Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik kom terug op een kwestie die ons al jaren bezighoudt. Ik verwijs naar de commissievergaderingen van 7 juli 2015, 3 maart 2015 en 26 april 2016. Mijn vraag is erop gericht om van u duidelijkheid te krijgen.
Het gaat over de schattingen die worden gemaakt, niet door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) maar door de landmeters-experten en vastgoedexperten. Sinds de overname van de inning van de successierechten door Vlaanderen, is het de regel dat de taxaties die gebeuren in verband met de nalatenschappen uitsluitend zijn toegewezen aan de landmeters-experten die in het bezit zijn van een kwaliteitscharter, ondertekend door VLABEL.
Op de vergadering van 3 maart 2015 antwoordde toenmalig minister Turtelboom dat VLABEL verder werkte aan de uitbouw van een eigen databank die aanleiding moet geven tot een schattingstool op basis van de gegevens die VLABEL sinds de overname van de dienst verzamelt. De uitbouw van deze databank en de opgezette samenwerking met de landmeters-experten zullen periodiek worden geëvalueerd. Beide factoren zullen bepalen of en wanneer de Vlaamse Codex Fiscaliteit in werking treedt wat betreft de bindende voorafgaande schatting bij de aangifte van de erfbelasting. Toenmalig minister Turtelboom rekende daarvoor op twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2015. Ik meen dat die termijn ondertussen voorbij is en dat 1 januari 2017 al achter de rug is, maar op dit ogenblik is er wat onduidelijkheid in de praktijk.
Namelijk, gaat VLABEL deze bindende voorafgaande schattingen zelf maken? Gaan de landmeters-experten die het kwaliteitscharter hebben ondertekend, verder deze schattingen mogen doen? Gaan de vastgoedexperten ook deze schattingen mogen doen?
Toenmalig minister Turtelboom zei dat het geenszins de bedoeling was om afbreuk te doen aan de kwaliteit van de schattingen door de vastgoedexperten. Er werd benadrukt dat dit slechts een tijdelijke maatregel was: zodra de ambtenaren van VLABEL de schattingen zelf zouden kunnen doen, zou het charter vervallen. Toenmalig minister Turtelboom zei: “Ik benadruk dat de erfgenamen nog steeds de keuze hebben op wie ze een beroep doen om hen bij te staan bij de waardering van de onroerende goederen die van de nalatenschap afhangen. De invoering van het charter wil dus niet per definitie zeggen dat er geen schattingen door vastgoedexperten meer mogen gebeuren. Indien de geschatte venale waarde correct is en het schattingsverslag is kwalitatief in orde, zal die schatting evenzeer bruikbaar zijn, ongeacht of die door een landmeter, een vastgoedexpert of zelfs door de erfgenamen werd gedaan.”
Nu blijkt dat de verslagen van vastgoedexperten wel bruikbaar maar niet bindend zijn voor VLABEL. Indien de klant een landmeter-expert zou aanstellen die het kwaliteitscharter heeft ondertekend, moet er geen bijvoeglijke aangifte opgemaakt worden; indien de schatting door een vastgoedexpert is uitgevoerd, dient dit wel nog te gebeuren. De klant is dus beter af met een schatting door een erkende landmeter-expert. De schattingen door de vastgoedexpert worden op dit ogenblik blijkbaar niet meer aanvaard, die van de landmeters-experten wel, maar ook daar is er onduidelijkheid. Gaat VLABEL dit nu binnenkort doen?
Minister, kunt u zich nog vinden in het antwoord van minister Turtelboom van 7 juli 2015 omtrent deze overgangsmaatregel? Bent u bereid om het kwaliteitscharter van VLABEL verder uit te breiden en eventueel de vastgoedexperten hierin op te nemen? Maakt u een onderscheid tussen de schattingen die werden gedaan door vastgoedexperten en deze die werden gedaan door landmeters-experten?
Er werd in juli 2015 duidelijk gesteld dat dit ging om een tijdelijke maatregel. Wanneer gaan de ambtenaren van VLABEL zelf beginnen met de schattingen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Lantmeeters, u maakt het mij en uw collega’s echt niet gemakkelijk! Om u te antwoorden moet ik telkens verduidelijken tot wie ik mij richt: tot Jos Lantmeeters, gerespecteerd en geacht lid van deze commissie, of tot de landmeters, de gerespecteerde beroepsgroep en lijdend voorwerp van de vraag van collega Jos Lantmeeters, het gerespecteerde commissielid.
