Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Eind november 2015 berichtte de Antwerpse zender ATV over een passagiersvliegtuig van Jetairfly (JAF) – het nieuwste model sinds april 2015 – dat niet kon landen op de Antwerpse luchthaven wegens een te sterke zijwind. Negen dagen voordien zou hetzelfde gebeurd zijn: piloten van beide JAF-vluchten uit Spanje merkten dat ze niet konden landen door de zijwind, besloten uit te wijken en moesten daardoor terug stijgen om uiteindelijk in Zaventem te landen. Hierdoor, zo meldde ATV en lieten ook geschrokken buurtbewoners weten, vlogen de toestellen zeer laag over de omliggende woonwijken.
Hierover ondervraagd verklaarde een expert dat Deurne geen uitzondering is, dat het wel vaker gebeurt, dat er geen gevaar is en dat daar procedures voor zijn.
Minister, zijn dergelijke noodlandingen voor de komst van die zwaardere toestellen sinds de toeristische vluchten in april 2015 van JAF nog gebeurd?
Vormt het feit dat de luchthaven van Antwerpen zo goed als in een woonwijk ligt, geen extra gevaar in dergelijke gevallen?
In de vergunning voor de luchthaven van Antwerpen wordt niet gesproken over uitwijkmanoeuvres bij ongunstige weeromstandigheden, laagvliegende toestellen en onveiligheid voor omliggende wijken. Moet dit veiligheidsaspect, gezien de uitzonderlijk dichte ligging van de woonwijken vlakbij de luchthaven, niet apart als criterium voor exploitatie opgenomen worden?
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, het woord noodlandingen is in dezen echt niet van toepassing. Het gaat gewoon over uitwijkprocedures, net ten voordele van de veiligheid. Voor iedere vlucht voorziet de gezagvoerder in zijn vluchtplan in een luchthaven van bestemming en in een uitwijkluchthaven, in geval van mogelijke problemen of andere redenen waarom men moet uitwijken. Crosswind of zijwind is een van die redenen, net zoals slechte zichtbaarheid, natte baan of medische redenen. Alle luchthavens – ook de grotere – krijgen hiermee te maken. Dat is niet eigen aan Antwerpen of een andere luchthaven. Dat geldt voor alle luchthavens. Dat geldt misschien iets meer in de betrokken periode die u omschrijft, namelijk november, dus in de herfst. Dan komt dat door de weersomstandigheden iets meer voor, maar, opnieuw, in alle luchthavens. De snelheid van de wind was op de betrokken dagen toegenomen tot buiten de normen, waardoor het toestel een doorstart maakte. Als men een bepaalde norm overschrijdt, valt men automatisch terug op die veiligheidsprocedure, die preventief van aard is. Dat is niets om ons zorgen over te maken, integendeel zelfs. De wetenschap dat dergelijke procedures bestaan, dat op voorhand op basis van een plan het altijd duidelijk is wat de uitwijkmogelijkheden zijn.
Een uitwijkmanoeuvre is een standaardprocedure in de luchtvaart en vormt geen bijzonder risico voor de passagiers of de omwonenden. Het is net om een verhoogd risico te vermijden dat in een dergelijk manoeuvre voorzien is.
De milieuvergunning en het luchthavencertificaat schetsen de randvoorwaarden waarbinnen de luchthaven kan worden geëxploiteerd. Dat staat hier los van, rekening houdend met de ligging van de luchthaven en de internationale normen die gelden. We hebben het dan over openingsuren, infrastructuur, categorie van de luchthaven, geluid en dergelijke. De vliegprocedures en manoeuvres die vastgesteld en gebruikt worden door de luchtverkeersleiding, de luchtvaartmaatschappijen en de piloten, maken geen deel uit van een milieuvergunning of een luchthavencertificaat.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, uw antwoord had ik wel verwacht. Dat is ook wat de expert zei over de noodlanding. Dat wordt gemakkelijkheidshalve zo genoemd, het is een uitwijklanding.
U zegt dat er geen probleem is, niets om zich zorgen over te maken. Het is net om de veiligheid te waarborgen dat er uitgeweken wordt. Maar dan gaat u natuurlijk voorbij aan het gevoel dat er bij vele omwonenden is sinds de grotere vliegtuigen er zijn en de toeristische vluchten sinds april 2015.
