Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de benutting van de Europese subsidies voor schoolfruit
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, collega’s, de Europese Commissie maakt ieder jaar behoorlijk wat geld vrij voor schoolfruit, met de bedoeling kinderen gezonde eetgewoonten aan te leren. Vanaf volgend schooljaar worden de schoolfruit- en schoolmelkprogramma’s samengevoegd en daar gaat dan 250 miljoen euro van het Europese budget naartoe. In 2015-2016 bedroeg het budget voor fruit 150 miljoen euro.
Helaas hebben niet alle lidstaten hun deel van de koek volledig opgegeten. Dat was ook het geval voor Vlaanderen. Terwijl Vlaanderen en de Nederlandstalige scholen in Brussel recht hadden op 1,9 miljoen euro Europese middelen voor de schoolfruitregeling, was daarvan volgens voorlopige cijfers in de herfst van vorig jaar slechts iets meer dan een derde gebruikt. Voor ons land, België, geldt dat er slechts 57,5 procent van de voorziene subsidies wordt gebruikt. Of in absolute termen: 1,94 miljoen euro van de 3,37 miljoen euro. Daarmee bengelen we eerder onderaan het lijstje in Europa en dat terwijl we zeker in Vlaanderen een belangrijk aantal fruittelers hebben, die als gevolg van de Ruslandcrisis absoluut een duwtje in de rug zouden kunnen gebruiken.
Vorig jaar werd in het Europees Parlement gestemd over het samenvoegen van die budgetten. De samenvoeging moet toelaten om de beschikbare middelen – 150 miljoen euro voor fruit en 100 miljoen euro voor melk – efficiënter aan te wenden. Het deel van de koek dat aan iedere lidstaat wordt toegewezen, is afhankelijk van het aantal schoolgaande kinderen in een land, en voor melk ook van het gebruik dat in het verleden is gemaakt van de EU-subsidie. Lidstaten krijgen dus de vrijheid om meer of minder geld te vragen. Middelen die in het ene land niet aangewend worden, kunnen – en dat is nieuw – aangewend worden voor het programma van een ander land.
Vanaf het schooljaar 2017-2018 treedt het vernieuwde schoolfruit- en schoolmelkprogramma in werking. Behalve voor het uitdelen van groenten, fruit en melk op school zullen de middelen ook gebruikt worden om schoolkinderen te informeren over voedselproductie en gezonde eetgewoonten.
Minister, wat zijn de voornaamste redenen voor de onderbenutting?
Klopt het dat er nood is aan een administratieve vereenvoudiging om die middelen te kunnen gebruiken? Wat denkt u hieraan te kunnen doen? Wat kunnen we daaraan doen?
Komen er ook gerichte acties naar scholen die tot nu toe niet hebben deelgenomen aan de Europese acties?
Wat zijn de voornaamste aandachtspunten van de aangekondigde hervorming om het schoolfruitprogramma te optimaliseren en de onderbenutting van de Europese middelen weg te werken?
Welk aandeel zal het informeren over voedselproductie en gezonde eetgewoonten krijgen in de hervorming?
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, ik richtte mijn vraag eigenlijk tot minister Crevits, in opvolging van vroegere vragen. Maar ik heb van de secretarissen van de respectieve commissies Onderwijs en Landbouw het antwoord gekregen dat ik mijn vraag hier moest stellen, gekoppeld aan de vraag van de heer Vanderjeugd, die reeds op een correcte manier het probleem heeft geschetst, zodat ik de probleemstelling niet meer moet herhalen.
In Vlaanderen loopt al sinds 2007 de actie Tutti Frutti, die basisscholen en secundaire scholen helpt om schoolfruit te bevorderen en om gebruik te maken van de mogelijkheden tot subsidiëring. Op 8 december 2016 heeft de commissie Onderwijs het ook gehad over het pact van de onderwijskoepels en FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, om ongezonde tussendoortjes op school te bannen. Toen heb ik al gewezen op de wenselijkheid van goede contacten met de Vlaamse Administratie voor Land- en Tuinbouw, om de schoolfruitacties optimaal te laten renderen. Nu opnieuw blijkt dat het Europese budget in ons land onderbenut wordt, lijkt het mij zinvol om hier opnieuw aandacht voor te vragen.
Minister, ik begrijp dat u een gecoördineerd antwoord zult geven, zowel van de minister van Onderwijs als van uzelf.
De onderbenutting die in de media aangegeven wordt, is berekend op het federale Belgische niveau. Zijn er verschillen tussen de gemeenschappen?
