Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Ro heeft het woord.
Op 4 maart 2016 keurde de Vlaamse Regering de conceptnota ‘Hervorming van het PWA-stelsel: naar een nieuw instrument Wijk-werken binnen het Vlaamse activeringsgebied’ goed.
In het onderwijs wordt vandaag de dag gretig gebruik gemaakt van PWA-werknemers (plaatselijk werkgelegenheidsagentschap) voor opdrachten binnen de school, zoals bij voorschoolse opvang. Het nieuwe PWA-stelsel zet de permanente inzet van PWA’ers binnen het onderwijs nu op de helling, waardoor heel wat schoolbesturen in de problemen dreigen te komen.
De verschillende netten trokken in een gemeenschappelijke brief van 2 mei 2016 aan de alarmbel omdat ze vrezen dat een kwaliteitsvolle aanwending van deze tewerkstellingsvorm in het gedrang komt en vragen u om op te treden en overleg te organiseren.
Minister, wat is uw standpunt in deze problematiek? Is de vrees van de verschillende onderwijsinrichters ongegrond? Zult u overleg plegen met de onderwijsnetten en met minister Muyters om ervoor te zorgen dat in de toekomst het onderwijs nog op een kwaliteitsvolle aanwending van deze tewerkstellingsvorm kan rekenen?
Minister Crevits heeft het woord.
Op voorstel van minister Muyters 2016 keurde de Vlaamse Regering op 4 maart 2016 de conceptnota ‘Hervorming van het PWA-stelsel’ goed. Deze conceptnota bevat de krijtlijnen van een nieuwe regeling. Uiteraard zal hierover nog veel overleg vereist zijn met de betrokken actoren.
Intussen zijn er de adviezen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Onlangs was er ook een gedachtewisseling in het Vlaams Parlement over de hervorming van het PWA-stelsel. Minister Muyters zal onder andere met deze input aan de slag gaan om de hervorming verder vorm te geven. Het spreekt voor zich dat ik de verdere ontwikkeling van deze nieuwe regeling op de voet zal volgen.
De hervorming is niet specifiek voor Onderwijs maar geldt eveneens voor lokale overheden, OCMW’s enzovoort. In de toekomst zullen ook scholen gebruik kunnen blijven maken van de nieuwe PWA-cheques.
De hervorming zal ingaan vanaf 1 juli 2017, dus voor het schooljaar 2017-2018. Er wordt ook voorzien in een overgangsregeling: de huidige PWA-werknemers kunnen in het systeem blijven tot aan hun vertrek of hun pensioen wanneer ze niet geheroriënteerd kunnen worden naar een ander tewerkstellingsinstrument.
Op 18 mei heeft mijn kabinet een eerste gesprek gehad met de onderwijsnetten over de problematiek van de PWA-werknemers die in het onderwijs worden ingezet. Ik ken ook de specifieke zorgen die daar bestaan. Met het kabinet van minister Muyters is afgesproken dat er een bespreking zal plaatsvinden over de adviezen en het resultaat van de gedachtewisseling in het parlement. Het verslag daarvan is echter nog niet beschikbaar.
De problematiek van de scholen zal daarbij zeker aan bod komen. Hoe kan in onderwijs worden omgegaan met het vernieuwde PWA-stelsel, welke bijsturingen zijn wenselijk en haalbaar om het voor de gebruiker, dus de school, interessant te houden en ervoor te zorgen dat het voor de werkzoekende een zinvolle werkervaring kan blijven? Die elementen komen aan bod en worden verder besproken bij de operationalisering van de conceptnota.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, u zegt dat er advies is gevraagd aan de SERV en de VVSG maar als ik me niet vergis, is het onderwijs een grote klant van PWA. Het verbaast me dan ook een beetje dat er niet op voorhand advies is gevraagd aan de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Ik stel ook vast in een brief dat de koepels daar ook een beetje misnoegd over zijn. Maar wanneer er nu al overleg is met uw kabinet, kan dat voor een deel worden ondervangen.
Minister, bestaan het gemeenschappelijk managementcomité tussen Werk en Onderwijs en de gemeenschappelijke beleidsraad tussen Onderwijs en Werk nog? Dat zijn de ideale platforms om dit soort dossiers die zowel over onderwijs als over werk gaan, te bespreken. Indien dat niet zo is, kan dit misschien een aanmoediging zijn om die opnieuw op te starten of te revitaliseren.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Ik begrijp de bezorgdheid van de heer De Ro. Dit zal voor heel wat scholen een aanpassing zijn omdat zij al vele jaren een beroep kunnen doen op die PWA’ers. Dat zijn gevestigde waarden. Het PWA-systeem is in de jaren 80 in het leven geroepen door Frank Vandenbroucke. Tijdens die periode werden enorm veel jobs gesubsidieerd. De mensen die destijds in zo’n PWA-nepstatuut werkten, hebben echter nooit een toeleiding tot de arbeidsmarkt gekregen. Er zijn PWA’ers die vandaag al tien, twintig of dertig jaar in dat statuut werken. Dat telt niet mee voor hun pensioen, anciënniteit of eindejaarspremie.
