Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we hebben hier met zijn allen vaak vragen gesteld over het slimmer maken van onze wegen en het mee zijn met de technologie van de 21e eeuw. Minister, dat probeert u ook volop te doen als het gaat over openbaar vervoer en mobiliteit. Ik wil eerst en vooral toch nog eens benadrukken dat u enorm veel aandacht besteedt aan doorstroming in het algemeen, doorstroming op zich, en dat onze fractie dat toejuicht. Het is onlangs nog aan bod gekomen bij de actuele vragen: de budgetten zijn verdubbeld, tot 32 miljoen euro. Vooral het openbaar vervoer zal profiteren van een betere doorstroming, maar daardoor uiteindelijk iedere weggebruiker. Er wordt ook enorm ingezet op de slimme verkeerslichten. Daarvan worden er jaarlijks zo’n 350 geplaatst op ons Vlaamse wegennet.
Er is echter nog een extra, nieuw elementje mogelijk ter zake. Ik liet me inspireren door een proefproject dat in Nederland heeft plaatsgevonden. Daar heeft men geëxperimenteerd met het KAR-systeem (Korte Afstand Radio). Via die zender-ontvangersystemen heeft men er daar voor kunnen zorgen dat hulpdiensten die aan een kruispunt komen, automatisch groen licht krijgen. Nu weet iedereen dat hulpdiensten, als ze zowel met sirene als met lichten rijden, in principe door het rode licht mogen rijden. We stellen echter toch vast dat wagenbestuurders vaak wat aarzelend reageren, nog even de weg blijven blokkeren, dat misschien gewoon niet horen of niet zien. Zo’n systeem waardoor hulpdiensten die een kruispunt naderen, automatisch groen licht zouden kunnen krijgen of mee in de groene golf zouden kunnen gaan, zou er dus voor kunnen zorgen dat ze tijd winnen en dat mensen in nood sneller kunnen worden geholpen, maar ook dat het kruisen van die kruispunten op een veiligere manier zou kunnen gebeuren.
Minister, u zet enorm sterk in op doorstroming, op het slim worden van verkeerslichten. Voor alle duidelijkheid, het is ook niet de bedoeling om voor alle mogelijke categorieën in uitzonderingen te voorzien. Iedereen zou immers natuurlijk graag op een vrije busbaan kunnen rijden of met een groene golf kunnen doorrijden. Ik denk dat u terecht inzet op het openbaar vervoer, maar het zou toch ook een goede zaak zijn, mocht dat systeem ook kunnen worden getest voor hulpdiensten. Bent u het idee genegen om te onderzoeken of dergelijke slimme verkeerslichten kunnen worden bediend door hulpdiensten bij interventies? Een voorbeeld is dat KAR-systeem, maar er zijn misschien andere mogelijkheden. Zo ja, welke stappen zult u daarvoor zetten?
Minister Weyts heeft het woord.
Eerst wil ik wel meegeven dat conform het verkeersreglement vandaag prioritaire voertuigen met een sirene en zwaailichten ook door een rood licht mogen rijden, na te zijn gestopt en zonder andere weggebruikers in gevaar te brengen. We zijn in concreto inderdaad bezig met een oefening in het kader van de taskforce Doorstroming, waarbij we bekijken hoe we kunnen zorgen voor een betere doorstroming via enerzijds infrastructurele maatregelen en anderzijds intelligente transportsystemen (ITS) en het slimmer maken van onze verkeerslichten. Dat zijn de twee sporen waarop we werken.
Er is dus het onderdeel van de slimmere verkeerslichten en een betere doorstroming, in eerste instantie van het openbaar vervoer. Dit is voor iedereen bedoeld, maar prioritair voor het openbaar vervoer. Daarvoor hebben we verschillende technologieën. We hebben de detectielussen. Vandaag zijn al ongeveer 98 procent van onze verkeerlichten slimme verkeerslichten, maar ze zijn lang niet slim genoeg, in die zin dat er in het gros van de gevallen een detectielus is die is ingeslepen in de weg, maar meestal te dicht bij het verkeerslicht zelf ligt. Het gevolg is dat je pas wordt gedetecteerd en de groencyclus pas kan worden opgestart wanneer je eigenlijk al bijna bij het verkeerslicht bent. Dat duurt dus te lang. Men moet je vroeger kunnen detecteren. Er zijn ook computers die verkeerslichten aansturen, en er zijn systemen waarbij zenders in bussen communiceren met verkeerslichten, zoals het zogenaamde KAR-systeem. Daarbij wordt via radiogolven, wanneer men zich op een bepaalde afstand van een verkeerslicht bevindt, een signaal gezonden vanuit het betrokken voertuig aan het verkeerslicht om te laten weten dat men eraan komt. Daarnaast wordt ook gekeken naar mobiele data en apps.
