Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, deze vraag wordt met een week vertraging gesteld, wat mij de ruimte gegeven heeft om vorige week aan de minister-president een vergelijkbare vraag te stellen over de financiële haalbaarheid en het verhaal achter de investeerders. Ik heb van de minister-president wat antwoorden gekregen, maar eigenlijk geen afdoende en sluitende antwoorden, en net veel meer vraagtekens bij het project.
Ik heb u over de milieuvoetafdruk van de vergassingsfabriek van Energy Recovery Systems (ERS) in de Antwerpse haven al in oktober 2015 een vraag gesteld. U stelde toen dat het nog een beetje te vroeg was om daarop in te gaan, gezien de fase waarin het dossier zat. Ondertussen is door verschillende mensen berekend dat die milieu-impact aanzienlijk zal zijn. In mijn vraagstelling gaat het over een uitstoot van 1,4 miljoen ton CO2, maar nu blijkt dat het om een totale uitstoot van 3,3 miljoen ton zou gaan, omdat het gas dat theoretisch tot ‘food grade quality’ zou kunnen worden opgewaardeerd, de 1,9 miljoen ton CO2 uit de ureaproductie, erbij moet worden geteld. We hebben dus een uitstoot van in totaal 3,3 miljoen ton CO2. Dat is vergelijkbaar met de totale uitstoot van de industrie in Vlaanderen in basisjaar 2005, dat niet onder het emissiehandelssysteem ETS (Emissions Trading System) viel, en met zowat de helft van de CO2-uitstoot die Vlaanderen tegen 2020 moet terugdringen. Wat betreft de uitstoot op het grondgebied van de stad Antwerpen, gaat het om de uitstoot van één tot anderhalf miljoen wagens, minister.
In oktober 2015 stelde u ook dat “de impact van het project op de recyclagesector en op het afvalbeheer in het algemeen bijzonder groot kan zijn, ook op Europese schaal (…) We mogen niet vergeten dat de meeste lidstaten het een stuk slechter doen dan Vlaanderen op het vlak van selectieve inzameling en recyclage. In Europa wordt er nog zo veel materiaal gestort, dat die hoeveelheden allicht volstaan om de ERS-installatie te voeden.” Ik heb de minister-president daar vorige week over bevraagd. Hij had het over 8 miljoen ton afval in Europa dat eventueel in aanmerking zou kunnen komen. Wat de aanvoer betreft, zou er op zich dus geen probleem zijn, maar de vraag is natuurlijk wat voor aanvoer.
In tegenstelling tot wat u toen suggereerde, plaatst de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM) vraagtekens bij de afvalstroom die de installatie zal moeten voeden. Experts zien niet hoe de afvalstromen zich plots naar Antwerpen gaan verleggen en noemen die onzekere afvalstroom als mogelijk het grootste probleem voor het project zelf. Bovendien bestaat het gevaar dat er zich een aantal onwenselijke effecten op het vlak van afvalrecyclagetechnieken en -inzameling kunnen voordoen.
Het is nu bijna een jaar geleden dat ERS en vervolgens ook de minister-president en de Vlaamse Regering het megaproject met veel bombarie aankondigden. Het project werd meermaals, ook in het Vlaams Parlement, verkeerdelijk bewierookt als een voorbeeld van circulaire economie. Feit is dat er veel onzekerheid bestaat over de gevolgen van het project voor het milieu, zoals vorige week ook door de Bond Beter Leefmilieu (BBL) werd aangeklaagd.
Minister, hebt u zicht op de mate waarin een investering van een dergelijke omvang leidt tot het aantrekken van plasticstromen die perfect mechanisch recycleerbaar zijn, wat nog altijd meer grondstoffen en energie uitspaart dan de chemische recyclage waarvan sprake in het ERS-project? Zijn er garanties dat er in de ERS-fabriek enkel kunststofafval verwerkt zal worden dat niet in aanmerking komt voor mechanische recyclage, zoals het Materialendecreet voorschrijft?
