Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, deze vraag peilt naar de stand van zaken inzake het nieuwe Inschrijvingsdecreet. Het begint een beetje op het monster van Loch Ness te lijken. U kondigt in het regeerakkoord een nieuwe versie aan. Wij zijn best bereid om daar constructief mee over na te denken, maar ondertussen krijgen we de indruk dat de debatten wat in het slop zijn geraakt.
We waren dan ook verbaasd over de discussie in het radioprogramma Hautekiet. Na een uiteenzetting van professor Nicaise nam u de volgende stelling in: ‘Het huidige Inschrijvingsdecreet beperkt de vrijheid van onderwijs, zowel van ouders als van scholen, aangezien zij verplicht worden bepaalde leerlingen te aanvaarden.’
We vonden dit een eerder negatieve omschrijving van de impact van de dubbele contingentering, omdat wij het streven naar een sociale mix belangrijk vinden, en in uw uiteenzetting op de radio was daar plots geen sprake meer van.
Deze stelling gaat lijnrecht in tegen de uitspraak die u zelf deed hieromtrent naar aanleiding van een vraag om uitleg op 13 oktober 2016 over het Inschrijvingsdecreet. “In mijn beleidsnota schrijf ik uitdrukkelijk dat ik het inschrijvingsrecht wil vereenvoudigen vanuit twee doelstellingen: maximale keuzevrijheid van ouders” – daar staat u blijkbaar nog altijd achter – “en het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie.” – en dus het streven naar die sociale mix. “De dubbele contingentering is een zwaar en log instrument.” Weinigen zullen dat tegenspreken. “Er kan over worden gediscussieerd of dit al dat niet effectief is, maar de twee doelstellingen moeten worden bereikt. Ik zal in deze legislatuur niet plots een van de twee doelstellingen loslaten.”
U stelde ook dat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat de dubbele contingentering tot nu toe het enige instrument is gebleken dat de sociale mix heeft verbeterd en dat er anderzijds niemand, niet in deze commissie maar ook niet daarbuiten, tot op heden in is geslaagd om een alternatief voor te stellen dat een meerwaarde biedt in het versterken van de sociale mix.
De schijnbare wijziging in de positie komt bovenop de communicatie van een van de coalitiepartners na afloop van de bespreking van de vorige vraag om uitleg: volgens hen kan er geen sprake zijn “van voorrang op basis van socio-economische of etnisch-culturele motieven”. Het werd zelfs plastischer omschreven: “In Vlaanderen is geen draagvlak voor segregatie op basis van etnie.” Ik vond dat een gevaarlijke uitspraak want het invoeren van mechanismen die de sociale mix bevorderen, is volgens sp.a wel degelijk nobel, nastrevenswaardig en belangrijk. Dat wordt hiermee onderuitgehaald. Daar zijn we toch wat ongerust over.
Minister, op de radio communiceerde u uitsluitend over de vrije schoolkeuze. U deed niet langer voorstellen over, of u verwees niet langer naar, het versterken van de sociale mix. We vrezen dat de dubbele doelstelling die u schetste in het regeerakkoord, in de beleidsnota en in uw antwoord op vragen, wordt verlaten. De sp.a-fractie is daar ongerust over. Wij vinden dat geen goede evolutie. Daarom zijn wij op zoek naar antwoorden op enkele zeer pertinente vragen.
Was de communicatie op de radio per ongeluk zo eenzijdig of wordt hiermee wel degelijk een bocht voorbereid? En gebeurt dat dan onder druk van een van de coalitiepartners?
Betekent dit dat het nieuwe Inschrijvingsdecreet enkel nog aandacht zal hebben voor de vrije schoolkeuze en het streven naar een gezonde sociale mix achterwege zal laten?
Minister, mocht dat zo zijn, hoe motiveert u dan deze keuze, die lijnrecht ingaat tegen het beleid van de voorbije regeringen waar toch, in wisselende samenstellingen, verschillende meerderheidspartijen deel van uitmaakten? Ik noem ze nog even bij naam: CD&V, Open Vld, de N-VA en sp.a. En ik meen van mijn collega’s van Groen te hebben begrepen dat ook zij sociale mix zeer belangrijk vinden. Verlaat u die piste?
Wanneer komt de meerderheid met een concreet voorstel? Of kiest men halverwege de legislatuur voor het behoud van het huidige Inschrijvingsdecreet en dus voor het status quo?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Gennez, ik was verrast toen ik uw vraag las. Ik heb nog eens goed geluisterd naar wat ik in Hautekiet precies gezegd heb. Ik zal duiden in welke context dat gebeurd is. Het programma kan trouwens nog worden herbeluisterd.
