijk ook uit eigen beweging doen – een specifiek actieplan vragen om aan te geven hoe ze de controle op het terrein de komende maanden zullen organiseren. De volgende twee maanden moeten we prioritair invullen voor alle vergunningen, zelfs al zullen de meeste vergunningen wel degelijk kunnen worden uitgereikt voor de decretale datum. Ik stel voor dat we dan het debat op basis van gegevens die ik bij de VRM heb opgevraagd, kunnen houden. Het is inderdaad belangrijk dat we niet naar een soort vergroeiing van een bepaald radiolandschap zouden gaan – ik druk me voorzichtig uit – en we dan binnen twee of drie jaar gefrustreerd vaststellen dat het voor een groot deel nog weinig te maken heeft met de ingediende dossiers. Dat is niet de bedoeling, maar we kunnen dat debat op het einde van de winter hernemen met concrete aanknopingspunten.
De nieuwe ronde zal in de loop van 2018 gebeuren, maar eerder vroeg dan laat. Aan het begin van het jaar zal er nog een afweging zijn inzake wat er moet gebeuren met de niet-toebedeelde frequenties en in hoeverre die zullen worden vrijgegeven voor lokale radiopakketten en in hoeverre een aantal van die frequenties kunnen worden toegevoegd aan netwerkfrequentiepakketten. Ik zeg duidelijk ‘kunnen’. Dat is een opportuniteitsvraag die we nog moeten onderzoeken, maar ik erken dat we dat relatief snel moeten kunnen doen.
En dan was er de vraag van de man naast mij! Kijk, in die val zal ik niet trappen. U zegt mij dat het verdacht zou kunnen zijn dat we letterlijk de adviezen van de administratie hebben gevolgd en dat u het niet erg zou vinden mocht dat niet zo zijn gebeurd. Neen, daarvoor zit ik iets te lang in de politiek. Dank u voor de voorzet, maar ik zal de bal voorbij laten zoeven. We hebben het advies van de administratie gevolgd, punt aan de lijn. Voor de rest staat het u vrij daarover te denken wat u wenst.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik ben blij te horen dat de VRM bereid is om zich pragmatisch op te stellen, want er zou zich anders inderdaad een probleem kunnen stellen tussen dit en 1 januari, of eigenlijk eind volgende week al want dan begint de kerstvakantie. Al die vergunningen afleveren zal gewoon niet lukken. Ze zullen zich noodgedwongen pragmatisch moeten opstellen.
Ik ben ook tevreden te horen dat u en de collega’s zich dezelfde vragen stellen en dezelfde bezorgdheden delen over de handhaving. Hoe zorgen we ervoor dat wat beloofd is op papier, de komende jaren wordt waargemaakt? Het is ook fijn te horen dat u aan de VRM die vraag al hebt gesteld en dat ze zullen komen met een actieplan tegen het einde van de winter. Mijn voorstel zou zijn dat we ons daar als commissie over buigen en hun vragen om dat actieplan hier te komen toelichten, waarna we kunnen kijken of een verder parlementair initiatief nodig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.