Die grotere vliegtuigen vliegen ofwel lager, dat weten we niet, ofwel geven ze het gevoel van veel lager te vliegen. In elk geval is het een steevast weerkerende klacht die gehoord wordt bij omwonenden. Er zijn ook klachten over kerosinegeur en meer vluchten.
Ik wil het nu even hebben over dat onveiligheidsgevoel dat ontzettend is toegenomen sinds april 2015, en dat er voordien niet was. Voor de aanvang van de toeristische vluchten, waren er amper klachten bij de omwonenden. De klachten over laagvliegende vliegtuigen, het onveiligheidsgevoel, de kerosinegeur en de vraag hoe het zit met de luchtvervuiling, zijn er pas gekomen sinds april 2015. Dat is zelfs zo duidelijk dat de CEO Marcel Buelens het onlangs heeft toegegeven en gezegd dat men om de mensen van Berchem te ontlasten, men de vliegroutes misschien moet laten uitwijken naar de andere kant.
Minister, u zegt dat alles in orde is, maar u zult best begrijpen dat het veiligheidsgevoel in het algemeen toegenomen is, dat mensen niet het gevoel hebben dat die uitwijkprocedure hun veiligheid ten goede is gekomen, maar dat het net het onveiligheidsgevoel naar boven brengt.
Daarom heb ik een voorstel. Een luchthaven wordt geconfronteerd met verschillende overheden, verschillende vergunningen en verschillende gevoelens, klachten enzovoort. We hebben de milieuvergunning. Die heeft het over het geluid, de openingsuren en de communicatie.
Dan hebben we het federaal niveau dat het heeft over veiligheid, over de vliegroutes, over op welke hoogte de vliegtuigen moeten vliegen, over incidenten enzovoort. Dan is er natuurlijk het management, dat om de haverklap dingen lanceert zoals uitbreidingsplannen, de startbaan verleggen enzovoort. Bovendien is er de overeenkomst tussen de privépartner en de Vlaamse overheid. Die ligt momenteel ter inzage en is vertrouwelijk te behandelen.
Dat zijn zo veel elementen, maar die komen zowel voor het management als voor de omwonenden in één pot terecht. Dan heb ik de volgende vraag. Aangezien er nu heel veel rumoer is rond de luchthaven en we in een nieuwe situatie zitten sinds 2015, nu de luchthaven duidelijk geënt is op toerisme, en voorheen op zaken, kunnen we dan niet komen tot een soort protocol tussen eventueel verschillende overheden en de luchthaven en misschien nog meer partners? Dat protocol behandelt al die aspecten en zet die in een soort afsprakenovereenkomst waarbij we er eventueel ook aan zouden kunnen denken om het aspect van de luchtvervuiling eens te meten. Dat is iets wat in Schiphol steeds meer aan de kaak wordt gesteld.
Dit is maar een voorstel. U moet daar uiteraard nu geen ja of neen op zeggen. Ik wil u wel vragen er eens over te denken en eens te onderzoeken of het geen mogelijkheid is om de onvrede die er nu is, een plaats te geven en de mensen die er omheen wonen, het gevoel te geven dat alles wordt samengebracht.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag ingaan op een punt dat door collega Pira is aangehaald. Tijdens de vakantie kwam van Marcel Buelens inderdaad de suggestie over het verleggen van de startbaan enerzijds en mogelijke andere aanvlieg- of afvliegroutes anderzijds. Op zich zijn dat twee verschillende elementen. Minister, ik had graag uw reactie daarop gehoord. Daarrond is inderdaad wel heel wat commotie ontstaan. Het zou goed zijn dat er meer duidelijkheid over kan komen.
Wat ik in ieder geval positief vind, is dat de uitbater van de luchthaven van Deurne inderdaad op een constructieve manier wil omgaan met de groei die de luchthaven op dit moment kent en mee wil zoeken naar mogelijkheden om de last en de mogelijke overlast voor de omwonenden zo veel mogelijk te beperken. Mochten de suggesties die hij heeft gedaan, mogelijk zijn en mochten ze een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van de last en de overlast voor de buurtbewoners, dan is dat een goede zaak. Ik heb in ieder geval begrepen dat door het feit dat er gevlogen wordt met nieuwe toestellen, die weliswaar groter zijn, er minder geluidsoverlast is. Dat is een positieve zaak. Kunt u dat bevestigen?
