Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Daenen heeft het woord.
Minister, vlak voor de vakantie kondigde u onder andere aan dat de meeste gezinnen een beperkte stijging van de energiefactuur mogen verwachten door een extra heffing. Via deze extra heffing wilt u bepaalde schulden wegwerken die ontstaan zijn door de subsidiëring van groene energie. Ik hou het bewust vaag in mijn inleiding, omdat de communicatie die ik op dat moment van u gekregen heb, ook heel vaag was.
Over de aangekondigde extra heffing om een deel van de schuldenberg weg te werken, is geen enkel document of geen enkele beslissing te vinden. Op welk deel van de schulden, die ontstaan zijn als gevolg van de subsidiëring van groene energie, heeft deze heffing betrekking? Op basis van welke beslissing hebt u deze uitspraak gedaan? Zijn er documenten raadpleegbaar die deze uitspraak zijn voorafgegaan?
U verklaarde in de media dat het hier om een beperkte stijging van de energiefactuur zou gaan. Het woord ‘beperkt’ is voor heel veel interpretaties vatbaar. Hoe groot is de verwachte stijging van de energiefactuur? Hoe wordt deze heffing berekend? Vanaf wanneer zal deze heffing worden geheven?
Deze extra heffing zou dus moeten dienen om een deel van de schuldenberg af te bouwen. Volgens de media zou u dat op vijf jaar willen doen. Klopt deze termijn? Waarom vijf jaar? Hoe wordt die heffing gespreid over huishoudens en bedrijven?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Op 17 juli 2015 werd in de schoot van de Vlaamse Regering afgesproken om via regeringsamendementen op het Tarievendecreet aanpassingen voor te stellen aan de certificatensystemen. De aanpassingen hebben onder andere betrekking op de afschaffing van de totale bandingcoëfficiënt (Btot) en de verhoging van het groenestroomcertificatenquotum, wat ervoor zorgt dat er meer certificaten zullen moeten worden ingediend. Deze aanpassingen zullen ervoor zorgen dat er nu ongeveer evenveel certificaten moeten worden ingediend als er worden toegekend, waardoor de certificatenoverschotten niet verder zullen toenemen. Deze amendementen werden inmiddels aan de Raad van State voorgelegd en zullen binnenkort worden ingediend in het Vlaams Parlement.
Om evenwel de historische certificatenoverschotten ter waarde van 1,1 miljard euro aan te pakken en om ervoor te zorgen dat ook de nieuwe installaties die nog nodig zijn om de doelstellingen te realiseren, gefinancierd kunnen worden, werd op 17 juli 2015 eveneens afgesproken om de piste van een heffing te bewandelen. Die piste heeft onder andere het voordeel dat certificatenkosten dan goedkoper, met name zonder btw, kunnen worden doorgerekend. Dat maakt toch wel een groot verschil. Het belang van die piste neemt toe door de beslissing van de federale overheid om de btw op elektriciteit te verhogen. De modaliteiten van deze heffing worden nu uitgewerkt en worden op zeer korte termijn voorgesteld. Het zal dan mogelijk zijn om de precieze impact op de factuur van diverse klantengroepen toe te lichten. Het is in ieder geval de bedoeling om de aanrekening van de heffing zo snel mogelijk te starten en om tegen 2021 – dus over vijf jaar – de certificatenoverschotten af te bouwen. Dit is een evenwichtsoefening. Een tragere afbouw doet de prefinancieringskosten op deze schulden onnodig oplopen. Een snellere afbouw zou een te grote impact op de elektriciteitsfactuur hebben. Bovendien werd het niet wenselijk geacht om nog omvangrijke historische certificatenkosten naar de toekomst door te schuiven aangezien dan nog bijkomende energietransitiekosten zullen wegen op de energiefactuur.
Die vijf jaar is dus echt wel gekozen om een evenwicht te bewaren tussen het wegwerken, maar toch ook wegwerken op een haalbare manier, en om ervoor te zorgen dat we ook de plannen voor nieuwe installaties rond wind- en zonne-energie al meerekenen in wat we verwachten voor de toekomst. Dit om te voorkomen dat er nu een stijging is, dan nog eens een stijging, en nog eens stijging. We willen dus een traject voor de komende vijf jaar dat we kunnen bewandelen om onze doelstellingen ook te halen.
De heer Danen heeft het woord.
Ik begrijp dus dat er momenteel geen documenten beschikbaar zijn daarover. De VREG moet hierover niet worden aangesproken: heb ik dat goed begrepen? Het gaat over overschotten die er nu zijn, en die wilt u voor een stuk wegwerken door de quota te verhogen. Heb ik dat ook goed begrepen?
Ja, omdat dit gaat over de certificatenoverschotten.
U wilt die heffing daarin zien. U wilt de quota verhogen …
Bij de historische schulden zijn er eigenlijk twee onderdelen. Er zijn de groenestroomcertificaten, wat een bevoegdheid is van de VREG. Er zijn de overschotten, wat een bevoegdheid is van de Vlaamse Regering. Daarrond hebben wij in juli een beslissing genomen, en de komende weken zal het debat in het parlement kunnen worden gevoerd. Wij hebben de principiële beslissing genomen, we zijn nu met de praktische uitwerking bezig, en het zal decretaal veranderd moeten worden. De zaak zal dus in het parlement aan bod komen. We willen dus over vijf jaar de overschotten weg, rekening houdend met de plannen die we ook hebben voor de komende vijf jaar. Op deze manier kunnen we in deze legislatuur het probleem van de schuldenlast uit het verleden oplossen.
Ik ben blij dat daarover een debat zal plaatsvinden, want dat was eigenlijk ook mijn vraag. We zullen dat debat houden op basis van documenten die op dat ogenblik beschikbaar zullen zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.