Mijnheer Lantmeeters, indien ik het over u heb, zal ik steeds duidelijk uw voornaam vermelden.
Het gaat hier om een belangrijke kwestie. We spreken immers over de rechtszekerheid voor belastingplichtigen die er voor de erfbelasting toe zijn gehouden een aangifte van nalatenschap in te dienen. Deze belastingplichtigen zijn particuliere burgers, zoals wij allemaal. Zij moeten de normale verkoopwaarde van de geërfde onroerende goederen bepalen. Dat is geen sinecure voor wie niet dagelijks met deze materie in aanraking komt.
Soms vragen mensen elkaar hoeveel hun huis waard zou zijn. Dat is natuurlijk koffiedik kijken. Ze zijn nooit zeker. Meestal betekent dit zo veel mogelijk voor de verkoper en zo weinig mogelijk voor de koper.
De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) wil natuurlijk een helpende hand reiken aan de burgers die recent met het verlies van een dierbare zijn geconfronteerd. We mogen in verband met deze materie niet vergeten dat het steeds gaat om mensen die zich in een emotioneel moeilijke toestand bevinden.
Wat het antwoord van voormalig minister Turtelboom betreft, zou ik bijna zeggen dat het is verjaard. Het is echter al bijna twee jaar geleden. Ik ben ervan overtuigd dat zij twee jaar geleden naar goede gewoonte en naar haar beste vermogen heeft geantwoord. Zij heeft rekening gehouden met de situatie en de omstandigheden op dat ogenblik. Ze is hierover ook geadviseerd en geïnformeerd door de administratie.
Ik verwijs tevens naar het antwoord dat voormalig minister Turtelboom op 26 april 2016 heeft gegeven op de vraag om uitleg van de heer Van den Heuvel. De kaarten liggen nu echter een beetje anders. Er zijn een aantal nieuwe wendingen in verband met dit dossier. Ik zal dit duidelijk toelichten.
De oorspronkelijke idee bestond erin eigen experts gratis ramingen te laten uitvoeren. Het was en is nog steeds de bedoeling de experts, ambtenaren van VLABEL de ramingen in de toekomst op verzoek van de erfopvolgers te laten uitvoeren. Deze ramingen zouden kosteloos zijn voor de erfopvolgers en bindend zijn voor VLABEL.
Op dit ogenblik kan dit nog niet. VLABEL beschikt nog niet over voldoende gestoffeerde eigen databanken. Bovendien moet een volledige en voldoende uitgebouwde equipe aan deskundigen klaarstaan om alle aanvragen tijdig te beantwoorden. Indien het om aangiften voor erfbelastingen gaat, moeten immers bepaalde termijnen worden gerespecteerd.
Op 7 juli 2015 heeft toenmalig minister Turtelboom nog de hoop uitgesproken de procedure, die overigens decretaal staat beschreven in de Vlaamse Codex Fiscaliteit, in het najaar van 2015 te laten starten. Nadien is gebleken dat dit niet haalbaar was. Op 26 april 2016 heeft ze dit in deze commissie omstandig toegelicht aan de heer Van den Heuvel. Ze heeft toen verduidelijkt dat de tussentijdse samenwerking met de landmeters-experten nog een tweetal jaren zou worden voortgezet.
In afwachting van de inwerkingtreding van de definitieve procedure is toen, in samenspraak met de Belgische Orde van Landmeters-Experten, een tussentijdse oplossing gekomen, namelijk het kwaliteitscharter voor landmeters-experten. De ondertekening van dat charter is voorbehouden aan de leden van deze specifieke beroepsgroep.
VLABEL zal de ramingen die, conform dat charter, door deze experten worden opgesteld in principe niet in vraag stellen. Zelfs indien het onroerend goed binnen een korte termijn na het overlijden wordt verkocht aan een prijs die hoger ligt dan de raming van de landmeter-expert, hoeft geen bijvoeglijke aangifte voor dat verschil te worden ingediend.
