Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het antibioticagebruik in de landbouwsector
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, dames en heren, recent grootschalig onderzoek naar het antibioticagebruik toont aan dat steeds meer Europese ziekenhuizen te maken krijgen met infecties door antibioticaresistente bacteriën. Die resistentie neemt altijd maar toe en dreigt een probleem te worden voor de volksgezondheid. De antibiotica zijn vaak noodzakelijk om infecties te behandelen.
De antibioticaresistentie is voor een deel te wijten aan het overmatige foutieve en preventieve gebruik van antibiotica in de veeteelt en de pluimveesector. Hoe meer antibiotica daar wordt toegediend, hoe meer er resistente bacteriën via onze vleesconsumptie bij de mens terechtkomen. Zo worden ook wij immuun voor de antibiotica en zijn infecties moeilijker te behandelen.
Minister-president, ik weet dat u al heel veel inspanningen hebt geleverd op dit vlak. Dit is een gedeelde bevoegdheid met de federale minister van Volksgezondheid. Desondanks neemt de resistentie alleen maar toe en bereikt ze nooit geziene hoogtes. Grote landbouwbedrijven kunnen niet aan elk individueel dier antibiotica toedienen. Daarom leggen steeds meer actoren de nadruk op preventie en sensibilisering, en dat is nog altijd uw bevoegdheid. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Door een betere hygiëne zouden we kunnen voorkomen dat dieren ziek worden en dat antibiotica noodzakelijk is.
Op het federale niveau zijn er op het vlak van wetgeving en sanctioneren ook nog wat stappen vooruit te zetten. Minister-president, zult u overleg plegen met uw federale collega en plant u bijkomende inspanningen op het vlak van preventie en sensibilisering, zoals gevraagd door verschillende actoren?
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Minister-president, vorige maandag was de Europese dag van de antibiotica. Jaarlijks sterven duizenden Europeanen aan de resistentie tegen antibiotica. Antibiotica slaat niet meer aan bij hen. Dat zou volgens experts te wijten zijn aan overmatig gebruik van antibiotica, zowel bij mensen als bij dieren, via voedsel.
De Europese Commissie heeft nog eens de nadruk gelegd op de noodzaak van een geharmoniseerd registratiesysteem van de resistentie, zowel bij dieren als in voedsel. In België wordt er sinds september gewerkt aan een datacollectiesysteem om het voorschrijfgedrag van dierenartsen en bedrijven te onderzoeken inzake het antibioticagebruik. In landen waar zo’n registratiesysteem wordt toegepast, zoals Denemarken en Nederland, daalt het gebruik echt wel sterk.
Dit zijn federale bevoegdheden, maar er is ook een grote taak weggelegd voor Vlaanderen. Enkele recente proefprojecten hebben aangetoond dat bedrijfsmanagement en preventieve hygiënische maatregelen een heel grote bijdrage kunnen leveren tot het verminderen van het antibioticagebruik in de veehouderij. En dat is een Vlaamse bevoegdheid.
Minister-president, het gebruik is nog te hoog in ons land. Dit zijn bemoedigende resultaten. Welke maatregelen zult u nemen om die praktijken toegang te laten vinden tot meer veehouderijen? Hoe zult u inzetten op een grotere sensibilisering? Welke maatregelen zult u nemen om dit uit te rollen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
De vraagstellers hebben het onderstreept: antibioticagebruik en de maatregelen daartegen zijn een federale bevoegdheid. Maar ze vragen naar de Vlaamse bevoegdheden. Dit toont nog eens aan hoeveel problemen we op een goede manier trachten aan te pakken. Dit is een serieus probleem. In de commissie zijn daar ook al vaak vragen over gesteld.
De federale overheid heeft de vzw AMCRA in het leven geroepen. Dat staat voor Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals. Nu is er een daling van het antibioticagebruik in de veehouderij in ons land, en dat is een voorzichtig positief resultaat. We gaan ervan uit dat dit verder zal dalen, zeker in de varkenssector, omdat men op 1 september 2013 zinkoxide heeft toegelaten als preventieve maatregel voor het gebruik van antibiotica. In de varkenshouderij zullen er verder nog positieve resultaten volgen.
Het probleem is ernstig genoeg opdat ook wij initiatieven zouden nemen. Dat doen we op verschillende vlakken. Ten eerste hebben we twee demonstratieprojecten lopen die worden gefinancierd vanuit het Vlaams landbouwbudget. Het eerste is verantwoord gebruik van antibiotica in de intensieve veehouderij. Het tweede is verantwoord gebruik van antibiotica in de melkveesector.
Ten tweede, onder de titel ‘Bewaking van veiligheid en kwaliteit in de voedselketen’ worden er momenteel heel wat onderzoeksprojecten uitgevoerd bij het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).
