Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de Waalse groene energiequota
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik stel mijn vraag op basis van de vraag die mijn collega An Capoen stelde in de Kamer aan uw federale collega, minister Marghem, of we voor CO2-uitstoot de klimaatdoelstellingen nog kunnen halen tegen 2020. Het antwoord was dat dit misschien zou kunnen als resultaat van een boekhoudkundige meevaller. Volgens projecties zouden we in het begin van 2013 beter scoren. Tegen het einde van het traject zou men eerder iets slechter scoren. Als reden hiervoor werd de economische crisis genoemd. We zouden de overschotten die nu gecreëerd zijn, bij manier van spreken cumulatief meenemen naar het einde toe.
Minister Marghem zei ook dat de werkelijke evolutie pessimistischer kon zijn dan de projecties. In dat geval zouden er bijkomende inspanningen nodig zijn om die doelstellingen te kunnen halen.
Ik heb hierover vroeger al eens een vraag gesteld. Aan de 50.250 kiloton CO2 die we moeten schrappen, moet er nog eens 7000 kiloton worden toegevoegd. We hebben ondertussen nog altijd geen akkoord tussen de verschillende gewesten over de verdeling van de inspanningen. Daarover bestaat ook discussie.
Uiteindelijk gaat dit over mijn volgende vraag, die hier ook bij aansluit. Voorzitter, ik stel voor dat ik deze twee vragen samen neem. (De voorzitter stemt hiermee in)
Er is dus geen akkoord tussen de gewesten. Nochtans is die verdeling een belangrijke voorwaarde. Kijk maar naar wat de Waalse minister van Energie Paul Furlan zegt: “Ik ga de overschotten die we in Wallonië hebben, verkopen aan het buitenland.” Wij zijn voor hem ook buitenland, hij zou ze dus ook aan ons kunnen hebben verkocht. Maar neen, met ‘buitenland’ bedoelt hij het buitenland voor België. En zo zitten we in een knettergekke situatie. Enerzijds is er minister Marghem, die zegt dat we de prognoses waarschijnlijk niet zullen halen en dat er dus een tandje bij moet worden gestoken en dat we dus meer CO2 zullen moeten besparen. Anderzijds zijn de gewesten het nog niet eens over de verdeling van de inspanningen. In Wallonië verkoopt men ze aan het buitenland voor een waarde van 150 miljoen euro op vijf jaar tijd.
Straks moeten we naar Parijs om over die klimaatdoelstellingen te discussiëren. Ik vroeg eerder al of de doelstelling van 10,5 procent voor Vlaanderen haalbaar is. Moeten wij niet, als er dan toch nog tussen de gewesten moet worden gediscussieerd, zeggen dat wij die 10,5 procent niet kunnen halen? De discussie zal gaan over wat het ons kost. Wat kost het ons als we de doelstelling niet halen, en wat kost het ons om die doelstelling wel te halen?
Minister, bent u het eens met minister Marghem dat er bijkomende inspanningen zullen moeten worden geleverd? Of denkt u dat wij boekhoudkundige meevallers hebben en dat wij daardoor minder inspanningen zullen moeten doen? Dat is natuurlijk een contradictio in terminis die je moeilijk verkocht krijgt. Welk gevolg heeft dit voor Vlaanderen? Die inspanningen moeten nog verdeeld worden. Wat is uw standpunt ten aanzien van de uitspraken van minister Furlan over het verkopen van de overschotten van de groenestroomproductie? Wat is de timing in verband met de verdeling van de inspanningen over de verschillende gewesten?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voor uw vraag over de klimaatdoelstellingen moet ik u verwijzen naar mijn collega Joke Schauvliege, die daarvoor bevoegd is. Zoals u weet, zijn de Belgische klimaatdoelstellingen nog niet verdeeld. Indien na deze lastenverdeling zou blijken dat Vlaanderen de doelstelling inzake broeikasgasemissiereductie niet zou halen en er bijkomende interne maatregelen noodzakelijk zouden zijn, dan zouden bijkomende maatregelen in het beleidsdomein Energie kunnen worden genomen. Ik wijs er echter op dat we nu al bijkomend beleid inzake het stimuleren van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie ontwikkelen. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de ‘fast lane’ en naar de ‘clean power for transport’, de vergroening van de verkeersfiscaliteit, enzovoort.