Welke garanties zijn er dat gescheiden stromen, desgevallend ook in het buitenland, niet samengevoegd worden tot gemengd plasticafval om alsnog geaccepteerd te worden voor dat project? In welke mate verhindert een dergelijke installatie toekomstige mogelijkheden tot gescheiden inzameling, desgevallend in het buitenland, of mechanische scheiding met het oog op ‘upcycling’ in plaats van ‘downcycling’? Hoe kan volgens u vermeden worden dat de in de vorige vragen geformuleerde ongewenste effecten zich zullen voordoen?
Mijn volgende vraag noemde de minister-president een heel goede vraag, maar hij liet de eer aan u over om erop te antwoorden. Volgens recente gegevens zou de ERS-installatie 3,3 miljoen ton CO2 per jaar uitstoten. Vallen die emissies onder het Europese Emissiehandelssysteem of niet? Valt die onder ETS, dan zal ERS jaarlijks zo’n 56 miljoen euro aan CO2-rechten moeten betalen. Werd daar rekening mee gehouden in het businessplan? Is het project dan überhaupt nog rendabel? Valt die onder non-ETS, dan neemt de klimaatinspanning die Vlaanderen moet doen, namelijk 15,7 procent reductie tegen 2020 ofwel 7 miljoen ton CO2 terugdringen, met de helft toe. Dan zit u daar met een ander probleem. Ofwel wil men buiten plasticafval nog alle andere afval opstoken om daaraan te kunnen komen. De minister-president zei: “Ik neem aan dat ze een uitzondering gaan vragen. Het is een zeer interessante vraag. We moeten daar een antwoord op hebben.” Aan u de eer, minister, om te zeggen op wiens conto die 56 miljoen euro gerekend zal worden.
Naar verluidt zorgt de investering voor een CO2-besparing in vergelijking met een scenario waarin het plasticafval wordt verbrand in een verbrandingsoven met stroomproductie. Hoe groot is dan juist de CO2-winst? En wat blijft daar nog van over als we ze vergelijken met een scenario met afvalverbranding en warmte-uitkoppeling, bijvoorbeeld met de SLECO-wervelbedoven (Slib en Co), waar straks naast stroom ook stoom zal kunnen worden geproduceerd en uitgekoppeld naar de industriële afnemers?
Wat is de extra CO2-uitstoot van deze waste-to-ammonia/urea-plant in vergelijking met de klassieke BBT-productiemethode (Best Beschikbare Technieken) voor ammoniak en ureum? Wat is de CO2-balans van de geplande waste-to-ammonia/urea-productie in vergelijking met andere waste-to-chemicals-productieprocessen zoals waste-to-methanol? Heeft ERS enige plannen voor het opwerken en verkopen van de CO2-stroom, bijvoorbeeld voor de voedingsindustrie? Wat is daar het afzetpotentieel van?
De minister-president heeft in zijn antwoord ook verwezen naar het rapport van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), waar ERS naar verwijst en waar uzelf ook naar verwezen hebt. Wanneer zal dat rapport vrijgegeven kunnen worden? De technische vragen zijn vooral beantwoord in het VITO-rapport, zei de minister-president. Ik vraag u als parlementslid waar en wanneer ik dat rapport kan inkijken, om die technische vragen, die er duidelijk zijn, zowel vanuit de sector als vanuit mijn fractie, beantwoord te zien. Ik heb daar vandaag geen enkel zicht op.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega, ik heb een beetje dezelfde vragen als u. Er is mij geen VITO-studie bekend. Ik heb geen VITO-studie gezien, die is mij ook niet toegelicht. Ik heb dus geen gegevens of informatie over dit dossier en kan u daar niet op antwoorden. Ik kan u geen informatie geven. Blijkbaar hebt u heel veel cijfers. Misschien is het interessant dat u de gegevens die u hebt, aan ons overmaakt en zegt waar die vandaan komen, want ik heb geen enkele aanvraag, geen enkele studie. Ik beschik over niets van informatie. Ik kan u daar dan ook geen antwoord op geven.