Nu ben ik van mening dat we moeten zorgen voor een vlotte doorstroming van alle vervoersmodi, maar als je keuzes moet maken, dan moet je prioritair inzetten op een betere doorstroming van het openbaar vervoer. Concreet wil dat dus zeggen dat, wanneer de bus of de tram nadert, prioritair voor hen moet worden gezorgd voor groen licht, zodat ze kunnen doorstromen. Als we dat kunnen realiseren op verschillende plaatsen, dan lijkt het me ook evident dat we ook aan de categorie van prioritaire voertuigen prioriteit geven. Als je dat kunt voor het openbaar vervoer, dan kun je dat ipso facto ook voor prioritaire voertuigen. Daarmee zou ik ook meteen de doos opnieuw willen sluiten, want dan krijg je onmiddellijk vragen van allerhande beroepsgroepen of vervoersmodi die vragen dat er voor hen ook een prioritaire doorstroming zou zijn. Dat is niet de bedoeling, maar het moet wel mogelijk zijn voor het openbaar vervoer en voor prioritaire voertuigen, omdat er dan echt mensenlevens op het spel staan. Ik vraag ook aan mijn administratie om daar rekening mee te houden. Er zijn wel wat interferenties met het federale niveau, omdat de aanduiding van prioritaire voertuigen niet bij Vlaanderen zit. Die worden federaal vastgelegd. Dat is dus misschien wel iets om rekening mee te houden. Mij lijkt het echter evident dat, als we prioritaire categorieën kiezen, dat ten eerste het openbaar vervoer is, maar ten tweede ook de prioritaire voertuigen, gelet op het feit dat er soms levens op het spel staan.
Ik heb mijn administratie gevraagd om daaromtrent wat sneller te gaan.
Inzake de evaluatie, bijvoorbeeld van KAR, hebben we al geëxperimenteerd in het Leuvense, op de Tiensesteenweg, als ik mij niet vergis. Daaruit heeft men heel veel lering getrokken, zowel in negatieve als in positieve zin. Ik zeg het even uit het hoofd. Er bleek daar een groot nadelig effect te zijn voor het andere verkeer dan het busverkeer. Daaruit heeft men lering getrokken. Op basis van een grondige evaluatie van dat systeem en andere systemen, heeft men duidelijke keuzes gemaakt van: hoe gaan we nu verder, met welke technologie, om die verkeerslichten slimmer te maken en te zorgen voor een betere doorstroming?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Evident – dat had ik al gezegd – is het niet de bedoeling om nu de doos van Pandora te openen. Iedereen kan wel van zichzelf vinden dat hij thuishoort op een vrije busbaan of op een groene golf.
Ik blijf er wel van overtuigd dat, als men het verkeer slimmer doorgang verleent, met prioriteit voor het openbaar vervoer, uiteindelijk iedere weggebruiker daar beter van wordt. Want als die op de gepaste tijden doorgang krijgt, wil dat zeggen dat er op andere tijden geen nutteloze roodtijden meer zijn voor de automobilist. Ik denk dat dat een en-enverhaal is.
Ik ben uiteraard vooral tevreden met het feit dat u zegt dat dat systeem moet worden bekeken voor prioritaire voertuigen. Ik hoor u over het KAR-systeem spreken, maar ook over andere systemen. Ik ben dus eigenlijk wel benieuwd – en dat is dan meteen mijn bijkomende vraag – op welke manier de administratie dit nu zal meenemen.
U spreekt over het onderzoek dat in Leuven heeft plaatsgevonden. U zegt dat men daaruit lessen zal trekken en dat zal evalueren. Zijn er dan nog proefprojecten gepland waarin die prioritaire voertuigen kunnen worden opgenomen? Of heb ik goed begrepen dat u zegt: ‘Ik zal nu aan de administratie vragen om een dergelijke oefening op te starten en ook prioritaire voertuigen mee te nemen?’
Nogmaals, wanneer zij de sirene en hun zwaailichten gebruiken, krijgen ze voorrang op kruispunten en kunnen ze dan ook door rode lichten rijden. Maar dat leidt niet altijd tot vlot verkeer. Het leidt tot gevaarlijke situaties. Mensen hebben dat vaak niet door, horen het niet of willen het niet horen. Onlangs was er nog een geval waarin iemand manifest de hulpdiensten blokkeerde. Als men dan kan werken met een groene golf van verkeerslichten door vanuit dat voertuig een signaal te geven, komt dat de verkeersveiligheid ten goede en verkort dat de tijd om tot het ongeval te komen, bij de mensen in nood die een beroep hebben gedaan op de hulpdiensten.
Het is positief dat u ermee aan de slag gaat. We kijken uit naar de resultaten en naar de evaluatie die zal volgen.
Minister Weyts heeft het woord.
De taskforce Doorstroming heeft een gevoelige budgetverhoging gekregen: van 17 miljoen euro naar 32 miljoen euro. Men kan daarmee dus wel serieus aan de slag gaan. Het gros van die middelen zal gaan naar infrastructurele maatregelen, om te zorgen voor een betere doorstroming van vooral het openbaar vervoer.
Daarnaast heb ik specifiek een evaluatie gevraagd van KAR en andere systemen met betrekking tot de beïnvloeding van verkeerslichten. In die oefening wordt er rekening gehouden met prioritaire voertuigen, zodat, als we dat systeem implementeren, dat dan ook onmiddellijk wordt ingevoerd voor zowel openbaar vervoer als prioritaire voertuigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.