Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) en het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) hebben op 1 juli 2015 hun literaire canon bekendgemaakt. Vanuit een Vlaams perspectief zijn we daar uiteraard erg blij mee. Een van de speerpunten van de organisatoren was van de canon een dynamisch gegeven te maken. Op 11 december 2014 ging u in de discussie over de vraag om uitleg over de literaire canon van mevrouw Bastiaens in op drie belangrijke fases bij de uitwerking van een literaire canon. In de eerste fase stelt men de canon samen. In een tweede fase gaat de KANTL in overleg met een ruime klankbordgroep van stakeholders, het literaire en onderwijsveld, de bibliotheken en het boekenoverleg. In een derde fase wordt een maatschappelijk draagvlak gecreëerd. Het publiek wordt betrokken bij de literaire canon en er warm voor gemaakt.
Een van de operationele doestellingen uit de beheersovereenkomst 2016-2020 met het VFL is dan ook het verder opvolgen en blijvend dynamiseren van de Vlaamse literaire canon. In een artikel in Knack van 2 november 2016 werd gesteld dat er een mondelinge toezegging was voor een subsidie voor de verdere uitwerking van een canonproject van de KANTL. Deze subsidie is uiteindelijk niet toegekend. De auteur van het artikel stelde dat de promotie van de literaire canon onmogelijk is met de huidige hoeveelheid middelen.
Daarom wil ik u volgende vragen voorleggen. Klopt het dat er een mondelinge toezegging was voor de uitwerking van het canonproject? Zo ja, klopt het ook dat die uiteindelijk is ingetrokken, en zo ja, waarom is dat gebeurd? Op welke manier wil het VFL de Vlaamse literaire canon blijven opvolgen en dynamiseren? Hoeveel middelen hebt u hiervoor vrijgemaakt? Welke acties zullen er nog worden ondernomen om een maatschappelijk draagvlak te creëren en het publiek te betrekken bij en het warm te maken voor de literaire canon?
Minister Gatz heeft het woord.
Met betrekking tot de aanleiding van de vraag, de mondelinge toezegging, of niet, voor een subsidie met betrekking tot het ondersteunen van de canon: de KANTL en het Vlaams Fonds voor de Letteren hebben in 2016 wel degelijk opnieuw mankracht en middelen ingezet om de canon van de Nederlandstalige literatuur te blijven promoten. Boven op de eigen personele en financiële inbreng kon de KANTL daarenboven wel degelijk rekenen op een extra projectsubsidie vanwege het Vlaams Fonds voor de Letteren. Die subsidie bedroeg ongeveer 20.000 euro. Met die middelen werden vele initiatieven opgestart of gecontinueerd, die de werken en de auteurs uit de literaire canon in de kijker zetten.
Ik geef u een niet-volledige greep uit die initiatieven. Er was de organisatie van een filmfestival in april en mei 2016 in KASK Cinema (Koninklijke Academie voor Schone Kunsten), waarin een aantal verfilmde canonwerken werden vertoond en ingeleid door de regisseur of een bevoorrechte kenner. Er was ook een studiedag voor leerkrachten, op 20 oktober 2016, waarbij talloze verfrissende, nieuwe en gedegen manieren werden aangereikt om in het secundair onderwijs over canonliteratuur les te geven. Het is niet omdat het niet in de pers staat, dat het niet gebeurd is.
Dan was er ook de uitbreiding en permanente update van de canonwebsite literairecanon.be, waar allerhande nieuws over de werken en auteurs uit de literaire canon wordt aangeboden op een permanente manier. Er was ook het drukken van duizenden postkaarten en posters met cartoons in verband met de vijftig plus één canonwerken, en de verspreiding daarvan naar onder meer het onderwijs en het grote publiek. Tot slot was er de voorbereiding door het KANTL-onderzoekscentrum CTB (Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie) van een digitale editie in verband met ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’, het canonwerk van Maurice Gilliams.
Met inderdaad beperkte middelen worden er dus toch vrij veel acties op het getouw gezet.
Hoe gaat het nu verder? Hoe blijven we een en ander opvolgen? Hoe zal het Vlaams Fonds dit verder blijven dynamiseren? Op vraag van zowel het Vlaams Fonds als de KANTL willen de beide instituten vanaf 2017 een meer duurzame en solidere samenwerking aangaan inzake de promotie van de literaire canon. Het Vlaams Fonds voor de Letteren zal daar op jaarbasis een bedrag voor reserveren in zijn begroting. Bedoeling is alvast dat het fonds en de KANTL de samenwerking voortaan zo mogelijk vanuit gesloten beurzen voortzetten en daar elk jaar vanuit hun eigen begroting in voldoende middelen voor voorzien.
Voor het kalenderjaar 2017 reserveerde het Vlaams Fonds in zijn begroting een bedrag van 15.000 euro, exclusief personeelskosten. Eind februari volgt een overleg tussen de directies van het Vlaams Fonds voor de Letteren en de KANTL om het gezamenlijke plan van aanpak te bespreken. Daarin zullen zowel enkele grote strategische doelstellingen voor de komende jaren worden uitgestippeld, als afspraken worden vastgelegd om de strategische doelstellingen voor 2017 te concretiseren.