Wat ik u wel kan antwoorden, is dat als er een aanvraag komt, dat binnen de contouren van het Materialendecreet zal moeten gebeuren en dat we niet zullen afwijken van de richting die we hebben ingezet inzake recyclage en circulaire economie. Onlangs hebben we de eerste prijs gewonnen met ons beleid, met het Materialendecreet op het Wereld Economisch Forum in Davos. Ik ga daar niet van afwijken op basis van een specifiek project.
Hoe kunnen we dat afdwingen? Dat kan in de vergunning. Er zal een vergunning moeten zijn, ik veronderstel een omgevingsvergunning. Daar kunnen we die voorwaarden in betonneren en dat kan worden opgevolgd door de milieuadministratie, en de inspectie die dat werk zal moeten doen. We hebben de instrumenten om dat af te dwingen als zich dat zou voordoen.
Valt de productie van ammoniak onder het ETS of niet? In de Europese ETS-systemen is dat wel in het toepassingsgebied opgenomen, maar ook daar zullen we moeten nagaan, als we een concrete aanvraag krijgen, of het eronder kan vallen. Op dit moment moet ik u het antwoord schuldig blijven. Ik heb er geen enkel zicht op.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, ik wil u mijn vraag om uitleg en het antwoord dat ik van de minister-president heb gekregen, even mailen, hoor. Dat is van vorige week. Hij had duidelijke cijfers. Hij vond de vraag over ETS zeer interessant en zei dat collega Schauvliege daarop zal reageren. Ook voor technische antwoorden heeft hij naar u verwezen. Uw naam komt verschillende keren in het verslag voor. Ik heb het hier bij. Het is frappant dat u geen technische kennis hebt, terwijl de minister-president naar u en naar een VITO-rapport verwijst.
Hoe moet Antwerpen zich daarop voorbereiden? Er is het probleem van de financiering, het probleem van het businessplan. U zegt dat u een prijs hebt gewonnen in Davos, wel, ga er verder voor. Ik zou er inderdaad niet op beknibbelen. Maar de minister-president ging ervan uit dat we inzake ETS wellicht een vrijstelling zouden moeten geven. Dat staat in zijn verslag, het is het antwoord dat hij heeft gegeven. Hij zei ook dat dit plan ermee door kan wat hem betreft. Ze zijn aan het onderhandelen.
Ik neem het verslag er even bij, zo kan ik u meteen informeren in plaats van te verwijzen naar het vervolg. Hij zegt: “Het Havenbedrijf heeft een aantal informele, economische, diplomatieke kanalen verwerkt om de reputatie van de investeerder te bekijken.”
Dat vind ik een heel vreemde aanpak. Als het gaat over terrorisme en gevaarlijke investeringen zou hij precies geen diplomatieke en informele kanalen raadplegen, maar andere. Het is de minister-president die zegt dat ERS 44 procent van het gestorte plastic afval zal verwerken. Het is hij die zegt dat er een potentieel is in Europa van 8 miljoen ton, een gigantisch verwerkingspotentieel, waardoor het project inzake financiering wat hem betreft toch niet zo slecht zit.
Verder zegt de minister-president dat er een echt onderzoek zal komen. Hij zegt dat er op dit ogenblik gekeken wordt naar de volgende feiten: ”De integratie in en synergiën die ERS voor de huidige petrochemische sector kan betekenen; de financiering; de levenszekerheid van het niet-recycleerbare afval” – ik neem aan dat u dat interesseert, minister – “en de impact ervan op de bestaande ‘waste to energy’-markt; de validatie van de technische projectpartners waarmee ERS van plan is te werken; de opstelling van een sluitende concessieovereenkomst (…)”.
