Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, in Wallonië heeft men de bandingfactor aangepast met 10 procent vanwege de btw-verhoging. Is Vlaanderen ook van plan om dat te doen voor de PV-panelen (photovoltaics) aangezien de btw-verhoging er is om die bandingfactor aan te passen? Wat zou de impact hiervan zijn op de elektriciteitsfactuur van een gezin? Kan de btw-verhoging tijdig worden ingecalculeerd in de bandingfactoren die op 1 januari ingaan? Voor installaties van minder dan 10 kilowattpiek speelt dat geen rol, maar er zijn ook privé-installaties boven de 10 kilowattpiek die ook nog btw moeten betalen en die dus wel nog een ondersteuning krijgen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Er is geen impact van de btw-verhoging op de bandingfactoren voor PV-installaties die ingaan op 1 januari 2016. De representatieve PV-categorieën betreffen enkel installaties van meer dan 10 kilowatt. De representatieve projectcategorie voor PV-installaties onder de 10 kilowatt hebben we in juni volledig opgeheven. Daar kan geen steun meer voor zijn, ook niet als er fluctuaties zijn in de prijs. Wij hebben dat hier meermaals besproken omdat rendementen op zonnepanelen voor de kleine installaties vandaag sowieso al op 4 tot 5 procent zitten, dus heb ik die subsidiecategorie volledig geschrapt. Bij de berekening van de bandingfactoren gaat het Vlaams Energieagentschap (VEA) er in de OT-rapporten (onrendabele toppen) van uit dat deze relatief grootschalige installaties geplaatst worden door investeerders die btw-plichtig zijn en de btw dus kunnen recupereren.
Voor bestaande installaties geplaatst vanaf 2013 is er wel een effect bij de actualisatie van de bandingfactoren voor de kleine installaties. We hebben het pas in juni afgeschaft voor de toekomst, maar de contracten van het verleden blijven berekend volgens de regels van het verleden. Het volgende rapport met geactualiseerde bandingfactoren zal VEA publiceren tegen 30 juni 2016. Dit rapport zal de verhoging van de btw en andere factoren die de opbrengst uit elektriciteitsproductie beïnvloeden, in rekening brengen. Momenteel kunnen we dus niet inschatten of de geactualiseerde bandingfactoren sterk zullen dalen, en hoe groot de impact op de totale steunkosten zal zijn. De opbrengsten uit elektriciteit zullen aan de andere kant ook dalen door de verhoging van het prosumententarief en de verhoging van de btw op het prosumententarief. Vergeet dus niet dat er ondertussen het prosumententarief bij is gekomen. Daardoor zal de bandingfactor stijgen. Beide effecten compenseren elkaar in belangrijke mate. Het is belangrijk dat waar er bij het ene misschien een stijging is, er bij het andere ook een stijging is. Er zal voor de individuele persoon amper of geen verschil zijn.
In elk geval zal de impact op het totale ondersteuningsvolume relatief beperkt zijn, aangezien de zonnepanelen geplaatst vanaf 2013 samen ongeveer 70 megawatt betreffen, tegenover een totaal vermogen aan zonnepanelen van 2200 megawatt. Het overgrote deel van de steun aan PV-installaties wordt dus niet geactualiseerd wegens startdatum voor 2013.
De impact op gezinnen bedraagt een meerkost van 15 procent op de gemiddelde factuur. Op basis van het laatst gepubliceerde VREG-marktrapport bedroeg de gemiddelde gezinsfactuur eind 2014 ongeveer 600 euro en beloopt de btw-verhoging dus ongeveer 90 euro.
Ter info: de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), de federale regulator, geeft in de boordtabel voor Vlaanderen actuelere cijfers waar het btw-effect wel al aanwezig is. Dat kunt u consulteren op de website van de CREG.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Voor mij was dat duidelijk.
De heer Danen heeft het woord.
Ik wil nog kort ingaan op een aantal andere prijsstijgingen die aan verbruik gerelateerd zijn. De voorbije weken hebben we daar uitvoerig over gediscussieerd en daar was veel aandacht voor in de media. Er zijn een aantal vaste kosten die iedereen draagt, ook privébezitters, maar andere kosten zijn gerelateerd aan het verbruik. Er is niet alleen de btw-heffing die verhoogd wordt, maar er zijn ook nog andere kosten. Mijn vraag is: wordt die bandingfactor ook aangepast in functie van die andere, verbruiksgerelateerde prijsstijgingen?
Mevrouw Turtelboom heeft het woord.
Wat bedoelt u met die verbruiksgerelateerde kosten?
Het komt erop neer dat de installatie dan immers gunstiger of minder gunstig wordt, al naargelang men het beschouwt. Er zijn bijvoorbeeld tariefstijgingen van distributienetbeheerders, de heffing die de VREG zal invoeren: dat zijn allemaal dingen die gerelateerd zijn aan de dragers kilowattuur.
Ik zal dat navragen en ik houd u op de hoogte.
Ik wil nog even verduidelijken dat het gaat over de doorrekening voor die categorie mensen vanaf 2013 in het kader van de verhoogde btw, de distributiekost die vanaf januari zal verhogen vanwege de historische schulden, de gratis kilowattuur en de energieheffing. Het is inderdaad een interessante oefening om te onderzoeken of die zaken doorgerekend worden. Dat lag ook aan de basis van mijn vraag. We zien dat in Wallonië daar onmiddellijk aan werd gesleuteld om voor die categorie van 2013 tot medio 2015 het certificaat al dan niet te herrekenen. Er zijn ook installaties die nu nog worden gebouwd met een kilowattpiek die hoger is dan 10, die wel btw betalen. Voor hen moet ook berekend worden wat de juiste onrendabele top of bandingfactor is.
Minister, we rekenen erop dat u dit zult navragen en ons die informatie zult bezorgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.