VLABEL volgt dit van nabij op. Indien zou blijken dat dit fenomeen meermaals wordt vastgesteld met betrekking tot de ramingen van dezelfde expert, kan VLABEL hierover overleggen met de beroepsvereniging of in extreme gevallen zelfs de betrokken expert van de lijst van ondertekenaars schrappen.
Ramingen die door andere deskundigen dan de landmeters-experten worden opgesteld, zijn uiteraard ook mogelijk. Deze experten hebben echter niet de mogelijkheid het kwaliteitscharter te ondertekenen. Indien de door hen vooropgestelde waarde volgens de controle van VLABEL met de normale venale waarde overeenkomt, is er uiteraard geen reden om de sommen te vorderen wegens een tekortschatting. Indien het goed binnen een termijn van twee jaar na het overlijden wordt verkocht voor een prijs die hoger ligt dan het geraamde bedrag, moet een bijvoeglijke aangifte worden ingediend. VLABEL zal zich dan echter zeer tolerant opstellen en zal enkel de aanvullende belasting innen. VLABEL zal geen belastingverhoging wegens tekortschatting opleggen.
Mijnheer Jos Lantmeeters, u hebt me tevens gevraagd of een uitbreiding van de experten noodzakelijk is. De exclusiviteit van de landmeters-experten staat juridisch onder druk. Er ontbreekt een wettelijk of decretaal kader. We gaan nu na hoe we dit kunnen oplossen.
Ik heb de landmeters-experten tijdens een bijeenkomst in het Vlaams Parlement persoonlijk verteld dat we hen zeker niet overboord willen gooien. Een decretale regeling is in de maak. Op dit ogenblik stellen we een voorontwerp van decreet op dat grosso modo uit twee onderdelen bestaat.
Het eerste onderdeel betreft de integratie van het kwaliteitscharter in de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Hierdoor krijgt het charter met de landmeters-experten een stevigere decretale sokkel. Het tweede onderdeel houdt in dat de voorafgaande ramingen niet langer aan landmeters-experten zullen worden voorbehouden. Voortaan zullen ook andere experten die ramingen kunnen opstellen. Die ramingen zullen dezelfde bindende gevolgen hebben. Iedereen die laat blijken over voldoende expertise en ervaring inzake de waardering van vastgoed te beschikken, zal deze schattingsopdrachten mogen uitvoeren.
Ik zal binnenkort met de Vlaamse Regering overleggen over deze decretale regeling. Dit maakt deel uit van een ruimer geheel van punctuele en evenwichtige aanpassingen aan de regelgeving die we op korte termijn kunnen realiseren.
Mijnheer Jos Lantmeeters, ik reken ook op u en op uw partij om deze belangrijke en waardevolle decretale aanpassingen snel door te voeren. Ik licht even toe wat de voordelen van een dergelijke decretale regeling zijn.
Uiteraard gaat het in de eerste plaats om de rechtszekerheid voor VLABEL en voor de aangifteplichtigen. Bovendien schept dit ontwerp van decreet vertrouwen. De Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer zal een machtiging toekennen voor de gegevensuitwisseling tussen experten en administratie. Dit punt ligt momenteel nog zeer moeilijk.
Het streefdoel blijft tot eigen kosteloze ramingen te komen. De decretale verankering betekent niet dat we de oorspronkelijke opzet, ramingen die door de eigen experts van VLABEL worden opgesteld, zouden opgeven. Dat blijft onze ambitie. We kunnen hier echter pas werk van maken als we zeker zijn dat we over een voldoende solide eigen databank met referentiepunten beschikken en dat we voldoende middelen en expertise in huis hebben.
VLABEL bereidt de transitie naar een definitieve fase voor. We zullen voorzien in de nodige ICT-ondersteuning, die momenteel wordt ontwikkeld. Ik ga er nog steeds van uit dat we de ambitie van de vorige minister nog tijdens deze legislatuur kunnen waarmaken. Ik eindig dan ook met het punt waarmee ik ben begonnen. We moeten de situatie, de mogelijkheden en de vorderingen periodiek beoordelen.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. U hebt op dit ogenblik wat meer duidelijkheid gecreëerd. Zoals u terecht hebt vermeld, moeten we streven naar rechtszekerheid voor de burgers die in emotioneel moeilijke omstandigheden met de aangifte worden geconfronteerd. We moeten echter ook aandacht hebben voor de zekerheid van de mensen die de schattingen uitvoeren, zowel de landmeters-experten als de vastgoedexperten.