Er zit echt heel veel informatie in de handen van de minister-president, en 56 miljoen euro voor CO2 al dan niet onder ETS. Hij zegt letterlijk: “U stelt de vraag ook aan collega Schauvliege, dus ik laat het aan haar over om daarop te antwoorden. Die vraag geldt natuurlijk voor de hele circulaire economie. Dat is dus een Europese regeling. Daar moeten we over nadenken. Ik neem aan dat ERS inderdaad een vrijstelling zal vragen.”
Minister, ik zou me ernstig zorgen maken, als ik zie hoeveel moeite u hebt gehad om een klimaatakkoord te maken. Dit heeft daar een rechtstreekse impact daarop. Ga er eens over praten met de minister-president voor u het in de strot van de Antwerpenaars duwt.
Het is heel vreemd dat u dit niet naar u toe trekt. Ik zal me tot de voorzitter wenden om inzage te krijgen in het VITO-rapport. Het is er, iedereen verwijst ernaar. U hebt het niet, maar uw minister-president verwijst er wel naar.
Ik zoek het even op zodat het ook in dit verslag wordt opgenomen. “FIT en het Havenbedrijf hebben al sinds 2013 contact met die potentiële investeerder.” Minister, FIT is een Vlaamse aangelegenheid. Ik zou daar even wat informatie gaan inwinnen, want het zal in uw bus terechtkomen. “Gaandeweg zijn de meeste vragen van technische aard beantwoord. VITO speelt daarin een rol.”
FEBEM maakt zich zorgen, de Bond Beter Leefmilieu maakt zich zorgen, u wint prijs na prijs voor de toepassing van materialen. Ik zou daar niet op afdingen en toegeven. Uw minister-president zegt dat hij met ERS spreekt over een vrijstelling en u weet van niets. Als parlementslid maak ik me grote zorgen, en des te meer als Antwerpenaar. Maar over de uitstoot die vandaag wordt besproken, over de cijfers die u niet hebt en die ik u zal mailen, zou ik me ook zorgen maken, minister.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Er zijn in dit dossier verschillende bezorgdheden. Toen het in de commissie Buitenlands Beleid aan bod kwam, veronderstel ik dat het ook over het feit ging dat het Saoedische investeerders betreft. Hier gaat het natuurlijk over een eventuele milieu-impact. Minister, los van het feit of u die VITO-studie nu wel of niet hebt gezien, het thema beheerst toch al een tijdje de media, zeker in Antwerpen. Als het er zou komen, heeft het een heel grote impact. Los van de vraag of het een schadelijke impact is inzake vervuiling – wat mevrouw Turan beweert – of een impact op het materialenbeleid, het zal in elk geval een impact hebben. Dan verwacht ik dat u als verantwoordelijke minister, die toch begaan is met materialen, die naar Davos is gegaan om een prijs te ontvangen, misschien proactief of via uw kabinet contact hebt opgenomen met ERS. Is dat gebeurd of helemaal niet?
De heer Nevens heeft het woord.
Collega’s, we moeten een beetje rationeel blijven. We kunnen allemaal de krant voorlezen, we hebben allemaal de cijfers gezien die daarin stonden. We moeten ons baseren op wat vandaag gekend is. Als een bedrijf zich hier wil vestigen en een concessie afsluit, dan spreken we nog niet over de activiteiten die het van plan is te doen. We kennen de procedures toch. Er zijn milieueffectenrapporten nodig, waar cijfers en doelstellingen in zullen staan, maar er is nog geen vergunning aangevraagd en is er nog geen procedure lopende en dus kunnen we ook nog geen uitspraak doen over dit project.
Iedereen kent de ladder van Lansink. Verbranden is het laatste wat we doen. Vandaag wordt er huisvuil geproduceerd, ook in Vlaanderen. Gisteren had ik een interessant bedrijfsbezoek in de Kempen bij een mechanisch-biologische scheidingsinstallatie (MBS), een intercommunale van de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK) en de Intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM). Zij hebben een voorbehandelingsinstallatie voor huishoudelijk afval. In dat huishoudelijk afval zit 25 tot 30 procent water, dat we vandaag verbranden, omdat we een deel van ons huisvuil nog verbranden. Er zit ook non-ferrometaal in, 25 procent aluminium, 10 tot 15 procent inert materiaal, ijzer ook. Vandaag is ons huisvuil eigenlijk een grondstof. Zo kunnen we dat bekijken, als we de ladder van Lansink erbij nemen.
