Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, met de invoering van de beheers- en beleidscyclus (BBC) zijn de Vlaamse gemeenten verplicht om een sluitend budget neer te leggen. Dit werkinstrument vraagt vele inspanningen van politiek en administratie, maar levert ook een duidelijker beeld van de lokale beleidsplannen op lange termijn.
De BBC kan alleen blijven bestaan als lokale besturen een grote mate van zekerheid hebben over hun inkomsten voor de komende jaren. Zonder die zekerheid is de BBC een theoretische oefening die snel zal afglijden naar een pro forma administratieve verplichting.
We hebben het er al over gehad. Recente besluiten van federale en regionale overheden maken het de lokale besturen allesbehalve gemakkelijk. Zo is er de taxshift die de Federale Regering doorvoert en een dubbel nadeel voor steden en gemeenten heeft. De verlaging van de personenbelasting werkt door op de aanvullende personenbelastingen die de gemeenten innen. In de periode 2016-2021 kost dit de Vlaamse gemeenten ruim een half miljard euro. Bovendien worden de lokale overheden door de taxshift uitgesloten van de lastenverlaging die andere werkgevers genieten op hun sociale bijdragen. Die verlaging is immers niet van toepassing op het contractuele overheidspersoneel. Dit besluit kan enkel als een discriminatie begrepen worden.
Een laatste pijnpunt blijft dat de federale overheid de gemeentelijke aanvullende personenbelasting int, maar zeer onregelmatig doorstort aan de rechthebbende gemeenten. Voor vele lokale besturen wordt deze financieel onzekere situatie stilaan onhoudbaar. Vooral de taxshiftmaatregelen, die een impact hebben van maar liefst 10 procent op een van de drie belangrijkste ontvangststromen van de lokale besturen, baart vele lokale bestuurders zorgen.
Lokale bestuurders verwachten dan ook dat de Vlaamse overheid als toezichthouder – en zeker u als voogdijminister – haar verantwoordelijkheid neemt. Het is immers uw taak om te waken over de financiële situatie en gezondheid van de lokale besturen. Er mag dan ook van u, de minister bevoegd voor lokale besturen en aanspreekpunt bij uitstek, verwacht worden dat u voluit de verdediging opneemt van de Vlaamse steden en gemeenten, en indien nodig hard op tafel klopt bij uw federale collega’s. Per slot van rekening zijn in de Federale en de Vlaamse Regering dezelfde partijen vertegenwoordigd.
Minister, hoe zult u garanderen dat de gemeenten inkomensstabiliteit krijgen vanwege de hogere overheden? Die is nodig om de BBC tot een goed einde te brengen. Hoe zult u ervoor zorgen dat gelden die door hogere overheden voor de gemeenten geïnd worden, regelmatig worden overgemaakt aan de rechthebbende gemeenten? Zult u maatregelen nemen om de minderontvangsten van de lokale besturen te compenseren? Zo ja, welke? Hoe zult u ervoor zorgen dat de lokale overheden gelijk behandeld worden in de lastenverlaging op de sociale bijdragen? Bent u bereid daarover de discussie aan te gaan met uw federale collega’s?
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb er alweer heel wat bevoegdheden bij gekregen.
Collega’s, u weet dat ik absoluut een voorstander ben van een duidelijke financiële situatie van de lokale besturen. Sta me toe, ik heb deze vraag twee weken geleden als actuele vraag in de plenaire vergadering al beantwoord. Dat was een vraag van de heer Doomst en van uzelf, mevrouw Pira. In de laatste commissievergadering voor het kerstreces heeft de heer Ceyssens net dezelfde vraag gesteld, of toch een variant op het thema. Intussen is er niets gebeurd. Er is geen enkele maatregel genomen door geen enkele overheid met een impact op de financiële situatie van de lokale besturen.
Deze vraag – u mag natuurlijk altijd vragen stellen – is in anderhalf jaar tijd al zestien keer beantwoord! Ik verwijs naar het verslag van al die vergaderingen. Ik ga niet herhalen wat ik al die zestien keren heb geantwoord want er is geen enkel nieuw element.
Het enige nieuwe punt is misschien dat ik deze week heb vernomen dat er vijftien lokale besturen zijn die hun belastingen hebben verlaagd.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, dat u deze vraag al zestien keer hebt beantwoord, betekent misschien dat wij erop aandringen dat u overleg pleegt met uw collega’s omdat u en u alleen voogdijminister bent. Als er problemen komen met de lokale besturen, zult u ter verantwoording worden geroepen, want ze behoren tot entiteit 2.
U weigert daarop te antwoorden. U weigert het signaal te geven dat u bezorgd bent. U zegt dat wel, maar u laat dat niet zien in uw daden.
Veel parlementsleden zijn lokaal mandataris. Mochten zij op die manier omgaan met vragen van hun gemeenten, en constant zeggen: dat is niet mijn winkel, dat moet u daar gaan vragen, daar zitten ook vertegenwoordigers – dat hebt u in de plenaire vergadering gezegd –, dan zou het op heel veel vlakken mislopen in de gemeentes. Ze zouden op den duur niet meer bestuurbaar zijn.
Als verantwoordelijk bestuurder moet u toegeven dat de beslissingen van andere besturen een impact hebben op de gemeenten. U moet uw verantwoordelijkheid nemen. U moet contact opnemen. U moet ervoor zorgen dat dit gemonitord wordt. U moet ervoor zorgen dat er zoals in 2008 een pact wordt gesloten tussen de Vlaamse Regering en de lokale besturen, zodat u de impact kunt meten van de beslissingen op hogere niveaus.
