Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Peumans heeft het woord.
Het is al eventjes geleden dat ik hier in deze commissie een vraag stelde over de procedure van het referentiekader voor windturbines in Wallonië en de gevolgen voor Vlaanderen. Ik deed dat toen in algemene termen.
Minister, ik stel deze vraag naar aanleiding van twee specifieke gevallen. Ik heb me voor mijn vraag gebaseerd op de verschillende schriftelijke vragen van de voorzitter, de heer Keulen en mijzelf over het al dan niet bestaan van overleg. Ik heb intussen ook een vraag ingediend aan alle ministers. Ik zou graag een overzicht krijgen van de samenwerking met Wallonië en Nederland omdat er een aantal grensoverschrijdende problemen zijn waar er veel te weinig overleg over is.
Heel concreet ging het in die commissie van oktober 2015 over het advies dat de Vlaamse Regering in oktober 2013 heeft gegeven tijdens het openbaar onderzoek over het ontwerp van referentiekader voor de vestiging van windturbines in Wallonië. Ik ga niet alles herhalen, maar kort kwam het erop neer dat er wel degelijk een grensoverschrijdende impact is van dergelijke projecten, vooral wanneer die in de nabijheid van de grens worden uitgevoerd. Vlaanderen is niet betrokken bij de opmaak van het milieueffectrapport (MER) dat de basis vormde voor dit ontwerp van referentiekader. Bij de berekening van de positieve zones voor windturbines werd in Wallonië rekening gehouden met een minimale afstand van 600 meter ten opzichte van woonzones, maar daarbij is geen rekening gehouden met woonzones over de taalgrens, in Vlaanderen dus, waarvan sommige zich bevinden op 200 meter.
Daarom gaf de Vlaamse Regering op voorstel van uw voorganger, minister Muyters, een deels ongunstig advies. De Vlaamse Regering vroeg ook overleg met Wallonië vooraleer dit referentiekader definitief vast te stellen.
In antwoord op mijn eerdere vraag in deze commissie antwoordde u dat u geen idee had of dit overleg ook daadwerkelijk had plaatsgevonden. Welnu, ik heb wat navraag gedaan en daaruit blijkt dat hieraan geen gevolg is gegeven. Erger wordt het nog als ik zie dat dit plan of referentiekader nooit aan bod is gekomen op het Intergewestelijk Informatieforum Ruimtelijke Ordening, dat nochtans in 2012 in het leven is geroepen om plannen en regelgeving met gewestgrensoverschrijdende impact te bespreken tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Op mijn suggestie om eens aan tafel te gaan zitten met de Waalse minister van Leefmilieu, de heer Carlo Di Antonio, gaf u in oktober 2015 aan dat u: “dit dossier met hem zou bespreken en er nog eens op aandringen dat er werk wordt gemaakt van de opmerkingen die in 2013 zijn geformuleerd door de Vlaamse Regering. Ik zal vragen om elkaar op geregelde basis over dergelijke projecten te zien.”
Minister, een aantal weken geleden ben ik zelf op het kabinet van minister Di Antonio geweest omdat er vaak wordt gekozen voor de taalgrens omdat er andere regels gelden in Wallonië dan in Vlaanderen, met alle negatieve gevolgen van dien. Het zal u wellicht niet verbazen dat ik een groot voorstander ben van meer overleg met onze Waalse buren. Een mooi voorbeeld is de Maas. Wanneer zich een probleem voordoet, is het goed om te weten met wie we te maken hebben.
Minister, hebt u gesproken met minister Di Antonio over de manier waarop men in Wallonië wil omgaan met de inplanting van windturbines? Zo ja, wat waren de conclusies van het overleg? Wat zal er gebeuren met de opmerkingen die de Vlaamse Regering maakte in 2013 op het ontwerp van referentiekader? Hebt u elkaar intussen regelmatig gezien over dergelijke projecten? Zo ja, waarover precies? Het lijkt me belangrijk om regelmatig overleg te hebben. Het gaat dan helemaal niet over het al dan niet tegen windturbines zijn; er zijn andere mogelijkheden om tot inplanting over te gaan.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het is inderdaad niet de eerste keer dat we daarover van gedachten wisselen, en dat is ook goed. Er zijn immers een aantal evoluties waaruit blijkt dat een en ander niet loopt zoals zou moeten.
Ik heb eerder al aangegeven dat de Vlaamse Regering ook officieel heeft gereageerd op het Waalse Gewest en een advies heeft geformuleerd op de actualisatie van het referentiekader voor de vestiging van windturbines in Wallonië. Sindsdien ligt dat proces stil en is er geen specifiek overleg georganiseerd. De Vlaamse Regering heeft uitdrukkelijk gevraagd om daar verder over van gedachten te wisselen.
Ik heb minister Di Antonio gezien tijdens een overleg over specifieke dossiers. Op 23 maart was er een overleg tussen de Vlaamse en Waalse diensten om de grensoverschrijdende effecten van een bepaald dossier te bespreken. Toch stellen we vast dat het Waalse Gewest beslissingen heeft genomen in een specifiek dossier waar er grensoverschrijdende effecten zijn en waarbij wij niet werden geconsulteerd. Ook is de beslissing in dit dossier niet bezorgd aan mezelf of mijn diensten. We hebben dan ook beslist om in dat specifieke dossier in beroep te gaan.
