Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik formuleer mijn vraag liever onder de titel: ‘heliumballonnen veel schadelijker voor het milieu dan initieel verwacht’. Je ziet het vaak op feestjes: een ballon vullen met helium, dan een beetje van het gas inademen en ineens praat je als Donald Duck. Het gebruik van heliumballonnen heeft echter niet enkel grappige maar ook schadelijke effecten.
Wanneer men voor bepaalde festiviteiten, programma’s of activiteiten massaal heliumballonnen in de lucht laat – ik leg de nadruk op massaal –, dan komen de resten van deze ballonnen vaak terecht in bomen en struiken, rivieren, strand en uiteindelijk in de zee. Deze ballonresten zijn schadelijk voor zowel mens, dier als natuur. Diverse milieuorganisaties wijzen erop dat de hoeveelheid ballonnen in de Noordzee de afgelopen zeven jaar is verdubbeld. Van de items die op stranden worden gevonden, staan ballonnen op plaats zes in de top tien. Het gaat meestal over stukken latex, folie en de daarbij horende linten en ventielen.
De ballonnen worden meestal opgelaten bij grote activiteiten. Dat is ook het meest schadelijke voor het milieu. Ze klimmen tot 6 tot 8 kilometer hoogte. Slechts 13 procent barst in kleinere deeltjes en 87 procent komt in het geheel terug naar beneden, met nefaste gevolgen voor het milieu. Een voorbeeld van die schade aan de natuur is dat dieren ze inslikken of er zich zelfs in verslikken. Als de ballonnen in zee terechtkomen, wat vaak gebeurt, dan wordt dat traag of helemaal niet verteerd.
Uit een persbericht dat verscheen op 9 maart blijkt dat Vogelbescherming Vlaanderen een akkoord heeft bereikt met de VRT om niet langer nodeloos heliumballonnen in de lucht te laten gaan bij grotere activiteiten. Vandaag bestaat daarover geen regelgeving. Dit is een afspraak tussen Vogelbescherming Vlaanderen en de VRT.
In Eeklo, dat zichzelf de ballonstad van Vlaanderen wil noemen, besliste het schepencollege eind vorig jaar om enkel nog biologisch afbreekbare ballonnen te gebruiken. In Nederland zijn er steeds meer gemeentebesturen die het oplaten van ballonnen met lint verbieden ofwel duidelijk kiezen voor biologisch afbreekbare ballonnen.
Minister, wat is uw mening over de beslissing van de VRT om in de toekomst geen acties meer op te zetten waarbij massaal heliumballonnen worden opgelaten? Bent u bereid om deze beslissing als precedent te gebruiken voor een algemeen verbod van heliumballonnen? Bent u voor of niet voor een algemeen verbod?
Indien u niet bereid bent tot een algemeen verbod, bent u dan wel bereid om enkel nog het gebruik van biologisch afbreekbare ballonnen toe te staan? Hebt u een overzicht van de gemeenten in Vlaanderen waar er een verbod op (helium)ballonnen wordt toegepast of waar er enkel nog biologisch afbreekbare ballonnen gebruikt worden?
Ik wil mijn vraag afsluiten met een korte opmerking. Het gaat niet over verjaardagsfeestjes van kinderen waar men een aantal ballonnen naar boven laat of over eens een actie in een school. Het gaat over het massaal gebruik van dergelijke ballonnen. Men merkt duidelijk dat dat schadelijk is voor de natuur. Daarvoor bestaan er zeker alternatieve mogelijkheden.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega, ik kan het initiatief van de VRT alleen maar toejuichen. De VRT heeft een voorbeeldfunctie en vervult die in dezen perfect.
Het al of niet op de markt brengen van heliumballonnen is een federale bevoegdheid. We kunnen wel aanbevelingen doen om herbruikbare ballonnen te gebruiken. Stel dat wij in Vlaanderen zouden zeggen dat er een algemeen verbod is op het gebruik van ballonnen, dan zullen die nog altijd worden verkocht. Ik ben dus niet van plan te doen. Hoe ga je dat dan controleren? U zegt zelf dat het niet geldt voor kinderen maar voor grote activiteiten. Waar ga je dan de grens leggen? Gaat het over het aantal ballonnen? Hoe ga je dat controleren?