Dan is er nog een andere kwestie waar nog onduidelijkheid over is. Het is duidelijk dat er meer mensen gebruikmaken van de luchthaven van Deurne om te vertrekken, maar hopelijk ook om naar Antwerpen en de regio te komen. Ik denk dat u als minister bevoegd voor Toerisme, eens moet kijken naar de positieve impact op het toerisme in Antwerpen en Vlaanderen in het algemeen. Misschien kunt u iets meer zeggen over welke positieve effecten daaraan verbonden zijn.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Pira, eerst en vooral, jullie zijn tegen de luchthaven, zo ver waren we intussen al. U hebt uiteraard het recht om alle vragen te stellen die u wenst te stellen, maar gelieve daarbij toch enige intellectuele eerlijkheid aan de dag te willen leggen. Dit zijn geen noodlandingen. Ik nodig u uit om eens te googelen wat een noodlanding is en u eens in enige interessante lectuur te verdiepen. Dit zijn uitwijkmanoeuvres, en die komen net de veiligheid ten goede. Maar goed, u maakt uiteraard ook de link naar het dossier van de luchthaven in het algemeen. Dat was ook de kapstok of de bedoeling van het stellen van deze vraag, die eigenlijk maar een heel klein aspect is.
U zegt dat sinds april 2015 het onveiligheidsgevoel toeneemt, dat de onvrede toeneemt, dat de overlast toeneemt. U vergeet er wel bij te vertellen dat een heel deel wordt aangestuurd en dat de mensen worden opgejaagd met argumenten die vals zijn, met zelfs leugens. Ik heb zelf pamfletten gezien van verschillende politieke partijen ter linkerzijde die gewag maken van nachtvluchten. Nachtvluchten! Er zijn geen nachtvluchten boven Deurne. Die zijn er niet, die waren er niet en die zullen er ook nooit komen. (Opmerkingen)
Voor de buurt is het heel belangrijk om het te hebben over de realiteit en wat er echt aan de hand is en waarover die milieuvergunning gaat. Het is niet verstandig, maar ik begrijp heel goed dat het de bedoeling is om de mensen op te jagen met dingen die niet kloppen en onterecht angst aan te jagen.
Wat natuurlijk wel zo is – en ik begrijp de bezorgdheid van de buurt –, is dat binnen de bestaande milieuvergunning de luchthaven eindelijk succes kent. Dat betekent ook dat er meer bewegingen zijn, dat er meer vluchten zijn, dat die vluchten en die bewegingen meer hoorbaar zijn. Dat is een evidentie, en dat is wat de buurt bezorgd maakt, en ik kan die bezorgdheid uiteraard wel ergens begrijpen.
Daarom is het belangrijk dat er wordt gehamerd op goede communicatie. De luchthaven is daar nu mee bezig. Eindelijk, want ze mochten wel een tandje bijsteken. We moeten nagaan wat mogelijk is om de overlast tot een minimum te beperken binnen de succesformule die de luchthaven stilaan aan het worden is.
Minister, ik heb me laten vertellen dat er in de regio van de luchthaven van Deurne wordt ‘gecirceld’ wanneer men on hold staat om te mogen landen. Wanneer men niet onmiddellijk kan landen op bijvoorbeeld Zaventem, dan gaat men boven Deurne ‘wachten’. Omdat er in Deurne veel bewegingen zijn, doet men dat overdag op 3500 voet hoogte, maar ’s nachts wanneer Deurne gesloten is, daalt men met die grote toestellen tot 2000 of 2500 voet hoogte. Het is zeer interessant om samen met de luchthaven van Zaventem en Belgocontrol eens na te gaan hoe men in die wachtbewegingen een hogere hoogte kan aanhouden, gelijklopend met die van overdag, omdat ik vermoed dat het de oorzaak is van een deel van de klachten van de buurt. Het is een beetje sneu: men kijkt naar de luchthaven van Deurne, men kijkt naar grote toestellen, men kijkt naar nachtvluchten en dat zijn allemaal bewegingen die niets te maken hebben met de luchthaven van Deurne.
Minister, ik hoef niet onmiddellijk een antwoord te krijgen, maar kunt u deze problematiek eens onderzoeken? Zulke maatregelen zouden kunnen leiden tot het verzoenen – en dat is toch de bedoeling van de meesten hier in de zaal – van het succes van de luchthaven met de leefbaarheid van de buurt.
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, dat zijn verschillende extra vragen.