Toen ik dat recent onder ogen kreeg, heb ik ook nog eens officieel een brief geschreven aan mijn Waalse collega Di Antonio, om uitleg te vragen en om erop te wijzen dat dit niet conform de afspraken is, dat het zelfs een schending van de procedure is.
Bovendien is er ook nog een ander initiatief genomen door de administratie Ruimte Vlaanderen, op 15 februari 2016. Zij hebben contact gehad met de Waalse administratie, met de vraag om steeds betrokken te worden, en om aan te geven dat zij de dienst zijn om te informeren over projecten met potentieel overschrijdende effecten.
Het is goed dat we een officieel signaal geven. Ik denk dat dat ook maar normaal is, zeker in dat specifieke dossier waarin er geen adviesvraag is geweest en zelfs geen kennisgeving van de genomen beslissing. Daarom hebben wij ook beslist om daartegen in beroep te gaan.
Mijn conclusie is dat we nog eens samen zullen moeten zitten om dit goed te bespreken.
De heer Peumans heeft het woord.
Bedankt, minister. Gaat de regering nu beroep aantekenen tegen het concrete dossier-Oreye?
Als we alle procedures bekijken, zie ik dat men aan Waalse zijde voor die windturbines een referentiekader gebruikt dat nooit formeel is goedgekeurd. De minister gebruikt dat in dit geval heel duidelijk als motivatie, terwijl dat niet goedgekeurd is.
Het Intergewestelijk Informatieforum Ruimtelijke Ordening zou, volgens uw antwoord op mijn eerdere schriftelijke vraag, plaatsvinden in het voorjaar van 2016. Het zou georganiseerd worden door het Waalse Gewest. Dat is dan vooral ambtelijk overleg. Zal dat intergewestelijk informatieforum nu opnieuw bij elkaar komen? Zo ja, welke thema’s zullen daar behandeld worden? De aanleiding tot deze vraag waren een aantal aanvragen die lopen voor windturbines, die op een niet al te goede plaats ingeplant worden. Ik kan me voorstellen dat er nog wel andere dingen op die agenda gezet worden.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Ik wil namens onze fractie vooral benadrukken dat wij voor dat overleg zijn. Collega Peumans heeft al aangehaald dat er ook een goed overleg is in verband met de Maas, maar anderzijds herinner ik mij het dossier rond schaliegas, aan de andere kant van de landsgrens. Het overleg daarover was niet altijd optimaal. We moeten voor al die dossiers dus enerzijds kijken naar goed overleg, maar anderzijds moeten we, als we onze energie- en klimaatdoelstellingen willen halen, ook stoppen met een overdreven regelgeving met betrekking tot windenergie. Ik verwijs naar de provinciale plannen destijds. Ik hoor hier vandaag ook spreken over het referentiekader. Willen we onze energiedoelstellingen halen, dan zullen we die bijkomende windenergie nodig hebben. Er moet dus zeker overleg zijn, maar tegelijk moeten we ook alle mogelijkheden openlaten om zo veel mogelijk voor windenergie te opteren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
We gaan effectief in beroep tegen de beslissing van Oreye, omdat dat volgens onze procedure niet correct is gevoerd. Er zijn ook een aantal elementen waar wij op hadden kunnen wijzen, hadden we die mogelijkheid gehad. Er is vooral een heel belangrijke erfgoedwaarde in dat landschap. Er was trouwens een negatief advies vanuit Wallonië wat betreft onroerend erfgoed. Ik stel dat nu vast, want het dossier of de beslissing is ons nooit overgemaakt. We zijn daar zelf naar op zoek gegaan en hebben dat vastgesteld. Er zijn genoeg redenen om ertegen in beroep te gaan.
Wat het intergewestelijk informatieforum betreft: de diensten hebben al bij elkaar gezeten rond andere specifieke dossiers. Ik stel voor dat ik nog eens formeel de opdracht geef om zo snel mogelijk samen te komen en een en ander nog beter uit te werken en om nog betere afspraken te maken. En ondertussen laten wij onze rechten gelden in specifieke dossiers waar het niet correct verlopen is.
De heer Peumans heeft het woord.
Minister, ik wil nog een duidelijke oproep doen. Er moet wat dat betreft meer overleg komen, niet alleen ambtelijk maar ook politiek.
In uw antwoord op mijn vraag van 12 juni 2015 zie ik dat er stilzwijgend gunstige adviezen gegeven worden. Ik geef een paar voorbeelden. Eneco Wind Belgium – ‘construction et exploitation d’un parc de 4 éoliennes et d’une cabine de tête à Oreye’: stilzwijgend gunstig advies. ‘Parc éolien de Geer & Berloz’, in Waals-Brabant: stilzwijgend gunstig advies. Uitbreiding en regularisatie kippenslachterij Flandrex – dat zijn Vlaamse kippen die in Moeskroen geslacht worden –: stilzwijgend gunstig advies.
Ik zie dus dat de administratie geregeld gewoon stilzwijgend een gunstig advies geeft, terwijl ik vind dat er een formele structuur zou moeten zijn waarbij er over dit soort dingen verplicht overleg komt, zowel ambtelijk als politiek. Want vandaag of morgen zal men ergens eens een beslissing nemen waarvan men achteraf denkt dat men toch beter eerst overlegd had. En ik bedoel dan, voor alle duidelijkheid, zowel van Wallonië naar Vlaanderen als omgekeerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.