Gemeenten kunnen daar zelf iets over opnemen in hun politiereglement. Het sensibiliseren is voor mij belangrijk. Van alternatieven, van biologisch afbreekbaar materiaal zijn we natuurlijk grote voorstander.
Collega, ik heb geen overzicht van de Vlaamse gemeenten waar er een verbod is of waar er alleen biologisch afbreekbare ballonnen worden gebruikt. Over productnormering of het algemeen uit de handel nemen van dergelijke ballonnen, kan ik zelf vanuit Vlaanderen niet beslissen. Ik denk dus dat vooral sensibilisering van belang is.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik vind uw antwoord heel erg algemeen. In Nederland kan het wel. In Nederland neemt de hogere overheid wel initiatieven om daar verregaande sensibiliserende acties voor te doen. Ik benadruk nogmaals dat het niet over kleine initiatieven gaat. Er moet wel een mentaliteitswijziging komen. Minister, ik vind dat u zich er heel vlug vanaf maakt door te zeggen dat de federale overheid bevoegd is en dat er wel een beetje moet worden gesensibiliseerd.
Ik zie geen enkele overtuiging bij u om die problematiek ernstig te nemen en aan te pakken en daar vanuit de Vlaamse overheid initiatieven rond te nemen om ervoor te zorgen dat erover kan worden gesproken en het debat op de agenda wordt geplaatst, zonder alles op één hoop te gooien. U maakt er zich heel gemakkelijk van af door te zeggen: 'Wat kun je dan wel en niet controleren?'
Uiteraard ben ik geen vragende partij om daar 84 regels voor op te stellen, want we leven al genoeg in een regelmaatschappij. Dat is absoluut niet mijn vraag. Ik vraag wel het engagement, de overtuiging en het besef om vanuit de Vlaamse overheid daar actie voor op te zetten en met verschillende participanten rond de tafel te zitten.
U zegt zelf dat de VRT een voorbeeldfunctie heeft wat dat betreft. De VRT heeft een heel mooi signaal gegeven. Als politici en overheid mogen wij niet achterblijven, temeer daar wij weten wat de schadelijke effecten zijn op de mens, het milieu en het dier.
We mogen inderdaad niet alles op een hoop gooien, maar minister, kijkt u eens naar Nederland, want daar zijn er wel initiatieven die slagen. Daar zijn wel controlesystemen die werken.
Ik vraag u om deze problematiek iets ernstiger te nemen, want ik vind dat u er zich nogal gemakkelijk vanaf maakt.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij met de vraag van de collega. Het is moedig om zo’n vraag te stellen, want we krijgen al snel het verwijt verzuurd te zijn en kinderen of mensen hun pleziertje te willen afpakken. Gelijkaardige discussies zijn er over vuurwerk en dergelijke. Ik ben dus blij met deze vraag. Ook ik heb me al vaak vragen gesteld bij het gebruik van heliumballonnen.
Het is natuurlijk moeilijk, collega, om te zeggen: ‘tien mag, honderd niet’. Dat zegt de minister ook.
Minister, als we er iets aan kunnen doen in welke sfeer dan ook, zij het op vlak van sensibilisering, zij het vanuit onze voorbeeldfunctie als overheid of vanuit het onderwijs – want het gebeurt nog dikwijls op schoolfeestjes – dan moeten we er werk van maken. We moeten minstens al kiezen voor afbreekbare varianten.
Aan de heer Vandenberghe wil ik nog zeggen dat als hij als burgemeester in zijn gemeente een verbod afvaardigt, wij als goede buurgemeente natuurlijk onmiddellijk zullen volgen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik heb daarnet gezegd dat ook ik geen voorstander ben van regels zoals: tien wel, twintig niet. Wel vind ik dat er een sensibiliseringsactie op touw kan worden gezet waarbij de diverse participanten betrokken worden. Maar ik merk dat de minister hier niet echt van wakker ligt. Ik heb het gevoel dat dit voor haar niet zo belangrijk is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.