Iets valt me op aan de decretale regeling die er moet komen. Zolang die regeling er niet is, is de bijvoeglijke aangifte gangbaar als het om vastgoedexperts gaat, maar niet als het om landmeters-experten gaat.
Wat me vooral opvalt, is echter de haast discretionaire bevoegdheid van VLABEL om landmeters-experten zomaar van de lijst te schrappen indien hun schattingen worden betwist. Hiervoor bestaat geen enkele decretale basis. Hiervoor is niet in een procedure voorzien. Dergelijke zaken moeten we vermijden.
Minister, ik vraag u dan ook om zo snel mogelijk met decretale voorstellen te komen. U zult in mijn partij uiteraard een partner vinden om dit snel in orde te brengen. Zolang deze onzekerheden bestaan, is dit niet in het voordeel van de schatters of van de burgers zelf. Meer nog, zolang VLABEL niet voor kosteloze ramingen zorgt, worden de mensen nog met kostelijke ramingen geconfronteerd. Ik zou u dan ook willen vragen die termijn zo veel mogelijk in te korten en zo snel mogelijk een decretale regeling voor te stellen. U zult hiervoor in ons partners vinden.
Destijds heeft toenmalig minister Turtelboom verklaard dat dit binnen twee jaar zou gebeuren. Dat zal niet lukken. Blijkbaar zal daar nog een jaar overheen gaan. Ze heeft toen echter ook verklaard dat dit regelmatig zou worden geëvalueerd. Vinden die evaluaties plaats? Op welke manier wordt er geëvalueerd? Wat zijn de conclusies die u kunt bekendmaken na de evaluaties met de landmeters-experten?
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, aangezien hierover in het verleden al een aantal zaken zijn gezegd, zal ik het kort houden. Het is een goede zaak dat uit het antwoord blijkt dat er op korte termijn een decretale basis zal komen. Dit zal de landmeters-experten een grotere duidelijkheid verschaffen. Er komt tevens een uitbreiding naar andere vastgoedexperten. Mijn fractie wil dit ondersteunen. We moeten op korte termijn duidelijkheid verschaffen. We hebben daar de voorbije weken aan gewerkt en we kunnen dat dan ook op korte termijn afronden. Voor CD&V is dit de juiste ontwikkeling.
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, zoals de vorige sprekers al hebben opgemerkt, discussiëren we al sinds het voorjaar van 2015 over de vraag wie de schattingen kan maken. Voor mijn partij is de rechtszekerheid absoluut belangrijk. Dat wil ik absoluut benadrukken.
Minister, ik weet niet waarom u de steun van een gedeelte van de meerderheid hebt gevraagd. Ook voor mijn partij blijven de doelstellingen fundamenteel. Eigen experts moeten voor gratis ramingen zorgen. Die doelstelling moet blijven en mag niet worden achteruitgeschoven.
Het gebrek aan databanken en aan expertise zijn eigenlijk omgevingsfactoren die toenmalig minister Turtelboom twee jaar geleden al heeft vermeld. Dat klopte toen, maar we moeten die omgevingsfactoren stilaan aanpakken. Wat de transitiefase en de ICT betreft, moeten we perspectief bieden. We moeten vooruitgang boeken. Ik kijk verwachtingsvol uit naar dit ontwerp van decreet waarover iedereen het eens is, maar dat nog niet is neergelegd. We zullen er dan over discussiëren.
