Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Op 26 maart 2016 deelde u, naar aanleiding van de beslissingen van de Vlaamse Regering met betrekking tot de begrotingscontrole 2016, in een persbericht mee dat door de verlaging van het btw-tarief van 21 naar 6 procent extra investeringen in scholenbouw mogelijk worden.
In uw persbericht hebt u het over volgende zeer gunstige gevolgen: nieuwe schoolbouwprojecten in het kader van het DBFM-programma (Design Build Finance Maintain) ‘Scholen van Morgen’ voor een investeringsbedrag van 160 miljoen euro, 10,6 miljoen euro extra voor bouw en vernieuwing van scholen, 33 miljoen euro extra per jaar voor nieuwe dossiers, 13 miljoen euro winst per jaar voor de scholen zelf en gespreid over drie jaar komt er 30 miljoen extra voor capaciteitsprojecten voor scholen in de stad Antwerpen. Dat deze nieuwe mogelijkheden bovenop de eerder dit jaar, in februari 2016, toegekende capaciteitsmiddelen komen, geven eens te meer aan dat het deze Vlaamse Regering en de Vlaamse meerderheid menens is om de infrastructuuruitdagingen op het vlak van schoolpatrimonium budgettair aan te pakken.
Op basis hiervan meen ik te begrijpen dat de btw-verlaging zal toelaten dat met eenzelfde omvang van middelen de facto meer scholenbouwprojecten zullen kunnen worden gerealiseerd. Evenzeer meen ik te begrijpen dat de middelen die dankzij de btw-verlaging kunnen worden ingezet, het meer ingewikkeld maken om tot een evidente vergelijking met het verleden te komen die aangeeft hoeveel extra middelen er deze legislatuur voor scholenbouw zullen worden ingezet en hoeveel extra middelen er vandaag al verworven zijn met het oog op de doelstelling om deze legislatuur 500 miljoen euro extra te investeren.
Minister, kunt u bij deze stand van zaken aangeven hoeveel extra overheidsmiddelen voor scholenbouw vanaf de start van deze legislatuur tot op heden door de Vlaamse Regering reeds beschikbaar werden gesteld en verworven zijn? Kunt u aangeven welke rol de btw-verlaging daarbij speelt ten aanzien van de totale middelen voor schoolinfrastructuur? Kunt u mij de stand van zaken geven van het DBFM-programma ‘Scholen van Morgen’? Hoe zal het verdere traject voor de uitbreiding er uitzien door de btw-verlaging? Wanneer zullen de concrete capaciteitsprojecten op schoolniveau definitief zijn en bekend worden, met name schooluitbreidingsprojecten die dankzij de 150 miljoen euro dit voorjaar toegekende capaciteitsmiddelen mogelijk worden?
Minister Crevits heeft het woord.
Binnen het DBFM-programma ‘Scholen van Morgen’ kunnen we 160 miljoen euro extra investeren dankzij de btw-verlaging. Zo kunnen we zeventien nieuwe schoolbouwprojecten vanuit de reservelijst binnen het huidige DBFM-programma laten realiseren. Er komen nieuwe scholen in Izegem, Mol, Ruisbroek, Eke-Nazareth, Sint-Truiden, Retie, Lille, Torhout, Brugge, Genk, Gent, Moorslede, Bredene, Wervik, Vilvoorde, Wilrijk en Antwerpen. Dat is beslist door de Vlaamse Regering op 25 maart 2016. Heel binnenkort staat de juridische aanpassing van de kaderovereenkomst van het DBFM-programma ‘Scholen van Morgen’ op de agenda van de Vlaamse Regering ter goedkeuring.
Vervolgens is er het effect van de btw-verlaging bij de oude al vastgelegde schoolbouwdossiers die nog aan 21 procent btw werden vastgelegd. Dat is nieuw ten opzichte van de bespreking in deze commissie begin maart 2016. We hebben binnen de Vlaamse Regering afgesproken om elke euro winst die we maken ten gevolge van de btw-verlaging, te herinvesteren in onderwijs. We hebben dus gegrasduind in de oude vastgelegde 21 procentdossiers. We hebben beslist om de btw die niet betaald moet worden in de reeds vastgelegde dossiers, om die vrijgekomen middelen te herinvesteren in de bouw en vernieuwing van scholen. Het gaat om 10,6 miljoen euro per begrotingsjaar, waarvan 9,3 miljoen euro bij AGIOn en 1,3 miljoen euro bij het GO!, en dit drie jaar lang: in 2016, 2017 en 2018. Dan willen we evalueren of de geraamde cijfers stroken met de realiteit. Zo komen in totaal bijna 32 miljoen euro – exact 31,8 miljoen euro – extra middelen vrij om te herinvesteren de volgende drie jaar. In 2018 zullen we evalueren om het dan desgevallend voort te zetten in 2019 en 2020.