Net voor mij werd Ides Nicaise geïnterviewd. U kent hem allemaal. Hij zei dat hij wat ongerust is over de intentie uit het regeerakkoord en de beleidsnota om de keuzevrijheid van ouders te maximaliseren omdat net die keuzevrijheid de segregatie veroorzaakte. Hij gaf daarmee de indruk dat met het doel ‘segregatie vermijden’ die vrije schoolkeuze beter volledig ingeperkt zou worden en dat het van overheidswege ingrijpen op schoolkeuzes gerechtvaardigd zou zijn. Ik begrijp dat dat zijn standpunt is, maar ik heb daarop heel duidelijk gereageerd dat het niet mijn bedoeling is om dat te doen. Als ik kijk hoe ouders, voor ze hun kind naar school sturen, bezig zijn met welk pedagogisch concept ze willen, en hoe ze dat willen, dan vind ik dat de vrije schoolkeuze echt wel een plaats heeft en dat je in onze Grondwet actieve en passieve vrijheid van onderwijs kunt onderstrepen. Ik heb gezegd: “Passieve vrijheid van onderwijs betekent dat ouders in principe vrij zijn om een school te kiezen voor hun kinderen, en als je ziet hoe het overgrote deel van de ouders daar heel intens bezig is met die vrije schoolkeuze, dan weet je, dan moet je sowieso zien, dat het huidige Inschrijvingsdecreet die keuzevrijheid een stukje inperkt. Maar ook de keuzevrijheid van scholen wordt ingeperkt omdat scholen natuurlijk door het Inschrijvingsdecreet ook bepaalde kinderen op school moeten aanvaarden, door het mechanisme zoals het werkt.”
Maar ik heb meteen daarna ook gezegd – en dat is niet onbelangrijk aangezien Ides Nicaise eigenlijk voorstelt om de keuzevrijheid nog wat meer te beperken: “Het decreet nu: ik onderschrijf de principes maar dit zomaar verstrengen en zeggen ‘het zal de overheid zijn – want zo heb ik het begrepen – die zal beslissen waar een kind naar school gaat’ is voor mij fundamenteel in strijd met de vrijheid van onderwijs.” Wat ik niet zal doen, is een centrale aanmelding organiseren waar iedereen zijn kindje aanmeldt waarna de overheid de school zal toewijzen aan een kind. Daarbij is er dus geen enkele vrijheid meer. Dat gaat voor mij te ver. Dat kan ik niet, en dat staat ook niet in ons regeerakkoord.
Ides Nicaise heeft ook gezegd dat hij een elitekorps wil van leraren dat in bepaalde scholen komt. Ik heb daarop geantwoord dat volgens mij elke leraar lid moet zijn van dat elitekorps. Ik heb heel veel respect voor Ides, ik heb dat ook gezegd in het interview, maar wij verschillen wel van mening over een aantal recepten.
Heb ik daarmee gezegd de intenties van het Inschrijvingsdecreet zoals het bestaat te willen verlaten, namelijk én sociale mix én vrijheid respecteren én een evenwicht vinden tussen beide? Ik sta daar voor 100 procent achter. Ik zal ook niet de minister zijn die de sociale mix afschaft. No way! Mocht u daaraan twijfelen, zeker niet! Maar de context van het interview verplichtte mij om te reageren op een aantal uitspraken. Ik weet dat sommigen willen, zoals het in sommige landen gebeurt, dat we allemaal centraal aanmelden om dan de kindjes toe te wijzen aan de school. Dat wens ik dus niet. Dat is zeker niet mijn opzet. Het was dus een reactie op een aantal zaken die ik had gehoord in een interview.
Ik heb dus helemaal niet gezegd dat ik de uitgangspunten van het decreet vandaag, of de uitgangspunten die opgenomen zijn in de beleidsnota, niet meer onderschrijf. We hebben hier trouwens niet zo lang geleden een uitvoerig debat gehad in het kader van een interpellatie van mevrouw Meuleman over het Inschrijvingsdecreet en de principes. Ik heb toen heel uitvoerig mijn standpunt uiteengezet. Ik sta nog altijd achter die principes. Maar het is niet zo’n evidente discussie.