Welke oorzaken ziet u voor de onderbenutting van de subsidies voor schoolfruit?
Hoe kan de onderbenutting van de subsidies tegengegaan worden? Waarin zitten de beperkingen van de huidige actie Tutti Frutti?
Hoe kunnen betere contacten tussen de administraties de benutting van de Europese subsidies verder optimaliseren ter bevordering van de gezondheid van de schoolgaande jeugd?
Het spreekwoord zegt ‘jong geleerd is oud gedaan’. Vanuit die overweging wordt met Tutti Frutti sterk ingezet op basisonderwijs en jongere kinderen. Adolescenten voelen zich misschien minder aangesproken door stripfiguren die fruit bedelen, maar ook zij zijn een belangrijke doelgroep. Is het nodig of wenselijk acties rond gezonde voeding te ondernemen die zich richten op oudere schoolgaande jeugd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik stel inderdaad samen met jullie vast dat die subsidies niet allemaal worden opgebruikt. Dat is al sinds 2005 zo: nog geen enkel jaar werd alles integraal opgebruikt. In het schooljaar 2015-2016 werd ongeveer 40 procent onderbenut.
De Vlaamse schoolfruitactie is natuurlijk opgezet vanuit een vraag. Het aanbod is er. De scholen kunnen erop intekenen. We kunnen de scholen daar ook niet toe verplichten.
Wat zien we? Naast het feit dat 60 procent van dat bedrag wordt gebruikt, zijn er veel meer scholen die iets doen rond fruit en groenten, en ze doen dat vaak meer vanuit zichzelf zonder dat ze een beroep doen op die subsidies. Dat is natuurlijk jammer, want die zijn ter beschikking.
We hebben een evaluatie gemaakt, en daaruit blijkt dat zo goed als alle bevraagde basisscholen effectief acties doen om de fruit- en groenteconsumptie te stimuleren. Ongeveer zes op tien doen dat via de gesubsidieerde schoolfruitactie. We zien over de jaren heen wel een stijging van het aantal deelnemende leerlingen. Van ongeveer 253.000 in het schooljaar 2009-2010 gaat het naar 266.000 in het schooljaar 2016-2017. Vanaf het schooljaar 2013-2014 werd ook het buitengewoon secundair onderwijs mee opgenomen als doelgroep, waarna het aantal deelnemende scholen steeg van 1112 tot 1238. Er is dus een stijgende trend, maar het is natuurlijk jammer dat het niet nog meer wordt gebruikt.
Uiteraard zal het wel altijd de school zelf zijn die beslist of ze al dan niet deelneemt, want het is een facultatieve subsidie. De vrees voor de administratieve verplichtingen speelt wel voor sommige scholen. Ook hier zitten we binnen een Europese landbouwbegroting, en zijn er bepaalde regels waaraan we moeten voldoen. We doen er alles aan om de aanvraagprocedure zo eenvoudig mogelijk te maken. Alles kan elektronisch via het e-loket gebeuren. Uit onderzoek blijkt dat men in het algemeen tevreden is over de werking. Degenen die zich hebben ingeschreven, zeggen dat het eigenlijk goed meevalt en dat het al bij al niet zo moeilijk is.
De samenwerking tussen de verschillende betrokken overheidsdiensten verloopt goed via een stuurgroep waaraan de departementen Landbouw, Welzijn en Onderwijs evenals het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) en het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) meedoen.
Op de Europese hervorming van de schoolmelk en -fruitregelingen kunnen we vandaag nog niet vooruitlopen. Het is wel al duidelijk dat de Europese wetgever bepaalt dat maximaal 15 procent van het budget zal worden ingezet voor educatie.
Volgende vrijdag staat de volgende actie van schoolfruit geagendeerd op de ministerraad. Ik stel voor dat we op dat moment een heel gerichte communicatie doen naar alle scholen om dat dat nog eens heel duidelijk te maken, misschien ook met voorbeelden van scholen die eraan meedoen en waarmee men contact kan opnemen als men schrik heeft voor de administratieve rompslomp. We kunnen voorbeelden geven van scholen die daarop inspelen, om te luisteren of het inderdaad zo moeilijk is. Ik zal voorstellen aan mijn collega’s van Welzijn en Onderwijs dat we een heel gerichte mailing doen aan alle scholen om dat nog eens heel uitdrukkelijk bekend te maken in de hoop dat de budgetten dan ook worden opgebruikt.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, het is inderdaad niet de bedoeling om scholen te verplichten, maar sensibilisering is een heel belangrijke actie. Ik ben dan ook gelukkig met uw antwoord dat u hier vrijdag na de beslissing van de Vlaamse Regering de nodige communicatie aan zult koppelen, samen met uw collega van Onderwijs. Dat is belangrijk voor de gezonde voeding van onze kinderen, maar er is ook het economische aspect waar we met ons allen moeten op inzetten. De kosten voor de scholen kunnen op die manier ook een beetje worden beperkt.