Ten derde is er het lastenboek Certus voor de varkenssector dat vanaf 1 januari 2014 bij de deelnemende bedrijven een verplichte registratie van het antibioticumgebruik zal invoeren. De voorbereidende testfase daarvoor is nu bijna afgerond. Het Certus-label mag enkel worden gebruikt als het antibioticumgebruik wordt aangegeven.
Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds ondersteunt ook investeringen in hygiëne en dierenwelzijn. Dat ligt me na aan het hart.
Tot slot heeft het Varkensloket studiedagen georganiseerd over deze problematiek.
Wij komen regelmatig samen met de federale collega’s op ambtelijk niveau. We zullen op kabinetsniveau de verdere contacten onderhouden om die acties op elkaar af te stemmen met als belangrijke doelstelling het verminderen van het antibioticagebruik in Vlaanderen en in België.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het is soms niet gemakkelijk te weten welke overheid welke bevoegdheid heeft. Het gaat hier om een serieus probleem en ik ben blij dat u daar uw verantwoordelijkheid in neemt en daar bij uw federale collega op zult blijven hameren.
Daarnaast zijn er inderdaad alternatieven. Er zijn nu ook wetgevende mogelijkheden gecreëerd. Nu is het belangrijk dat wij de landbouwers stimuleren om die alternatieven te gebruiken. Daarnaast moeten we de nodige aandacht blijven schenken aan preventie en sensibilisering.
Minister-president, het is goed dat er een aantal proefprojecten zijn. De resultaten daarvan moeten wel aan de sector worden meegedeeld. De Boerenbond had het al over een win-winsituatie, met name dat de sterfte daalt en de productiviteit stijgt. Hoe meer de landbouwers beseffen dat dit een positief effect heeft op hun bedrijfsvoering, hoe meer zij geneigd zullen zijn om hun bedrijf op die manier te managen. De overheid kan nog een rol spelen in sensibilisering en aansturing.
Wat de pluimveehouderij betreft, stond onlangs in de pers dat het moeilijk is om alle dieren tegelijk te behandelen. Als ik me niet vergis, liep daar ook een proefproject over. Hebt u zicht op de resultaten daarvan? Zijn er ook positieve effecten?
De heer Peeters heeft het woord.
Minister-president, het gaat opnieuw over antibiotica. Ik heb die vraag vroeger al in de plenaire vergadering, maar ook in de commissie gesteld. Ik stel vast dat Vlaanderen blijft kiezen voor schaalvergroting, meer dieren op een beperkte oppervlakte. En daar zit de kern van het probleem. We hebben in Nederland voorbeelden gezien waar toch wel grote stallen en veel dieren antibioticavrij kunnen worden gehouden.
Een ander probleem is dat Vlaanderen de verantwoordelijkheid bij de sector legt, en een deel op vrijwillige basis. In een eerdere vraag heb ik al meermaals aangedrongen op een imperatief beleid vanuit de overheid om paal en perk te stellen aan het antibioticagebruik en om dat te normeren. De tijd is voorbij om dit over te laten aan de sector zelf die preventief antibiotica toedient in de voeding. De volksgezondheid is in gevaar. De overheid moet ingrijpen om dit tij te keren.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Iedereen heeft er belang bij dat er zo weinig mogelijk antibiotica worden gebruikt, zowel de consument als de landbouwsector. Ik wil benadrukken dat het hier vooral gaat om een federale bevoegdheid. Daarnaast wil ik er ook op wijzen dat minister-president Peeters al heel wat initiatieven heeft genomen. In de commissie Landbouw is daar al negenmaal over van gedachten gewisseld. Op het terrein worden de eerste resultaten zichtbaar.
Ik kan het pleidooi van de minister-president alleen maar beklemtonen. Hij zegt dat Vlaanderen heel wat initiatieven heeft genomen: demonstratieprojecten, studiedagen, investeringen via het Landbouwinvesteringsfonds. We zitten dus op de goede weg, maar paraatheid en voortgezette inzet is in dezen zeker noodzakelijk.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister-president, het zou natuurlijk beter werkbaar zijn indien ook deze bevoegdheid inzake antibioticagebruik in de veehouderij bij het beleidsdomein Landbouw zou komen, net zoals dierenwelzijn. Iedereen houdt een pleidooi voor een verantwoord antibioticagebruik en voor het terugdringen van het antibioticagebruik.
Soms krijg ik de indruk dat er geïnsinueerd wordt dat de sector van de veehouderij zelf niet begaan is met het gebruik van antibiotica. De heer Peeters zegt dat het op vrijwillige basis is, maar ik denk dat ook de sector gebaat is bij een verantwoord gebruik van antibiotica. Ik wil tegenspreken dat de veehouderij niet wakker zou liggen van het probleem.
De heer Callens heeft het woord.
Minister-president, Europa heeft 91 miljoen euro geïnvesteerd om daar iets aan te doen. Naar we hebben vernomen, heeft dat positieve resultaten gehad.