Het spreekt voor zich dat de btw-verlaging ook een positieve impact heeft op de budgetten van dit jaar en de nieuw op te starten bouwdossiers. In 2016 kunnen door de btw-verlaging bijkomende schoolprojecten goedgekeurd worden ten bedrage van ongeveer 33 miljoen euro binnen de reguliere investeringen. Dat is 25,86 miljoen euro bij AGIOn en 7,18 miljoen euro bij het GO!
Daarnaast is er nog het effect van de btw-verlaging op het eigen aandeel van de scholen in het gesubsidieerd onderwijs: 30 procent in het basisonderwijs en 40 procent in het secundair onderwijs. Dat gaat nog eens over 13,93 miljoen euro middelen die vrijkomen om te herinvesteren. Het totale effect binnen de reguliere subsidiëring en financiering bedraagt zo circa 47 miljoen euro.
We hebben dus 160 miljoen euro DBFM, 32 miljoen euro vastgelegde dossiers waar we kunnen herinvesteren en 47 miljoen euro extra investeringen in 2016 binnen de bestaande budgetten.
Verder besliste de Vlaamse Regering op 25 maart 2016 om aan de scholen in de stad Antwerpen, via de lokale taskforce capaciteit Antwerpen, 30 miljoen euro extra aan bijkomende capaciteitsmiddelen toe te kennen voor extra stoeltjes in het Antwerpse onderwijs. Zo krijgen de Antwerpse scholen 73,3 miljoen euro om de capaciteitsnoden te lenigen.
In totaal heeft de Vlaamse Regering dit voorjaar 150 miljoen euro toegekend voor de periode 2016-2018 voor de realisatie van extra stoeltjes in het onderwijs.
Wat de middelen vanuit het Vlaamse Klimaatfonds betreft, kan ik u meegeven dat de Vlaamse Regering op 22 april 2016 beslist heeft om 54 miljoen euro te reserveren voor het beleidsdomein Onderwijs voor de volgende vier jaar, dus 2016, 2017, 2018 en 2019. Het gaat om 13,5 miljoen euro per jaar als extra investeringsbudget. In hoofdzaak zijn deze middelen bestemd om energiebesparende investeringen in schoolgebouwen te realiseren, zowel in het leerplicht- als in het hoger onderwijs. Daarnaast is er ook een kleiner bedrag voor het uitwerken van sensibiliserende communicatieve acties. Cruciaal is dat de beoogde CO2-reductie effectief meetbaar is en gemonitord kan worden. Het gaat om outputgerichte investeringen. Op dit ogenblik werken het departement en AGIOn een concreet voorstel en plan van aanpak uit met het oog op de Vlaamse klimaattop.
Ik verheel niet dat we met al deze maatregelen en cijfers een belangrijke inhaalbeweging doen. Die is in niet geringe mate ook te danken aan de beslissing van de Federale Regering om een btw-verlaging in te voeren van 21 naar 6 procent.
Bij de voortgangsrapportage van de uitvoering van het Masterplan Scholenbouw zal ik de geconsolideerde investeringscijfers meegeven.
AGIOn geeft mee dat 161 van de 165 DBFM-projecten op dit moment vergund zijn. Van de 165 projecten in het programma ‘Scholen van Morgen’ zijn er midden april 2016 33 projecten volledig opgeleverd en in gebruik genomen; 120 projecten in bouwfase; 8 projecten in gunnings- of aanbestedingsfase; 1 project in vergunningsfase en 3 projecten in ontwerpfase. Het is mijn ambitie om eind dit jaar 100 DBFM-projecten in gebruik te hebben. Er zijn, zoals ik al zei, 17 extra projecten waaraan we volop aan het werken zijn.
De middelen voor de capaciteitsprojecten zijn verdeeld. Alle steden en gemeenten moeten de lokale taskforce samenroepen. Een aantal hebben dat al gedaan. De lokale taskforce capaciteit heeft als opdracht om op een gedragen manier de ingediende en gekozen capaciteitsprojecten te kiezen. Het ingevulde sjabloon moest tegen 2 mei 2016 aan het Departement Onderwijs en Vorming bezorgd worden. Dat is ondertussen gebeurd. Enkel de lokale taskforce capaciteit Antwerpen kreeg nog even uitstel, vanwege de 30 miljoen euro bijkomende capaciteitsmiddelen die pas eind maart 2016 aan hen werden toegekend.
De ingediende capaciteitsprojectvoorstellen worden op dit moment nagezien en beoordeeld. Het is mijn bedoeling om heel snel tot beslissingen te kunnen komen. Ook de Inspectie van Financiën moet de voorstellen nog onderzoeken.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw interessant antwoord en voor het nieuws dat vanuit het Klimaatfonds er nog eens 54 miljoen euro extra komt voor energiebesparende maatregelen voor onderwijsinfrastructuur.
U hebt veel cijfers gegeven. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk te noteren, maar ik heb toch nog een vraag. Is mijn veronderstelling juist dat voor deze legislatuur bij de 500 miljoen euro de extra middelen uit de btw-verlaging komen en de 54 miljoen euro?