Als voogdijminister kunt u toch met uw federale collega’s – er is toch maar één N-VA? – praten over compensatie? Dat moet u toch samen bespreken? Dat is toch de normaalste zaak in een samenwerkingsfederalisme? Dat hoeft nog niet eens een samenwerkingsfederalisme te zijn.
Het is toch de normaalste zaak van de wereld dat u als voogdijminister zegt dat u de belangrijkste bevoegde persoon bent. U hoeft niet al die dingen uit te rekenen, ik vraag u gewoon om samen aan tafel te gaan zitten en na te gaan hoe u de lokale besturen kunt geruststellen zodat zij niet om de haverklap hun meerjarenplanning moeten openbreken om te zien wat nu weer de effecten zijn op lange termijn van de nieuwe maatregelen die op Vlaams of federaal niveau worden genomen.
Minister, ik ben heel verontwaardigd over uw houding ten aanzien van de lokale besturen. Ik heb eigenlijk maar één vraag. Er is toch regelmatig een bijeenkomst van het Overlegcomité, dat komt regelmatig in de media. U zegt dat die vraag u al zestien keer is gesteld, maar hebt u dan nog nooit overwogen om dit de agenderen op het Overlegcomité? Wanneer de financiële situatie en de onzekerheid van de lokale besturen nog niet de moeite waard is om te agenderen, dan weet ik niet in welke mate u uw taak als voogdijminister wilt waarmaken. Wat dat betreft, ontgoochelt u mij zeer. Wanneer u mij niet ontgoochelt, zeg ik het evengoed.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, normaal gezien heb ik de gewoonte om u te bedanken voor uw antwoord. Deze keer doe ik dat echt niet. Ik betreur de manier waarop u omgaat met vragen en vraagstellers, ook al hebt u, zoals u zelf zegt, al tot zestien maal toe geantwoord op die vragen. Ik voel dat u verveeld zit met die vragen, en terecht, want u hebt nog maar bijzonder weinig gedaan voor de financiën van de lokale besturen. U zit daar onder meer mee verveeld omdat het lijstje van financiële maatregelen die deze Vlaamse Regering neemt, maand na maand aandikt. De rekening wordt gepresenteerd aan de lokale besturen, u schuift gewoon de facturen naar hen door. Een burgemeester van een Vlaamse meerderheidspartij heeft gezegd dat deze Vlaamse Regering trakteert op kosten van de lokale besturen.
Naast de voorbeelden die mevrouw Pira heeft gegeven van federale maatregelen die een impact hebben, zijn er ook de Vlaamse maatregelen zoals materieel en outillage, de regularisatie van de gesubsidieerde contractuelen, het mes in de sectorale subsidies enzovoort.
Hoewel een aantal instanties zoals de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) maar ook andere politieke niveaus en de lokale besturen zelf daadwerkelijk aan de alarmbel hebben getrokken, blijft u die kritiek in de wind slaan. Minister, van een belangenbehartiger van lokale besturen verwacht ik dat die het opneemt voor die lokale besturen. Wat u doet, is net het tegenovergestelde.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mevrouw Pira, ik deel uw bezorgdheid over de aanvullende personenbelastingen en de ramingen die daarvoor voortdurend binnenkomen. Dat matcht vandaag niet met de beheers- en beleidscyclus. De minister heeft gelijk wanneer zij zegt dat die inning haar bevoegdheid niet is. Ofwel maken we afspraken met het federale niveau, ofwel moeten we bijsturen op Vlaams niveau. Strikt genomen moet wie vandaag een herhaling ontvangt voor het lopende begrotingsjaar, nog een budgetwijziging doorvoeren.
Die vraag is inderdaad heel recent nog gesteld. Ik verwacht vandaag niet dat de minister daar een ander antwoord op geeft dan de vorige keer. We moeten daar redelijk in zijn. Maar wanneer die problematiek zich eind dit jaar opnieuw voordoet, dan zullen we wel opnieuw aan de bel moeten trekken. Die vraag elke maand herhalen, is niet fair. Op dat vlak ben ik het eens met de minister.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, wanneer er nieuwe elementen zijn, bijvoorbeeld de maatregel die wij wellicht niet zullen nemen maar wel een andere overheid, dan ben ik de eerste om die vraag te beantwoorden. Om de twee weken dezelfde vraag beantwoorden zonder nieuwe elementen, lijkt me echter een klein beetje te veel van het goede.
Mevrouw Pira, dit is al meer dan eenmaal op het Overlegcomité besproken. Het gaat dan niet over alle maatregelen die een impact hebben op de lokale financiën maar wel over verschillende maatregelen die de federale overheid heeft genomen zoals de latere inkohiering en doorstorting van de aanvullende personenbelasting. Dat is niet goed. Wij leggen dat dan ook op tafel en agenderen dat op het Overlegcomité. Het is niet zo dat er niets gebeurt, maar wij zijn niet verantwoordelijk voor alles.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik zeg niet dat u voor alles verantwoordelijk bent, maar u bent wel voogdijminister, en daar ligt een verantwoordelijkheid. Wanneer u zegt dat dit geagendeerd was en ter sprake is gekomen op vergaderingen van het Overlegcomité, dan wil ik dat geloven omdat ik me niet kan voorstellen dat u niet de waarheid zou spreken. Ik heb echter de afgelopen vijf agenda’s van het Overlegcomité bekeken en daar stond dit onderwerp niet geagendeerd. Zo’n belangrijk issue als de financiën van de lokale besturen is zeker de moeite om te worden geagendeerd. Op de afgelopen vijf vergaderingen was dat niet geval en dat is zeer ontgoochelend voor een voogdijminister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.