Ik heb nog een bijkomende vraag in de marge van deze discussie. We hebben destijds ook gediscussieerd over de operationalisering van de Coördinatiestructuur voor patrimoniuminformatie (CSPI). Dat zou ook een middel kunnen zijn. Alle overheden binnen de Belgische constellatie hebben een samenwerkingsakkoord afgesloten. U mag het uw medewerker vragen. We hebben daar twee jaar geleden over gediscussieerd, en toen is de operationalisering van de CSPI aangekondigd. Mij is het echter nog een absoluut raadsel hoe de operationalisering van de CSPI nu loopt. Waarom kunnen we hier niet meer gebruik van maken om de schatters en meer nog de rechtsonderhorigen rechtszekerheid te bieden? Dat is mijn bijkomende vraag.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik dank iedereen voor de steun. Ik kan meedelen dat het de bedoeling is dit punt te bespreken tijdens de vergadering van de Vlaamse Regering op 7 juli 2017. Ik durf te stellen dat ik niet sneller kan gaan. (Opmerkingen)
De Vlaamse volksvertegenwoordigers kunnen met verlof gaan, maar ik zal nog een tijdje doorwerken. Volgens het Bureau van het Vlaams Parlement sta ik tot 20 juli 2017 ter beschikking van het Vlaams Parlement. Ik blijf echter ook na 20 juli 2017 beschikbaar. Ik vind het een absolute plicht van een minister ter beschikking te blijven. Indien het Vlaams Parlement me tijdens de eerste of de derde week van augustus 2017 wil oproepen, zal ik zeker komen. (Opmerkingen. Gelach)
De evaluatie van de landmeters-experten is goed verlopen. Daar valt niets op aan te merken. Op zich hebben we hier geen enkel probleem mee, maar de auditeur van de Raad van State heeft hier opmerkingen over gemaakt. Wie ben ik om opmerkingen van de Raad van State zomaar naast me neer te leggen? Het is een goede zaak dat we dit eens zullen bekijken.
Mijnheer Bertels, ik ben tevreden dat u vanuit de oppositie steun verleent. Ik dacht dat er enkel met betrekking tot de energiesector een vredesakkoord was, maar blijkbaar geldt dit ook voor deze materie. Ik ben zeer tevreden.
U moet wel begrijpen dat het zonder databanken verschrikkelijk moeilijk is dit op een ernstige en professionele wijze te handhaven. Ik ken een politicus die zonder databanken stalen van hondendrollen wilde nemen. Ik vraag me af hoe hij dat wil doen. Zonder databank kunnen we hier niets mee aanvangen.
Indien u nog vragen over de CSPI hebt, kunt u alles online bekijken. (Opmerkingen van Jan Bertels)
De vraag is eigenlijk in welke mate we hier al gebruik van maken. Dit staat effectief online en het samenwerkingsakkoord is twee jaar geleden al afgesloten. De vraag is echter in welke mate dit al operationeel is. De website kan ik zelf bekijken.
Mijnheer Bertels, op dit ogenblik zit dit in de beginfase. We gaan na op welke wijze we dit zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Ik zal uw bijkomende vraag de volgende keer met plezier beantwoorden. Indien u me hierover een vraag om uitleg wilt stellen, sta ik zowel tijdens als na het reces tot uw beschikking.
Minister, u mag gerust tijdens het reces antwoorden. Ik neem aan dat uw medewerker mijn vraag heeft begrepen.
Mijnheer Bertels, dat staat online. We maken hier in de mate van het mogelijke gebruik van. Dit is een opstartfase. Indien u nog bijkomende technische vragen hebt, kunt u die vragen gerust stellen. U kunt nog schriftelijke vragen indienen. (Opmerkingen)
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Mijnheer Bertels, dit is – voor alle duidelijkheid – geen getelefoneerde vraag om uitleg. U mag het nakijken. Deze vraag om uitleg is al op 13 juni 2017 ingediend. Dit is een oproep om meer duidelijkheid te krijgen.
Minister, ik kan me voorstellen dat de auditeur regelmatig opmerkingen heeft gemaakt vanwege de rechtsonzekerheid. Uw ontwerp van decreet komt eraan. Ik zou u willen vragen om aandacht te besteden aan het behoud van de rechtszekerheid voor de rechtzoekenden en voor de mensen die de schattingsverslagen opstellen. U moet hier rekening mee houden. Die schattingen moeten worden gemaakt door mensen die daarvoor kwalitatief geschikt zijn, maar die tevens aan een deontologie gehouden zijn. Niet iedereen mag zomaar schattingen opstellen. Dan zouden we heel ver van huis zijn. U moet voldoende aandacht besteden aan de deontologische aspecten, want anders kunnen we van de regen in de drup geraken. Wat we allemaal nodig hebben, is rechtszekerheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.