Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, een jaar geleden zijn er ook vragen gesteld over de overproductie bij PV-installaties. Die gebeurt vooral bij overgedimensioneerde installaties, waarbij de zonnepanelen meer produceren dan de eigenaar zelf kan consumeren, of bijvoorbeeld ook bij een ongelukkige timing van een leverancierswissel of bij een vervanging van de elektriciteitsmeter.
Minister, u hebt toen verwezen naar de communicatie van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). De VREG raadt aan om de leverancierswissel zo dicht mogelijk bij het moment van de jaarlijkse meteropname door de netbeheerder te plannen. Ik citeer uit uw antwoord: “Met het in werking treden van de volgende generatie van marktdataregels, de MIG6, zou het wel mogelijk worden om de overproductie door de elektriciteitsleveranciers te laten vergoeden aan de betrokken prosumenten. In het huidige allocatiemodel worden de volumes overproductie toegekend aan de netbeheerders, wat de netverliezen vermindert en de nettarieven drukt. De VREG bereidt in overleg met de sector een nieuw allocatiemodel voor waarbij de overproductie zal worden toegekend aan de evenwichtsverantwoordelijke die ze vervolgens zal kunnen vergoeden aan de prosument. Het overleg om te bekijken hoe dat mogelijk is, is bezig.”
Minister, is het overleg van de VREG met de sector voor een nieuw allocatiemodel waarbij de overproductie wordt toegekend aan de evenwichtsverantwoordelijke, reeds afgerond? Wat zijn daarvan de resultaten? Hebt u een concreet zicht op initiatieven om de prosumenten te vergoeden? Wat is eventueel de timing ter zake? Wanneer zal de volgende generatie van marktdataregels in werking treden, waardoor de prosumenten een vergoeding kunnen ontvangen voor overproductie?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Allereerst wil ik verduidelijken dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen systematische overproductie, waarbij de productie van de zonnepanelen op jaarbasis systematisch groter is dan het verbruik ter plaatse, en een occasionele overproductie, bijvoorbeeld als gevolg van een ongelukkig getimede meteropname. Dat laatste kan worden vermeden indien de consument de raadgeving op de website van de energieregulator opvolgt. Distributienetbeheerders houden in hun processen trouwens ook zo veel mogelijk rekening met die situatie.
Systematische overproductie is, zoals u aangeeft, het gevolg van het overdimensioneren van de PV-installatie, een praktijk die dateert uit het tijdperk waarin te veel steun werd gegeven voor de productie door middel van zonnepanelen en sommigen zo veel mogelijk productiesteun wilden opstrijken, een praktijk die indruist tegen overwegingen van efficiëntie en waartegen op de websites van het Vlaams Energieagentschap (VEA) en de VREG werd gewaarschuwd. In de huidige marktafspraken voor dataprocessen is er inderdaad slechts één situatie mogelijk voor een prosument met een terugdraaiende teller. Er wordt gemeten hoeveel er sinds de vorige meteropname is afgenomen van het net, dus de netto afname. Daardoor wordt de afname dus automatisch gecompenseerd door de productie-injectie. Indien sinds de vorige meteropname meer is geïnjecteerd dan werd afgenomen, dan wordt conform de afspraken eenvoudigweg “nul” gerapporteerd aan de evenwichtsverantwoordelijke elektriciteitsleverancier. Daardoor wordt de prosument niet vergoed voor de overproductie, de netto injectie, en komt die ten goede aan de netverliezen.
De besprekingen voor het opstellen van de nieuwe marktregels, de zogenaamde MIG6, zijn zo goed als rond, zeker wat het aspect van het in rekening brengen van de overproductie van zonnepanelen in het allocatiemodel betreft. Vanaf dat systeem van nieuwe marktregels wordt het mogelijk om de overproductie van een prosument te identificeren in de allocatie, en dan kan de overproductie van aansluitpunten worden gevaloriseerd en toegekend aan de klant. Er is nog geen zicht op de concrete wijze waarop de prosument zal worden vergoed. Dat zal immers via de evenwichtsverantwoordelijke elektriciteitsleverancier verlopen. Net als de vergoeding die de klant moet betalen voor het afnemen van elektriciteit, zal die dus het voorwerp zijn van marktwerking en onderlinge concurrentie. Dat lijkt me goed: ik meen immers dat er nood is aan nog meer marktwerking in de energiesector. Daarover zijn binnen Atrias, het orgaan waarbinnen de nieuwe marktregels worden opgesteld, ook geen verdere besprekingen te verwachten, omdat dit het voorwerp van de competitieve marktwerking zal uitmaken. De beslissing is genomen dat MIG6 in werking treedt op 1 januari 2018.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mag ik dan veronderstellen dat dit jaar en volgend jaar het debat verder zal worden gevoerd over de vraag hoe die prosumenten kunnen toetreden tot die marktwerking en eventueel vergoedingen daarvoor kunnen krijgen?
Absoluut. Natuurlijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.