Minister, hoeveel fruit wordt er aan onze Vlaamse scholen geleverd dat afkomstig is van eigen telers? Of is dat een moeilijk te volgen gegeven? Als u hier niet meteen kunt op antwoorden, kan ik het misschien via het secretariaat te weten komen. Worden de kinderen ook bewust gemaakt van het belang van het consumeren van fruit van onze eigen telers? Zit dat aspect ook in het hele verhaal? Ik neem aan dat het niet zo’n zware administratieve last is om daaraan tegemoet te komen.
Het zou wel interessant zijn dat er meer scholen gebruikmaken van de budgetten van Europa, vooral omdat we merken dat het budget voor lidstaten die er geen gebruik van maken, vrijkomt voor lidstaten die er wel gebruik van maken. Dat is positief voor het budget dat tot beschikking staat.
Minister, het is duidelijk dat gezondheid een belangrijk thema is, niet alleen in het beleid, maar bijvoorbeeld ook in het onderwijsveld. Het blijft hoe dan ook jammer dat op dit vlak 40 procent van de Europese subsidies niet wordt benut. Het is zinvol dat de communicatie naar de scholen minstens nog eens wordt geëvalueerd en mogelijks bijgestuurd. Uiteraard is dit een thema voor uw collega van Onderwijs, bij wie ik dit nogmaals zal aankaarten.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, als we vernemen dat de Europese middelen onderbenut blijven, dan is dan nooit goed nieuws, zeker niet als we aan de staart van het peloton bengelen. In het verleden heb ik al vragen gesteld over dit thema en over de onderbenutting van die middelen. U verwees toen naar de evaluatie die lopende was. Ik neem aan dat de evaluatie waarvan de resultaten nu bekend zijn, de studie van TNS Dimarso betreft, die in principe eind 2016 zou worden opgeleverd.
De stijgende trend is uiteraard positief. Ik vraag me toch af of uit die evaluatie ook blijkt welke bruikbare aanbevelingen er zijn om het schoolfruitprogramma nog een paar versnellingen hoger te schakelen en bijgevolg meer Europese subsidies te benutten. Ik vraag me ook af of het nuttig is om na te gaan of we van de lidstaten die wel hun volledige subsidiebudget benutten, positieve elementen kunnen leren.
De heer Moyaers heeft het woord.
Ik wil de collega’s bedanken voor hun vraag om uitleg over de niet-gebruikte middelen om fruit op school aan te bieden. Mijnheer De Meyer, ik volg u volledig als u zich afvraagt of het niet nuttig is om een actie rond gezonde voeding te doen bij leerlingen in het secundair onderwijs.
Een zelfde denkwijze heb ik enkele maanden geleden ook al eens gehad. Nu ook de schoolfruitactie werd opengesteld naar leerlingen in het secundair onderwijs, weliswaar niet gesubsidieerd indien je geen overeenkomst hebt met een handelaar, is het misschien interessant om te kijken of er geen extra focus op de schoolfruitactie kan worden gelegd in het secundair onderwijs in het algemeen, al is het bijvoorbeeld maar het stimuleren van het plaatsen van fruitautomaten.
Wat ik nog wil toevoegen aan deze discussie, is het feit dat scholen die deelnemen aan de actie Tutti Frutti, aangeven dat ze problemen ondervinden met het zogenaamde frigofruit. Leerlingen klagen over de smaak van dat fruit. Ik weet dat het allemaal niet zo simpel is. Als je deelneemt aan het Europees project met fruit, dan moet je ook allerhande Europese fruitsoorten kunnen aanleveren en niet alleen de Belgische producten. Maar het ene sluit volgens mij het andere niet uit. Europese middelen moeten volgens mij ten volle kunnen worden benut, maar Vlaanderen mag misschien zelf ook ambitieuzer zijn om een alternatief te kunnen bedenken om die duizenden tonnen overschot aan fruit toch te kunnen gebruiken. Het is haast niet te geloven dat je in de krant moet lezen dat een school midden in de fruitstreek aangeeft dat ze problemen ondervindt om een degelijke aanlevering van fruit voor hun school te kunnen regelen, terwijl een beetje verderop gewoon een fruitwinkel is waar de conferenceperen aan minder dan 1 euro per kilogram verkocht worden.