Minister, ik zie aan uw lichaamstaal dat het antwoord duidelijk bevestigend is.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het overzicht geeft nog eens duidelijk aan wat deze regering doet.
Op 9 mei is er nog een omzendbrief verschenen – ET129882 – dat het verlaagd btw-tarief van 6 procent ook van toepassing is op modulaire klasunits. Dat is voor heel veel scholen ook belangrijk als ze hun capaciteit willen verhogen met modulaire units of deze willen aankopen. Het is goed om die communicatie zo snel mogelijk bekend te maken.
Minister, vorige keer heb ik erop gewezen dat door de verlaging van de btw ook de terbeschikkingsvergoedingen van de DBFM-scholen zouden moeten dalen. Volgens mij zijn daar ook nog een aantal miljoenen euro die kunnen worden heringezet. Zit dat bedrag in die 10,6 miljoen euro, of kan dit bedrag nog extra worden toegevoegd?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, in een antwoord op een schriftelijke vraag over de energiezuinigheid van het onderwijspatrimonium werd ook gesproken over 54 miljoen euro uit het Klimaatfonds. Ik vraag me af wat het totale bedrag is dat in het Klimaatfonds zit.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik denk dat er meer dan 300 miljoen euro in het Klimaatfonds zit. De regering heeft de keuze gemaakt om het gros van die middelen te investeren in gebouwen: overheidsgebouwen, welzijnsvoorzieningen, onderwijsgebouwen, sociale huisvesting. Onderwijs en sociale huisvesting samen nemen er als entiteit de grootste hap uit. Er zijn ook vervoermaatregelen bij zoals een aantal voorbeeldbussen bij De Lijn. Maar we weten dat via de gebouwen de grootste winsten kunnen worden geboekt. Het is dus van belang om daar volop op in te zetten.
Minister, ik vind het een positieve maatregel en ik denk dat het terecht is om in het eigen patrimonium, wat ook door Vlaanderen wordt gesubsidieerd, maximaal in te zetten vanuit het Klimaatfonds. Is er al een specifiek akkoord met de ‘bouwheren’ AGIOn en de inrichtende machten over welke investeringen in aanmerking komen?
Neen, we gaan op dit ogenblik met AGIOn en het departement na hoe we outputgerichte zaken kunnen ondersteunen. Je kunt die middelen niet zomaar toevoegen aan de investeringsmiddelen omdat we moeten komen tot duidelijk meetbare projecten. Het moeten projecten zijn die ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot vermindert en hoe scholen daartoe kunnen bijdragen. Er wordt met de onderwijsverstrekkers, zowel het gesubsidieerd onderwijs als het GO!, en het departement overlegd om te komen tot een gedragen plan om de 54 miljoen euro te investeren. Het is ook verspreid over een aantal jaren: ongeveer 13 miljoen euro per jaar. We zijn natuurlijk ook afhankelijk van de inkomsten in het fonds. Binnen de regering is er afgesproken wie welke middelen krijgt, maar de middelen moeten natuurlijk wel binnenkomen. Vandaar dat we nu alle middelen hebben vastgelegd zodat er toch een langetermijnperspectief is over hoe we ze verdelen. Iedereen moet nu binnen zijn beleidsdomein afspraken maken over hoe hij het doet. Ik moet dus, samen met de bouwheren, nagaan op welke manier we maximaal rendement kunnen halen uit de investeringen. Dat moet dus nog gebeuren.
Collega Daniëls, de DBFM-vergoedingen moeten inderdaad ook dalen. Dat vraagt onderhandeling. Ze zitten nog niet in de cijfers. Ik heb ze bewust ook nog niet meegegeven omdat ik zo zorgvuldig mogelijk wil zijn in de cijfers. Vandaar, collega De Meyer, dat ik ook nog geen eindcijfer heb genoemd omdat ik graag in het najaar bij de rapportage zeer zuiver zou kunnen zeggen wat de extra investeringen zijn die we kunnen doen. De winsten uit de btw-verlaging komen op het traject dat we bij de start van de regering hebben afgesproken. Zal het pad van de 500 miljoen euro worden overschreden? Uiteraard zal dat zo zijn. Er was aanvankelijk ook niet geweten dat er 54 miljoen euro uit het Klimaatfonds zou komen. Dat komt er dus ook bij. Ik zal in het najaar oplijsten welke winsten er zijn.
Mevrouw Gennez, precies 299,2 miljoen euro gaat naar de Vlaamse overheid, gebouwen, mobiliteit en lokale besturen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, we kijken uit naar de voortgangsrapportage. Ik denk dat deze regering niet alle problemen die de voorbije decennia op het vlak van scholeninfrastructuur zijn gegroeid, zal oplossen. Dat weten we allemaal. In moeilijke budgettaire omstandigheden worden er echter toch wel zeer belangrijke stappen gezet.
Tot slot nog een knipoog, mijnheer Daniëls, in verband met de mobiele units en de btw-verlaging. Misschien kunt u de mail al naar de scholen sturen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.