Het is inderdaad zo dat nieuwe, grote vliegtuigen die op de luchthaven in Antwerpen vliegen, geluidsarmer zijn.
Ik denk dat deze vraag niet echt iets te maken had met het gevoel dat vliegtuigen lager vliegen, maar wel met het versterken van het onveiligheidsgevoel dan wel het veiligheidsgevoel omdat dit erop wijst dat de procedures die vandaag bestaan, effectief werken en ook worden toegepast, net ter preventie van mogelijke problemen die zich eventueel zouden kunnen voordoen. Als alles goed is geregeld en als men zich houdt aan de regels, moet dat het veiligheidsgevoel eigenlijk ten goede komen.
Het aantal klachten – en ik wil de klachten niet minimaliseren – valt mee. Er zijn hardnekkige afzenders. De afzenders zijn ook vaak dezelfde, maar het aantal klachten valt mee.
Mevrouw Bastiaens, ik denk dat de gevoerde communicatie wat voorbarig was. Er was geen goede communicatie. Het was ook niet opportuun om zomaar losweg te communiceren. Ik denk ook niet dat het intentioneel was maar eerder een soort van zijdelingse commentaar was bij de presentatie van de goede cijfers.
De cijfers zijn inderdaad goed. Het is een bron van economische groei, en ook op toeristisch vlak is de luchthaven interessanter. De focus ligt niet langer alleen op ‘outgoing’ toerisme, maar ook op ‘incoming’ toerisme. De bestemmingen die erbij komen, zijn interessant voor Deurne. Wij hebben veel minder baat bij bestemmingen bijvoorbeeld in Zuid-Spanje – weinig mensen van daar zullen om economische of toeristische redenen naar ons komen –, maar wel bij steden als Rome, Barcelona. Dat zijn voor ons interessante steden in functie van het ‘incoming’ toerisme. We zouden bijvoorbeeld in functie van Antwerpen een citytriptoerisme kunnen stimuleren.
Er bestaat vandaag natuurlijk al een protocol en afspraken. Een protocol en afspraken worden gemaakt in de vorm van een milieuvergunning, in de vorm van een luchthavencertificaat.
Over de hoogte waarop de toestellen cirkelen, moet ik mij informeren. Zo hoog, tot 2500 voet, reikt mijn kennis nog niet.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, u zegt dat de uitwijkprocedure er net is om de veiligheid te verhogen. Ik heb u uitgelegd dat ze net het omgekeerde effect heeft en dat er al langer een onveiligheidsgevoel is sinds de nieuwe vluchten.
Mevrouw De Ridder, over de klachten kan ik u geruststellen. Ik zat niet op vinkenslag bij de eerste ronk van een of ander vliegtuig om dat dan op te blazen tot ongemene proporties. Ik heb wel wat anders te doen, hier in het parlement of elders, dan klachten uit te vinden of op te blazen. Ik ben daar ook te verantwoordelijk voor en ik heb daar te veel ervaring voor om zomaar paniek te veroorzaken. Dat doe ik dus niet.
Toen ik half september kwam met klachten die allemaal gelijklopend zijn en er daarvoor niet waren, deed ik dat in alle eerlijkheid. Ik ben dan ook zeer tevreden dat Marcel Buelens dat onlangs bevestigde en dat u dat eigenlijk daarnet ook hebt gedaan. U had het daarvoor altijd over: dat is uitgevonden, u bent tegen de luchthaven, dat is aangestuurd, dat is vals, dat zijn leugens. Maar daarnet hebt u zelf toegegeven dat er meer vluchten zijn, meer geluid. U hebt zelfs het woord ‘overlast’ in de mond genomen. Wat dat betreft, zitten we op dezelfde golflengte.
Minister, ik stelde voor om een protocol te sluiten en alle elementen die met de luchthaven te maken hebben en die tot een betere verstandhouding tussen management en omwonenden zouden kunnen leiden, samen te nemen. U zegt dat dat er al is: er is een milieuvergunning en er zijn overeenkomsten op het federale niveau. Maar dat is het net. Er zijn zoveel verschillende elementen. Er zijn ook nieuwe elementen, zoals het aspect luchtvervuiling, dat nergens aan bod komt. Het was mijn voorstel om dat allemaal samen te leggen in een soort van afsprakennota of protocol.
Ik neem aan dat u mijn idee niet zomaar opzij zult schuiven, maar dat u het zult laten nazinderen zodat we het er later opnieuw kunnen over hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.