Welke acties staan er nog specifiek op het getouw? In afwachting van de vergadering van eind februari en de goedkeuring door de beide raden van bestuur van het daar te bespreken of besproken plan van aanpak, is het op dit moment nog net iets te vroeg om al in detail te treden. Zowel de KANTL als het Vlaams Fonds voor de Letteren, die goed samenwerken, hebben al meermaals hun gezamenlijke ambitie geuit om ook in 2017 en de volgende jaren op een enthousiaste en wervende manier klassiekers uit onze literatuurgeschiedenis te blijven promoten. Ik wil meegeven dat dat iets nieuws is van de laatste twee jaar, waarbij het niet enkel vriendelijk gevraagd of van bovenuit opgelegd wordt, maar het wel degelijk ook van onderuit gebeurt. De beide organisaties richten zich daarbij sterk op het onderwijs als specifiek doelpubliek, maar ook daar zijn de dragers en soms veel bevraagde leerkrachten de centrale figuren om dit te doen, of soms niet te doen. Daarnaast mikken ze met tal van andere initiatieven, zoals degene die ik daarnet opsomde, ook op een erg breed en divers publiek binnen de samenleving. Tot zover de stand van zaken met betrekking tot wat er voor de ondersteuning van de canon al gebeurd is en nog verder te gebeuren staat.
De heer Meremans heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Er zijn een aantal zaken gerealiseerd. Ik denk dat dat goede zaken zijn. Maar als ik het goed hoor, is er 15.000 euro uitgetrokken van het VFL voor promotie van de canon. Ik vind dat persoonlijk niet zo veel. Ik vind dat eigenlijk weinig, als ik het zo mag zeggen.
Men wijst naar het onderwijs. Dat is goed. Ik vind dat belangrijk. Maar ik vind bijvoorbeeld ook, en dat is tegelijk ook een oproep naar mij – en geen paniek, ik wil niet terugkeren naar de boerenfilm of wat dan ook, met alle respect daarvoor, dat is niet met een dedain gezegd, integendeel – maar wat ik wel vind, is bijvoorbeeld dat ook de culturele wereld die literaire canon voor een stuk zou moeten omarmen. Ik denk aan theaterproducties, aan film of wat dan ook.
Ik weet het, voorzitter. Ik zie u al kijken. Het is niet aan mij om op te leggen wat mensen... Daar zijn we het over eens. Ik wil hier niet zeggen: je moet dat of dat doen. Dat zou zelfs niet bij mij opkomen. Maar er is ook niets fout aan om dat te promoten en daar eens aandacht voor te vragen. Er wordt voor veel aandacht gevraagd. Ik vind dat dit erfgoed is, een stuk van onze identiteit. Het is ook een dynamische canon, vooraleer mij hier kolonialisme of wat dan ook wordt verweten, of bepaalde superioriteit – wat ik ergens heb gelezen van een bepaalde organisatie waarvan ik de naam niet nader noem.
Ik denk dat dat wel belangrijk is. Ik vind dat daar wat meer op mag worden ingezet. Ik weet dat vanuit Onderwijs de interesse vrij groot is. Dat is klassiek. Dat is vroeger ook altijd zo een beetje geweest. Maar ik vind het bedrag nogal aan de lage kant. Ik zou toch willen vragen om er bij de VFL op aan te dringen – ik zal hen dat zelf ook zeggen – om daar toch op in te zetten. Ik vind dat belangrijk. Het is een deel van onze identiteit. Dat is de humus waarop alles kan gedijen. Ik vind dat de brede culturele wereld daar ook aandacht aan moet schenken – bewerkingen of wat dan ook. Maar nogmaals, het is niet aan mij om te zeggen wat er moet gespeeld of gedaan worden. Wie ben ik? Maar ik vind dat daar een blijvende aandacht voor nodig is.
Dat neemt niet weg dat ik blij ben dat we op dat gebied al een progressie hebben gemaakt, maar ik vind dat het toch nog wat uitgebreider mag.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Bedankt, collega, voor de vraag en de verdere opvolging.
Minister, u hebt aangegeven wat er het afgelopen jaar gebeurd is. Af en toe kun je met kleine acties wel iets in beweging zetten. Ik denk dat het onze gedeelde bezorgdheid of uitdaging blijft hoe we het brede publiek bij onze canon kunnen betrekken. Dat kan inderdaad op allerlei manieren. Er zijn allerlei spelers. Ik denk dat het Vlaams Fonds in dezen inderdaad een cruciale rol te spelen heeft, inderdaad ook samen met de KANTL. Maar misschien kunnen we in dezen toch ook wat private partners uit het boekenvak betrekken om wat meer animo daarrond te creëren. Ik denk dat zij ook goed geplaatst zijn om het verhaal van die canon mee uit te dragen, daar publiciteit rond te maken en er een heel verhaal rond op te zetten. Ik denk niet dat dat een heel origineel idee is, maar het is toch iets dat ik u nog zou willen meegeven, ter aanvulling op alle acties die op dit moment al gebeuren door de verschillende stakeholders uit het boekenvak.