Ik ga niet het hele debat van de vorige keer herhalen. We hebben het toen ook gehad over de dubbele contingentering en of dat al dan niet werkt. Ik blijf achter al die uitgangspunten staan.
Mevrouw Gennez, u vraagt wanneer de meerderheid met een voorstel komt. Het inschrijvingsrecht is een van de dossiers waarvoor het initiatief bij het parlement ligt. Ik heb ook gezegd dat ik het parlement hier met plezier nog enige tijd geef. Wij hebben dat zo afgesproken. Het is niet dat ik dat van mij weg wil duwen. Integendeel. Als het parlement mij vraagt om dat terug te pakken, dan is dat voor mij ook goed. Maar net omdat het zo’n moeilijk evenwicht is dat we allemaal samen moeten vinden, is er sowieso sprake van om dat voor het parlement te houden. Dat werd op 13 oktober 2016 besproken. Dat is niet zo lang geleden. Ik hoop dat we niet die hele discussie opnieuw gaan voeren.
Mevrouw Gennez, ik ben blij dat u luistert naar interviews die ik geef. Ik heb er geen negatieve reacties op gekregen. Ik was dus wat verrast over de conclusies die jullie daaruit trokken. Dat was niet mijn bedoeling. Maar als men natuurlijk de indruk wekt dat alles moet worden gecentraliseerd… Ik weet dat sommigen dat willen, maar dat is niet wat ik wens, en het staat ook niet in het regeerakkoord of in mijn beleidsbrief.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, u stelt ons gerust. Uiteraard luisteren wij zoveel mogelijk naar al uw interviews. Wij zijn geïnteresseerd in uw plannen, en zeker ook in de plannen met betrekking tot het Inschrijvingsdecreet. Maar er is de combinatie met de communicatie van sommige collega’s in de commissie, die geen problemen hebben met een centraal aanmeldingsregister voor heel Vlaanderen, in de zin dat scholen vrije plaatsen doorgeven en dat de ouders de school van hun keuze doorgeven. Daar zijn wij ook voorstander van. Ik denk dat daarover snel consensus zou kunnen worden gevonden, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. Zelfs het principe dat in de regio’s waar er minder capaciteitsdruk is gewoon inschrijven mogelijk blijft, is ook nog verdedigbaar. Maar de communicatie van ‘geen sprake van sociale mix’ vinden wij niet nastrevenswaardig. Een Inschrijvingsdecreet mag niet discrimineren. Het moet ouders alleen maar een maximale keuzevrijheid geven. Er is geen draagvlak voor een voorrangsregeling op school.
Dat zijn natuurlijk uitspraken die wat u nu zegt wel tegenspreken. Die kwamen van de coalitiepartners. Dat scherpte onze aandacht aan bij het beluisteren van het radioprogramma Hautekiet toen dat thema aan bod kwam. U stelt ons nu gerust door te zeggen dat u wel voor die sociale mix gaat. Dubbele contingentering is daarbij een instrument. Als we geen beter instrument vinden, moeten we dat behouden. Een centraal aanmeldingsregister, niet met de overheid als aanstuurder voor de inschrijving van elk kind op school, daar zijn we ook geen vragende partij voor. We willen wel een aanmeldingsregister dat ordent en dat de twee elementen, zowel de schoolkeuze van de ouders als de vrije plaatsen met elkaar matcht. Dat kan een oplossing bieden voor de kampeertoestanden die we vandaag nog op te veel plaatsen zien bij het begin van het schooljaar. Dat is een zorgwekkende evolutie. Ik weet dat sommige scholen dat als een promotie voor hun status beschouwen. Ik denk niet dat we anno 2016 in een rijk en beschaafd land als Vlaanderen dat soort toestanden kunnen tolereren. We moeten daar komaf mee maken en ervoor zorgen dat elk kind een plek heeft op school. Daarvoor zijn bijkomende investeringen in infrastructuur welkom. U doet die ook. Bij elk plekje voor elk kind moeten we tegelijk maximaal rekening houden met een ordelijke toewijzing en met een maximale sociale mix. Een school kan nooit een eiland zijn in een samenleving en moet altijd een laboratorium zijn voor het echte leven waar jonge mensen later in terechtkomen. Het echte leven in Vlaanderen is divers en zal dat in de toekomst ook zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Gennez, u hebt een interessante samenvatting gemaakt, maar ik heb geprobeerd om duidelijk te stellen wat wel en niet gezegd is. Hiermee is helderheid geschapen, ook voor u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.