In afwachting van een intra-Belgische verdeling gaat de Vlaamse Regering voorlopig uit van de indicatieve hernieuwbare energiedoelstelling van 10,5 procent in 2020. Om die voorlopige Vlaamse doelstelling te halen, worden verschillende initiatieven uitgewerkt. Ook de niet-ETS-doelstelling (Emissions Trading System) is voor Vlaanderen momenteel nog niet gekend. In het Vlaams Mitigatieplan 2013-2020, dat op 28 juni 2013 werd goedgekeurd, is rekening gehouden met een indicatieve niet-ETS-reductiedoelstelling van min 15 procent voor Vlaanderen. Om tijdig onze bijdrage aan de internationale en Europese klimaatdoelstellingen te leveren, gaat de prioriteit naar de uitvoering van alle interne maatregelen die technisch en economisch uitvoerbaar zijn en die maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Kostenefficiëntie is voor mij natuurlijk van cruciaal belang.
De EU bepaalt inderdaad dat de lidstaten een deel van hun nationale bindende doelstelling voor hernieuwbare energie kunnen realiseren in samenwerking met andere lidstaten. Dit kan onder andere door de overdracht van statistieken door een lidstaat die een groter aandeel hernieuwbare energie realiseert dan haar doelstelling, aan een lidstaat die te kort komt. In de richtlijn wordt bepaald dat dergelijke statistische overdracht er niet mag toe leiden dat een lidstaat die statistieken overdraagt, de nationale doelstelling niet zou realiseren. In dat geval zou je iets aan het verkopen zijn zonder dat je zelf je doelstelling haalt.
Het Waalse Gewest zou dus alleen statistieken kunnen overdragen in het geval België boven de 13 procent stijgt, wat de doelstelling is die Europa aan België heeft gegeven. Op dit moment is die 13 procent nog niet verdeeld en is het ook nog niet duidelijk of we die zullen halen. Het is dus voorbarig om te spreken over of je gaat verkopen of niet, omdat je eerst vasthangt aan de Belgische doelstelling.
Er is dus ook nog geen Waalse doelstelling. Laat staan dat Wallonië kan zeggen dat het meer dan zijn eigen doelstellingen heeft bereikt en dus gaat verkopen. Er zitten op een heel aantal vlakken nog – hoe zal ik het zeggen – gaten in.
Bovendien moeten dergelijke afspraken tot stand komen op het niveau van de lidstaten. In het geval van België betekent dit dat er, om de betreffende samenwerkingsmechanismen te kunnen benutten, hiervoor een aan de bevoegdheidsverdeling aangepast institutioneel kader moet worden gecreëerd. Het samenwerkingsakkoord over de 2020-lastenverdeling zou een geschikt instrument zijn om dit institutioneel kader te creëren en om passende afspraken tussen de federale overheid en de gewesten te maken over het gebruik van de samenwerkingsmechanismen voor het behalen van de Belgische doelstelling en subdoelstellingen voor hernieuwbare energie.
De verdeling van inspanningen van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen wordt momenteel besproken in politieke werkgroepen in de schoot van de Nationale Klimaatcommissie. De Vlaamse Regering zal haar verantwoordelijkheid blijven opnemen in dit overleg. In afwachting van de intra-Belgische lastenverdeling worden al volop inspanningen geleverd. Het is hier een beetje hetzelfde als met het Energiepact en de Energievisie. In de ideale wereld maak je dit op het federale niveau, samen met de drie gewesten, en doe je het snel. Hetzelfde geldt voor de lastenverdeling. Toen ik merkte dat dat ‘snel’ toch niet zo snel is, heb ik voor mezelf bepaald hoe ik de lasten verdeel, zoals ik in het begin heb gezegd, om dan te zeggen wat mijn doelstelling is. Daarom heb ik na een paar maanden gezegd wat mijn doelstelling is en waar ik naartoe werk. Komt er op een bepaald moment een lastenverdeling en moet ik bijsturen, dan zal ik op dat moment bijsturen, want anders verlies ik te veel tijd.
Wij blijven daar dus aan werken. Wij werken aan die 10,5 procent, waarbij we inzetten op groene stroom, groene warmte en energiebesparing. Ik ga, zoals bij het Energiepact en de Energievisie, vooruit en we zien wel hoe snel de dynamiek van het andere er komt. Ik geef eerlijk toe dat ik een jaar geleden anders was gestart, in een andere dynamiek. Ik dacht toen dat ik het zo snel mogelijk wilde weten. Maar goed, ik denk dat het beter is om het nu zo aan te pakken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik vind het geruststellend dat wat in de media door minister Furlan werd gezegd, waarschijnlijk een rood ‘ballonneke’ was en dat hij dat dus niet zomaar eenzijdig zal kunnen doen.