We komen dan dicht bij de bedoeling in Antwerpen, maar laat ons alstublieft de kar niet voor het paard spannen. Laat ons wachten tot we alle gegevens en een duidelijke aanvraag hebben van dat bedrijf. Dan zal het worden beoordeeld zoals elke andere aanvraag van een bedrijf, in functie van wat u allemaal aanhaalt, mevrouw Turan. Dan zal de minister moeten oordelen of dat een goede of een slechte zaak is voor het milieu.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mevrouw Turan, u citeert de minister-president nogal selectief. Over de VITO-studie zegt de minister-president bijvoorbeeld dat de studie bestaat, maar niet wordt vrijgegeven. Ze is ter inzage gegeven aan het Havenbedrijf want er is een ‘non-disclosure agreement’. De minister-president heeft gezegd dat de studie bestaat maar dat hij ze ook niet heeft. Anders zouden de bedrijfsgeheimen op tafel liggen. Dat lijkt me een verdedigbare stelling. Als u citeert, moet u dat correct doen. (Opmerkingen van Güler Turan)
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik wil nog eens herhalen dat ik daarnet uitdrukkelijk heb gezegd dat we van ons beleid, ook van het Materialendecreet, niet zullen afwijken. Als er een concrete vraag komt, zal die daaraan worden getoetst. Op basis daarvan zullen we een beslissing nemen.
Voorwaarden, onderzoeken en dergelijke zullen allemaal in het kader van een specifieke aanvraag van een omgevingsvergunning worden bepaald. Zonder aanvraag zijn er geen gegevens en kunnen wij niet reageren.
In november werd één vergadering bijeengeroepen door de minister-president. Daar is heel kort een toelichting gegeven over ERS zonder cijfers. Daar was iemand van de diensten aanwezig. Dat is het. Meer heb ik niet.
Mijnheer Sanctorum, u blaast warm en koud tegelijk. Nog niet zolang geleden probeerde u mij te betichten – ook onterecht – van contacten met een bedrijf vóór het de vergunning had aangevraagd. Ik weet het nog zeer goed, dat was in de plenaire vergadering. Het ging over ExxonMobile in de Antwerpse haven. Nu verwijt u me dat ik niet proactief ben, dat ik geen contact opneem met die bedrijven. Wat is het nu? Wat wilt u nu eigenlijk dat ik doe?
Het is maar een vraag.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, in uw plaats zou ik me niet in een hoek laten dringen. Ik zou me informeren over wat er tussen het Havenbedrijf, de minister-president en FIT aan de gang is. Ik heb het u gezegd: dit verhaal komt sowieso bij u terecht. U hebt er alle belang bij om uw Materialendecreet te handhaven. We zijn grote voorstanders van de recyclagesector. We zijn goed bezig met recycling, dat moeten we zo houden.
Ik ben heel formeel. Ik heb een commissieverslag bij me van 26 januari 2016. Ik citeer letterlijk uit het antwoord dat ik kreeg van de minister-president, ook de cijfers.
Ik blijf erbij, minister, ik zou een beetje proactiever gaan werken. Ik weet dat er een groot onderzoek gaat starten naar omgeving en technologie enzovoort, zodra de aanvraag wordt ingediend. Ik weet niet of het zo ver gaat komen, naar ik hoor is amper 10 procent van de financiering rond. In de Antwerpse regio geloven ze er alvast niet in.
Ik zou niet inboeten op de kwaliteit die wij verwachten van onze recyclagebedrijven en vergassingsfabrieken. Er zijn meer mensen die zich zorgen maken, minister. Trek het dossier naar u toe, bekijk het en beantwoord die vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.