Minister, vorig jaar kwam een delegatie van de fruitsector zelf bij u langs met een eigen idee over een schoolfruitactie met de conferencepeer centraal geplaatst, bovendien grotendeels door henzelf gefinancierd. U hebt me toen verteld dat u niet inging op dat voorstel maar dat u vanaf volgend schooljaar zelf met een schoolfruitactie zou komen. Is het hierover dat u aanstaande vrijdag zult overleggen, beslissen en eventueel communiceren? Als dat niet het geval is, is er dan sindsdien met de sector overleg gepleegd en zijn daar concrete voorstellen uit voortgekomen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er zijn twee zaken. Er is het Europese programma schoolfruitsubsidies. Het aangepaste systeem komt normaal gezien vrijdag op de regeringstafel. Dat is gebaseerd op een evaluatie die gebeurd is vanuit Onderwijs en Welzijn. Collega Joosen, ik zal die evaluatie opvragen en u bezorgen. Dat is natuurlijk ook wat we hebben uitgewerkt en wat vrijdag op de agenda van de ministerraad staat.
Collega Vanderjeugd, er is niet zoiets als een Europees overzicht van hoeveel specifiek Vlaams fruit in die schoolfruitactie zit. Het is een subsidieregeling die wij geven. Het zijn de scholen die op zoek gaan naar een leverancier. Het is wel zo dat de sensibilisering voor fruit van bij ons daaraan gekoppeld is. Daarom zit VLAM mee in die stuurgroep en werkt daarmee aan. Het seizoensgebonden fruit en fruit van bij ons zit daar ook wel in. We kunnen dat niet expliciet doen omdat we dan problemen krijgen, maar dat zit er wel in.
Dan was er de vraag naar de schoolfruitactie. Het klopt dat de sector zelf een actie heeft uitgewerkt. We hebben een project gedaan vanuit Landbouw en Welzijn waarbij we een extra communicatie-actie naar scholen hebben gedaan en gefinancierd. Alle scholen hebben appelen en peren gekregen. De actie is op die manier uitgewerkt. De sector zelf heeft het initiatief genomen om een soort doosje uit te delen aan de scholen. Ik weet niet waarom ze daar niet mee zijn voortgegaan. VLAM vond het blijkbaar beter om appelen en peren ter beschikking te stellen.
U zegt dat er scholen zijn die moeite hebben om een leverancier te vinden. Dat lijkt mij bijzonder eigenaardig. We hebben een zeer goede website, waar je heel snel kunt nagaan waar in de buurt je rechtstreeks van bij de boer, de fruitboer maar ook de melkboer en dergelijke, producten kunt laten aanleveren. Dat is www.rechtvanbijdeboer.be. We moeten eens kijken of we dat in de communicatie naar scholen moeten bekendmaken. Zo kunnen ze misschien eens gaan kijken op die website en op die manier sneller geïnformeerd zijn over waar in de buurt er een directe levering is van bij de leveranciers. We moeten eens kijken vanuit Onderwijs of we dat op die manier kunnen doen. Dan moeten we goed afspreken hoe we die communicatie aanvatten. Het zal in ieder geval van belang zijn om Onderwijs daar altijd bij te betrekken.
Er is een heel grote conferentie geweest rond gezondheid in scholen, waar iedereen aan meegewerkt heeft. Groenten en fruit maakten daar ook een onderdeel van uit, maar dat weet u allemaal.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Het is positief dat we dit onder de aandacht blijven houden om ervoor te zorgen dat de middelen goed benut worden. Minister, het is ook positief dat u in uw antwoord aangeeft dat ook buso-scholen hierin meegetrokken worden en dat we zo die middelen goed kunnen aanwenden.
De heer De Meyer heeft het woord.
Gezondheid blijft hoe dan ook een belangrijk thema. Het is duidelijk dat Onderwijs op dat vlak een eigen rol kan vervullen. Minister, het is duidelijk dat we met grote belangstelling uitkijken naar de beslissing die de regering aanstaande vrijdag zal nemen. Elke verbetering en verdere stimulans om meer groenten en fruit te gebruiken en te nuttigen in scholen, kunnen we alleen maar toejuichen. Mochten we via uw kabinet de beslissing van vrijdag kunnen ontvangen, zou ons dat uiteraard plezieren.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.