U zegt ook duidelijk dat we niet kunnen blijven wachten op die inspanningsverdeling tussen de gewesten. Volgens mijn informatie zit het daar compleet vast. U verwijst door naar uw collega Schauvliege, maar het zit volledig op slot. Over anderhalve maand is er de klimaatconferentie in Parijs. Ik denk dat we daar serieus zullen afgaan.
Ik heb ook gehoord dat de Senaat een oplossing zou bieden. Zij zouden daar nog eens transversaal over redeneren, maar ik heb daar een stokje voor gestoken. Als men daarmee begint … (Opmerkingen. Gelach)
Men komt er tussen de gewesten onderling niet uit, dus dan zal de Senaat het maar oplossen? Dat is ook niet de oplossing. Dat heeft totaal geen zin. Dat is gewoon het probleem verschuiven. (Opmerkingen)
Ik weet dat Groen dit niet graag zal horen, maar ik ben nog altijd benieuwd naar wat de boete of de kost zal zijn als we die 10,5 procent niet halen, en wat de kost is om die 10,5 procent wel te halen. Dat houdt mij de laatste tijd heel veel bezig. Het is leuk om die doelstelling te halen, en misschien moeten we daar ook naartoe als we ambitie willen hebben en innovatief willen zijn, maar wat is, puur economisch en kosteneffectief gezien, de kost als we het niet halen, en wat is de kost om het wel te halen?
De heer Danen heeft het woord.
Ik blijf het een heel vreemd idee vinden dat we binnen België niet overeenkomen om die dingen te verdelen. Ik ben blij dat u zegt dat de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid neemt, minister. Hoor ik u dan ook zeggen dat anderen dat niet doen?
Collega Gryffroy vroeg naar de timing, maar ik vrees dat er geen timing vooropgesteld is. Ik zou dat graag eens uit uw mond horen. We moeten tot een overeenkomst komen, maar die timing kan tot in het oneindige lopen. Ik vind dat heel vreemd. Ik deel de vrees van collega Gryffroy dat we in Parijs helemaal zullen afgaan als we zelfs intern in ons land niet overeen kunnen komen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
We zullen pas op 31 december 2020 te laat zijn. Maar goed, eigenlijk zijn we nu al te laat met onze intra-Belgische verdeling, maar je bent met vier, en als er geen hiërarchie is tussen die vier, dan heb je geen akkoord zolang er geen akkoord is met die vier. Ik had echt gehoopt dat we bij de start van de legislaturen, die nu ook eens samenvielen, vrij snel tot een akkoord zouden komen. Ik heb daar een aantal maanden echt in geïnvesteerd, en we doen dat nu nog altijd. Ik had echt gehoopt dat het zou lukken, maar als je op een bepaald moment merkt dat het er niet echt in zit, heb je twee opties: ofwel wacht je tot er een akkoord is en intussen doe je niets, ofwel bepaal je op een zeker moment je eigen doelstelling en je eigen focus, en ga je daarvoor. Dat laatste heb ik gedaan.
Mijnheer Gryffroy, het is niet duidelijk wat de sanctie is als je dat percentage niet haalt. Maar eigenlijk interesseert mij dat ook niet zo. Ik wil gewoon vooruitgaan. Ik wil zo veel mogelijk hernieuwbare energie realiseren. Ik wil dat aan een kostenefficiënt tarief doen. Ik wil mijn verantwoordelijkheid daarin opnemen. En of er nu al dan niet een boete volgt, vind ik voor mijzelf en mijn beleid minder relevant.
Ik zou het nog scherper kunnen stellen. Stel dat Europa er niet zou zijn, dan zou ik nog altijd een ambitie hebben op het vlak van hernieuwbare energie. Die ambitie is er omdat het mijn persoonlijke overtuiging is dat we daar meer in moeten investeren. De keuze is wat mij betreft voor een decentraal model, voor hernieuwbare energie, voor ‘demand-side management’, voor energie-efficiëntie. Ja, we hebben een Europese doelstelling, maar ik heb gewoon ook een persoonlijke overtuiging en een persoonlijke ambitie. En voor mij zijn die persoonlijke overtuiging en ambitie en de ambitie van de Vlaamse Regering van cruciaal belang.
Ik vind ook het andere debat heel belangrijk en ik hoop dat we er, zeker naar aanleiding van Parijs, uit raken, bijvoorbeeld ook met het klimaatfonds, dat bij collega Schauvliege zit. Ik weet dat zij er ongelooflijk veel tijd en energie in stopt. Maar goed, als je met vier bent, moet je met vier een akkoord hebben, maar op dit moment lukt dat niet. En dus ga ik voluit verder voor mijn eigen beleid, want zonder Europa zou ik die overtuiging ook hebben.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.