We mogen nooit zeggen dat de landbouwer graag antibiotica gebruikt. De landbouwer gebruikt dat liefst minder of niet. Ten eerste betekent het een serieuze kost. Ten tweede beseffen ze dat die dieren – vooral de kweekdieren – op een bepaald moment een zekere resistentie krijgen tegen bepaalde antibiotica. We moeten daarin voorzichtig zijn en niet zomaar schieten op de landbouwer die zelf naar oplossing zoekt.
Minister-president, mevrouw Eerlingen spreekt over het registratiesysteem dat van toepassing is in Nederland en Denemarken. We hebben daar een sterke daling vastgesteld van het antibioticagebruik. Wat is de stand van zaken van het onderzoek van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)? Zijn er in België al verdere stappen gezet inzake het registratiesysteem van het voorschriftgedrag van de veeartsen en het individueel gebruik van antibiotica?
Mijnheer Callens, ik begrijp dat u wilt dat ik aan de federale instanties vraag wat die federale instelling doet. Ik zal dat navragen en u daar een antwoord op geven. U begrijpt dat ik de federale instellingen niet voortdurend opvolg en dat ik niet op de hoogte ben van wat zij allemaal doen. Op uw verzoek zal ik dat nu wel opvolgen.
Mijnheer Sintobin, mijnheer Peeters, ik denk dat de sector zelf wel inziet dat er inspanningen moeten worden gedaan om het antibioticagebruik te verminderen. De heer Verfaillie heeft daar ook naar verwezen. De sector is daar ook zeer gevoelig voor. Dat begrijp ik, aangezien hun producten een impact kunnen hebben op de volksgezondheid. Zij zijn zich er goed van bewust dat er stappen moeten worden gezet.
Ik verschil met Groen qua aanpak, maar dat had u vast wel begrepen. Het lijkt mij beter initiatieven te nemen die duurzaam werken, bijvoorbeeld het Certus-label, maar ook andere initiatieven om de sector zelf ervan te overtuigen het antibioticagebruik met andere middelen of op andere manieren sterk te doen dalen. Het is bezig. Het zou natuurlijk nog sneller kunnen. We moeten inspanningen leveren om dat sneller te doen dalen, maar er is toch al een positieve evolutie.
Mijnheer Peeters, ik weet dat schaalvergroting een van uw zorgen is. Ik heb er in de commissie al verschillende keren op gewezen dat schaalvergroting een fenomeen is dat zich niet alleen in Vlaanderen, maar ook ver daarbuiten voordoet. Ik heb u ook al herhaaldelijk gezegd dat bepaalde wetgevingen ervoor zorgen dat men verplicht is om de bedrijven groter te maken opdat ze rendabel zouden zijn. U moet er eens over nadenken en misschien moeten we daar eens verder discussie over voeren. Het gaat om wetgevingen inzake leefmilieu, dierenwelzijn enzovoort.
Die wetgeving is heel belangrijk, daar is niets mis mee, begrijp me niet verkeerd. U moet wel zeer goed weten dat het een dynamiek heeft waardoor de bedrijven vergroten om nog rendabel te zijn. De juiste schaal moet worden gevonden, zodat we niet met mastodonten zitten. In vergelijking met Nederland is dat niet zo, zij staan al heel wat verder qua schaalvergroting. Heel wat familiale ondernemingen zijn ook daar actief.
Mevrouw Eerlingen, wat de kippen betreft, moet ik het cijfermateriaal dat men mij kan bezorgen even bekijken. Die cijfers kan ik niet zo uit mijn mouw schudden. Ik zoek het op en bezorg het u.
Minister-president, het is een complex probleem, waarvoor op verschillende niveaus inspanningen nodig zijn, zeker ook op het Europese niveau. Het wordt daar ook bekeken. Er zijn inderdaad ook al heel wat inspanningen geleverd. Het is het moment om de landbouwers te overtuigen van de positieve resultaten die die proefprojecten hebben opgeleverd, zodat zij de meerwaarde inzien van het verminderen van het antibioticagebruik. Er zijn inderdaad positieve voorbeelden in Nederland en de Scandinavische landen die aantonen dat het wel degelijk mogelijk is.
Dank u wel, minister-president, er worden door verschillende actoren en vanuit de sector zelf al veel inspanningen geleverd om het antibioticagebruik naar beneden te halen. Wel is het zo dat we nog altijd op de zesde plaats staan in het ESVAC-rapport (European Surveillance of Veterinary Antimicrobial Consumption) over het antibioticagebruik in Europa. We doen het niet zo goed op dat vlak en moeten misschien een versnelling hoger schakelen. Ik hoop dat we binnenkort de resultaten van de inspanningen die nu worden geleverd zullen zien in de cijfers. Ik hoop dat u nog verder werk maakt van het doorvertalen van de goede resultaten van de proefprojecten naar de landbouwers en dat u verder werk maakt van sensibilisering.
De actuele vragen zijn afgehandeld.