Minister Gatz heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende suggesties. We moeten ons er wel van bewust zijn dat het promoten, stimuleren of onder de aandacht brengen van de literaire canon tot voor kort eigenlijk niet of zeer verspreid gebeurde. In die zin is het een bescheiden vooruitgang dat het nu gebeurt, dat het ook met goesting gebeurt, dat twee toch wel respectabele instellingen daar samen hun schouders onder zetten.
Ik ga ervan uit dat, buiten het bedrag dat ik daarnet genoemd heb, na de bespreking op de beide raden van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Letteren en KANTL, er mogelijk nog een bijkomend bedrag bij kan komen vanuit KANTL, of niet. Dat is even afwachten. Er kan dan ook verder bekeken worden wat dat actieplan dan inhoudt. In principe zal het altijd meer zijn dan wat het tot nu toe was.
En dan moeten we kijken – dat is ook niet onbelangrijk – welke acties wortel schieten. Een aantal van die dingen zullen goed werken, maar misschien een bepaalde oppervlakkigheid hebben. Dat betekent daarom niet dat ze slecht zijn, maar wel vluchtig, efemeer, terwijl een aantal andere dingen, inderdaad misschien richting onderwijs, net dieper kunnen gaan. We moeten daar eens bekijken wat echt werkt, omdat het ook een beetje gepaard gaat met de dubbelzinnige houding die we collectief aannemen ten aanzien van die canon. Iedereen vindt dat die beschermd, uitgedragen en geactualiseerd moet worden, en niemand zal dat tegenspreken, maar als het dan tijd is om de daad bij het woord te voegen, dan is er veel schroom bij vele actoren.
In die zin prijs ik de creativiteit van het VFL en de KANTL om hier interessante nieuwe wegen te vinden. Concreet, en het zal u niet onbekend zijn: er is inderdaad een uitgever die van plan is om nog eens alle werken helemaal opnieuw uit te geven. Dat loopt niet van een leien dakje. Ook daar zien we de dubbelhartige houding van de sector: ‘We moeten het doen, maar doet gij het maar want ik ga het risico niet nemen.’ Ik ben in gesprek met de uitgever om te zien of er iets extra kan worden gedaan. Ik wil dat zeker overwegen. We zoeken uit hoe we daar een bepaalde steun kunnen geven, maar ik moet er natuurlijk ook voor zorgen dat de Vlaamse overheid zich niet in de plaats van de uitgeverij stelt. Met een gezagsargument kun je dan natuurlijk stellen dat we dat voor de canon wel kunnen doen en voor andere niet.
Mijnheer Meremans, laat ons het positief benaderen. Dit is hoofdzakelijk een positief verhaal. Ook dit kan nog een gunstig staartje krijgen, maar het is toch ook wel een gedeelde verantwoordelijkheid. Als alleen wij, als overheid, van bovenaf opleggen dat het zou moeten gebeuren, zal er niet veel gebeuren. Daarom wil ik toch eens bekijken hoe het actieplan van de beide instellingen nu nog een bijkomende creatieve insteek kan krijgen en hoe het meer acties zou kunnen inhouden, om dan te zien waar we daarmee kunnen geraken. Op dat vlak is het zinvol om daar in deze commissie de komende weken en maanden nog eens dieper op in te gaan.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik volg u. En ik houd in elk geval rekening met de suggestie van mevrouw Bastiaens. Maar een privépartner zal daarin natuurlijk enkel meestappen als hij of zij daar iets aan heeft. Als het een breed gedragen campagne is, waarbij je alle actoren in beweging krijgt, zullen andere partners daarin meegaan. De overheid is een van die partners – we doen dat ook – en het VFL en de KANTL zijn dat ook. Je hebt ook nog het onderwijs, maar daar is er geen probleem. Als de canon onder de aandacht komt en – vergeef mij het woord – een beetje gehypet wordt via diverse kanalen, zullen andere partners daarin meegaan. Ik denk ook aan mediakanalen. Onze openbare omroep heeft nog steeds een culturele opdracht. Wel, ik vind dit een deel van zijn culturele opdracht.
Men gaat steeds mee met wat in de mode, in de actualiteit is. Dat brengt ook op. We moeten daar allemaal samen aan werken. Inderdaad, minister, als overheid kunt u niet alles. U kunt enkel maar iets in beweging brengen. Daar ben ik het mee eens. Maar we kunnen veel in beweging zetten. We hebben ook een aantal actoren die ook een vorm van overheidscontrole met zich meedragen. Zij moeten erop worden gewezen dat zij de nodige stappen moeten zetten, zonder daar dan als een tiran of een satraap te zeggen wat er moet gebeuren. Laten wij ons daarvoor hoeden.
Ik kijk uit naar de volgende bijlage bij De Standaard of De Morgen, de weekendeditie. Misschien kunnen we op die manier de canon hypen. Wie weet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.