Met de hervorming kan de tewerkstelling door de nieuwe wijkwerkers in de scholen worden gegarandeerd, alleen zal de duurtijd anders zijn. Mensen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt, kunnen in het nieuwe systeem van wijkwerken gedurende zes maanden worden tewerkgesteld. Door die laagdrempelige jobs in de scholen kunnen die mensen een eerste werkervaring opdoen. Dat kan voor zes maanden, met eventueel zes maanden verlenging als de VDAB dat goedkeurt. Dat is een groot verschil met het huidige systeem waar heel wat PWA’ers in gesetteld zijn.
Door deze hervorming zal eenzelfde persoon dus niet meer continu in dezelfde school kunnen werken. Maar uiteindelijk moeten we ook kijken naar de mensen die in dat systeem zitten. Ik vind dat minister Muyters een serieuze poging onderneemt om die mensen naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Sommige scholen vrezen dat PWA’ers niet meer zullen kunnen worden tewerkgesteld. Dat zal echter niet verloren gaan in het nieuwe systeem van wijkwerken. Zij kunnen daar een eerste werkervaring opdoen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik wil herhalen dat het sociaal overleg in dezen ook met het onderwijs van uitzonderlijk belang is om te komen tot een haalbare, betaalbare en duurzame oplossing. U hebt deze problematiek tot nu toe opgevolgd. Ik vraag u met aandrang om die verder te blijven opvolgen.
Minister Crevits heeft het woord.
Uiteraard zal ik het overleg alle kansen geven. Mijnheer De Ro, op 27 juni is er nog een beleidsraad Onderwijs/Werk. Die bestond niet meer sinds de vorige legislatuur, maar is nu opnieuw in het leven geroepen en al heel nuttig gebleken om bij duaal leren tot oplossingen te komen. Die beleidsraad moet ook in leven blijven, niet alleen om dit PWA-dossier te kunnen bespreken maar ook om het pilootproject duaal leren zorgzaam te kunnen opvolgen.
Mevrouw Van Eetvelde, ik ken uw argumenten en ben daar niet ongevoelig voor. Daar zit ook een sociale dimensie achter. Wat wel een beetje vervelend is voor scholen, zijn die zes maanden. Als we zien wat de taken zijn die de PWA’ers doen, dan zouden zij minstens een schooljaar moeten kunnen blijven. Er is wel een verlenging mogelijk, maar enkel op aangeven van de VDAB. Ik denk dat al die zaken wel gevoelig zullen liggen bij scholen. We zullen daar de komende tijd nog verder over discussiëren. Ik ken minister Muyters ook als iemand die gevoelig is voor argumenten. Als het nodig is, kunnen we dus bijsturen. Maar eigenlijk is PWA nooit bedoeld om mensen eeuwig in hetzelfde statuut te houden. Dit vraagt, wanneer het gaat over mensen die moeilijk of niet inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt, een versterking van onze sociale economie. We moeten ervoor zorgen dat er perspectieven blijven.
De heer De Ro heeft het word.
Minister, de weg die de Vlaamse Regering inslaat om mensen die nu in een PWA-statuut zitten of in de toekomst in zo’n statuut zouden zitten, te activeren en meer kansen te bieden op de arbeidsmarkt en meer zekerheid inzake sociale bescherming, onderschrijven wij. Maar we moeten er wel voor zorgen dat er daardoor geen ander probleem ontstaat.
Scholen staan op dit moment voor meer dan 80 procent in voor de voor- en naschoolse opvang, het gaat dus over honderdduizenden kinderen die dagelijks worden opgevangen, heel vaak door mensen die in een PWA-stelsel zitten. Ik wil onderstrepen dat dit niet het beste stelsel is want het is een hondenjob: dagelijks om 7 uur aankomen, om 8.45 uur opnieuw vertrekken, ’s middags de soep uitscheppen en om 13 uur opnieuw vertrekken en om 16 uur terugkomen en dan te blijven tot 19 uur. In de horeca spreken ze over twee shiften, deze mensen draaien er soms drie, ten voordele van scholen en kinderen. Dit is zo ongeveer de enige groep op de arbeidsmarkt waar het onderwijs nog op kan rekenen. Als we het probleem oplossen van de mensen die in dat stelsel zitten, moeten we ervoor zorgen dat er geen nieuw probleem ontstaat. De heer De Meyer kent nog andere netstatuten uit het onderwijs zoals de gesubsidieerde contractuelen (gesco’s) en het derde arbeidscircuit (DAC) die zijn weggewerkt. Belangrijk daarbij is dat er geen nieuw probleem wordt gecreëerd.
PWA’ers werken vaak in de voor- en naschoolse opvang en bij de poetsdienst, waar zij de gaten opvullen. Dat is werk dat moet gebeuren. Wanneer de PWA’ers dat niet meer kunnen doen, moeten we andere oplossingen zoeken. Voor scholen zie ik daar niet onmiddellijk veel andere oplossingen. Als ik het goed heb begrepen, buigt de beleidsraad Werk/Onderwijs zich daar op politiek en administratief vlak over, en daar heb ik alle vertrouwen in.
Zeer juist.
De vraag om uitleg is afgehandeld.